Bloemencorso-bollenstreek-inventaris-immaterieel-erfgoed-greenport

Bloemencorso Bollenstreek Immaterieel Erfgoed Nederland

Het Bloemencorso van de Bollenstreek wordt bijgeschreven in de Inventaris Immaterieel Erfgoed Nederland. “Een geweldige pluim voor onze 1.500 vrijwilligers,” zegt corsovoorzitter Willem Heemskerk, die zelf ook vrijwilliger is. “Dankzij hun nooit aflatende inzet de afgelopen 75 jaar zijn zij een echte erfgoed-gemeenschap geworden met een zorgtaak die traditie naar de toekomst veilig te stellen. Dat het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland dit in ons 75ste jubileumjaar officieel toekent, maakt ons extra blij en trots. Geweldig dat wij met ons met hyacinten, tulpen en narcissen opgetuigde corso onze nationale identiteit weten te versterken en daarmee een visitekaartje voor het bloembollenvak zijn.”

Geweldige organisatie

De bijschrijving in de Inventaris Immaterieel Erfgoed Nederland vindt begin december plaats. Namens de 1.500 corsovrijwilligers zullen Willem Heemskerk en penningmeester Marcel van Schaik de inventarislijst ondertekenen, samen met Marco van Baalen, directeur Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed. Het Bloemencorso Bollenstreek kan zich hiermee geen mooiere start van haar 75ste jubileumeditie wensen. “De toetsingscommissie vindt dat het Bloemencorso Bollenstreek een geweldige organisatie heeft en duidelijk heeft laten zien dit met behoud van kernwaarden toekomst wil geven” schrijft Van Baalen aan het corsobestuur. “Sinds 1947 is het Bloemencorso Bollenstreek geëvolueerd tot een route van ruim 40 kilometer. Het wordt mogelijk gemaakt door zo’n 1.500 vrijwilligers, waarvan een deel vrijwel hele jaar door bij het corso betrokken is. Het zo vroeg mogelijk door middel van educatie, spel en participatie overdragen van de ins en outs van het corso op de jeugd draagt bij aan de borging van het erfgoed. Als tip wil de commissie meegeven de culturele waarde van het corso en de bijdrage aan culturele identiteit van de streek nog meer uit te dragen. Door het gebruik van bloembollen behoort men met dit erfgoed tot de top 5 van de Nederlandse identiteit.”

IMG-20211119-WA0002

Vrijwilligers zijn ongelofelijk belangrijk

“Wat zou ik nu graag samen met onze vrijwilligers het glas willen heffen op deze prachtige waardering,” zegt Willem Heemskerk. “Alleen laat de huidige situatie dit niet toe. Desalniettemin spreek ik mijn grote dank uit aan de vrijwilligers uit onze zeven corsogemeenten en daarbuiten. Dus lang leve het Bloemencorso Bollenstreek! Vrijwilligers zijn onze trots en voor het continueren van het corso in de toekomst ongelooflijk belangrijk. Hun enorme betrokkenheid is niet in woorden uit te drukken. Het is bijzonder eervol om dit te kunnen belonen met de status van Immaterieel Erfgoed.”
De bijschrijving van het Bloemencorso Bollenstreek is een middel om te helpen bij de borging van het erfgoed. Hiermee start een nieuwe fase van erfgoedzorg, geheel volgens de richtlijnen van het UNESCO Verdrag inzake de Bescherming van het Immaterieel Cultureel Erfgoed. Het Kenniscentrum helpt daarbij, onder andere met het evalueren van de vorderingen van de erfgoedzorg elke drie jaar.”

Bijschrijving van het Bloemencorso Bollenstreek in de Inventaris Immaterieel Erfgoed draagt bij aan bewustzijn van het belang van dit erfgoed binnen en buiten de gemeenschap. Het is geen erkenning, maar een onderkenning dat het immaterieel erfgoed zorg behoeft en dat een gemeenschap zich daarvoor wil inzetten. Er is geen subsidie aan verbonden.

NOOT: Bloemencorso Bollenstreek is een non-profit organisatie. In 2022 staat de 75ste jubileumeditie geprogrammeerd. De corsoweek is van 20-24 april met als hoogtepunt 23 april wanneer Bloemencorso Bollenstreek in kleurrijke optocht van Noordwijk naar Haarlem rijdt. Kijk voor meer informatie op www.bloemencorso.info Mail voor meer informatie naar pers@bloemencorso.info.

Boeren-landschapsbeheerder-greenport-duin-en-bollenstreek

Akkoord nieuwe CAO voor Uitzendkrachten

Na ruim een jaar onderhandelen hebben de vakbonden FNV, CNV Vakmensen, De Unie en de ABU een akkoord bereikt over een nieuwe CAO voor Uitzendkrachten. Partijen leggen de gemaakte afspraken positief voor aan hun achterban.

Stemmen de achterbannen in met het onderhandelingsresultaat dan gaat de nieuwe cao in per 17 november 2021 en heeft een looptijd tot 2 januari 2023.

De nieuwe CAO geeft meer werkzekerheid, een betere pensioenopbouw en ook wordt het verschil in loon tussen uitzendkrachten en vast personeel verkleind. Specifiek voor internationale medewerkers komt er onder meer een inkomensgarantie voor de eerste twee maanden.

Gelijkwaardigheid

Afgesproken is dat de zogeheten inlenersbeloning wordt uitgebreid. Het loon en de overige arbeidsvoorwaarden van uitzendkrachten moeten gelijkwaardig worden aan die van hun collega’s in dienst bij de inlener, met deze afspraak wordt het verschil al kleiner. Afgesproken is om in de volgende meerjarige cao de noodzakelijke stappen te zetten om deze gelijkwaardigheid te realiseren. Ook het pensioen wordt beter: de pensioenopbouw start eerder en wordt opgebouwd over een groter deel van het inkomen.

Meer werkzekerheid

Verder wordt de duur van een eerste tijdelijk contract van maximaal 78 weken naar maximaal 52 weken. Ook de periode dat iemand een contract voor bepaalde tijd mag krijgen, wordt korter en gaat van vier naar drie jaar. Hierdoor wordt de stap naar een vast dienstverband sneller gemaakt.

Internationale medewerkers

Naast regelingen die gelden voor alle uitzendkrachten, is ook gekeken naar de positie van internationale medewerkersn. De aanbevelingen van het zogeheten Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten onder leiding van Emile Roemer zijn als leidraad gebruikt. Afgesproken is dat er een inkomensgarantie ter hoogte van het wettelijk minimumloon komt voor de eerste twee maanden bij een uitzendwerkgever. Ook is afgesproken dat internationale medewerkers tot vier weken na het einde van de uitzendovereenkomst in de huisvesting kunnen blijven.

Bron: Greenity

vermeerdering-tulp-greenport-duin-en-bollenstreekjpg

Een beetje stress zou zorgen voor meer bloembollen

Bollen zijn verkorte planten met gespecialiseerde bolrokken, die dienstdoen als primair opslagweefsel. Die bolrokken zijn het beste te omschrijven als verdikte bladeren waarin voeding wordt opgeslagen. De bolrokken spelen ook een belangrijke rol bij de vermeerdering. Zo worden bij narcis en amaryllis de bollen in stukjes gesneden: daardoor groeien in de oksels van de bolrokken nieuwe minibollen.

Stress als groeifactor?

De WUR onderzoekt of op een duurzame manier de vermeerdering van deze bollen te optimaliseren is. Een stressbehandeling zou daarvoor helpen. Bij sommige organismen zorgt een klein beetje stress voor weefsel- of orgaanregeneratie. Zo krijgt een hagedis door weefselstress een nieuwe staart (als de oude is afgebroken).

In een bloembol kan een kleine hoeveelheid stress ervoor zorgen dat het gewonde weefsel actiever wordt, en daardoor meer minibollen produceert. Dit kan bijvoorbeeld door het toedienen van waterstofperoxide. De WUR gebruikt in het onderzoek echter ‘plasma activated water’: dit water is gedurende circa een uur actief, waarna een combinatie van water en stikstof overblijft.

Triggering groeipunten met ethyleen voor productie minibollen

Bij tulp gebeurt dat de vermeerdering net iets anders. Daar groeien bestaande groeipunten in de oksels uit tot minibollen. Dit proces heet ‘verklistering’. Een bol met vijf bolrokken heeft vijf groeipunten, maar slechts drie daarvan worden levensvatbare bollen. De WUR onderzoekt of het toedienen van een kleine hoeveelheid ethyleen ervoor zorgt dat de groei van alle groeipunten getriggerd wordt, en dus dat de tulp meer geschikte minibollen produceert.

Projectpartners

De uitvoering van deze Publiek-Private Samenwerking ligt bij een consortium van dertien partners. Dit zijn: KAVB, Anthos, Wageningen University & Research (WUR), Hobaho, Kapiteyn, Prins, Iribov, stichting Dunamo, Agrifirm-GMN, BQ Support, Greenport Duin- en Bollenstreek, Bollenacademie en Rabobank Nederland. Een korte toelichting over deze PPS vindt u op de www.vitaleteelt.nl bij Lopende projecten.

Tuinbouw-battle-greenport-duin-en-bollenstreek-2021-2022-gestart

Eerste ronde Tuinbouw Battle 2021-2022 gestart

Op vier scholen in de regio, van Noordwijkerhout tot Hillegom en Vogelenzag, zijn vandaag vijf karren met tulpenbollen te vinden. De scholen doen mee aan het jaarlijks terugkerende project de ‘Tuinbouw Battle.

Tulpen kweken in de klas

Binnen dit project gaan leerlingen uit groep 7 e/o 8 zelf tulpen kweken in de klas. De karren, met zo’n 480 tulpenbollen, zijn voorzien van LED-verlichting, waterbakken en een tijdsschakelaar. De ingrediënten om er voor te zorgen dat de bollen uit kunnen groeien tot tulpen.

Verkoopplan of weggeven

Tijdens de battle, die zo’n 3-4 weken duurt, zijn de leerlingen verantwoordelijk voor de verzorging van de tulpen: het watergeven, de verlichting en eventuele beschimmelde bollen verwijderen. Hierbij is samenwerken en overleggen een belangrijk onderdeel. Evenals het verslag wat ze gaan schrijven; wat hebben ze geleerd van dit project?
Of de tulpen verkocht worden – waarbij de opbrengst voor de school is – of dat ze worden weggegeven is aan de kinderen, uiteraard in overleg.

Meer weten of ook meedoen?

De Tuinbouw Battle start drie keer per schooljaar. Zo rond november, januari en maart zijn de startmomenten. Voor het startmoment in maart is nog een plekje vrij. Meedoen of meer informatie? Kijk op www.greenportdb.nl/tuinbouw-battle of neem contact op met Eva via eva@greenportdb.nl.

Geld-inkomsten-euros-omzet-greenport-duin-en-bollenstreek

Subsidie voor groen-economisch herstel landbouw

De subsidie is vanaf 6 december 2021 aan te vragen. Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit werkt nu aan de subsidieregelingen voor groen-economisch herstel van de landbouwsector. Als deze definitief zijn lees je dat op de website van het RvO.

Herstel landbouwsector

Het EHF is een Europees steunfonds voor landbouwers. Nederland krijgt een budget van € 52,4 miljoen. Dit is voor het economisch herstel van de landbouwsector en het platteland na de uitbraak van COVID-19. De maatregelen voor het herstel moeten aansluiten bij de milieu- en klimaatafspraken van de Europese Unie. Dit is een voorwaarde voor het gebruiken van het budget uit het fonds. Daarom hebben wij het bij deze regeling over groen-economisch herstel.

Subsidies voor groen-economisch herstel

Wil je als landbouwer je bedrijf duurzamer en economisch sterker maken? Of ga je samen met anderen werken aan een duurzaam verdienmodel voor de hele sector? Dan is misschien één van deze subsidies interessant:

  • Investeren in groen-economisch herstel
  • Samenwerken aan groen-economisch herstel.

Aanvragen

Je vraagt de subsidies aan bij het RvO. Dit kan vanaf eind 2021. Vanaf welke datum is nog niet bekend. Als de aanvraagperiode bekend is, komt dit op de website. Ook lees je dan de voorwaarden voor het aanvragen van de subsidies.

Webinars

Op 26 oktober 2021 gaf het RvO 2 webinars over de subsidies voor het groen-economisch herstel van de landbouw. Hierin gaven wij uitleg over de subsidies en tips voor het aanvragen. Je kunt de webinars terugkijken via:

Invulling EHF binnen POP3+

De overheid heeft het budget van het EHF toegevoegd aan het plattelandsontwikkelingsprogramma voor 2021 en 2022 (POP3+). Het doel van het EHF past namelijk goed in het programma van POP3+. U leest meer over de invulling van het EHF binnen POP3+ in de Kamerbrief van 8 juli 2021.

Bron: RvO

Tulp gezocht voor doop

De doop is een belangrijk onderdeel van de tulpenpromotie, waarvan de tulpendag (foto van de tulpdoop door Quincy Trustfull in 2019, red.) op 15 januari in Amsterdam een van de hoogtepunten is. De organisatie is op zoek naar een geschikte tulp om te laten dopen door een prominent persoon, maar tot op heden zonder resultaat.

Hoofdrol

TPN staat voor de Stichting Tulpen Promotie Nederland, opgericht door ruim 500 tulpenbroeiers/veredelaars. Samen zorgen ze voor wereldwijde promotie van de tulp. Wie een nog naamloze, bij voorkeur meerkleurige of dubbele tulp heeft voor de hoofdrol in januari, kan contact opnemen met TPN.

Bron: Greenity