Onderzoeksverslag natuurinclusieve teeltmaatregelen Demoveld Bollenstreek beschikbaar

Eind 2023 zijn de eerste tulpenbollen geplant op het demoveld voor natuurinclusieve bollenteelt in Hillegom. Doel van het demoveld is om natuurinclusieve teeltmethoden die goed zijn voor zowel bollenteelt als biodiversiteit te testen en samen (telers en onderzoekers) te ervaren. Studenten van de HAS green academy worden betrokken bij de experimenten. Dit voorjaar hebben zij met verschillende meetmethoden de insecten op het demoveld gemonitord.

Natuurinclusief vs. extensief

De studenten onderzochten of er verschil in biodiversiteit is tussen de ‘natuurinclusieve’ en de ‘extensieve’ zijde van het demoveld. Op de natuurinclusieve zijde zijn geen chemische gewasbeschermingsmiddelen gebruikt, is houtvezel aangebracht om onkruid te onderdrukken en is compost toegepast. Op de extensieve zijde zijn in beperkte mate herbiciden en insecticiden (tegen bladluis) gebruikt en is stro en mest opgebracht.
Op de natuurinclusieve zijde is naast de sloot een akkerrand ingezaaid om natuurlijke plaagbestrijders aan te trekken. Het natuurinclusieve en extensieve deel worden gescheiden door een heg die voedsel en schuilplek voor dieren biedt. De studenten keken ook of de akkerrand en heg daadwerkelijk meer insecten aantrekken.

Monitoring insecten

Van maart tot en met mei zijn elke twee weken met potvallen en plakvallen de aantallen insecten op beide zijden gemeten. Uit de resultaten van de potvallen, waarmee kruipende insecten als springstaarten en loopkevers gevangen worden, bleek dat op de natuurinclusieve zijde grotere aantallen insecten voorkwamen. Springstaarten maakten een groot deel uit van de gevangen insecten, die mogelijk werden aangetrokken door de houtvezellaag. De plakvallen, waarmee vliegende insecten gevangen worden, lieten geen verschil tussen de beide delen zien. Dat kan met de geringe grootte van het veld en de mobiliteit van de insecten te maken hebben.

Bloemenrand en bufferzone: meer insecten

Vooral in de bloemenstrook werden veel insecten aangetroffen, evenals in de potvallen direct naast deze rand. Maar ook naast de rand op de extensieve zijde van het veld zaten meer insecten. In deze rand is geen bloemenrand ingezaaid, maar bestaat de rand uit een grasstrook die als bufferzone dient tussen het veld en de sloot. Dit kan erop wijzen dat de sloot(randen) zelf een belangrijke bron van insecten zijn. In het onderzoek naar het broedsucces en landgebruik van gele kwikstaarten wordt dit verder onderzocht. De heg, die nog in ontwikkeling is, trok geen grotere insectenaantallen aan.

Verdere metingen

Naast insectenmetingen zijn ook vuur, tulpenmozaïekvirus (TBV) en de aanwezigheid van schadelijke aaltjes gemeten. Beide zijden lieten goede resultaten zien: er werd nagenoeg geen vuur aangetroffen en geen aaltjes. Uit bladmonsters bleek dat besmetting met TBV beperkt is gebleven tot maximaal 1,3% aan de extensieve zijde. Aan de natuurinclusieve zijde werd geen TBV gevonden, wat waarschijnlijk een meetfout is om dat bij het planten van de tulpen een besmettingsgraad van 0,6% gemeten werd.

De resultaten bieden perspectief

Ook al lijken de effecten op biodiversiteit nog beperkt, toch is er perspectief voor een natuurinclusieve bollenteelt. Dat er geen aaltjes en vuur is aangetroffen is een goed teken! Daarbij wordt de milieu-impact met deze manier van telen aanzienlijk verminderd. Dit is te zien aan het aantal milieubelastingpunten (MBP), een maat voor de impact op de omgeving van gewasbeschermingsmiddelen. Op zowel de natuurinclusieve als de extensieve zijde van het demoveld is het aantal milieubelastingpunten gedaald met ruim 98% en 77%.

Vervolg onderzoek

Komend teeltseizoen worden de metingen herhaald om het meerjarige effect van natuurinclusieve teeltmaatregelen op zowel biodiversiteit als de kwaliteit van de bollen te bepalen.

Onderzoeksverslag en poster

Het onderzoeksverslag over het eerste teeltseizoen op het Demoveld Bollenstreek is hier te lezen. Het doel van het onderzoek is om concrete maatregelen te ontwikkelen, toe te passen en bij te sturen om de biodiversiteit in de bollenteelt te verbeteren.

Download hier de poster.

Poster-onderzoek-Indy-en-Pim-Demoveld-Bollenstreek-greenport

Het demoveld is een initiatief van Living Lab B7 (een consortium met o.a. HAS green academy), de Bollenjongens, Agrifirm-GMN en Greenport Duin- en Bollenstreek.

Werkbezoek_HG_Eerenburg_RobertVeenstra2-greenport

Succesvol werkbezoek bij HG Eerenburg met eigen huisvestingslocatie

ZLTO-bestuurder Remco Beekers, die blij was met de grote opkomst deze dag, gaf in zijn openingswoord aan het terecht te vinden dat het voorkomen van misstanden steeds hoger op de agenda staat. Zo refereerde hij aan de deelname van ZLTO aan het Brabants Migratie en Informatie Punt (BMIP), dat ernaar streeft om zowel werkgevers als Internationale werknemers op een laagdrempelige manier te informeren over wonen, werken en leven.

Een voorbeeld van hoe het ook kan

Klaar Koenraad, wethouder van de gemeente Roosendaal, roemde de manier waarop HG Eerenburg de huisvesting van internationale medewerkers zelf heeft vormgegeven. ‘Een voorbeeld van hoe het ook kan’, zo gaf ze aan. ‘Ik merk sowieso dat men in de agrarische sector doorgaans zuinig is op haar mensen.’  Koenraad raadde ondernemers aan om de zorg en het welzijn van medewerkers goed te bewaken. ‘Spoor ze aan om zich bijvoorbeeld in te schrijven bij de gemeente, want dan zijn ze verzekerd en kunnen ze ook bij de gewone huisarts terecht. We merken dat de druk op onze huisartsenposten steeds groter wordt.’

Charlotte Huijsmans, eigenaresse van HG Eerenburg, sloot zich hierbij aan. ‘Veel internationale werknemers verzekeren zich niet uit eigen beweging, dus hebben we dit in eigen hand genomen via het zorgcollectief bij LTO.’ Huijsmans vertelde hoe ze zelf twaalf jaar geleden een eigen huisvestingslocatie inrichtte voor haar internationale medewerkers. ‘Deze medewerkers worden steeds schaarser, wij denken dat we onszelf met onze faciliteiten kunnen onderscheiden waardoor we mensen aan ons binden. Dat blijkt ook wel, want er is bij ons nauwelijks verloop van medewerkers.’

Nieuwe huisvesting realiseren is lastig

Tijdens de bijeenkomst werd duidelijk dat het lastig is om nieuwe huisvestiging te realiseren voor medewerkers en dat dit proces jaren in beslag kan nemen. Vanuit gemeenten valt op dat gebied nog wel een efficiencyslag te maken en is het een aandachtspunt om een gelijk speelveld te creëren, bleek uit de discussies. Aan het slot van de ochtend gaf Huijsmans een rondleiding door de woonunits op HG Eerenburg, die haar medewerkers geheel naar eigen wens hebben mogen inrichten.

Een reeks van bijeenkomsten, binnenkort in de Bollenstreek

Annemieke de Man, projectleider huisvestiging internationale medewerkers Greenport Duin- en Bollenstreek: “Dit werkbezoek is de eerste in een reeks die we in 2024 door Nederland organiseren. Over het thema huisvesting internationale medewerkers wordt veel gezegd en geschreven. In de media worden doorgaans alleen de excessen uitgelicht. Dat is natuurlijk terecht maar in de dagelijkse praktijk gaat er veel meer goed dan fout. We vinden het belangrijk om die goede voorbeelden uit te lichten en over te dragen hoe ze tot stand gekomen zijn in de samenwerking tussen gemeenten en marktpartijen. Onze ervaring is dat een werkbezoek zich daar uitstekend voor leent: een huisvestingslocatie bezoeken en met eigen ogen zien hoe dat er uit ziet, spreekt echt tot de verbeelding. Greenport Duin- en Bollenstreek is – als onderdeel van Greenports Nederland – nauw betrokken bij de organisatie van de werkbezoeken. We zijn nu in voorbereiding op een werkbezoek in deze regio, dat medio september plaats gaat vinden. Meer informatie hierover volgt binnenkort.”

Vier-de-Lente-vroegbloeiers-greenport24-070 (1)

Aftermovie Onderwijsochtend Vroegbloeiers met finale Tuinbouw Battle op podium Bloemencorso Bollenstreek

Dat leren en werken in het groen een feestje is ervaarden ruim 10 basisschoolklassen uit de Duin- en Bollenstreek tijdens de finale van de Tuinbouw Battle op woensdag 17 april. Zij deden allemaal mee met één van de rondes in de Tuinbouw Battle en maakten daarmee kans op de hoofdprijs. VSO het Duin (klas OB 1) uit Noordwijk ging er met de felbegeerde Tuinbouw Battle Award vandoor én kreeg daarbij ook een volledig verzorgd bezoek aan de Tulip Experience Amsterdam. Basisschool De Avonturier uit Voorhout ging er met de prijs voor de speurtocht vandoor: een bezoek aan de Tulperij. De leerlingen werden als afsluiting getrakteerd op een optreden van BENR.

Samenwerking maakt verbinding

De finale van de Tuinbouw Battle vond – net als vorig jaar – plaats op het Vroegbloeiers podium. Weliswaar niet buiten tussen de tulpen, maar binnen tussen – voornamelijk – hyacinten. De opbouwlocatie van Bloemencorso Bollenstreek was het decor voor de speurtocht vol vragen over de sierteelt, de regio, tulpen en het Bloemencorso Bollenstreek.

Partners

De Tuinbouw Battle wordt in Greenport Duin- en Bollenstreek mede mogelijk gemaakt door: Yuverta mbo, Bosman Van Zaal, Container Centralen, Economic Board Duin- en Bollenstreek, Rabobank, Stimuflori, Greenport Aalsmeer en Greenport Duin- en Bollenstreek.

Leerlingen-VSO-Het-Duin-winnaar-Tuinbouw-Battle-Award-Vroegbloeiers-greenport

VSO Het Duin wint Tuinbouw Battle Award 2024 op podium Vroegbloeiers

De leerlingen van VSO Het Duin OB1 kregen de felbegeerde award in handen na hun inzet tijdens de Tuinbouw Battle. De klas won in hun ronde en maakte – mede daardoor – kans op de hoofdprijs. Directeur Rabobank Bollenstreek, Ferry Huurman, klom op het podium om de kinderen hun prijs te overhandigen. Ferry: “Vandaag komen oud en nieuw mooi samen. In het hart van het al meer dan 75 jaar bestaande Bloemencorso Bollenstreek ontvangen we de generatie van de toekomst. Mooi om te zien hoe zij zich hier met een open en nieuwsgierige blik bewegen. Deze generatie hebben we hard nodig om ook op de lange termijn een toekomstbestendige regio te blijven. Als Rabobank vinden we het belangrijk een bijdrage te leveren aan de brede welvaart in de streek. Om die reden zijn we naast sponsor van het Bloemencorso Bollenstreek ook partner van de Tuinbouw Battle en het platform Vier de Lente, die jongeren en bedrijfsleven actief verbinden.”

Winnaar speurtocht

Naast het winnen van de award maakten de ruim 200 leerlingen ook kans op de prijs voor de speurtocht die ze die ochtend deden. Met vragen over de Tuinbouw Battle, de sierteelt en het Bloemencorso Bollenstreek werd de opgedane kennis van de leerlingen getest.  Basisschool de Avonturier groep 7 had de meeste vragen goed en gaat met de klas op bezoek bij de Tulperij in Voorhout. Bestuurslid Educatie van Bloemencorso Bollenstreek Marlijn Hoeijmans: “Aan de hand van de speurtocht tijdens de finale van de Tuinbouw Battle, en workshops die later nog gegeven worden, enthousiasmeren we kinderen voor ons Bloemencorso en de sierteelt. De verjonging van ons corso hebben wij in het vizier en met de finale van de Tuinbouw Battle bij onze opbouwlocatie dragen wij bij aan het in stand houden van ons cultureel immaterieel erfgoed. Het was een feest om die kinderen zo enthousiast en boordevol kennis te zien! We hebben echt de lente gevierd!”

Vier de Lente Vroegbloeiers

Vier de Lente Vroegbloeiers is drie jaar geleden opgezet als ‘jonge zusje’ van Bloemencorso Bollenstreek om op een verjongende manier kennis van het bollenvak, sierteelt en de streek over te dragen op de nieuwe generatie! Dit is een belangrijke voorwaarde voor de bijschrijving van het Bloemencorso op de UNESCO Werelderfgoedlijst. De Tuinbouw Battle is een prachtige manier om leerlingen van groep 7/8, de zogenaamde ‘Vroegbloeiers’ te enthousiasmeren.

Leren en werken in het groen

Greenport Duin- en Bollenstreek draagt met de organisatie van de Tuinbouw Battle bij aan de promotie van leren en werken in de sierteelt. Op een speelse manier komen de kinderen in aanraking met de sierteelt en alle aspecten die daar bij horen: verzorging, marketing, verpakking, verkoop, stuksprijs en het maken van een verslag. Als afsluiting wordt de finale van de Tuinbouw Battle georganiseerd.

Meedoen met de Tuinbouw Battle? Geef je op!

Eva van der Kwast (organisator Tuinbouw Battle): “Het project Tuinbouw Battle draait nu een paar jaar en ook in het najaar van 2024 en het voorjaar van 2025 gaat de battle weer van start. Ik nodig alle basisscholen (groep 7/8) uit de regio op om mee te doen! Het project wordt volledig verzorgd en deelname is gratis. Geef je dus op en wie weet sta jij met jouw klas volgend jaar op het podium tijdens de finale.” Aanmelden kan via: eva@greenportdb.nl.

Partners

De Tuinbouw Battle wordt in Greenport Duin- en Bollenstreek mede mogelijk gemaakt door: Yuverta mbo, Bosman Van Zaal, Container Centralen, Economic Board Duin- en Bollenstreek, Rabobank, Stimuflori, Greenport Aalsmeer en Greenport Duin- en Bollenstreek.

delegatie-tussen-tulpen-wethouders-statenleden-greenport

Veldbezoek Duin- en Bollenstreek met het oog op de toekomst

Op deze zonnige vrijdag werden de ruim 40 genodigden getrakteerd op een veldbezoek door de Duin- en Bollenstreek. In de bus waren o.a. ook Hoogheemraadschap Rijnland, diverse partijen actief in de bollensector en telers aanwezig. Met stops en korte rondleidingen bij het demoveld van de Bollenjongens, Gebr. Rotteveel, Fa. A.T. Zeestraten en een bezoek aan de Tulip Experience Amsterdam. Ook stopte de delegatie bij de mogelijke locatie voor het winnen van aardwarmte. Deze plekken geven een goed beeld van de diversiteit aan agrarische bedrijven in de streek (veehouderij, bollenteelt, vaste planten en toerisme) en de ondernemers vertelden hun persoonlijke verhaal. Verhalen vol met drive over het verduurzamen van hun sector, het samenwerken met de natuur en de liefde voor de streek.

Communicatie met elkaar

Bollenjongen Ruben de Groot onderschreef het belang van communicatie tussen gemeente, provincie en agrariërs. Hij stipte dit extra aan als het gaat om woningbouw in de streek. Ruben ziet voldoende plekken die niet (meer) geschikt zijn als bollengrond en in aanmerking komen als mogelijk bouwgrond. Hij riep de bestuurders op in gesprek te gaan met de agrariërs – die graag betrokken zijn – die mogelijkheden zien in de streek om woningen te bouwen. Ruben is ook actief op het demoveld (hij stelde het land beschikbaar) waar proeven worden gedaan met natuurinclusief telen en ander gebruik van bodembedekking zoals een extra dikke laag stro en houtvezel om onkruid tegen te gaan.

delegatie-veehouderij-wethouders-statenleden-greenport

De blik naar buiten en toekomstgericht

Agrariërs in de streek werken hard aan o.a. duurzaamheid, natuurinclusiviteit, biodiversiteit, Kader Richtlijn Water, het terugdringen van het gebruik gewasbeschermingsmiddelen en ze zijn innovatief bezig. Eén van die innovaties is ziekzoekrobot Theo, die heel gericht zieke tulpen kan behandelen, en ook de laserwieder die met laser onkruid tussen het gewas verwijderd. Daarnaast de Regiocertificering ontwikkeld. Dit is een idee vanuit de sector om – van binnenuit – verbeterslagen te agenderen en deze na te streven. Met het oog op 2030 gaan de agrariërs in de Duin- en Bollenstreek vol goede moed aan de slag om met elkaar, de omgeving, gemeenten en provincie zorg te dragen voor een toekomstbestendige Duin- en Bollenstreek.

Ontmoet Indy en Pim die onderzoek doen op demoveld

Indy en Pim zijn vol goede moed aan de slag gegaan met hun onderzoek, en onderzoeksplan, op het demoveld. Zij doen hier als tweede groep studenten onderzoek tot 1 juli 2024..
Hoe het zo komt dat zij voor een studie aan de HAS green academy hebben gekozen en voor dit onderzoek leggen ze graag zelf uit.

Vertel eens iets over jezelf en hoe je terecht bent gekomen bij deze opdracht?

“Ik ben Pim van Duuren, 21 jaar en student Toegepaste Biologie aan de HAS green academy in Den Bosch. Biologie vond ik het interessantste vak op de middelbare school, vandaar dat ik het ook ben gaan studeren. Nu aan het einde van mijn studie heb ik deze opdracht toegewezen gekregen als afstudeerproject.

Indy is de onderzoekspartner van Pim: “Ik ben Indy Lexmond, 22 jaar en ook vierdejaars toegepaste biologie student aan de HAS. Mijn interesse naar flora en fauna begon al op jonge leeftijd. Ik was altijd al heel onderzoekend en nieuwsgierig, en super geïnteresseerd naar hoe alles in de biologie samenwerkte. Door verschillende soorten stages te hebben gelopen ben ik erachter gekomen dat planten mij het meest interesseren, dit omdat er zoveel factoren meespelen en er nog zoveel te ontdekken valt. Ik hoop met deze opdracht dan ook een steentje bij te kunnen dragen aan een nieuwe vorm van telen. Omdat wij biologen in opleiding zijn kijken wij met een andere visie op de bollenteelt en kunnen onze ideeën van toegevoegde waarde zijn.  

Wat is relatie tot bollen/bloemen en biodiversiteit e/o natuurinclusief telen?

Pim: “Het zou mooi zijn als je bollen kan telen en tegelijkertijd de biodiversiteit op peil kan houden en daar gebruik van maken. Als je dat doet dan ben je natuurinclusief aan het telen. In de gangbare bollenteelt is er vaak geen tot weinig aandacht voor de biodiversiteit, dat is erg zonde. Op het moment dat de omgeving divers is in soorten dan is er vaak een natuurlijk antwoord op ziektes, plagen of extreme weersomstandigheden. Het gewas hoeft dus minder te vrezen voor deze bedreigingen.”

Indy: “Bollen vereisen veel aandacht omdat we streven naar een zo mooi mogelijk verkoopbare plant. Dit brengt velen zorgen met zich mee omdat er een hoge druk ligt op het fenotypen. De meeste schimmels, bacteriën en insecten zijn niet schadelijk voor de bollen, maar door het gebruik van chemische middelen gaan ook goede organismes dood. Dit is slecht voor het gewas omdat de meeste dingen zich vanzelf oplossen in de natuur. Door een gezonde bodem te creëren en dus ook bollen kan je veel van deze bedreigingen al elimineren. Met natuur inclusieve toevoeging zou je dit kunnen stimuleren om het optimale effect van de oplossingen uit de natuur te verkrijgen.” 

Wat vind je van het demoveld en wat gaan jullie precies onderzoeken?

Pim: “Ik vind het tof dat er een demoveld beschikbaar is en dat we dus buiten aan de slag kunnen gaan. Het feit dat het buiten is zorgt ervoor dat de bollen in eenzelfde soort omgeving staan als de bollen in het veld. Dat betekent dat de data/resultaten die uit dit onderzoek naar voren komen beter te vertalen zijn naar het “echte” veld. Want ze staan nu niet in een gecontroleerde omgeving vrij van alle invloeden die bollenvelden ervaren als ze geteeld worden.”

Indy: “Ik vind het goed dat ze een stuk land beschikbaar hebben gesteld om onderzoek op uit te voeren. Het is heel interessant om op het veld te zien wat de maatregelen voor effect hebben, omdat een lab proef niet altijd even goed werkt in de praktijk. We krijgen hier de mogelijkheid om dingen uit te proberen die de meeste telers niet op hun gewas durven toe te passen, natuurlijk begrijpelijk omdat dat hun inkomsten zou kunnen beïnvloeden. Het is ook erg interessant omdat dit een juiste weergave is van hoe het in het werkveld eraan toe gaat, heel representatief dus. 

Wij gaan op dit demoveld onderzoeken hoe je tulpenbollen kan telen zonder (al te veel) chemische bestrijdingsmiddelen te gebruiken. Zijn er andere manieren om de problemen op te lossen die chemische bestrijdingsmiddelen nu oplossen zonder een grote negatieve impact te hebben op de biodiversiteit. Denk hierbij aan het inzetten natuurlijke vijanden voor kleine organismen als luizen, het stimuleren het afweersysteem van de plant om ziektes te weren of het afdekken van de bodem met houtsnippers zodat onkruid minder de ruimte krijgt om te groeien. Hebben deze methodes dan ook een positieve impact op de biodiversiteit? Daarvoor gaan we a.d.h.v. verschillende soorten vallen bodem- en bovengronds leven vangen. Zo kunnen we zien of de biodiversiteit toeneemt.”

Wat valt je op aan de bevindingen van de voorgaande groep studenten?

Pim: “Al kijk je naar de 0-metingen die zijn gedaan dan zie je dat er een tekort in de bodem is voor veel elementen. Vaak verwacht je dat dat op peil is bij landbouwgronden.”

Indy: “Bij de 0-metingen die zijn uitgevoerd werden er muggenlarven gevonden nadat de bodem was geinundeerd. Dit had ik niet verwacht. Achteraf is het op zich logisch als er voor een langere periode water stil stond. Gelukkig kan het geen kwaad.”

Waarom zijn jullie veel op het veld en wat hopen jullie aan te treffen/mee te maken?

Pim: “Ik hoop een inkijk te krijgen in het werkveld, dat is natuurlijk nog grotendeels een onbekende wereld voor mij. Daarnaast hoop ik dat uit ons onderzoek zal blijken dat er potentie zit in het groener telen, dat alleen al met een vermindering van chemische middelen de biodiversiteit bevorderd wordt en tegelijkertijd de kwaliteit van de tulpen gewaarborgd blijft. Dat het onderzoek een positief signaal is naar de wereld dat het groener telen kan, want als toekomstig bioloog zie ik steeds meer het belang en de noodzaak dat er een omslag moet komen in de landbouw en dus ook in de bollenteelt.”

Indy: “Ik hoop veel nieuwe dingen te leren op gebied van telen, monitoren en communicatie. Ik heb hier nog weinig ervaring mee dus denk ik dat ik grote stappen kan maken. Voor het laatste geldt dat er veel partijen bij dit project betrokken zijn, dus juiste communicatie een must is. Ook zijn de monitoring methodes vrij nieuw voor ons en gaan we ons best doen om dit zo exact mogelijk te verwerken zodat het resultaat een juiste weergave is van de realiteit.”