Meerdere jaren werd geprobeerd een efficiënte en robuuste machine te ontwikkelen die het poten van leliebollen gemakkelijker maakt. Het is Hans van der Poel nu, samen met zeven kwekers, gelukt.
Een lelie is een moeilijke bol qua vorm. Hij heeft schubben en wortels onder zijn kont en het valt nog niet mee om die netjes in een geboord gaatje te krijgen. Met eerdere machines was het probleem bovendien vaak dat geboorde gaatjes makkelijk weer instortten. “Wij hebben een speciale boorplaat ontwikkeld die na boring de grond netjes naar achteren verplaatst en tevens het bed aandrukt. Een robotarmpje zet het bolletje netjes recht in het gat, waarna een sleep deze weer vult.”
Een jaar of zeven geleden hebben verschillende kwekers samen een potje gemaakt, waaraan overheid bijdroeg. Een tender werd uitgeschreven en Hans schreef hier op in. “Daarvoor waren reeds verschillende pogingen gedaan door verschillende andere machinebouwers, maar geen ervan werd een bijzonder groot succes”, zo vult een van de kwekers, Marc Noordam van Novastar Lilies, aan. “Grofweg de helft van de telers teelt op bakken en die zijn al een stuk verder geautomatiseerd. Die kunnen centraal opplanten en hebben plantmachines, plantrobots, hele plantlijnen. Bij ons gaat het met de hand, met een schepje, bolletje voor bolletje. En hoewel er wel collega’s zijn die gebruik maken van een soort slaplanters, hebben wij daar nooit zo de meerwaarde van gezien.”
Vandaar en ook vanwege een eerder door Hans ontworpen freesiaplanter welke goed functioneerde, dat men de investering aandurfde. “Je hebt allerlei soorten grond en iedereen poot net weer verschillend. Dat kan in de oogst al snel één of enkele dagen verschil maken. Deze machine stel je in op 10 cm en dan gaan ze allemaal op 10 cm de grond in. In combinatie met het feit dat hij mechanisch goed werkt, hebben we met een klein groepje andere telers gezamenlijk een prototype gekocht. Deze heeft als proef bij ons 800.000 bollen gepoot en is nu aan het proefdraaien bij Ruud van der Hoeven van Qualily. Zij hebben veel dikkere bollen dan wij en het is interessant te kijken of het daar net zo vlot gaat als bij ons. Bovendien heb ik een derde, weer verder ontwikkelde variant aangeschaft. Deze wordt als het goed is in september geleverd en moet op één van onze tuinen, waar we jaarlijks 8 miljoen bollen planten, het planten voor zijn rekening gaan nemen. Gaat dat goed, dan kopen we er in de toekomst allicht nog een, voor weer een van onze andere tuinen.”
In 2019 hebben Gerben Splinter (onderzoeker voor de Wageningen Economic Research (onderdeel van WUR) en collega Erik Pekkeriet (Plant Research – Agro Food Robotics) in opdracht van ondernemersgroep Arbeidsmarkt en Onderwijs van Glastuinbouw Nederland in 2019 onderzoek gedaan naar de ontwikkelingen van robotisering en automatisering in de glastuinbouw. Peter Loef is beleidsspecialist Arbeid bij Glastuinbouw Nederland en is verantwoordelijk voor de ondernemersgroep Arbeidsmarkt en Onderwijs, waar hij nauw betrokken is geweest bij het onderzoek.
Het volledige document van Glastuinbouw Nederland over de technologische ontwikkelingen op dit moment, hoe werkgevers en werknemers zich hierop voorbereiden en de impact van de corona-crisis lees je hier online.
In deze regio (Holland Rijnland) werken zo’n 25.000 internationale medewerkers. Deze werknemers zijn voor een groot deel afkomstig is uit Midden- en Oost-Europa. Het realiseren van huisvesting voor deze grote groep (in heel Nederland werken zo’n 400.000 internationale medewerkers) is een flinke uitdaging.
Betrokken werkgevers, uitzendbureaus en huisvestingspartijen hebben zich daarom verenigd in de Taskforce Huisvesting Arbeidsmigranten, die met de politiek zoekt naar goede huisvestingsoplossingen.
De Taskforce Huisvesting Arbeidsmigranten overhandigde een manifest voor voldoende veilige en gecertificeerde huisvesting voor internationale medewerkers. Het team van ONL gaat de Taskforce Huisvesting Arbeidsmigranten de komende periode helpen om dit belangrijke onderwerp op de agenda in politiek Den Haag te zetten.
Gevolgen Coronacrisis Bas Scholten, makelaar CNB, erkent dat er iets minder wordt gehandeld, maar wijt eventuele terughoudendheid niet aan angst voor de financiële gevolgen van de coronacrisis. Kopers spreken vooral het eigen vermogen aan aangevuld met een lening van de bank of een andere financieringspartij. Bij de geldschieters is de bereidheid onverminderd groot, merkt de makelaar. “Wie voldoende eigen vermogen heeft, kan gewoon terecht.”
Bollengrond Dat de grondhandel rustig doorgaat, wil niet zeggen dat alles bij het oude blijft. De makelaar wordt vaker benaderd door partijen van buiten de sector. Ook daar is belangstelling voor bollengrond. De belangstelling van buiten de sector heeft wel een effect op de grondprijs, die stijgt in sommige gebieden licht. Voor beleggers is landbouwgrond interessant, omdat de belegging goed bestand is tegen inflatie. Pacht is ook een goede inkomstenbron. Voor de bollensector blijft de grond daardoor wel beschikbaar voor gebruik.
Prijs in beweging Uit de cijfers van RVO en het kadaster over het eerste kwartaal van dit jaar blijkt dat de grondprijs in West-Nederland met 25 procent is gestegen. Tegelijkertijd is de handel met 21 procent afgenomen. Scholten benadrukt dat de stijging in de bollengrond-prijzen lang niet zo extreem is. Gemiddeld wordt voor een hectare 68.100 euro per hectare betaald, tegen 54.400 euro in het laatste kwartaal van 2019. De prijs voor bollengrond ligt daar overigens boven, tussen de 100.000 en 140.000 euro per hectare, afhankelijk van de locatie.
Samenwerken om de energietransitie in de Duin- en Bollenstreek te realiseren. Dinsdagavond 23 juni 2020 spraken Karin Hoekstra, verantwoordelijk bestuurder namens de regio, en Andries Middag, programmamanager van de Greenport hierover in GreenportLIVE. Onder leiding van interviewer Ard Zandbergen van Bollenstreek Omroep was er voor het eerst sinds maanden weer een klein gezelschap bij elkaar in de studio van RTV Katwijk. Op het programma stond een Energieke Greenport, over de energietransitie in de Duin- en Bollenstreek. Waar liggen de kansen en wat zijn de bedreigingen. Naast Andries en Karin waren ook Alfred Pop van het Cultuur Historisch Genootschap en Koos Burgmeijer van EE Care te gast.
Een regionale energie strategie (RES), wat is dat?
De uitzending begint met een introductievideo waarin uit wordt gelegd wat een RES is. Karin Hoekstra legt vervolgens uit dat in heel Nederland 35 terra watt uur energie duurzaam moet worden opgewekt. Daarvan zegt de regio (in dit geval Holland Rijnland – 13 gemeenten) 1 terra watt te kunnen realiseren. Dat doen die gemeenten samen met Aliander, Hoogheemraadschap van Rijnland en de provincie Zuid-Holland. Dit kan de regio al in 2030 gerealiseerd hebben. Vervolgens is de ambitie om (bijna) energieneutraal te zijn in 2050.
Oplossingen ook op bollengrond?
Een flinke uitdaging waaraan gemeenten, inwoners en bedrijven moeten samenwerken. Als eerste wordt onderzocht hoe we energie kunnen besparen. Want wat we niet gebruiken, hoeven we ook niet op te wekken. En als het gaat over warmte, onderzoeken we hoe we alle woningen van het gas af krijgen. Denk aan geothermie – wat rond Noordwijk zeer kansrijk is – of aquathermie uit de Ringvaart of Kagerplassen. Of de verwarming door restwarmte uit Rotterdam – bereik tot Katwijk. En gaat het over energie opwekken, dan komen windturbines of zonnepanelen in beeld. Dat opwekken zou kunnen langs de bestaande infrastructuur (N11 of A44) en misschien ook op bollenvelden… Maar wat vinden wij in de streek acceptabel, daar moet het gesprek de komende tijd over gaan.
De bijdrage van de Greenport
Andries overhandigt Karin Hoekstra een startnotitie van de Greenport. Daarin staat hoe de Greenport denkt bij te dragen aan de opgave die de streek heeft. In ons aanvalsplan praten wij over een ambitie om bedrijven uit de Greenport energieneutraal te hebben in 2040. Bedrijven die veel energie verbruiken zijn al volop in de weer om daken vol met zonnepanelen te leggen. Maar hoe kunnen wij die daken nog beter benutten? Wellicht inzetten om de omgeving van energie te voorzien? Maar ook het centraliseren van voorzieningen kan winst opleveren; zoals voor opslag of drogen van bollen. Daar is veel winst te behalen. Maatschappelijk gezien gaat de discussie over behoud van het open landschap; dat is ook de basis van ons teeltsysteem. Maar willen we dat behouden, zullen wij ook oplossingen voor het energieverbruik moeten leveren. Boerderijmolens zijn daar wat ons betreft ook geschikt voor. Vanaf augustus gaan wij dat nadrukkelijker onderzoeken, qua draagvlak, kansen en wie mee wil doen. Ook de zien wij kansen voor bollenafval als energieopwekker in biomassavergisting. Puur het opwaarderen van afval. Wij zijn al sinds 1990 bezig met dit thema, dus 2040 moet ons wel gaan lukken!
Een inspiratievideo laat zien hoe zo’n boerderijmolen zich verhoudt tot het landschap en de boerderij en wat zo’n molen eigenlijk oplevert.
Bescherming van het bollenlandschap
Aan tafel schuift Alfred Pop van het cultuurhistorisch genootschap. Hij maakt zich sterkt voor het behoud van het unieke landschap en zegt een keihard ‘nee’ tegen zonneweides en windturbines. Hij noemt de ISG als afsprakenkader dat het landschap open moet blijven. Als alternatief benoemt hij de onbenutte bedrijfsdaken. Bij veel bedrijven liggen al panelen op het dak. Zo ook bij Moolenaar in Voorhout. In deze video is te zien hoe dit bedrijf stap voor stap naar energieneutraliteit groeit.
Is het eenvoudig om te verduurzamen?
Als laatste gast schuift Koos Burgmeijer van EE Care aan. Zij adviseren veel bedrijven hoe zij stap voor stap de energietransitie door kunnen maken. Als eerste stap benoemt Koos het kijken naar wat er eigenlijk wordt verbruikt. Precies wat in de RES ook staat. Want wat je niet verbruikt, hoef je ook niet op te wekken. Je begint nooit met zonne-energie. Dat is maar één van de stappen in het totale proces. Als ondernemer is het rendement en de investering natuurlijk ook een belangrijke factor. Maar Koos geeft aan dat de bedrijven ook echt intrinsieke CO2 doelstellingen hebben. En dat er nog veel daken leeg zijn, is niet zomaar in te vullen met zonnepanelen. Een dak moet geschikt gemaakt worden, oude dakbedekking vervangen, de bouwkundige constructie aangepast en dan heeft de verzekering ook nog een stem in het geheel. Voor alle stappen zijn wel verschillende potjes met goud te vinden, die helpen om de realisatie dichterbij te brengen. Samen optrekken, een financieel duwtje in de rug en wat houdt je dan nog tegen om het te realiseren?