Adam-directeur-voor-1-dag-keukenhof-hortiheroes-greenport

Student Adam over zijn deelname aan Directeur voor 1 Dag bij Keukenhof

Meedoen met Directeur voor 1 Dag (D1D) is een unieke kans. Een kans die Adam Emara met beide handen aangreep. Als student International Humanitarian Action, is de sierteelt niet iets waar hij zich (dagelijks) mee bezighoudt. Toch triggerde D1D hem en ging hij zijn nieuwsgierigheid achterna en meldde zich aan. Na de selectieronde kreeg hij de mogelijkheid om bij Sandra Bechtholt (algemeen directeur) in haar ‘Keukenhof keuken; te kijken. “Dat laat je je geen twee keer zeggen.”

“Oh ja, er staat nu natuurlijk niets in bloei”

Start van een dag als directeur

“De dag begon met een kop thee op kantoor van de HR-afdeling, waar ik meteen in de prijzen viel: een ware Keukenhof goodiebag kreeg ik mee! Leuk! Daarna ben ik met één van de medewerkers van HR in het park geweest, waar de bollen klaarlagen om in de grond gestopt te worden. Dit wordt serieus aangepakt door de tuinmannen; alles wordt precies afgemeten zodat wanneer de bloemen bloeien, het er als een kunstwerk uitziet. Wat een werk! Ook liepen we door naar het bollensorteercentrum, waar alle bollen van de 100 leveranciers binnenkomen. Een grote ruimte gevuld met pallets en kruiwagens, die vervolgens naar het juiste perk gereden kunnen worden. Voorafgaand had ik er niet over nagedacht dat er nu niets in bloei staat.”

Gemiddeld drie keer in je leven bezoek je Keukehof

“Tof om zo te zien want niet iedereen kan achter de schermen kijken tijdens één van de bezoeken aan Keukenhof.” Adam ontdekte dat mensen gemiddeld drie keer in hun leven in Keukenhof komen: één keer in de kinderwagen, één keer op eigen benen (vaak met vriend of vriendin), en één keer achter een rollator of in rolstoel (met kleinkinderen). “Ik heb de Keukenhof op vier wielen verkend, waar ik logischerwijze niets meer van afweet. Maar, bezoek nummer twee staat volgend jaar gepland wanneer ik van plan ben mijn vriendin uit Spanje omver te blazen met deze waanzinnige locatie voor een date.”

Plezier bij werknemers

De 24-jarige Westlander liep een volle dag mee in het park, ontmoette veel medewerkers en kreeg de kans om zijn ideeën te ventileren. Wat hem opviel was met hoeveel plezier de werknemers van Keukenhof te werk gingen. “Ik heb ondertussen aardig wat jaartjes op de werkvloer erop zitten, en nergens heb ik van zoveel mensen kunnen horen hoeveel ze van hun werk genieten en hoe trots ze op hun werk zijn. Dat is natuurlijk ergens ook wel te begrijpen als je voor Keukenhof werkt, bekend van Bogotá tot Tokio. Wat me ook verraste: iedereen luncht met elkaar. Het is net één grote familie.”

“Mochten jullie een vacature open hebben staan voor Keukenhof internationale zaken, dan hoor ik het graag”

Kansen bollensector en Keukenhof

Keukenhof is de plek waar de bollensector haar kwaliteit kan laten zien aan de hele wereld, het zet Nederland op de kaart. Vaak hoor ik van mijn internationale vrienden (nadat ze het over Cruijf en Amsterdam hebben gehad): “Keukenhof, I’ve seen pictures. Is it really that pretty?”. Ik denk dat er nog meer gedaan kan worden met het internationale aspect, waarbij Keukenhof mijns inziens Nederlands moet blijven. Daarmee bedoel ik: de bollen geleverd door Nederlandse bedrijven, optioneel gecompleteerd met internationale bollen. Dan kan iedereen eens even zien hoeveel mooier die Nederlandse bollen nou eigenlijk zijn (knipoog), en het kan veel doen voor diplomatieke relaties tussen NL en het buitenland. Want een bol hebben in Keukenhof, dat is heel wat.”

Biologisch, eigenlijk heel logisch

Keukenhof heeft van de 7 miljoen bollen die jaarlijkse de grond ingaan, een kleine percentage aan biologische bollen. Als het aan Adam ligt mag dat snel meer worden. “Ik heb natuurlijk medewerkers van Keukenhof gesproken en ook zij zien graag dat (nog sneller) biologische bollen de grond ingaan. Helaas is dat minder makkelijk dan gedacht. Een bio-bol is stukken duurder dan een niet-bio-bol, wat eigenlijk krom is want op lange termijn zijn biologische producten natuurlijk stukken beter voor het milieu en bespaar je uiteindelijk kosten. Het kan een idee zijn voor Keukenhof om de voordelen te laten zien via een leuke bio-bol vs. niet-bio-bol expositie.”

Keukenhof is meer dan een park

Verder was het voor Adam een grote verassing dat Keukenhof niet alleen over het park gaat, maar ook over het landgoed. “Ze zorgen dus ook voor kasteel Keukenhof, wat een bezoek zeker waard is. Gebouwd in 1642 maar nog steeds in perfecte staat en in elke kamer is genoeg te zien. Reden genoeg om ook buiten het Keukenhofseizoen deze kant op te rijden.”

Afsluitend laat Adam weten: “Ik heb een waanzinnig leuke dag gehad!”

foto-water-regiocertificering-rijnland-greenport

Nieuws over Regiocertificering in de Duin- en Bollenstreek

De Greenport staat voor grote opgaven als het gaat om plantgezondheid, waterkwaliteit, bodemkwaliteit, biodiversiteit, energie en klimaat. Om o.a. de prestaties van deze opgaven inzichtelijk te maken is het plan ontstaan voor ‘Regiocertificering’. Hiermee kunnen de doelen van het Programma Landelijk Gebied (ZH-PLG) op een gestructureerde en inzichtelijke wijze behaald worden. Regiocertificering is ook een aanpak om gezamenlijk als telers verder te verduurzamen.

Flyer en poster downloaden

Download hier de flyer om te verspreiden, op de kantine tafel te leggen of op te hangen.
Ook de poster over biodiversiteit is hier de te downloaden.

De presentatie die gegeven werd tijdens het GreenportCAFÉ over Regiocertificering is ook beschikbaar. Klik hier om te presentatie in te zien.

Bijeenkomst Via Regiocertificering naar verduurzaming in de Duin- en Bollenstreek: eerste resultaten hoopgevend!

Lees hier meer over via deze link.

Bijeenkomst-Regiocertificering -28-11-24

Presentatie tussentijdse resultaten project Regiocertificering met de pilot voorjaarsbloeiers

Meststoffen KPI’s

De KPI’s die voor elk bedrijf berekend zijn de onder andere de meststoffen KPI’s als de stikstofbalans, de fosfaatbalans en de organische stoffenbalans. Het merendeel van de stikstof- en fosfaatbalansen zijn positief. Dat betekent dat er verliezen optreden van stikstof en fosfaat naar het milieu. De uitslagen van KPI’s voor narcis liggen gemiddeld het laagst; narcis zorgt dus voor minder fosfaat- en stikstofbelasting op het milieu. In de tulpenteelt zien we grote verschillende tussen de bedrijven bij het gebruik van organische meststoffen en kunstmest.

Gewasbescherming KPI’s

De zaken die rondom gewasbeschermingsmiddelen gemeten zijn, zijn de milieubelasting van de middelen die gebruikt zijn in de teelt, de milieubelasting excl. Grondwater, het probleemstoffengebruik en de middelen die gebruikt zijn voor bolontsmetting.

Het vervolg van het project

Naast opschaling van het aantal ondernemersgroepen en deelnemers naar andere teelten is de overweging om binnen de pilotgroep in te zetten op verdieping, waarin we verder kijken naar de diepere resultaten, de onderlinge verschillen en het verbeterpotentieel. Er volgt in elk geval nog een definitieve bedrijfsrapportage en een set van adviezen om de milieu impact te verlagen.

Remote-Sensing-voor-Sierteelt-wint-computable-award-greenport-umnanned-valley-nl-space-campus

Project Remote Sensing voor Sierteelt wint Computable Award

Krachten bundelen

Afgelopen jaar hebben we, intensief samengewerkt met de telers uit de Duin- en Bollenstreek en HAL24K Agri, aan een innovatief project waarbij drones en kunstmatige intelligentie worden ingezet om ziektebeelden in planten te herkennen. 

In deze eerste fase hebben we succesvol aangetoond dat ons model botrytis bij tulpen en hyacinten kan herkennen. We geloven dat deze technologie ook toepasbaar is bij andere ziektebeelden en gewassen. Met deze techniek kunnen we gewasbeschermingsmiddelen tot op de millimeter nauwkeurig toepassen omdat we exact kunnen zien welke planten dat nodig hebben en welke niet.

De prijs is een geweldige opsteker voor ons project en de sierteelt als geheel. Wij zijn Computable.nl en haar lezers erg dankbaar! Een stukje erkenning voor iedereen die heeft bijgedragen aan dit project. Uiteraard krijgt RSvS een vervolg… Dit soort innovaties zijn essentieel voor de tuinbouw van de toekomst.

Speciale dank aan Gemeente Katwijk, Economic Board Duin en Bollenstreek, Holland Rijnland, en alle telers die veel tijd naast hun werk hebben geïnvesteerd in dit project.

HAS-studenten Finn, Stijn en Tom over hun onderzoek op het Demoveld Bollenstreek

De heren stellen zich kort voor en hoe ze bij de opdracht terecht zijn gekomen.

Finn is 22 jaar, zit in zijn afstudeerjaar van de opleiding Toegepaste Biologie (specialisatie Ecologie) aan de HAS Green Academy te Venlo, Stijn is 23 jaar en studeert Toegepaste Biologie (specialisatie Plant) aan de HAS Hogeschool in ‘s-Hertogenbosch en Tom is 20 jaar en studeert ook Toegepaste Biologie (specialisatie Ecologie) bij HAS Green Academy in Venlo. Alle drie zijn ze al van jongs af aan geïnteresseerd in de (wilde) levende natuur, biologie en planten.

Tom en Finn hebben beiden de opdracht natuurinclusieve bollenteelt toegewezen gekregen en specialiseren zich tot ecoloog. Stijn heeft voor deze opdracht gekozen omdat hij met planten wil werken en op deze manier meer ervaring kan opdoen in het werken met telers.

Wat is relatie tot bollen/bloemen en biodiversiteit
e/o natuurinclusief telen?

Finn: “De huidige bloembollenteelt wordt intensief uitgevoerd. Om het milieu een handje te helpen zijn er verschillende duurzame mogelijkheden van telen, waaronder natuurinclusieve bollenteelt. Binnen deze teeltmanier wordt de natuur ingezet op het perceel om de groei van bloembollen te bevorderen. Door bijvoorbeeld een hoge biodiversiteit te realiseren kunnen ziekten en plagen die de bloembollen (negatief) aantasten bestreden worden door natuurlijke plaagbestrijding.”  

Stijn: “Met gangbare bollenteelt worden gewasbeschermingsmiddelen en kunstmest gebruikt. Dit is omdat voor bollenteelt alleen een hoge kwaliteit bol kan verkocht worden. De gewasbeschermingsmiddelen hebben ook invloed op fauna, flora en schimmels wat weer invloed heeft op de biodiversiteit. Natuurinclusief telen is relatief nieuw, dus er moet nog goed gekeken worden welke gevolgen/risico’s hieraan zitten als je kijkt naar de kwaliteit van de bollen.”

Tom: “Door de biodiversiteit te bevorderen zouden natuurlijke processen zoals plaagbestrijding, waterhuishouding, bodemgezondheid, etc. ondersteund kunnen worden. Dit kan de kwaliteit van de teelt verbeteren en de kosten voor o.a. gewasbeschermingsmiddelen verlagen. Jammer genoeg vindt de overgang naar natuurinclusief telen niet zo snel plaats als gehoopt. Dit project wil dan ook een rol spelen in het bevorderen van een grootschalige overgang naar natuurinclusief telen in Nederland.”

Van wat ik heb gezien is het gebied op en rond het Demoveld Bollenstreek aardig divers aan soorten. Wat me erg blij maakt als een bioloog.”

Wat vinden jullie van het Demoveld Bollenstreek en wat gaan
jullie precies onderzoeken?

Hierop geven Finn, Stijn en Tom zo goed als hetzelfde antwoord: “Op dit demoveld gaan wij onderzoeken hoe op een duurzame manier ziekten, plagen en onkruiden bestreden kunnen worden – die ook naar voren komen met de verbetering van de biodiversiteit. Daarnaast onderzoeken we wat het effect is van biologische bemesting op de narcissenteelt. Als laatste kijken we naar hoe de biodiversiteit op en rondom het demoveld uitgebreid kan worden.

Het is geweldig om te zien dat er door verschillende organisaties een demoveld is ontstaan. Dat al deze organisaties via het Demoveld Bollenstreek willen kijken naar duurzame teeltmethodes voor een milieuvriendelijke toekomst. Het is namelijk alleen maar mogelijk om theorieën te bevestigen door ze in de praktijk te testen. Door op dit veld theorieën te testen, kan hopelijk concreet bewijs gegeven worden van welke invloeden natuurinclusief telen heeft op de opbrengst van de teelt.

Van wat we hebben gezien is het gebied op en rond het Demoveld Bollenstreek aardig divers aan soorten.”

Wat valt jullie op aan de bevindingen van de voorgaande groep studenten?

Finn: “Naar mijn mening is over de indeling van het demoveld goed nagedacht en gerapporteerd. De verdere onderzoeken naar bodemleven en insectenmonitoring geeft een mooie basis om te zien in welk stadium het demoveld zich nu bevindt. Deze data is ook een mooie ‘0-meting’ als basis voor toekomstige onderzoeken.”

Stijn: “Dat er nog niet een groot verschil in biodiversiteit tussen natuurextensief en natuurinclusief gevonden is. Ook een grote focus op bodemleven. Wat erg interessant was sinds dit voor teelt niet vaak wordt onderzocht zover ik weet.”

Tom: “De vorige groep studenten heeft goed onderzoek kunnen verrichten naar o.a. de diversiteit die op het demoveld aanwezig is en het bodemleven. De data en conclusies die ze hebben getrokken zijn van groot belang voor het bepalen van toekomstige stappen in deze en andere projecten.”

“Het is geweldig dat door een samenwerking van zoveel verschillende mensen en organisaties het Demoveld Bollenstreek is opgericht.”

Waarom zijn jullie veel op het Demoveld en wat hopen jullie
aan te treffen/mee te maken?

Finn: Dit onderzoek gaat zich veel richten op een literatuurstudie door het huidige seizoen. Maar we zijn zeker een aantal keer op het Demoveld Bollenstreek voor onder andere het biologische bemesting onderzoek. Ik hoop dat ons onderzoek een stap dichterbij duurzame Nederlandse bollenteelt zet. Dat ons onderzoek met verzamelde kennis en geteste praktijkervaringen een positieve verandering mag bijdragen aan de Nederlandse bollenteelt. Dit geeft mijzelf ook een fijn gevoel dat ik hier een bijdragen aan mag leveren.

Stijn: Ik denk dat dit onderzoek minder op het veld gaat komen vergeleken met het vorige onderzoek, de momenten dat we op het veld komen gaan we graag zien hoe stikstofrijk de twee gebieden zijn en welke onkruiden er in januari zijn.

Tom: Bij dit project zullen we eigenlijk minder vaak op het veld aanwezig zijn dan bij vorige B.O.’s, o.a. door het jaargetijde. Wel zal regelmatig bodemonderzoek plaatsvinden om de effecten van biologische bemesting te onderzoeken op de/het bodem(leven) en narcissenteelt op het demoveld.

“Ik hoop dat ons onderzoek een stap dichterbij duurzame Nederlandse bollenteelt zet. Dat ons onderzoek met verzamelde kennis en geteste praktijkervaringen een positieve verandering mag bijdragen aan de Nederlandse bollenteelt.”