Bollenjongens en onderzoekers bezoeken John Huiberts en Fieldlab Bol

In de schuur en op het land

Uiteraard zijn we het grootste deel van de ochtend buiten geweest om met eigen ogen te zien hoe bepaalde maatregelen er in de praktijk uit zien. Het is allereerst opvallend hoeveel diversiteit in planten en kleuren je direct ziet. Eén van de redenen voor de verscheidenheid aan kleuren is dat onkruid op een andere wijze wordt benaderd bij de proeven die lopen in Fieldlab Bol. Mechanisch wieden is een van de methodes die wordt toegepast. Het valt ook op dat sommige bedden en de rijpaden een stuk groener zijn. Dit staat in contrast met hoe bollen vaak worden geteeld. Om comfortabel te zijn met het onkruid is het voor sommigen nodig om onkruid op een andere manier te benaderen, bijvoorbeeld als bijkruid – zoals deze ochtend klonk. Het onkruid levert in ieder geval geen ongemak voor de biodiversiteit, maar ook door de bedekking van de bodem zal uitdroging veel minder kans krijgen. Onkruid kan daarnaast als aanwijzer fungeren voor de nutriënten in de bodem. 

Daarnaast is er een grote verscheidenheid aan soorten planten op het proefveld van Fieldlab Bol. Hier experimenteren ze met meer rust tussen de teelten door. De bollen staan ruimer geplant want voor verschillende voordelen kan zorgen als het gaat om ziektes en plagen. Ook geeft dit ruimte aan de mechanische manieren van onkruid wieden. Meer rust in het telen geeft ook de bodem (en het bodemleven) de kans om in balans te komen. Het kost een aantal jaren voordat de bodem zodanig is balans is dat de teelt van bijvoorbeeld tulpen zonder chemisch ingrijpen goed werkt. 

Inspirerend om te zien welke proeven en ideeën er bestaan in de noordelijke bollenstreek. Iets wat er in de zuidelijke bollenstreek vaker klinkt en ook wordt onderzocht is biodiversiteit. Uiteindelijk draagt een duurzamere teelt bij aan biodiversiteit en de balans van het systeem. De inzichten die wij hierover op doen kunnen wij delen met NH en zo brengen onze inzichten de bollenteelt hopelijk verder. 

Kortom, prachtige ochtend buiten in de zon, waarbij nogmaals benadrukt wordt dat met samen leren, samen werken, we kunnen komen tot een duurzamere teelt mét een toekomstperspectief.

Indy-Lexmond-en-Pim-van-Duuren-onderzoek-demoveld-HAS-greenport

Ontmoet Indy en Pim die onderzoek doen op demoveld

Indy en Pim zijn vol goede moed aan de slag gegaan met hun onderzoek, en onderzoeksplan, op het demoveld. Zij doen hier als tweede groep studenten onderzoek tot 1 juli 2024..
Hoe het zo komt dat zij voor een studie aan de HAS green academy hebben gekozen en voor dit onderzoek leggen ze graag zelf uit.

Vertel eens iets over jezelf en hoe je terecht bent gekomen bij deze opdracht?

“Ik ben Pim van Duuren, 21 jaar en student Toegepaste Biologie aan de HAS green academy in Den Bosch. Biologie vond ik het interessantste vak op de middelbare school, vandaar dat ik het ook ben gaan studeren. Nu aan het einde van mijn studie heb ik deze opdracht toegewezen gekregen als afstudeerproject.

Indy is de onderzoekspartner van Pim: “Ik ben Indy Lexmond, 22 jaar en ook vierdejaars toegepaste biologie student aan de HAS. Mijn interesse naar flora en fauna begon al op jonge leeftijd. Ik was altijd al heel onderzoekend en nieuwsgierig, en super geïnteresseerd naar hoe alles in de biologie samenwerkte. Door verschillende soorten stages te hebben gelopen ben ik erachter gekomen dat planten mij het meest interesseren, dit omdat er zoveel factoren meespelen en er nog zoveel te ontdekken valt. Ik hoop met deze opdracht dan ook een steentje bij te kunnen dragen aan een nieuwe vorm van telen. Omdat wij biologen in opleiding zijn kijken wij met een andere visie op de bollenteelt en kunnen onze ideeën van toegevoegde waarde zijn.  

Wat is relatie tot bollen/bloemen en biodiversiteit e/o natuurinclusief telen?

Pim: “Het zou mooi zijn als je bollen kan telen en tegelijkertijd de biodiversiteit op peil kan houden en daar gebruik van maken. Als je dat doet dan ben je natuurinclusief aan het telen. In de gangbare bollenteelt is er vaak geen tot weinig aandacht voor de biodiversiteit, dat is erg zonde. Op het moment dat de omgeving divers is in soorten dan is er vaak een natuurlijk antwoord op ziektes, plagen of extreme weersomstandigheden. Het gewas hoeft dus minder te vrezen voor deze bedreigingen.”

Indy: “Bollen vereisen veel aandacht omdat we streven naar een zo mooi mogelijk verkoopbare plant. Dit brengt velen zorgen met zich mee omdat er een hoge druk ligt op het fenotypen. De meeste schimmels, bacteriën en insecten zijn niet schadelijk voor de bollen, maar door het gebruik van chemische middelen gaan ook goede organismes dood. Dit is slecht voor het gewas omdat de meeste dingen zich vanzelf oplossen in de natuur. Door een gezonde bodem te creëren en dus ook bollen kan je veel van deze bedreigingen al elimineren. Met natuur inclusieve toevoeging zou je dit kunnen stimuleren om het optimale effect van de oplossingen uit de natuur te verkrijgen.” 

Wat vind je van het demoveld en wat gaan jullie precies onderzoeken?

Pim: “Ik vind het tof dat er een demoveld beschikbaar is en dat we dus buiten aan de slag kunnen gaan. Het feit dat het buiten is zorgt ervoor dat de bollen in eenzelfde soort omgeving staan als de bollen in het veld. Dat betekent dat de data/resultaten die uit dit onderzoek naar voren komen beter te vertalen zijn naar het “echte” veld. Want ze staan nu niet in een gecontroleerde omgeving vrij van alle invloeden die bollenvelden ervaren als ze geteeld worden.”

Indy: “Ik vind het goed dat ze een stuk land beschikbaar hebben gesteld om onderzoek op uit te voeren. Het is heel interessant om op het veld te zien wat de maatregelen voor effect hebben, omdat een lab proef niet altijd even goed werkt in de praktijk. We krijgen hier de mogelijkheid om dingen uit te proberen die de meeste telers niet op hun gewas durven toe te passen, natuurlijk begrijpelijk omdat dat hun inkomsten zou kunnen beïnvloeden. Het is ook erg interessant omdat dit een juiste weergave is van hoe het in het werkveld eraan toe gaat, heel representatief dus. 

Wij gaan op dit demoveld onderzoeken hoe je tulpenbollen kan telen zonder (al te veel) chemische bestrijdingsmiddelen te gebruiken. Zijn er andere manieren om de problemen op te lossen die chemische bestrijdingsmiddelen nu oplossen zonder een grote negatieve impact te hebben op de biodiversiteit. Denk hierbij aan het inzetten natuurlijke vijanden voor kleine organismen als luizen, het stimuleren het afweersysteem van de plant om ziektes te weren of het afdekken van de bodem met houtsnippers zodat onkruid minder de ruimte krijgt om te groeien. Hebben deze methodes dan ook een positieve impact op de biodiversiteit? Daarvoor gaan we a.d.h.v. verschillende soorten vallen bodem- en bovengronds leven vangen. Zo kunnen we zien of de biodiversiteit toeneemt.”

Wat valt je op aan de bevindingen van de voorgaande groep studenten?

Pim: “Al kijk je naar de 0-metingen die zijn gedaan dan zie je dat er een tekort in de bodem is voor veel elementen. Vaak verwacht je dat dat op peil is bij landbouwgronden.”

Indy: “Bij de 0-metingen die zijn uitgevoerd werden er muggenlarven gevonden nadat de bodem was geinundeerd. Dit had ik niet verwacht. Achteraf is het op zich logisch als er voor een langere periode water stil stond. Gelukkig kan het geen kwaad.”

Waarom zijn jullie veel op het veld en wat hopen jullie aan te treffen/mee te maken?

Pim: “Ik hoop een inkijk te krijgen in het werkveld, dat is natuurlijk nog grotendeels een onbekende wereld voor mij. Daarnaast hoop ik dat uit ons onderzoek zal blijken dat er potentie zit in het groener telen, dat alleen al met een vermindering van chemische middelen de biodiversiteit bevorderd wordt en tegelijkertijd de kwaliteit van de tulpen gewaarborgd blijft. Dat het onderzoek een positief signaal is naar de wereld dat het groener telen kan, want als toekomstig bioloog zie ik steeds meer het belang en de noodzaak dat er een omslag moet komen in de landbouw en dus ook in de bollenteelt.”

Indy: “Ik hoop veel nieuwe dingen te leren op gebied van telen, monitoren en communicatie. Ik heb hier nog weinig ervaring mee dus denk ik dat ik grote stappen kan maken. Voor het laatste geldt dat er veel partijen bij dit project betrokken zijn, dus juiste communicatie een must is. Ook zijn de monitoring methodes vrij nieuw voor ons en gaan we ons best doen om dit zo exact mogelijk te verwerken zodat het resultaat een juiste weergave is van de realiteit.”

derde-editie-future-bollenstreek-bij-tulip-experiencd-greenport

FUTURE lanceert derde editie tussen de tulpen

“We gaan deze editie ons nest verlaten. Watertoren Bollenstreek is vrijdag 3 mei niet de locatie waar we onze derde editie organiseren”, geeft Eva van der Kwast (Greenport Duin- en Bollenstreek) aan. Steffanie Wijnhout (Watertoren Bollenstreek) vult aan: “Deze locatie is Instagrammable en heeft genoeg ruimte voor nog meer Bollenstreekgenoten en dus verbindingen, dat staat als een paal boven water. We kijken er naar uit!”

Een speciale editie

De Tulip Experience is de ideale plek om mooie LinkedIn-foto’s te (laten) maken en Bollenstreekgenoten te ontmoeten. Ditmaal geen spreker maar een ander onderdeel waarmee de we de jongeren aan het denken willen zetten. Uiteraard zorgen we ook deze editie voor de inwendige mens met catering van Jef’s van Vliet Catering, zijn de eerste drankjes ‘on the house’ en is de entree gratis. Naast onze resident DJ van Ferocius komt een lokale artiest optreden.

FUTURE is inclusief

FUTURE is er voor iedereen, dus mag er geen financiële belemmering zijn. Vandaar dat wij ook blij zijn met Rabobank als partner. Op deze manier kunnen wij onze evenementen meer body geven en toegankelijk houden voor iedereen. Op deze manier dragen wij ons steentje bij aan brede welvaart in de regio, iets wat wij heel belangrijk vinden. 

Femke van Veen vult aan: “Om zo inclusief mogelijk te zijn werken wij met naamstickers waarop juist geen bedrijfsnaam is te zien. Het gaat er in eerste instantie om wie jij bent, daarna pas om wat je doet. Als je als werkzoekende bij FUTURE komt wil je niet ‘opvallen’ omdat jij geen bedrijfsnaam op je naamsticker hebt staan.”

Meld je aan

De volgende editie vindt plaats op vrijdag 3 mei. Als deelnemer van FUTURE Bollenstreek weet je zeker dat je naar huis gaat met nieuwe contacten en inzichten, een glimlach op je gezicht en in dit geval vast een bruikbare LinkedIn-foto. Meld je aan en ontmoet elkaar tussen de tulpen: www.futurebollenstreek.nl

FUTURE Bollenstreek

Met de FUTURE evenementen wil Team FUTURE jongeren in de Duin- en Bollenstreek connecten. Connecten met elkaar – of je nu zzp’er bent, mensen in dienst hebt, een baan zoekt of juist in loondienst bent – en met de omgeving waar je woont en werkt. De Duin- en Bollenstreek heeft veel te bieden (werk, recreatie en wonen) én de jongeren die daar wonen hebben dat ook. Deze twee werelden met elkaar verbinden, weten wat je kunt halen én brengen is de sleutel tot succes en een stevig fundament voor de FUTURE van de Duin- en Bollenstreek. 

Partners FUTURE Bollenstreek 

AW Groep, Watertoren Bollenstreek en Greenport Duin- en Bollenstreek zijn initiatiefnemers van FUTURE Bollenstreek. Rabobank is sinds kort ook partner. Dat geeft veel vertrouwen. Ook partner worden en  bijdragen aan FUTURE? Laat het ons weten! 

Kees-van-der-Zwet-voorzitter-Goedemorgen-Nederland-remote-sensing (2)

Voorzitter Greenport bij Goedemorgen Nederland

𝘐𝘯𝘻𝘦𝘵 𝘥𝘳𝘰𝘯𝘦𝘴 𝘦𝘯 𝘴𝘢𝘵𝘦𝘭𝘭𝘪𝘦𝘵𝘥𝘢𝘵𝘢 𝘪𝘯 𝘱𝘳𝘰𝘫𝘦𝘤𝘵 𝘙𝘦𝘮𝘰𝘵𝘦 𝘚𝘦𝘯𝘴𝘪𝘯𝘨 𝘷𝘰𝘰𝘳 𝘚𝘪𝘦𝘳𝘵𝘦𝘦𝘭𝘵 𝘰𝘯𝘥𝘦𝘳𝘸𝘦𝘳𝘱 𝘷𝘢𝘯 𝘨𝘦𝘴𝘱𝘳𝘦𝘬

In het project Remote Sensing voor Sierteelt werken NL Space Campus, Unmanned Valley en Greenport Duin- en Bollenstreek samen met telers om dronetechniek en satellietdata in te zetten als het gaat om het terugdringen van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen (lees meer: https://greenportdb.nl/drones-en-ai-helpen-boeren-bij-het-voldoen-aan-europese-milieuregels/).

Greenport voorzitter Kees van der Zwet werd vandaag in alle vroegte geïnterviewd door Goedemorgen Nederland. Het belang van het onderzoek, de drive van de telers en daarmee het samenbrengen van ‘de juwelen’ van de Bollenstreek kwamen aan bod. 

Deze cross-over en samenwerking tussen diverse sectoren ziet er veelbelovend uit. Het project krijgt een vervolg waarbij gekeken gaat worden of de metingen nauwkeuriger kunnen worden gemaakt door middel van het combineren van dronedata met satellietbeelden én actuele gegevens over de bodem en het weer. Enkele grote bedrijven vanuit de agri-sector hebben zich gemeld om te onderzoeken of de technologie ook andere ziektebeelden kan herkennen bij andere gewassen. Daarbij wordt er gekeken naar de schaalbaarheid en de ontwikkeling van het businessmodel.

Uitzending bekijken

Bekijk hier de volledige uitzending met daarin zes momenten waarop het project te zien is: 

1. Dietmar Lander (Unmanned Valley) > vanaf 06:45 min.

2. Henk Verdegaal (teler)> vanaf 04:50 min.

3. Kees van der Zwet (voorzitter Greenport Duin- en Bollenstreek > vanaf 07:30 min.

4. Dennis Meijaard (directeur Agrifirm-GMN) > vanaf 08:55 min.

5. Marc Sandelowsky (directeur NL Space Campus) > vanaf 04:50 min.

6. Ruud Knoops (Atmos UAV) > vanaf 07:29 min

Drone-data-remote-sensing-sierteelt-greenport-umv

Drones en AI helpen boeren bij het voldoen aan Europese milieuregels

Europese Unie heeft het doel gesteld om het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen de komende jaren flink te verminderen. Dit is onderdeel de European Green Deal, waarmee de EU Europa in 2050 het eerste klimaat-neutrale continent ter wereld wil maken. Overmatig gebruik van gewasbeschermingsmiddelen brengt namelijk risico’s met zich mee voor onder andere de waterkwaliteit en biodiversiteit. Door vroegtijdig en nauwkeurig te signaleren dat er omstandigheden zijn waartegen de gewassen beschermd moeten worden, kunnen deze middelen zeer precies worden toegepast en het gebruik ervan aanzienlijk worden gereduceerd.  

Model geschikt voor herkenning botrytis

Het model is geschikt om botrytis bij tulpen en hyacinten te herkennen. De verwachting is dat – met enkele relatief kleine aanpassingen – ook andere ziektes op te sporen zijn bij andere gewassen. Voor telers is dit een zeer interessante ontwikkeling. Niet alleen milieutechnisch, het kan ook kostenbesparend zijn. Bijvoorbeeld omdat er geen grote hoeveelheden gewasbeschermingsmiddelen ingekocht hoeven te worden, de kans op mislukte oogsten verkleind wordt en er geen mensen meer het veld in hoeven die bovendien nooit iedere plant kunnen controleren. Aanvullend hebben de onderzoekers gebruik gemaakt van een vrij te verkrijgen en relatief goedkope drone. De drone kan zelfs volledig automatisch missies uitvoeren, al moet er momenteel nog altijd een piloot bij zijn die de drone in het zicht heeft. 

Het project krijgt een vervolg

‘Remote Sensing voor Sierteelt’, zoals het project heet, krijgt een vervolg. Binnen het project wordt gekeken of de metingen nauwkeuriger kunnen worden gemaakt door middel van het combineren van dronedata met satellietbeelden en actuele gegevens over de bodem en het weer. Enkele grote bedrijven vanuit de agri-sector hebben zich gemeld om te onderzoeken of de technologie ook andere ziektebeelden kan herkennen bij andere gewassen. Daarbij wordt er gekeken naar de schaalbaarheid en de ontwikkeling van het businessmodel.

Partners

Dit project werd mede mogelijk gemaakt door de gemeente Katwijk, Holland Rijnland en Drone-Engineering & Operations studenten van het ROC van Amsterdam. Meer informatie over dit project wordt gepubliceerd op de website en via de sociale media van Unmanned Valley.

Simon-kijkt-naar-rol-die-bodemleven-kan-spelen-Duin-en-Bollenstreek-tegen-(negatieve)-effecten-klimaatverandering

Hoe bodemleven sommige effecten van klimaatverandering in de bollenstreek tegen kan gaan.

Mijn naam is Simon van den Bos, een 23 jarige Haarlemmer actief voetballer en vrijwilliger bij het Rode Kruis maar bovenal ook gek van natuur en hopelijk een toekomstig boswachter. Ik studeer landscape and environment management bij Inholland Delft, en ik loop een afstudeerstage bij Greenport Duin- en Bollenstreek waarbij ik ga kijken naar de rol die bodemleven kan spelen in de Duin- en Bollenstreek tegen (negatieve) effecten van klimaatverandering.

Afstudeerstage

Het opwarmende klimaat uit zich steeds heviger in Nederland denk aan droogte of juist een overschot aan water. Maar ook (insecten)plagen komen steeds meer voor in het land. Dit heeft gevolgen voor de teelt in de Duin- en Bollenstreek. Door een te hoge waterstand kunnen bollen mogelijk niet op tijd de grond in om een voorbeeld te noemen.

In mijn afstudeerstage ga ik onderzoeken of en welke rol bodemleven kan spelen om deze effecten te verminderen. Via een aantal expertmeetings met mensen uit de streek en literatuurstudie ga ik onderzoeken welke effecten van klimaatverandering spelen in de streek, welke rol bodemleven kan vervullen, en op welke manier bodemleven gestimuleerd kan worden in de streek. Deze methodes worden vervolgens met elkaar vergeleken om te kijken welke methode het meest geschikt is voor toepassing in de Duin- en Bollenstreek. Mijn hoop is hiermee een bijdrage te kunnen leveren aan de toekomst van dit unieke gebied.