drones-sensoren-en-data-voor-duurzame-bollenteelt-greenportlive

Project Sensor- en dronetechniek in de Bollenstreek

Maandag 12 december kwam een zestal kwekers uit de Bollenstreek naar Unmannend Valley op het vliegkamp Valkenburg. Samen met een dronebouwer, data-deskundigen en de projectleider in gesprek met als doel: de inzet van drones, sensortechniek en satellietdata om eerder ziekten en plagen te kunnen herkennen, maar wellicht ook stress bij planten of voedingstekorten. Als we dit voor elkaar krijgen, zijn minder gewasbeschermingsmiddelen nodig en kunnen we gerichter bemesten.

Projectgroep en partners

De komende weken gaat de projectgroep (met dronebouwer Jeroen van Dongen van Atmos, datadeskundige Louise Went van CGI en All 24k uit de NL Space Campus) met de wensen en inzichten van de kwekers (waarbij er telers zijn uit vaste planten, mini gladiolen, tulp, freesia, hyacint en narcis) aan de slag, zodat in het nieuwe groeiseizoen het onderzoek van start kan, waarbij er een mooie samenwerking ontstaat tussen bedrijven uit de NL Space Campus in Noordwijk, de teelt en Unmanned Valley.

Greenport Duin- en Bollenstreek is ook partner en draagt hiermee bij aan onderzoek dat toekomstgericht is en met het oog op duurzaam en schoner telen het plan vormgeeft.

waterkwaliteit-Kaart-met-concentraties-pendimethalin-greenport

Praktijkonderzoek naar vermindering gewasbeschermingsmiddelen in de sloot

Pendimethalin is de actieve stof in Wing P en Stomp. Deze middelen worden elk jaar in januari tot en maart intensief gespoten en worden vervolgens veel in het water gevonden. De concentraties pendimethalin die gemeten worden in het oppervlaktewater liggen in deze periode regelmatig boven de norm. Dit is schadelijk voor de ecologie in de sloot. Als de norm vaak wordt overschreden bestaat het risico dat de toelating wordt ingetrokken en het middel niet meer gebruikt mag worden.

Pilot

Door beter inzicht in hoe de stof in het water terecht kom, kunnen gerichtere maatregelen genomen worden om de emissies te beperken. De pilot richt zich op de potentieel belangrijkste routes voor deze stof; emissies via drift tijdens het spuiten en afspoeling na hevige regen. Daarom worden voor en na het spuiten en na een hevige regenval de concentraties in de sloot gemeten.

Zelf emissies voorkomen

Door netjes te werken tijdens het spuiten en je goed aan de voorschriften te houden wordt de kans op emissies verkleind. Hierdoor komt er minder in de sloot. De kans op normoverschrijdingen wordt daarmee kleiner evenals het risico dat de het middel zijn toelating verliest.

PPS Bollenrevolutie 4.0 afgesloten

Het vierjarige onderzoeksprogramma Bollenrevolutie 4.0 is voor drie van de vier thema’s afgesloten. Tijdens een bijeenkomst voor de partners, leden van de klankbordgroep (teelt en handel) en de onderzoekers werden de resultaten gepresenteerd. Op het onderdeel “Optische detectie van afwijkingen in de verwerking” wordt samen met Cremer Speciaal Machines nog één jaar verder onderzoek verricht. Per thema zal er een uitgebreide onderzoeksrapportage beschikbaar komen voor de partners. Eind 2023 wordt ook voor andere geïnteresseerden deze kennis toegankelijk. Voor nu zijn er per thema factsheets gemaakt en is er een overzichtsfilmpje beschikbaar. Het gaat om de volgende onderwerpen: Virusdetectie in tulp, datamanagement en monitoren van groei en kwaliteit tijdens de teelt.

Link naar de film en de factsheets

De film is hier te bekijken, de factsheets staan op de website WUR Bollenrevolutie 4.0 (onderaan de webpagina). Klik hier voor de factsheet.
Delen mag zeker, graag met verwijzing naar het onderzoek Bollenrevolutie 4.0.

Over dit onderzoek

Bollenrevolutie 4.0 is een vierjarig onderzoeksprogramma van de topsector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen van het ministerie van LNV. De uitvoering van deze Publiek-Private Samenwerking ligt bij een consortium van zeven partners. Dit zijn: KAVB, Anthos, Agrisim B.V., Wageningen University & Research (WUR), Cremer Speciaalmachines B.V., Machinefabriek Steketee B.V., BKD en TechNature B.V. Economic Board Greenport Duin- en Bollenstreek en Rabobank Bollenstreek dragen vanuit hun Innovatiefondsen bij aan de financiering.

Vragen?

Heb je vragen? Neem contact op met projectmanager Ard Nieuwenhuizen, e-mail: ard.nieuwenhuizen@wur.nl.   

Hyacinten-geteeld-in-sleuf-Bollencoaster-greenport

Speciale film gemaakt over Bollencoaster: telen van bloembollen in sleuven

Bij Wageningen UR wordt momenteel onderzoek gedaan naar een zeer innovatief toekomstgericht teeltsysteem waarbij bloembollen los van de ondergrond in sleuven worden geteeld. Om een goed beeld krijgen van de inhoud van dit onderzoek is er door de Bollenacademie een illustratief filmpje gemaakt. Doel van dit project is het ontwikkelen van een prototype van een teeltsysteem voor leverbare bloembollen waarbij optimaal gebruik wordt gemaakt van de beschikbare (bollen)gronden, zonder de ziekte- en milieuproblemen van een teelt op deze gronden. Dit willen we realiseren met een sleuventeelt in (herbruikbaar, recyclebaar of afbreekbaar) plastic. Het resultaat is een teeltconcept om deze sleuven-methode toe te passen bij hyacint en lelie, waarbij in dit project duidelijk moet worden of het haalbaar is, welke voor- en nadelen er zijn en waar nog uitdagingen liggen.

Link naar de film

De film is hier te bekijken. Delen mag zeker, graag met verwijzing naar het onderzoek Bollencoaster.

Over dit onderzoek

Bollencoaster is een vierjarig onderzoeksprogramma van de Topsector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen van het ministerie van LNV. De uitvoering van deze Publiek-Private Samenwerking ligt bij een consortium van zeven partners: KAVB, Agrifirm-GMN, Oerlemans Plastics, Rabobank Bollenstreek, Hoogheemraadschap Rijnland, Greenport Duin- en Bollenstreek en Wageningen University & Research (WUR).

Voor vragen kan je contact opnemen met penvoerder Rianne van der Hulst (KAVB) via vanderhulst@kavb.nl of projectleider Paul Ruigrok (WUR) paul.ruigrok@wur.nl.

Bollenjongens-leerlingen-de-akker-tuinbouw-battle--Planten-Keukenhof

Basisschoolleerlingen doen mee aan Tuinbouw Battle en planten bollen in Keukenhof met Bollenjongens

De Bollenjongens hebben sinds de gelijknamige serie (te zien via www.bollenjongens.nl) een eigen perkje in Keukenhof. Iets wat bijzonder is en ook dit jaar hebben zij weer hun eigen stukje tuin in het bloemenpark. Om het geheel nog wat specialer te maken zijn de leerlingen van De Akker uitgenodigd om samen met de Bollenjongens de eerste bollen te planten in het Bollenjongens perkje.

Heel bijzonder

Voor de leerlingen is het planten tot het laatste moment een verrassing gebleven. Op donderdag 8 december was het zo ver en werden ze opgewacht door Eva van der Kwast (Greenport Duin- en Bollenstreek, organisator van de Tuinbouw Battle) en Martine de Ridder (pr- en eventmanager van Keukenhof). Martine laat weten: “Keukenhof werkt graag mee aan initiatieven waarbij kinderen kennismaken met de wereld van bloembollen en bloemen. Uiteraard zijn de leerlingen in het voorjaar van 2023 uitgenodigd om het resultaat van hun plantwerk bij ons te bewonderen.” Ook bollenjongens Ruben, Bart en Lucas laten weten graag mee te werken aan initiatieven als deze. “Het was mooi om te zien dat de kinderen zo enthousiast waren, ondanks het winterse weer. Wat mij opviel was dat de kinderen al het één en ander wisten van bollen planten. Toen ik vroeg hoe dat kon, gaven ze als antwoord: van de Bollenjongens natuurlijk!”, aldus Ruben de Groot.

De eerste bol de grond in

De allereerste bollen werden geplant door een groepje leerlingen. Dit gebeurde samen en onder toeziend oog van de tuinmannen van Keukenhof. Daarna mochten ook de andere groepjes aan de slag, waarbij ook de Bollenjongens hun handen uit de mouwen staken en de leerlingen nog wat tips gaven. Een tweetal vaders was ook aanwezig, want zij werken als tuinman bij Keukenhof. Jan Faas, tuinman Keukenhof: ‘”Het is fantastisch om te zien dat mijn dochter met haar klasgenoten de wereld van bloembollen op deze manier kan ontdekken! En ze hebben zo goed hun best gedaan.”

Docent Kees van Leeuwen heeft het project volledig omarmd. Met een meetschema en duidelijke instructies is hij samen met de leerlingen dagelijks met de Tuinbouw Battle bezig. Na het oogsten en verkopen (of weggeven) van de tulpen maken de leerlingen een eindverslag.

Winnaars

Naast het feit dat deze leerlingen op de regionale en landelijke tv zijn geweest, wordt er ook één klas tot winnaar gekozen. Dat gebeurt aan de hand van het eindverslag wat ze maken. Vrijwilligers Nico, Louis en Gerard beoordelen het verslag en kiezen op basis daarvan de winnende klas. Elke ronde wint één klas en krijgt een passende prijs. Daarnaast is de uitreiking van de hoofdprijs op het podium van het Vier de Lente Festival. Dit festival is er om de nieuwe generatie te enthousiasmeren voor het bollenvak en trots te zijn op de Duin- en Bollenstreek. Het Vier de Lente Festival vindt plaats in april 2023.

De Tuinbouw Battle

Een hypermoderne mobiele teeltkar in de klas – met ruim 400 bollen – instructie online en hulp van één van de vrijwilligers. Dat is wat een school krijgt bij deelname aan de Tuinbouw Battle. Dit gratis plug and play project van Greenport Duin- en Bollenstreek beleeft dit jaar de derde editie en het loopt goed. Elk jaar zitten de drie rondes zo goed als vol wat betekent dat al zo’n 26 klassen in de regio kennis maakten met de wereld van bloembollen en bloemen. Hoe groeit een bol, welke verzorging is nodig en worden de tulpen weggegeven of verkocht? Bij de verkoop denken leerlingen na over stuksprijs, prijs van een bosje en hoe het verpakt wordt. En natuurlijk bepalen de leerlingen – in overleg met de school – waar het verdiende geld aan besteed wordt.

De Tuinbouw Battle is een project waarin leren over groen, samenwerken en samen zorgen voor bij elkaar komen. De perfecte manier om op een laagdrempelige wijze kennis te maken met de bollen en bloemen van de Bollenstreek. Kijk voor meer informatie op www.greenportdb.nl/tuinbouw-battle.

Gebiedsprogramma- 2B(l)oeiende-Bollenstreek-greenport

Boeren, burgers en bedrijven in de regio mogen zelf Europese miljoenen verdelen om het platteland op te krikken

De miljoenen komen uit de subsidiepot Leader van de Europese Unie, aangevuld met geld van de provincie Zuid-Holland. Maar waar bij de meeste subsidies ’van bovenaf’ wordt bepaald wie het geld krijgt, mogen bij deze subsidie de inwoners, ondernemers en instellingen uit het gebied dat zelf beslissen. Deze regio – aangevuld met onder meer de gemeenten Bodegraven-Reeuwijk en Waddinxveen – is een van de twintig gebieden in Nederland die meedoen aan het programma. In totaal zijn er in Europa drieduizend van deze regio’s uitgekozen.

Koers

Bart Soldaat, secretaris en coördinator van onder meer het programma in deze regio, omschrijft het als een economisch programma ’van, voor en door het gebied’. ,,Er zijn uiteraard regels. En de subsidies moeten voldoen aan de grote Europese doelen als verbetering van de biodiversiteit, leefbaarheid en duurzaamheid, bewaken van de voedselvoorziening en de waterkwaliteit en het tegengaan van klimaatverandering – om er een paar te noemen. Ze moeten passen binnen enkele van die thema’s. Maar daarna mogen de deelnemers zelf bepalen welke koers ze willen varen en welke plannen ze ondersteunen.’’

De deelnemers kunnen zichzelf aanmelden tijdens enkele startbijeenkomsten die Leader in de regio houdt. Ze vormen vervolgens een lokale actiegroep die het programma uitvoert. Het subsidieprogramma moet in de tweede helft van volgend jaar van start gaan en loopt tot 2027. In totaal is er voor de plannen in deze regio 2,2 miljoen euro beschikbaar. Overigens wordt van de boeren en ondernemers verwacht dat zijn zelf ook geld in hun initiatief stoppen. ,,Wij subsidiëren tot veertig procent. Dat betekent dat een initiatiefnemer zelf er minstens zestig procent in moet stoppen’’, zegt Soldaat.

De Leader-subsidie kan volgens hem echter net het goede zetje in de rug zijn voor een ondernemer om het plan van de grond te krijgen. ,,Banken vinden de onzekerheid soms te groot om een lening te geven voor een innovatief idee. Onze subsidie kan ze dan net over de brug trekken. Dan vinden ze het risico beter te dragen.’’

Orchideeën

Welke ideeën de komende jaren steun krijgen, kan Soldaat uiteraard nog niet zeggen. Maar hij kan wel wat voorbeelden geven uit het soortgelijk Leader-programma dat de afgelopen paar jaar in deze regio draaide. ,,Een drukkerij was op zoek naar een alternatief voor het gewone papier, dat van ver moet komen en flink wat grondstoffen gebruikt. Hij vroeg zich af of het gemaaide bermgras daarvoor gebruikt kan worden. Dan heb je papier uit eigen regio gemaakt van een maaisel waar normaal eigenlijk niet zo veel mee gebeurt. Hij heeft een deal gesloten met een melkveehouder in de buurt om het gemaaide bermgras op te slaan zodat het later in een papierfabriek kan worden verwerkt.’’

Een ander voorbeeld: ,,Een orchideeënkweker in deze regio vond het jammer dat de meeste van zijn planten bij mensen thuis maar één keer bloeien en daarna de gft-bak in verdwijnen. Terwijl een orchidee met een goede verzorging makkelijk zes, zeven, acht keer kan bloeien. Het is zonde van de plant, maar het is ook zonde van alle tijd en energie die een kweker in die planten steekt. Het kost hem zeventig weken, bijna anderhalf jaar, om een orchidee van zaadje tot plant op te kweken in zijn kassen. Per plant is hij daarvoor anderhalve kuub gas kwijt.’’

,,Hij bedacht daarom een abonnementensysteem. Voor een vast bedrag per maand heb je altijd een bloeiende orchidee in huis. Is de plant uitgebloeid, dan gaat die weer terug naar de kweker en krijg je een nieuwe bloeiende orchidee. Hij zei: ’Ik weet hoe je zo’n plant weer in bloei krijgt en ik hoef niet weer steeds van voor af aan een plant op te kweken’. Een heel innovatief idee, dat je natuurlijk niet alleen hoeft te beperken tot orchideeën.’’

Uitwisseling

Het zijn kleine initiatieven, erkent Soldaat. ,,Maar met vele kleine stappen maak je ook meters. En het voordeel van het programma is dat het in drieduizend Europese regio’s draait. Op die manier ontstaat er een enorme uitwisseling van ideeën. Want wat in het ene gebied goed werkt, kan, met wat aanpassingen misschien, ook uitstekend op een andere plek draaien.’’

Bron: Leidsch Dagblad