Bollenjongens X HAS studenten op demoveld

Demoveld voor natuurinclusieve bollenteelt

Een bollenteelt waarbij samengewerkt wordt met de natuur. Of dit mogelijk is en op wat voor manier onderzoeken de Bollenjongens, Living Lab B7 (met consortiumpartner HAS green academy), Agrifirm en Greenport Duin- en Bollenstreek op een stuk land in Hillegom. Vanuit hier experimenteren zij met wat wel/niet werkt op het gebied van natuurinclusieve bollenteelt. Doel is daarnaast om het demoveld op te schalen naar een fieldlab.

Opschalen demoveld naar fieldlab

Om het demoveld op te schalen tot een regionale proeftuin voor duurzame teeltmaatregelen is door Greenport Duin- en Bollenstreek samen met HAS green academy, bollentelers en melkveehouders een EIP-subsidieaanvraag ingediend bij het ministerie van LNV voor het ontwerpen van een Fieldlab Bollenstreek. Dit Fieldlab Bollenstreek moet ruimte bieden voor teeltexperimenten en sociale innovatie waarmee wordt bijgedragen aan een gezonde agrarische sector voor de hele Bollenstreek. In het Fieldlab Bollenstreek wordt ook de melkveehouderij betrokken, omdat de verwachting is dat bollenteelt en melkveehouderij elkaar kunnen versterken bij de omschakeling naar natuurinclusieve landbouw en kringlooplandbouw.

Over Living Lab B7

HAS green academy is één van de drie consortiumpartners van Living Lab B7, samen met het Nederlands Instituut voor Ecologie (Wageningen) en de Radboud Universiteit (Nijmegen). In Living Lab B7 werken deze partners samen met lokale partijen aan biodiversiteitverbetering in de Bollenstreek. Het demoveld is ontstaan uit de samenwerking van Living Lab B7 met de Bollenjongens, Greenport Duin- en Bollenstreek en Agrifirm.

demoveld-eu-greenport
GreenportLIVE-bollenteelt-biodivers-en-circulair

Ontwikkeling Regiocertificering Duin- en Bollenstreek van start

De bollensector in de Duin- en Bollenstreek is toonaangevend in de wereld en loopt voorop als het gaat om duurzaamheid en technologische ontwikkelingen. Om de prestaties op het gebied van plantgezondheid, waterkwaliteit, bodemkwaliteit, biodiversiteit, energie en klimaat zichtbaar te maken is het plan ontstaan om regiocertificering te ontwikkelen en op een gestructureerde en inzichtelijke wijze de doelen van het Programma Landelijk Gebied (ZH-PLG) te gaan halen. Regiocertificering is ook een aanpak om gezamenlijk als telers verder te verduurzamen. Door de actualiteit en de transitie van het landelijk gebied in de komende jaren is het van groot belang voor de sector om richting de overheid en maatschappelijke organisaties inzicht te bieden in de stand van zaken en manier waarop de grote opgaven voor de komende tijd gehaald gaan worden.

Bijdrage Provincie Zuid-Holland

Provincie Zuid-Holland heeft Regiocertificering omarmd en maakt de uitwerking mede mogelijk. Regiocertificering zorgt ervoor dat de bollensector in de Duin- en Bollenstreek aantoonbaar voldoet aan de opgaven inzake waterkwaliteit, klimaat en biodiversiteit. Op 20 juni jl. is het toetsbaar voorontwerp van het Zuid-Hollandse Programma Landelijk Gebied (ZH-PLG) gepubliceerd. In het voorontwerp staan de plannen voor het landelijk gebied van Zuid-Holland die, samen met de plannen van de andere provincies, moeten leiden tot het behalen van de nationale en internationale doelen voor natuurherstel, waterkwaliteit en klimaat. Eén van de benoemde maatregelen in het plan van Zuid-Holland is het doorontwikkelen van duurzaam ondernemen als onderdeel van ‘Regiocertificering’.

Inzichtelijk maken

Regiocertificering dient, zoveel mogelijk op basis van bestaande registraties, de duurzaamheidsprestaties van telers inzichtelijk te maken. Met behulp van Kritische Prestatie Indicatoren (KPI’s) wordt duidelijk wat de invloed is van de bedrijfsvoering op de biodiversiteit op het bedrijf en in de omgeving. Door het verzamelen en analyseren van individuele bedrijfsgegevens, wordt de inzet van telers voor milieu, klimaat, natuur en landschap op een uniforme en integrale manier gemonitord en gecertificeerd.

Het instrument Regiocertificering is wellicht landelijk toepasbaar. Daarbij geldt dat de opgaven op het gebied van waterkwaliteit, klimaat en natuurherstel verschillen per gebied. Voor de initiatiefnemers is nu eerst van belang om te focussen op de bollenteelt en alle open grond sierteeltbedrijven van de gehele Duin- en Bollenstreek, van Vogelenzang tot Wassenaar.

In gesprek met telers

De initiatiefnemers willen de Regiocertificering zo ontwikkelen dat die inspirerend, werkbaar, zonder onnodig papierwerk en algemeen geaccepteerd is. Harry Kager en Léon Jansen van het advies- en communicatiebureau Schuttelaar & Partners nemen de projectcoördinatie op zich. Zij werken de opzet voor Regiocertificering uit en maken een stappenplan voor de komende jaren. Zij zijn verantwoordelijk voor het raadplegen van verschillende partijen, zoals telers, overheden, wetenschappers en overige experts. Kager en Jansen hebben veel ervaring met complexe multi-stakeholder processen in de land- en tuinbouw. Zij willen graag deze maand eerst een aantal telers en partijen individueel spreken, zullen dan de ideeën uitwerken en vervolgens later dit jaar in een of meerdere bijeenkomsten voorleggen.

Initiatiefnemers

Regiocertificering is een initiatief van Simon Pennings (kringvoorzitter KAVB Duin- en Bollenstreek), Greenport Duin- en Bollenstreek en KAVB in overleg met provincie Zuid-Holland, Keukenhof, LTO Noord, Anthos, gemeenten en waterschap.

Activiteit-betekeniseconomie-greenport-OADB

Succesvol evenement OADB: ‘Brede welvaart maak je samen’

Brede welvaart, voor sommigen een ongrijpbaar begrip. Aan Kees Klomp, hoogleraar aan Hogeschool van Rotterdam, de taak om de aanwezigen te inspireren en motiveren om aan de slag te gaan voor die brede welvaart. In een uur durende College Tour, onder leiding van Wendy van Vliet, nam Kees de bezoekers mee in zijn zoektocht naar en implementatie van een betekenisvolle economie.  

Boekjes over vogels 

Van de bedreigingen naar de kansen, enkele spraakmakende voorbeelden en het boekje ‘de Regenmaker’ over het vogeltje Olla, het kwam allemaal aan bod. In een ruimte vol prikkels, de waterbak van Watertoren Bollenstreek, passeerden diverse filmpjes om beeldend aan te geven hoe je brede welvaart realiseert door betekenis te geven met je bedrijf en wat dit betekent voor het opleiden van de ondernemers van de toekomst.  

Activiteiten 

Als aanvulling op de College Tour gingen de aanwezige O’s (onderwijs, ondernemers en overheid) in een activiteit aan de slag om de vertaling te maken van het begrip ‘brede welvaart’ naar de praktijk van alle dag. Voor elke doelgroep waren passende activiteiten georganiseerd wat resulteerde in mooie, en goede, gesprekken en verbindingen die als toekomstmuziek in de oren klinken van programmamanager OABD, Mariëla van der Meer: ‘Het enthousiasme om samen een bijdrage te leveren aan het opleiden van de toekomst is groot. We kijken uit naar het vervolg: een menukaart voor het basisonderwijs, een kennistoer waarbij jongeren de Duin- en Bollenstreek écht leren kennen, real life vragen, samen opdenken naar nieuwe vormen van opleiden en nog veel meer. De veranderende samenleving én de snelle ontwikkeling van technologieën maakt dat gezocht wordt naar nieuwe vormen, in ondernemen én onderwijs. Dan gaat het ook over het overbruggen van de verschillen in cultuur tussen onderwijs en arbeidsmarkt, kijken naar hoe het wél kan en gezamenlijk de verantwoording dragen voor voldoende en adequaat opgeleide werknemers in de Duin- en Bollenstreek.’  

OADB 

Onderwijs en Arbeidsmarkt is een samenwerking tussen onderwijs, ondernemers en overheid die allen belang hechten aan jongeren inspireren, motiveren en enthousiasmeren voor leren en werken in de Duin- en Bollenstreek. 

Verplaatsbare-Zonnepanelen-GreenportLIVE-12-09-23

Verplaatsbare zonnepanelen op bollenperceel

Dubbel ruimtegebruik

Een leeg perceel onder water zetten en vervolgens zonnepanelen erop laten drijven. Het project ‘Dubbel duurzaam ruimtegebruik met verplaatsbare zonne-energie bij bollentelers’ onderzoekt deze manier van dubbel ruimtegebruik bij ATG en GT van Haaster vof. Dit bedrijf heeft momenteel een kleine opstelling met verplaatsbare zonnepanelen op het perceel staan. Vanuit hier wordt, met een aantal partners, gekeken naar de werking en mogelijkheden die verplaatsbare zonnepanelen bieden. Als dit goed uitpakt kan dit betekenen dat een volledige opstelling de gemeente De Zilk jaarrond voorziet van door zonopgewekte energie.

Twee opstellingen van zonnepanelen

Deze twee opstellingen zijn naast elkaar te vinden in de hoek van het perceel achter de schuur van partner Van Haaster. De ideale plek om de twee opstellingen – die verschillen voor wat betreft het materiaal gebruik van de drijvende constructie – te testen op werking en mogelijkheden binnen dit project. Op deze manier wordt op het perceel de ruimte dubbel gebruikt én wordt de rustperiode optimaal benut.

Percelen niet jaarrond gebruikt om bollen te kweken

Om het land vruchtbaar en in goede staat te houden is het nodig om een rustmoment in te plannen. Dit heeft alles te maken met de vruchtwisselingscyclus, waarbij maximaal één jaar geen gewas wordt geteeld. Tijdens dit rustmoment wordt er bijvoorbeeld Japanse haver (of een andere groenbemester) gezaaid of geïnundeerd (onder water gezet) om aaltjes en andere bodemziekten te verstikken.

Optimaal rendement behalen en iets terug doen

Het inunderen van het perceel met daarop verplaatsbare zonnepanelen levert het perceel aan de ene kant elektriciteit op uit een natuurlijke bron voor de kweker en aan de andere kant wordt de bodem ‘ontzien’ en vruchtbaar. Vanuit maatschappelijk oogpunt is Van Haaster voornemens om de opgewekte energie te delen met huishoudens in De Zilk.

Hoe nu verder?

Het is een mooi streven om met het geheel aan zonnepanelen op termijn drie hectare grond te bedekken en – naar verwachting – genoeg energie op te wekken om zowel Van Haaster als een deel van de inwoners of huishoudens in/van gemeente De Zilk jaarrond te voorzien van zon-opgewekte energie. Die opgewekte energie moet wel ergens opgeslagen worden. Onderdeel van dit project is dan ook  om de mogelijkheden van buffering te bekijken. 

Partners

Naast provincie Zuid-Holland en ATG en GT van Haaster vof zijn ook Greenport Duin- en Bollenstreek, gemeente Noordwijk en Zon op Northgo Coöperatie U.A. partner in dit project. Met elkaar dragen zij financiële verantwoordelijkheid voor dit project en dragen zij ook bij in natura.

serious-game-bolwerken-greenport

Interview ontwerpend onderzoekers en makers Serious Game: Bolwerken

Elke belanghebbende, of het nu een wethouder, teler of handelaar is, beantwoordt de vraag over de risico’s van verduurzaming en hoe je hiermee omgaat anders. Een teler is gericht op een stabiele bedrijfsvoering terwijl de wethouder het draagvlak juist belangrijk vindt. Samenwerken aan duurzaamheidsvraagstukken kan dan lastig zijn. Door gebruik te maken van een serious game ontstaat er een andere dynamiek in het gesprek, die leidt tot inzicht, begrip en creativiteit. “Voor ons was duidelijk dat dit het middel was om de dialoog op gang te brengen”, vertelt Wiesje.

Spelregels voor een gelijkwaardig gesprek

De keuze voor een serious game was weloverwogen. Het was voor de onderzoekers belangrijk om met veel partijen om tafel te gaan om de risico’s in kaart te brengen. Wiesje: “Sommigen zijn geoefend in het onder woorden brengen van hun standpunten, terwijl anderen dat minder zijn. Om een gelijkwaardig gesprek te voeren zijn daarom spelregels en een nieuwe, gelijkmakende taal wenselijk. Daar is een visual dialogue uitermate geschikt voor.” Beelden brengen een gemeenschappelijke taal en in combinatie met spelregels kan een gelijkwaardig gesprek worden gevoerd tussen mensen met verschillende achtergronden en belangen.

Bordspel van belangen

Bij de ontwikkeling van de game ‘Bolwerken’ is gestart vanuit de inhoud. Er is onderzocht wat er precies nodig was en hoe de creativiteit van de deelnemers daarbij benut kan worden. Wiesje: “In tegenstelling tot rollenspellen wilden we dat alle deelnemers hun expertise kunnen inzetten. We plaatsen deelnemers daarom in hun eigen rol en schotelen ze een situatie in de toekomst voor. Daar bedenken ze dan zelf een actie bij die zowel voor de individuele als gemeenschappelijke belangen positief uitpakt.” Het resultaat: een gemeenschappelijk bord met daarop de ecosysteemdiensten en biodiversiteit in de Duin- en Bollenstreek, en een kleiner individueel bord waarop individuele belangen staan.

Tijdens het spelen van het spel zijn deelnemers in gesprek gegaan over hoe de ecosysteemdiensten er nu uitzien en waar ze over vijf jaar willen zijn. Bij het bedenken van acties is steeds gekeken naar de invloed op de gemeenschappelijke en individuele borden. “Dit leidde, spelenderwijs, tot een gezamenlijk besef dat voor deze grote gemeenschappelijke uitdagingen alleen gezamenlijk opgelost kunnen worden goed gezamenlijke acties te bedenken waren.”

Van weerstand naar handelingsperspectief

Deelnemers geven aan dat weerstand verschuift naar handelingsperspectief. Het spel stimuleert hen om verder te gaan dan alleen het uiten van ongenoegen. Het besef dat het een gezamenlijke opgave is, motiveert de deelnemers om uit de machteloosheid te stappen en te handelen. Wiesje: “Het enthousiasme dat ontstond bij het bedenken van concrete acties was mooi om te zien!” Een van de deelnemers beaamt dat. “Het is verrassend makkelijk samenwerken tussen mensen waarvan je het op het eerste oog niet verwacht. De game stimuleert om verder te gaan dan praten over, en zenden van, ongenoegen. Op een prettige en veilige manier dwingt de game om samen tot actie te komen en creatief te zijn.”

De betrokkenheid en bereidheid van belanghebbenden is gegroeid dankzij ‘Bolwerken’, wat zorgde voor kennisdeling en community-vorming. Het hoofddoel was echter om alle individuele spelers inzicht te geven in de complexiteit van de verhouding tussen individuele en gemeenschappelijke belangen. De concrete acties die daaruit voortkwamen, worden nu besproken met Greenport Duin- en Bollenstreek, zodat de breed gedragen ideeën verder worden gebracht.

Bron: ACCEZ

Projectleider-Walter-teler-Daan-bollenjongen-remote-sensing-sierteelt-project-greenport

Project Remote Sensing voor Sierteelt: Annoteren kun je leren

In het project Remote Sensing voor Sierteelt onderzoeken telers, Unmanned Valley en Space Campus (met steun van Holland Rijnland en gemeente Katwijk) hoe je satelliet- en drone-technologie kunt inzetten om ziekten en plagen eerder te signaleren. Met eerder signaleren kun je gerichter actie ondernemen. Het hoofddoel: minder gewasbeschermingsmiddelen gebruiken én een gezond gewas.

Botrytis onder de loep

De keuze in dit project is op botrytis gevallen. Achteraf een goede keuze want in het voorjaar van 2023 was er vaak sprake van botrytis in het gewas. De drone kon hierdoor veel date verzamelen. Data is alleen nog geen informatie. Dat is de slag die nu gemaakt wordt: de duizenden foto’s die de drone maakte worden beoordeeld (annoteren) door de telers om te zien of er sprake is van botrytis. Dit is het handwerk wat ook bij aritificial intelligence hoort: het systeem voeden met informatie. Dit doen de telers samen met Walter Kort (projectleider vanuit Unmanned Valley).

De volgende stappen?

Deze beelden leiden uiteindelijk tot een model. Kan dit model accuraat botrytis herkennen? Dat gaan we in een volgend stadium onderzoeken. Je kunt dit model koppelen aan bescherming: eerder of gerichter.
Weer een stap verder: voorspellen waar – ook – botryrits ontstaat, door er meer sensoren aan te koppelen. Denk ook aan bodemsensoren, lokale weersomstandigheden.

Gerichte bescherming is al mogelijk: er kan per dop worden aangestuurd en er zijn al technieken waarbij niet gespoten wordt, maar de plant wordt aangetipt.

De telers

Daan van Steijn doet mee omdat hij ziet dat projecten als deze nodig zijn: de eisen die aan duurzaam (schoon) werken worden gesteld zijn om hoog gegaan. Daan ziet ook in dat je als ondernemer niet alleen de antwoorden zult vinden. Samenwerken met andere ondernemers en een innovatie-instelling als UMV is noodzakelijk.

Daan zoekt – als bestuurder van AJDB en vanuit zijn studieclub Bollenjongens – naar manieren om zijn bedrijfsvoering te verbeteren en in te spelen op eisen en wensen van de maatschappij.

Henk Verdegaal heeft zijn bedrijf de laatste jaren omgevormd: hij is minder verschillende gewassen gaan telen en terug gegaan naar een kleinere oppervlakte. Zijn belangrijkste drijfveer: meer rust in het bedrijf, voor zichzelf en zijn naasten én voor zijn medewerkers. Daardoor heeft hij ook wat meer tijd gekregen om te werken aan innovaties die zijn bedrijf, de sector en zijn omgeving verder helpen. Daarom doet hij mee aan dit project.

Daar past ook bij: op een andere manier de werkzaamheden uitvoeren: slimmer en gerichter en met minder belasting voor de grond. Daar is zijn machinepark op aangepast en daar passen ook drone- en sensortechnologie bij. Henk is al langer betrokken bij precisielandbouw: de stapjes die worden gezet gaan langzaam maar gestaag: er komen nieuwe technieken beschikbaar. Zo kan een drone al zelfstandig vliegen (vanuit wetgeving is een piloot nog nodig) en gaat AI er voor zorgen dat data sneller en beter wordt omzet in informatie die hem kan helpen in het nemen van zijn beslissingen.

Mooi voorbeeld wat Henk noemde uit een eerder project: door vanuit de lucht naar zijn velden te kijken kwam hij erachter dat er onregelmatiger geplant was dan hij dacht. Regelmatig planten leidt tot gelijkmatigere (en gemiddeld hogere) productie. Deze inzichten gaan ook helpen in gerichter gewasbescherming inzetten of in de beslissing dit niet te doen (waarbij je dan kunt vertrouwen op het model: je kunt langer wachten).

Teler Henk (l) en projectleider Walter (r)