GreenportLIVE 22-10-20- goed-werkgeverschap-huisvesting-arbeidsbmigranten

GreenportLIVE: Goed werkgeverschap en huisvesting arbeidsmigranten

Als voorbeeld tijdens deze GreenportLIVE bijeenkomst diende de locatie van HomeFlex in Katwijk. Een rechte rug van de wethouder en intensieve contacten met de omwonenden maakten de realisatie van deze locatie binnen twee jaar mogelijk. Toch duren deze trajecten in de meeste situaties veel te lang. De mensen die wij nodig hebben om onze lokale economie draaiende te houden, verdienen ook een goed onderdak. Overheden moeten aan de slag met de werkgevers en omwonenden.

Aan tafel

Ze hebben alle drie een sterke mening over het onderwerp: wethouder Gerard Mostert, agrarisch ondernemer van het jaar Rob Baan (KoppertCress) en eigenaar van HomeFlex Bert Verheij. Gerard Mostert schetste de rol van de gemeente als facilitator. En dat die tenminste twee dingen moet hebben: wil om maatwerk te leveren op een geschikte locatie en moed om iedereen tot een positief besluit te brengen. Maar het start allemaal met een ondernemer die met een goed plan komt, en vooral met een professionele partij. Bert Verheij vertelt dat de huisvesting die hij realiseert aan alle eisen op het gebied van vierkante meters, licht, lucht, hygiëne en brandveiligheid voldoet en hij doet graag nog een beetje extra. Het gesprek met de omwonenden start Verheij zo vroeg mogelijk, maar altijd nadat de gemeente aangeeft dat zijn plan haalbaar zou kunnen zijn op een specifieke locatie. Dan wordt onmiddellijk een klankbordgroep gevormd met omwonenden, politie, wethouder en toekomstige huurder en gaan zij met elkaar het gesprek aan om tot een vergunning te komen. Tijdens de realisatie en ook nog daarna blijft Verheij in gesprek met de omgeving. Door met elkaar in gesprek te gaan en te blijven is het mogelijk om een aantal vooraannames op te lossen en draagvlak voor een locatie te krijgen. Bij HomeFlex laten ze zien dat dit mogelijk is.

Werkgevers zorg voor een loopbaanfitte werknemer

Rob Baan breekt een lans voor true pricing: vraag een goede prijs voor je product en betaal je mensen in verhouding. Als je werknemers tevreden zijn, dan werken ze graag (en hard) voor je. Dat betekent dat wie hier komt werken om geld naar huis te sturen, ook zo min mogelijk aan de strijkstok kwijt wil zijn. Voor deze categorie seizoenswerkers bestaat de huisvesting van HomeFlex. Rob gaat zelf nog een stap verder in de zorg voor het personeel van KoppertCress. Hij gaat dieper in op het belang van gezonde voeding en het feit dat hij met Rob & Bob zorgt voor uitgebalanceerde personeelsmaaltijden, zodat zij zich 100% kunnen inzetten. Die lijn wil hij ook doortrekken naar schoolkinderen in ons land, die goede voeding nodig hebben om goed te kunnen leren. Hoewel KoppertCress hard getroffen is door de covid-19 pandemie, heeft hij alle vaste personeel nog kunnen behouden. Rob blijft kijken naar waar hij zijn personeel jaarrond op in kan zetten, ook bij een seizoensproduct als cresses. Buiten het kweken om zijn er andere werkzaamheden te bedenken, waarvan werknemers zeggen: daar wil ik wel eens naar kijken.

Vaart erachter

De acceptatie voor internationale medewerkers groeit. Werkgevers spelen daarin een belangrijke rol. Zij moeten vertellen waarom deze mensen van groot belang zijn voor de economie en waarom zij recht hebben op een goede huisvesting. Samen kunnen wij nog beter onder de aandacht brengen welke waarde de internationale medewerkers economisch precies vertegenwoordigen. Zowel voor een seizoen als meerjarig. Als wij beter in beeld hebben waar mensen nodig zijn, kan huisvesting beter worden georganiseerd. Ook hiervoor biedt Verheij goede oplossingen. Vanaf 8-16 units ook op het erf van een agrariër zelf. Om dat mogelijk te maken moeten gemeenten ook met de provincie in gesprek. Provincie Zuid-Holland is qua proces inmiddels goed aangehaakt, zegt Bert Verheij. We hebben nu geen compleet beeld om hoeveel woonplekken het in onze regio gaat. De schattingen lopen uiteen tussen de 5.000 en 10.000. Als we per bedrijf goed in kaart hebben hoeveel werknemers er nodig zijn om de economie draaiende te houden in de regio, weten we ook waar en hoeveel huisvesting er nodig is. En om dat plaatje rond te krijgen, moet iedere gemeente en werkgever meewerken. Ook Leiden.

Ondertussen

Via de online kanalen van Greenport Duin- en Bollenstreek konden deelnemers intussen vragen en opmerkingen insturen. Een aantal van die vragen is live in de uitzending behandeld, andere zijn in dit stuk meegenomen. Kijk de uitzending na via ons YouTube-kanaal en als je zelf nog vragen of opmerkingen hebt, stuur die in naar andries@greenportdb.nl.

GreenportLIVE: agrotoerisme over ‘houden van’ toeristen

Kees van der Zwet benoemt de agrarische sector en dan met name de bollenteelt als reden dat het landschap in onze regio nog zo open is. Het open landschap is ook de reden waarom deze regio een gewilde woonregio is. Daarin schuilt onmiddellijk een paradox over het gebruik van diezelfde ruimte. Alleen door samen te werken kan de agrarische sector zich handhaven als hoeder van het open landschap. Dat betekent dat er ook strategische allianties moeten worden gemaakt met de toeristische sector om de omgeving ook iets te bieden te hebben.

Een aantal ondernemers delen hun enthousiasme en ervaringen om naast een agrarische bedrijfsvoering ook toeristen te ontvangen, bewust te maken en te vermaken.

Marbel de Graaf gelooft in de kracht van eenvoud. Begin je grote avontuur gewoon klein. Maar ga wel ‘all-in’ dat motiveert ook om rendement te halen. Toon betrokkenheid bij de omgeving met speciale activiteiten als friet-rooien en pannenkoekenweek. Door wensen van bezoekers te inventariseren en toe te voegen aan het aanbod, creëer je mogelijkheden voor herhaalbezoeken.

Petra Barendse laat zien dat je uitgroeit tot ambassadeur van je vak, van je regio en zelfs van Nederland door mensen op je bedrijf te ontvangen en te vertellen over je vak. Toch is het overbrengen van een goed gevoel de sleutel bij hoe mensen jou onthouden, dat gevoel blijft veel langer hangen dan de kennis. Maak het bezoek dus tot een totaalplaatje. En; doe het er niet bij, maar ga er helemaal voor. En denk niet dat je het alleen moet doen, maar verzamel de juiste mensen om je heen om mee samen te werken.

Aad Straathof vertelt dat niet ieder idee snel een succes wordt. Dat je veel ondernemersgeest moet hebben, je huiswerk goed moet doen en dat je soms veel geduld moet hebben, voordat een plan kan worden gerealiseerd. Vooral het verkrijgen van de juiste vergunningen kan een langdurige, frustrerende en tijdrovende bezigheid zijn. Maar als je ergens in gelooft, moet je het blijven proberen. Sleutelwoorden daarbij zijn: samenwerken, kansen, ambassadeurschap. Diversiteit is een toevoeging voor een bedrijf.

Hoewel de gemeente zich vaak gedraagt als een veelkoppig monster, is de intentie om ondernemers te ondersteunen in levensvatbare bedrijfsvoeringen evident. Goed beslagen ten ijs komen bij de gemeente loont. Maar wat als je de juiste ingang niet kent of niet weet of je de gemeente nodig hebt bij het ontwikkelen van jouw idee.

  • Start een gesprek met de gemeente bijvoorbeeld via de bedrijvencontactfunctionaris. Je kunt contact opnemen met: John van der Tol | j.vandertol@hltsamen.nl | Teylingen en Lisse (accountmanager), Marit Heij | marit.heij@hltsamen.nl | Hillegom (accountmanager), Arie Musch | a.musch@noordwijk.nl | Noordwijk (bedrijvencontactfunctionaris) of Kayleigh Hendriks | k.hendriks@katwijk.nl | Contactpersoon Greenport. Deze ambtenaren zijn ervoor om ondernemersvraagstukken op de juiste manier door de gemeentelijke organisatie te begeleiden.
  • Als je al van plan bent iets te gaan bouwen of een bestemming wil wijzigen, dan is het handig om een principeverzoek te doen. Je kan dan toetsen of jouw idee haalbaar is en of je in het verdere traject medewerking van de gemeente krijgt. Voor een principeverzoek zijn vaak al wel onderzoeken nodig om jouw idee te onderbouwen.
  • Brancheorganisaties LTO, KAVB of Anthos kunnen helpen bij het opstellen van een aanvraag.
  • De Greenport kan denkkracht mobiliseren om van een idee naar een concreet plan te komen.

De slot conclusie van de bijeenkomst is dat agrotoerisme een kans biedt om bewoners, toeristische parels en agrarisch bedrijfsleven met elkaar te verbinden, opdat het open karakter van de Bollenstreek nog langjarig verzekerd blijft.

Kijk de volledige bijeenkomst terug en laat je door diverse ondernemers inspireren.

Duurzaamheid-klimaatneutraal-greenport-duin-en-bollenstreek

GreenportLIVE: Een energieke Greenport

Samenwerken om de energietransitie in de Duin- en Bollenstreek te realiseren. Dinsdagavond 23 juni 2020 spraken Karin Hoekstra, verantwoordelijk bestuurder namens de regio, en Andries Middag, programmamanager van de Greenport hierover in GreenportLIVE. Onder leiding van interviewer Ard Zandbergen van Bollenstreek Omroep was er voor het eerst sinds maanden weer een klein gezelschap bij elkaar in de studio van RTV Katwijk. Op het programma stond een Energieke Greenport, over de energietransitie in de Duin- en Bollenstreek. Waar liggen de kansen en wat zijn de bedreigingen. Naast Andries en Karin waren ook Alfred Pop van het Cultuur Historisch Genootschap en Koos Burgmeijer van EE Care te gast.

Een regionale energie strategie (RES), wat is dat?

De uitzending begint met een introductievideo waarin uit wordt gelegd wat een RES is. Karin Hoekstra legt vervolgens uit dat in heel Nederland 35 terra watt uur energie duurzaam moet worden opgewekt. Daarvan zegt de regio (in dit geval Holland Rijnland – 13 gemeenten) 1 terra watt te kunnen realiseren. Dat doen die gemeenten samen met Aliander, Hoogheemraadschap van Rijnland en de provincie Zuid-Holland. Dit kan de regio al in 2030 gerealiseerd hebben. Vervolgens is de ambitie om (bijna) energieneutraal te zijn in 2050.

Oplossingen ook op bollengrond?

Een flinke uitdaging waaraan gemeenten, inwoners en bedrijven moeten samenwerken. Als eerste wordt onderzocht hoe we energie kunnen besparen. Want wat we niet gebruiken, hoeven we ook niet op te wekken. En als het gaat over warmte, onderzoeken we hoe we alle woningen van het gas af krijgen. Denk aan geothermie – wat rond Noordwijk zeer kansrijk is – of aquathermie uit de Ringvaart of Kagerplassen. Of de verwarming door restwarmte uit Rotterdam – bereik tot Katwijk. En gaat het over energie opwekken, dan komen windturbines of zonnepanelen in beeld. Dat opwekken zou kunnen langs de bestaande infrastructuur (N11 of A44) en misschien ook op bollenvelden… Maar wat vinden wij in de streek acceptabel, daar moet het gesprek de komende tijd over gaan.

De bijdrage van de Greenport

Andries overhandigt Karin Hoekstra een startnotitie van de Greenport. Daarin staat hoe de Greenport denkt bij te dragen aan de opgave die de streek heeft. In ons aanvalsplan praten wij over een ambitie om bedrijven uit de Greenport energieneutraal te hebben in 2040. Bedrijven die veel energie verbruiken zijn al volop in de weer om daken vol met zonnepanelen te leggen. Maar hoe kunnen wij die daken nog beter benutten? Wellicht inzetten om de omgeving van energie te voorzien? Maar ook het centraliseren van voorzieningen kan winst opleveren; zoals voor opslag of drogen van bollen. Daar is veel winst te behalen. Maatschappelijk gezien gaat de discussie over behoud van het open landschap; dat is ook de basis van ons teeltsysteem. Maar willen we dat behouden, zullen wij ook oplossingen voor het energieverbruik moeten leveren. Boerderijmolens zijn daar wat ons betreft ook geschikt voor. Vanaf augustus gaan wij dat nadrukkelijker onderzoeken, qua draagvlak, kansen en wie mee wil doen. Ook de zien wij kansen voor bollenafval als energieopwekker in biomassavergisting. Puur het opwaarderen van afval. Wij zijn al sinds 1990 bezig met dit thema, dus 2040 moet ons wel gaan lukken!

Een inspiratievideo laat zien hoe zo’n boerderijmolen zich verhoudt tot het landschap en de boerderij en wat zo’n molen eigenlijk oplevert.

Bescherming van het bollenlandschap

Aan tafel schuift Alfred Pop van het cultuurhistorisch genootschap. Hij maakt zich sterkt voor het behoud van het unieke landschap en zegt een keihard ‘nee’ tegen zonneweides en windturbines. Hij noemt de ISG als afsprakenkader dat het landschap open moet blijven. Als alternatief benoemt hij de onbenutte bedrijfsdaken.
Bij veel bedrijven liggen al panelen op het dak. Zo ook bij Moolenaar in Voorhout. In deze video is te zien hoe dit bedrijf stap voor stap naar energieneutraliteit groeit.

Is het eenvoudig om te verduurzamen?

Als laatste gast schuift Koos Burgmeijer van EE Care aan. Zij adviseren veel bedrijven hoe zij stap voor stap de energietransitie door kunnen maken. Als eerste stap benoemt Koos het kijken naar wat er eigenlijk wordt verbruikt. Precies wat in de RES ook staat. Want wat je niet verbruikt, hoef je ook niet op te wekken. Je begint nooit met zonne-energie. Dat is maar één van de stappen in het totale proces. Als ondernemer is het rendement en de investering natuurlijk ook een belangrijke factor. Maar Koos geeft aan dat de bedrijven ook echt intrinsieke CO2 doelstellingen hebben. En dat er nog veel daken leeg zijn, is niet zomaar in te vullen met zonnepanelen. Een dak moet geschikt gemaakt worden, oude dakbedekking vervangen, de bouwkundige constructie aangepast en dan heeft de verzekering ook nog een stem in het geheel. Voor alle stappen zijn wel verschillende potjes met goud te vinden, die helpen om de realisatie dichterbij te brengen. Samen optrekken, een financieel duwtje in de rug en wat houdt je dan nog tegen om het te realiseren?

Radiostudio-bollenstreek-greenport-duin-en-bollenstreek

GreenportLIVE 14 mei 2020 Coronakansen

Donderdag 14 mei vond de tweede editie van GreenportLIVE plaats. In samenwerking met Bollenstreek Omroep besteedden we aandacht aan kansen voor ondernemers door én na Corona.
De volledige uitzending vind je hier terug. Je vindt daar ook de afzonderlijke opnames van onze sprekers. In dit bericht zetten we een aantal tips en acties voor vervolg op een rij.

Huisverkoop
Huisverkoop van producten levert financieel, maar vooral ook maatschappelijk veel op. Veel ondernemers, die gebruik maken of gemaakt hebben van de mogelijkheid om hun producten vanuit ‘huis’ te verkopen, hebben hier nog niet de juiste planologisch-juridische afspraken over gemaakt met de gemeente. Samen met brancheorganisaties LTO Noord en KAVB willen wij als Greenport Duin- en Bollenstreek helpen om dit voor het volgende seizoen wél goed geregeld te krijgen. Graag horen wij van ondernemers wat de wensen en voorkeuren zijn. Om dit zoveel mogelijk in één keer goed te doen, stemmen wij eerst met de gemeenten af welke informatie exact benodigd is in deze fase van het proces. Zodra dit duidelijk is, laten wij dit weten en gaan wij samen met ondernemers, zoveel mogelijk collectief de huisverkoop optimaliseren en legaliseren. Zo maken wij het samen een visitekaartje voor de kwekers en de streek.

Inhoudsstoffen/restmateriaal/afval
Ongeveer alle woorden die je kunt geven aan organisch materiaal afkomstig van de productiebedrijven passeerden donderdagavond de revue. De belangrijkste adviezen die beide deskundigen, Willem Kemmers en Gert-Jan Klaasse Bos, gaven waren om nu alvast na te denken over welke mogelijke toepassingen er nog meer zijn, behalve (laten) composteren of afvoeren. Ze adviseerden zo ‘schoon’ mogelijk te werken en verschillende stromen van materialen zo goed mogelijk te scheiden, ook al op het erf. De eerste aanmeldingen uit de Greenport Duin- en Bollenstreek zijn inmiddels binnengekomen via Valorisatielab, maar er mogen er nog meer bij. Greenport Duin- en Bollenstreek blijft graag op de hoogte van acties en interesses van personen en organisaties uit onze regio met betrekking tot dit onderwerp. In afstemming met onder andere KAVB, Wageningen UR en Greenport Noord-Holland Noord – onze programmapartners van Vitale Teelt 2030 – zullen wij ook zelf nog weer de nodige activiteiten ontplooien met betrekking tot het onderwerp circulaire tuinbouw. Over de mogelijkheden voor biomassavergisting van reststromen afkomstig van de bedrijven uit de Greenport Duin- en Bollenstreek willen wij jullie in een volgende uitzending van GreenportLIVE (op 23 juni) meer vertellen.

Webshops
Een succesvol voorbeeld van een webshop gaf Joyce Lansbergen. Ze was het al enige tijd van plan, en de voorbereidingen waren al in volle gang, maar eind maart – ingegeven door de wegvallende markt – zette zij alles met spoed online. Sindsdien is het elke dag Moederdag bij haar. Een goede voorbereiding en vooral een goede organisatie van de backoffice is van belang. Zij heeft inmiddels hier iemand speciaal voor in dienst genomen. Maaike Haesakkers schetste 3 routes om een webshop te (laten) maken. Zelf doen: kost ca. €30/maand aan abonnementskosten en ca. 2 weken tijd om je eigen webshop te maken.

  1. Laten doen basic: kost minimaal €1.500, maar je hoeft zelf minder tijd te investeren. De doorlooptijd om tot zo’n webshop te komen is 2 tot 4 weken.
  2. Laten doen uitgebreid: het ontwerpen en bouwen van specifieke functionaliteiten kost minimaal €10.000. De doorlooptijd om tot zo’n webshop te komen is 1 tot 2 maanden.

Ook gaf ze 9 tips om alvast over na te denken als je van plan bent een webshop te (laten) bouwen: denk na over wat je wilt aanbieden; voor wie is je webshop; maak foto’s van je producten; schrijf teksten erbij (denk daarbij vanuit het belang van de koper); zorg voor een goede klantenservice; maak een duidelijke contactpagina; maak een lijstje met veel gestelde vragen en antwoorden; denk aan de juridische documenten (algemene voorwaarden, privacyverklaring, wet- en regelgeving voor webshops) en denk na over hoe je de promotie voor je webshop wilt doen (specifieke doelgroepen).

Bij voldoende belangstelling praten wij graag op korte termijn door met diegenen van jullie die geïnteresseerd zijn in het bouwen van een eigen of gezamenlijke webshop. Stuur ons dan uiterlijk 8 juni een mailtje (andries@greenportdb.nl).

Innovatie en duurzaamheid
In de (volle) uitzending stonden het innovatievermogen en kansen op verduurzaming van het tuinbouwcluster in de Greenport Duin- en Bollenstreek centraal. Niet ondanks, maar juist dankzij de Coronacrisis. Terecht werd daarom gevraagd: zouden deze ontwikkelingen ook hebben plaatsgevonden zónder de impact van het Coronavirus? Een eerlijk antwoord is dat deze ontwikkelingen dan tenminste niet zo snel zouden hebben plaatsgevonden. Een andere vraag was of we niet juist nog veel verdergaande stappen zouden kunnen en moeten zetten. Randvoorwaarde daarvoor lijkt tenminste dat in de kern gezonde bedrijven, om Jaap Bond nog maar weer eens te quoten, niet mogen omvallen. Als we Coen Meijeraan van Royal Flora Holland mogen geloven, en waarom zouden we dat niet doen, lijkt het met de meeste van die goede bedrijven met een (flinke) sisser af te lopen. Dat we dat al zo snel mochten horen en nu durven opschrijven, is iets om op zichzelf al blij mee te zijn. Nu fingers crossed voor daadwerkelijk duurzaam herstel én innovatie én verdere verduurzaming.