Sierteelt_Rijnsburg_Gerrit_en_Niels_Ravensbergen_van_leliekwekers-katwijk-rijnsburg-greenport

Bloementeelt in de afgelopen decennia: van stomen en rugspuit naar kwikstaart en shotje Yakult

In de canon van Katwijk heeft de sierteelt een eigen plekje. De teelt en handel in bloemen gaat namelijk terug naar de tijd van Karel de Grote toen de zogeheten Madonnalelie werd geïntroduceerd. Rond 1400 werden bij de abdij van Rijnsburg al rozen geteeld. Naast de groenteteelt van onder meer uien, waaraan de Rijnsburgers hun bijnaam danken, heeft de bloementeelt, maar later ook de bollenteelt zo al eeuwenlang een plek in het dorp.

In het boek Duizend jaar Rijnsburg van J. Glasbergen en S. Leenheer wordt gewezen op een bloembollenvereniging die vanaf 1875 jaarlijks twee verkopingen van bloembollen hield. Een belangrijk deel van die bollen werd ook in Rijnsburg gebroeid, tot die teelt uiteindelijk meer naar de noordelijke Bollenstreek verhuisde. In Rijnsburg bleef de bloementeelt, buiten en onder glas, op veel plekken aanwezig. Door schaalvergroting, maar ook door huizenbouw zijn veel sierteeltgebieden inmiddels verdwenen. Maar in Trappenberg/Kloosterschuur zijn er nog bloemenbedrijven te vinden waar veelal jaarrond miljoenen bloemen het bedrijf verlaten.

Miljoen

Eén van die teeltbedrijven is het bloemenbedrijf van de familie Ravensbergen. Het bedrijf bestaat al bijna honderd jaar en is opgericht door de broers Paul en Jaap Ravensbergen. Zij begonnen in 1931 met de broeierij van tulpen. Naast een miljoen stelen, een behoorlijke hoeveelheid in die tijd, volgde een heel scala aan zomerbloemen als gladiolen, irissen, nanussen en duizendschonen maar ook zaaigoed en chrysanten in het najaar.

,,Je kunt het niet bedenken of we hebben het wel geteeld’’, vertelt de 76-jarige Gerrit Ravensbergen, die op 21-jarige leeftijd net als zijn gelijknamige neef en later zijn broer Jac in het bedrijf van zijn vader en oom stapte. Rond de eeuwwisseling trad de derde generatie in het bedrijf, dat inmiddels is gespecialiseerd in de teelt van parfumvrije lelies.

Niels, zoon van broer Jac, Gerben en Jaap van Gerrit zelf en Paul van neef Gerrit openden in 2003 een nieuw kassencomplex aan de Kloosterschuurlaan. Daar worden jaarrond bijna negen miljoen lelies geteeld die onder de naam van Dutch Lily Masters de wereld overgaan. Niels (43) en Gerrit hebben met eigen ogen de veranderingen in de bloementeelt gezien, zoals bij het planten, het oogsten, plaagbestrijding, bemesting en de verkoop.

Planten

Aanvankelijk broeiden veel Rijnsburgse kwekers in het voorjaar tulpen. De bollen werden in kistjes geplant die in de grond werden gezet. Gerrit herinnert zich dat hij de kistjes bij flinke vorst ’met bevroren vingers soms moest losbikken’. Vervolgens werden ze met de kruiwagen naar binnengereden in een kas waarop eerst met de hand de ramen werden gelegd.

,,Als het echt koud was, werd er wat gestookt. Mijn vrouw zei weleens dat het een wonder is dat ik het niet aan mijn rug heb gekregen, want het was zwaar en veel werk. We hadden één miljoen tulpen en dat was toen veel. Maar ja, vroeger had je houten kasten en mannen en van staal. Nu heb je mannen van bordkarton’’, zegt hij met een grijns.

Plantrobot

Niels houdt zich nu bezig met de teelt en de lelieoogst jaarrond. Elke week worden 175.000 bollen geplant die door Jaap aangekocht en eventueel ingevroren en weer ontdooid zijn. Sinds kort heeft het bedrijf een nieuwe plantrobot aangeschaft. Niemand hoeft meer op de knieën, want de bollen worden in cupjes gezet en belanden vervolgens netjes in de grond. Een laser zorgt ervoor dat ze keurig in het gelid staan en de rupsbanden rijden over het looppad.

Heel wat anders dan de houten kistjes die met de hand werden gevuld en met een kruiwagen naar binnen werden gereden. Niels: ,,Er is veel gemechaniseerd, maar er blijven genoeg handelingen over als je elke dag bloemen oogst. Drieduizend keer een fust met bloemen tillen, is best pittig, want dat is geen handtas hoor. In de zomer is mijn rug altijd wit van het zout en ik haal elke dag minstens 20.000 stappen.’’

Snijden

(LED)-belichting, temperatuur en watergeven is weliswaar allemaal geautomatiseerd, waardoor het soms drie keer op een dag ramen open en dicht zetten, voorbij is. Maar de lelies snijden gaat nog steeds met de hand, met een simpel mesje. Een transportband brengt de gesneden bloemen naar de bosmachine die steeds tien lelies telt, op de juiste lengte afsnijdt, het onderste blad weghaalt waarna ze binnen dertig seconden ingehoesd in het water staan. ,,Dat is beter voor de kwaliteit.’’

Gerrit knikt en steekt zijn hand in zijn zak. Daar haalt hij zijn eigen mesje uit, want nog steeds werkt hij drie ochtenden mee met het oogsten van bloemen. ,,Het is veel gemakkelijker geworden door de transportband. Vroeger legden we de bloemen in het pad. Dat was buiten maar ook in de eerste kassen, nog zonder goot, niet prettig. Het water liep er dwars doorheen en je werd zeiknat. Behalve snijden, moest je ook de bladeren weghalen, de bloemen wegsjouwen op je arm naar een karretje en met een touwtje een bos maken. Dat gaat nu allemaal mechanisch. Zoals ik al zei, ze hebben nu een luizenleven’’, grijnst hij opnieuw.

Spuiten

Ook de verzorging van het gewas is anders geworden. Niet alleen licht, water en temperatuur zijn met een paar drukken op de knop te regelen, ook het aanpakken van eventuele luizenplaag gaat via een spuitboom die over de lelies rolt. Gerrit: ,,Vroeger spoten wij vaak preventief. Bij chrysanten bijvoorbeeld deden we dat elke twee weken om geen gezeur met spint op de veiling te krijgen. Hoe? Met een spuit op de rug. We noemden het gewasbescherming, maar het was natuurlijk gif. We wilden schade voorkomen en dat lukte prima. Bijhouden wat we gebruikten? Nee, we schreven niks op.’’

Die situatie is nu wel anders geworden, weet Niels. Aan de Kloosterschuurlaan wordt alleen af en toe tegen luizen gespoten, het enige beestje waar de lelies last van hebben. Preventief spuiten is al heel lang niet meer aan de orde. ,,Als je een kwikstaart ziet, weet je dat er luizen zitten en dan moet je soms plaatselijk wat doen om erger te voorkomen. Maar de kas zit vol sluipwespen, roofwantsen en gaasvliegen die luizen opruimen.’’ Spuiten tegen onkruid gebeurt één keer namelijk als de lelies net opkomen. ,,Roundup? Nee, dat gebruiken we al twintig jaar niet meer. We hebben een olieachtige substantie waardoor het onkruid slecht kiemt. En daarna zijn de lelies zo groot dat het onkruid eronder blijft. Heel soms in de zomer schoffelen we weleens.’’

Bemesting

In de grond aan de Kloosterschuurlaan worden sinds 2003 jaarrond lelies geteeld. Bij het frezen (hakselen) van de gewasresten worden elke teeltronde biologische korrels, gemaakt van druivenpitten en zeewier, toegevoegd. ,,Een kleintje Yakult voor het bodemleven’’, noemen de telers het. Voordeel van het shotje is dat de grond niet wordt uitgeput maar beter wordt. Eventuele overschotten aan water en meststoffen worden via de drainage opgevangen, en opnieuw gebruikt via de beregening in de kas. Met dit in 2018 in gebruik genomen systeem is het meststofverbruik met zeventig procent afgenomen en is het teeltsysteem volledig gesloten. Er gaat niets vanuit de kas de sloot of het riool in.

Niels: ,,Vergelijk de grond maar met een koffiefilter waardoor steeds dezelfde stoffen heen sijpelen. Je weet wat je moet toevoegen en er wordt niets verspild.’’ Gerrit: ,,Wij stoomden elk jaar de grond voor de tulpen want je wilde geen ’kwaaie’ grond, zoals dat werd genoemd. Er ging een zeil over de grond en er werd hete stoom onder geblazen dan was alles steriel en dood. Vervolgens werd jaarlijks een grondmonster genomen en dan werd met de hand gemest. Wat er te veel werd gestrooid, belandde in de sloot waar we ooit nog het water uithaalden. Ik weet nog dat we een bassin bij het recent verkochte bedrijf aan de Noordwijkerweg moesten maken voor de opvang van regenwater. Dat kostte toen 40.000 gulden en dat vonden we zonde van onze centen. Maar de investering hadden we er binnen een jaar uit want de bloemen groeiden beter door het veel schonere en minder zoute regenwater. Dat hadden we honderd jaar eerder moeten doen, zeiden we tegen elkaar. Datzelfde geldt nu voor het opvangen van drainagewater.’’

Verkoop

De komst van internet en de computer heeft de teelt maar ook de verkoop van de bloemen veranderd. Gerrit: ,,Wij sneden de bloemen en gooiden ze bij wijze van spreken in de trog. De handel zocht het maar uit. Je kon op de veiling mazzel hebben als jouw bloemen als eerste werden geveild maar ook pech als je in de laatste rij zat. Het was altijd afwachten wat je kreeg voor de aangeboden bloemen die we aanvankelijk ’s morgens nog zelf naar de veiling brachten.’’

In de eerste jaren werd naar de veiling gebeld om de prijs te horen, later werd vanaf acht uur ’s morgens op de computer gekeken. Nu wordt het overgrote deel van de lelies direct verkocht waarna alleen de afrekening nog via FloraHolland verloopt. Niels: ,,De handel en bloemist kopen vanaf een plaatje en bestellen zo direct bij de kweker. Ik denk dat hooguit vijf procent van onze lelies nog voor de klok gaat en ook die is volledig gedigitaliseerd. Het is meer boodschappen doen waarbij de bloemist elke woensdag een aantal lelies wil hebben.’’

Serie

Dit verhaal maakt deel uit van een zevendelige serie over het sierteeltcomplex in Rijnsburg/Katwijk. De historie, de bedreigingen en de veranderingen maar ook de impact op de directe omgeving. Deze serie is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van de Kwaliteitsimpuls Zuid-Hollandse Journalistiek van de provincie Zuid-Holland. In het eerste verhaal de verandering in de bloementeelt. Volgende week de zorgen van de kwekers over hun toekomst.

Bron: Leidsch Dagblad (Rosa van der Veer) en beeld door Hielco Kuiper

Bollenjongen-Mark-Hulsebosch-Regiocertificering-greenport

Mark Hulsebosch over deelname project Regiocertificering: We willen vooruit.

Mark Hulsebosch (één van de Bollenjongens) is al jarenlang actief in de bloembollenteelt. Binnen zijn bedrijf J.G.J. Hulsebosch & Zn. uit De Zilk staat duurzaamheid hoog op de agenda. “We willen vooruit, en dat betekent dat we moeten kijken naar manieren om onze teelt verder te verduurzamen. Regiocertificering helpt daarbij.”

Meedoen aan de pilotgroep Voorjaarsbloeiers was voor Mark vanzelfsprekend, het past perfect in zijn duurzaamheidsvisie. “Het is belangrijk om als sector te laten zien wat we doen en hoe we stappen zetten richting een duurzamere toekomst. Door samen te werken en ervaringen te delen, kunnen we elkaar versterken en efficiënter verduurzamen.”

Rapportages geven waardevolle informatie

De rapportages die uit de metingen komen bevatten waardevolle en leerzame informatie, zo ook voor Mark. “Uit de rapportages bleek dat wij meer kunstmest gebruikten op onze gewassen dan sommige andere kwekers. We gaan experimenteren met een vermindering van kunstmest en toetsen na de oogst wat de effecten hiervan zijn op de bol en bloem. Daarnaast zijn we kritischer gaan kijken naar het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en hun impact op het milieu. De middelen met een lagere milieu-impact zijn vaak duurder in prijs, positieve impact vs. kosten wegen we zorgvuldig af zodat ook deze aanpassing iets toevoegt als het gaat om verduurzaming.”

Ik vond het interessant hoe open iedereen was
in het delen van gegevens
.

Investeringen vanuit duurzaamheidsoptie

Verduurzaming staat bij Mark, en binnen het bedrijf, hoog op de prioriteitenlijst en ze waren al langere tijd bezig met verduurzamen. Zo hebben er een paar jaar geleden geïnvesteerd in zonnepanelen en maken ze gebruik van spuittechnieken met de hoogste driftreductietechnieken. “Elke investering die we doen, bekijken we vanuit een duurzaamheidsoptiek. Regiocertificering helpt om verduurzaming nog beter in te passen in onze bedrijfsvoering.”

De investering die Mark doet zie je ook terug in de groep uit de pilotgroep Voorjaarsbloeiers. “Ik vond het interessant hoe open iedereen was in het delen van gegevens. Dat is niet vanzelfsprekend in een sector waarin je ook elkaars concurrenten bent. De discussies die voortkomen uit het delen van de gegevens zijn enorm waardevol. We leren van elkaar en kunnen concrete verbeteringen doorvoeren.”

Verduurzaming in de sector wordt steeds belangrijker. Door naar de toekomst te kijken kan je anticiperen, aanpassen en handelen. Pro-actief. “Regiocertificering helpt ons om van elkaar te leren en concrete verbeteringen door te voeren. Als we echt stappen willen zetten, moeten we samenwerken en zelf het initiatief nemen. Alleen zo kunnen we de sector verder versterken en Regiocertificering helpt daar bij!”

Ook enthousiast geworden?

Doe dan mee aan Regiocertificering en zet samen met ons de stap naar een duurzame toekomst. De eerste telers in de pilotgroep hebben al ervaren hoe Regiocertificering helpt bij het verduurzamen van de bollenteelt in de Duin- en Bollenstreek. Nu is het jouw kans om aan te sluiten!  

Wat levert deelname op?  

✔️ Praktische handvatten om duurzamer en efficiënter te werken  

✔️ Ondersteuning en kennisuitwisseling met collega-telers  

✔️ Bijdragen aan een toekomstbestendige bollensector en regio 

Wil je meer weten of vrijblijvend kennismaken? Meld je aan voor meer informatie of een persoonlijk gesprek met Greenport Duin- en Bollenstreek, via info@greenportdb.nl of 06-10 71 55 59 (Maarten Prins, programmamanager).  

Sluit je aan en maak samen met ons de Duin- en Bollenstreek een koploper in duurzame bollenteelt! 

Tuinbouw-battle-finale-award-greenport

Basisschool De Bron wint Tuinbouw Battle Award 2025

Remon Blok, directeur van Rabobank Bollenstreek (partner Tuinbouw Battle), reikte de felbegeerde award uit na een complimentenregen over de actieve deelname van de leerlingen. “Via hun eigen ‘pop-up store’ zijn de tulpen verkocht. Het is mooi om te zien dat deze jonge generatie (de toekomst) met een open blik nieuwsgierig beweegt. De toekomst van de sector ligt in handen van de jonge generatie. Rabobank vindt het belangrijk om een bijdrage te leveren aan de brede welvaart in de streek. Om die reden zijn we naast partner in duurzaamheid bij het Bloemencorso Bollenstreek ook partner van de Tuinbouw Battle, waar de jeugd, het onderwijs en de sector samenkomen.”

“Wauw, we hebben gewonnen”, riepen ze in koor! “We zijn de beste!
Meedoen aan de Tuinbouw Battle was al tof maar nu helemaal!”

Winnaar speurtocht

Naast het winnen van de award maakten de ruim 200 leerlingen ook kans op de prijs voor de speurtocht die ze die ochtend deden. Met vragen over de Tuinbouw Battle, de sierteelt en het Bloemencorso Bollenstreek werd de opgedane kennis van de leerlingen getest. Basisschool het Noorderlicht groep 7A had de meeste vragen goed en gaat met de klas op bezoek bij De Tulperij in Voorhout. Bestuurslid Educatie van Bloemencorso Bollenstreek Marlijn Hoeijmans: “Aan de hand van de speurtocht, en workshops die later nog gegeven worden, enthousiasmeren we kinderen voor ons Bloemencorso en de sierteelt. De verjonging van ons corso hebben wij in het vizier en met de finale van de Tuinbouw Battle bij onze opbouwlocatie dragen wij bij aan het in stand houden van ons cultureel immaterieel erfgoed.”

NK Tulpen keuren

Nieuw dit jaar in de Tuinbouw Battle is de toevoeging van het NK Tulpen keuren. De leerlingen kregen op school les in het keuren, waarbij ze keken naar de stam, het blad en de bloem. Aan het einde van de les keurden ze de speciaal geselecteerde potten met tulpen. De leerlingen die de minste ‘strafpunten’ hadden wonnen een wildcard voor het echte NK wat plaatsvond op vrijdag 4 april in Keukenhof.
Elf leerlingen uit de Duin- en Bollenstreek deden mee en ook 10 leerlingen uit de Greenport Noord-Holland Noord. Tess van de Johannesschool uit Hillegom werd Nederlands Kampioen Tulpen keuren in de categorie scholen. Een geweldige prestatie!

Leren en werken in het groen

Greenport Duin- en Bollenstreek draagt met de organisatie van de Tuinbouw Battle bij aan de promotie van leren en werken in de sierteelt. Op een speelse manier komen de kinderen in aanraking met de sierteelt en alle aspecten die daar bij horen: verzorging, marketing, verpakking, verkoop, stuksprijs en het maken van een verslag. Als afsluiting wordt de finale van de Tuinbouw Battle georganiseerd tijdens de opbouwdagen van Bloemencorso Bollenstreek.

Meedoen met de Tuinbouw Battle? Geef je op!

“Dit is precies waar het om gaat in de Tuinbouw Battle: leren en samenwerken, kennismaken met en opdoen van groen en creatief zijn”, laat Eva van der Kwast (organisator Tuinbouw Battle Duin- en Bollenstreek) weten. “Op naar 2025-2026! Ik nodig alle basisscholen (groep 7/8) uit de regio uit om mee te doen! Het project wordt volledig verzorgd en deelname is gratis. Geef je dus op en wie weet sta jij met jouw klas volgend jaar op het podium tijdens de finale.” Aanmelden kan via: communicatie@greenportdb.nl.

Charles-Martijn-van-der-Vught-regiocertificering-artikelenreeks-verduurzaming-bollenteelt-sierteelt-duin-en-bollenstreek

Charles en Martijn van der Vlugt over deelname project Regiocertificering

Charles van der Vlugt is, samen met Martijn van der Vlugt, eigenaar van het familiebedrijf C.C.A. van der Vlugt Bloembollenkwekerij. Het bedrijf, dat ook leverancier is voor Keukenhof, is gevestigd in het Zuid-Hollandse Voorhout, in het hart van de Bollenstreek. Charles en Martijn telen op bijna 30 hectare bollengrond verschillende soorten hyacinten, tulpen, narcissen en krokussen. Het bedrijf voert vrijwel alle teeltwerkzaamheden zelf uit. De hyacinten uit eigen kwekerij worden samen met een deel aangekochte bollen in de winter gebroeid in de kas en daarna worden deze als snij- en pothyacinten aangeboden aan de veiling.

Het is nodig om actie te ondernemen 

We spraken met Charles en Martijn over hun deelname aan het project Regiocertificering. Charles legt duidelijk uit waarom hij meedoet aan Regiocertificering: “Als bedrijf zien we dat het nodig is om actie te ondernemen. We kunnen niet achteroverleunen en niets doen. We willen de regio en daarbuiten laten zien dat we op de goede weg zijn, maar ook dat er nog wel stappen genomen kunnen worden.” 

Andere keuzes maken door met elkaar in gesprek te gaan 

Charles en Martijn geven aan dat zij in de pilotgroep geleerd hebben dat er verschillen zitten in hoe bedrijven de zaken regelen. Een voorbeeld hiervan, die Charles benoemt, is de keuze voor het gebruik van bepaalde gewasbeschermingsmiddelen. “Doordat we hierover met elkaar in gesprek gaan, kunnen er soms andere keuzes gemaakt worden”, zegt Charles.

Een teelt met een zo klein mogelijke milieubelasting 

Het bedrijf van Charles en Martijn van der Vlugt is al een aantal jaren bezig om te verduurzamen. Zij benadrukken dat wanneer je met elkaar in gesprek gaat, je goed afgewogen beslissingen kunt nemen. “Wij streven naar een teelt met een laag mogelijke milieubelasting. Door de ervaringen van andere kwekers te delen kunnen er (grotere) stappen gezet worden.” 

Van elkaar willen leren 

Charles geeft aan onder de indruk te zijn van de bereidheid van alle kwekers om vooruit te gaan. “Iedereen is gemotiveerd en wil van elkaar leren, hoe mooi is dat? Tegelijkertijd weten we ook dat het in de toekomst steeds lastiger wordt om aan alle (steeds strengere) richtlijnen te voldoen, ondanks dat we wel vooruitgaan op het gebied van het verminderen van milieubelastende middelen.” 

De betekenis van deelname aan Regiocertificering  

Voor Charles en Martijn van der Vlugt betekent de deelname aan het project Regiocertificering dat je met elkaar in gesprek gaat en dat je open staat voor de reacties van anderen. “Door de gesprekken met de andere deelnemers, ga je nog kritischer kijken naar je de beslissingen die je zelf neemt. Dit betekent dat dit soms leidt dit tot een andere keuze.” 

De aanwezigheid van de bloembollenadviseur 

Het project Regiocertificering is voor Charles van der Vlugt een laagdrempelige manier om de bedrijfsgegevens te vergelijken met andere kwekers en op basis daar van het gesprek aan te gaan. “Ook voor de toekomst geeft dit project een goede afspiegeling van hoe de kwekers in de Duin– en Bollenstreek bezig zijn.” Voor de verdere verduurzaming van de sector is ook de aanwezigheid van een teeltadviseur waardevol, volgens Charles. Door zijn ervaring heeft de teeltadviseur soms een andere visie, en dat zet je ook weer aan het denken.” 

Advies aan andere telers 

“Waarschijnlijk weet iedereen wel dat het nodig is om nog meer te verduurzamen, maar laat het zien en doe gewoon mee. Soms heb je het idee dat je het op sommige punten heel goed doet, maar door te vergelijken met anderen blijkt soms dat het nog beter zou kunnen.” 

Ook enthousiast geworden?  

Doe dan mee aan Regiocertificering en zet samen met ons de stap naar een duurzame toekomst. De eerste telers in de pilotgroep hebben al ervaren hoe Regiocertificering helpt bij het verduurzamen van de bollenteelt in de Duin- en Bollenstreek. Nu is het jouw kans om aan te sluiten!  

Inspiratie

Lees ter inspiratie ook het verhaal van Johan Verschoor over zijn deelname aan de pilot Voorjaarsbloeiers binnen Regiocertificering.

Wat levert deelname op?  

✔️ Praktische handvatten om duurzamer en efficiënter te werken  

✔️ Ondersteuning en kennisuitwisseling met collega-telers  

✔️ Bijdragen aan een toekomstbestendige bollensector en regio 

Wil je meer weten of vrijblijvend kennismaken? Meld je aan voor meer informatie of een persoonlijk gesprek met Greenport Duin- en Bollenstreek, via info@greenportdb.nl of 06-10715559 (Maarten Prins, programmamanager).  

Sluit je aan en maak samen met ons de Duin- en Bollenstreek een koploper in duurzame bollenteelt! 

Johan-Verschoor-regiocertificering-artikelenreeks-verduurzaming-bollenteelt-sierteelt-duin-en-bollenstreek

Johan Verschoor over deelname project Regiocertificering

Vandaag aan het woord Johan Verschoor (Hillegom). Naast dat Johan biologisch melkveehouder is, is hij ook bollenkweker. Hij runt samen met zijn vrouw en twee zwagers deze twee bedrijven. Ze telen voornamelijk tulp, hyacint en narcis in de Duin- en Bollenstreek, hebben blaarkoppen lopen en een boerderijwinkel. Hun drive om duurzamer te telen en samen te werken met de natuur is groot. Voor Johan was deelname aan de pilotgroep Voorjaarsbloeiers in het project Regiocertificering (teeltseizoen 2023-2024) vanzelfsprekend. 

Waarom deed je mee met de pilotgroep Voorjaarsbloeiers? 

“Ik sta volledig achter verduurzamen van de teelt, net als de mede-eigenaren mijn bedrijf. We willen het schoner en beter doen. De melkveehouderij is volledig biologisch en met de bloembollenteelt willen we zo duurzaam mogelijk zijn. Of helemaal biologisch voor hyacint, tulp en narcis voor 100% kan is de vraag. Verduurzamen kan zeker en daar zet ik mij al jaren voor in. Ik wil voldoen aan de vraag vanuit de samenleving en overheid en we willen vanuit de overtuigingen in dit bedrijf schoner telen. We zijn op de goede weg, er gebeurt al veel, en we kunnen nog meer mooie stappen zetten.” 

Wat heb je geleerd tijdens je deelname aan de pilotgroep Voorjaarsbloeiers? 

“Vooral het bij elkaar komen toen alle data waren verzameld van het afgelopen teeltseizoen. Dat was écht nuttig. Het is natuurlijk een mooi bijpraatmoment, maar daar ging het op dat moment niet om. We leerden veel van elkaars deelname, van de data (de gemiddelde scores en daarnaast jouw eigen scores) en welke middelen je achterwege kunt laten. Wat ik bijvoorbeeld heb meegenomen is dat onkruidmiddelen in sommige gevallen achterwege kunnen blijven. Dat resulteert in nog meer bewustwording: met elkaar praten helpt. Op deze manier kunnen we verbeteren in de praktijk. Kennis voor jezelf houden heeft geen zin, delen des te meer. Zelfs collega-kwekers die wat pessimistisch waren raken nu ook enthousiast. Dat is pure winst! We kunnen het tenslotte alleen samen voor elkaar krijgen.” 

Had je zelf een beeld bij de mogelijkheden die jouw bedrijf heeft als het gaat om verduurzamen? 

“De weg naar verduurzaming zijn wij al jaren geleden ingeslagen. Ik vind het niet meer dan logisch, vandaar ook dat de melkveehouderij al volledig biologisch is. Ik ben daar echt trots op!  

Bij de teelt is het verduurzamen ook al ingezet en met twee andere kwekers doe ik proeven met biologische teelt. Op mijn eigen land heb ik getest met biologische vuurbestrijding (vuur is een ziekte in het gewas). Helaas was het de laatste twee jaar te nat en heb ik toch moeten ingrijpen, anders was de schade nog veel groter geweest dan dat deze nu al was. Ik doe dit trouwens niet alleen maar samen met Agrifirm, zij adviseren mij. 

Mooie bijkomstigheid is dat dit winst is als het gaat om de waterkwaliteit (en voldoen aan de KRW: Kaderrichtlijn Water) en de biodiversiteit in het water. Voor de portemonnee is minder gebruik onkruidmiddelen ook prettig.” 

Waar ben je over verwonderd tijdens je deelname? 

“Een hoop informatie had ik al omdat wij al Global G.A.P. zijn en aan de MPS-eisen voldoen. Dit zijn certificeringssystemen in de landbouw en tuinbouw die zich richten op duurzaamheid, voedselveiligheid en milieuvriendelijke productie.  

Wat mij heeft verwonderd is dat de tijdsinvestering voor Regiocertificering meevalt. Waarom? Een hoop gegevens zijn er al dus die extra administratieve handeling valt echt mee.” 

Ik nodig mijn collega-kwekers uit om ook deel te nemen aan Regiocertificering.
Met elkaar kunnen we de duurzaamheidsslagen maken! 

Wat betekent Regiocertificering voor jou en je bedrijfsvoering? 

“Met Regiocertificering bezig zijn betekent voor mij dat ik nog bewuster duurzaam probeer te telen. Dat ik nadenk over wat ik wel/niet doe als het gaat om gebruik van middelen. Ik, en ik weet veel kwekers met mij, willen mee met de maatschappij voor zover dat kan en mogelijk is. Ook wij willen een streek die voor iedereen een fijne plek is, waar we een boterham verdienen, wonen en leven.” 

Hoe kijk je naar de toekomst als het gaat om Regiocertificering en de verduurzaming van de sector? 

“Kennisdeling is heel belangrijk en precies daar speelt een instrument als Regiocertificering op in. Ik verwacht dat meer kwekers mee gaan doen en merken dat dit een waardevolle toevoeging is aan de instrumentenmix die wij al tot onze beschikking hebben.  

Verduurzamen kost tijd, geld en energie. Langzaamaan krijgt het steeds meer vorm; welke kant gaan we op, hoe gaan we die kant op en wie hebben we daar allemaal bij nodig. We hebben tijd nodig om alles uit te proberen (trial en error) en de knop moet bij iedereen om, alleen met elkaar krijgen we het voor elkaar! Daarnaast is het van belang dat wij de omgeving goed informeren over wat we doen, dat we eerlijk zijn over wat wel/niet haalbaar is. Zolang we dat doen, komen we er wel. Daar heb ik alle vertrouwen in!” 

Ook enthousiast geworden?  

Doe dan mee aan Regiocertificering en zet samen met ons de stap naar een duurzame toekomst. De eerste telers in de pilotgroep hebben al ervaren hoe Regiocertificering helpt bij het verduurzamen van de bollenteelt in de Duin- en Bollenstreek. Nu is het jouw kans om aan te sluiten!  

Inspiratie

Lees ter inspiratie ook het verhaal van Charles van der Vlugt over zijn deelname aan de pilot Voorjaarsbloeiers binnen Regiocertificering.

Wat levert deelname op?  

✔️ Praktische handvatten om duurzamer en efficiënter te werken  

✔️ Ondersteuning en kennisuitwisseling met collega-telers  

✔️ Bijdragen aan een toekomstbestendige bollensector en regio 

Wil je meer weten of vrijblijvend kennismaken? Meld je aan voor meer informatie of een persoonlijk gesprek met Greenport Duin- en Bollenstreek, via info@greenportdb.nl of 06-10715559 (Maarten Prins, programmamanager).  

Sluit je aan en maak samen met ons de Duin- en Bollenstreek een koploper in duurzame bollenteelt!