Hoe kunnen deze telers met minder energie dezelfde productie en kwaliteit leveren, én de CO2-footprint verkleinen? De 65 soorten kleurige bloeiers worden door Europa geëxporteerd en moeten voldoen aan een bepaalde kwaliteit. Die kwaliteit kan geleverd worden door op een juiste manier warmte en licht te geven. De warmte wordt nu vooral gemaakt met de WKK (warmte-kracht-koppeling). Dat is een gasmotor waarmee elektriciteit geproduceerd wordt voor de belichting of voor het openbare elektriciteitsnet. De warmte die daarbij vrijkomt wordt weer gebruikt om de kas te verwarmen.
Kleine aanpassingen met grote impact
Daarnaast hangen de kassen vol met LED-lampen (deze zetten stroom veel efficiënter om in licht dan traditionele SON-T belichting), zijn er speciale energiebesparende schermdoeken geplaatst (dit bespaart elke nacht gas en in de winter is de besparing enorm) en volgen ze geregeld cursussen, zoals ‘Het nieuwe telen’, om te leren hoe je nóg slimmer om kunt gaan met de beschikbare energie. Alles om er voor te zorgen dat hun bedrijf op de juiste manier met energie, en dus ook de aarde, omgaat.
Aardwarmte als kans
In Nederland gaan we van het aardgas af en zo veel mogelijk over op duurzame energie. Een grote stap op het gebied van energiebesparing is het gebruik van aardwarmte en in de Duin- en Bollenstreek is aardwarmte een duurzaam alternatief om huizen, gebouwen en kassen zoals die van Gerben en Marcel te verwarmen.
Artikel Into Business
Het volledige artikel, en de andere artikelen vanuit Zakelijk Zuiniger, lees je hier.
Project Aardwarmte Rijnland
Met de lancering van het project Aardwarmte Rijnland is de volgende stap gezet om aardwarmte te kunnen leveren aan bedrijven en (bestaande en nieuwbouw) woningen vanaf de winter 2026-2027. Een kans die Marcel en Gerben met beide handen aanpakken om binnen hun bedrijfsvoering écht een verschil te maken.
De overeenkomst werd getekend in het Space Business Innovation Centre in Noordwijk. Een toepasselijke locatie aangezien de sector ‘de kennisintensieve maakindustrie’ een belangrijk onderdeel uitmaakt van de plannen. Aanwezig waren de wethouders economie van de Duin en Bollenstreek: Kees van der Zwet (Lisse), Jacco Knape (Katwijk), Marlies Volten (Teylingen), Jan van Rijn (Hillegom) en Roberto ter Hark (Noordwijk). Ook aanwezig waren Marco Beijersbergen (voorzitter Economic Board), Lars Flinkerbusch (directeur Economic Board) en Angelique de Regt (programma manager Uitvoeringsagenda Duin- en Bollenstreek).
Uitvoeringsagenda Duin- en Bollenstreek
De overeenkomst met de EBDB sluit naadloos aan bij de Uitvoeringsagenda Duin- en Bollenstreek. In dit strategische programma hebben de vijf gemeenten – Noordwijk, Katwijk, Hillegom, Lisse en Teylingen – doelen gesteld voor de gezamenlijke regionale opgaven tot 2040. Een groot deel van deze opgaven richt zich op de versterking en het toekomstbestendig maken van de regionale economie.
Bedrijfsleven, onderwijs en overheid
Bestuurlijk voorzitter van het onderdeel ‘Gezonde, vitale en energieke regio’ is wethouder Kees van der Zwet (Lisse): “De Economic Board krijgt een nieuw elan en wordt ingericht op basis van een Triple Helix organisatie: een nauwe en slagvaardige samenwerking tussen ondernemingen, onderwijs en overheid. We werken samen aan een ambitieuze economische agenda gericht op innovatie, vernieuwing en verduurzaming van de Duin- en Bollenstreek. Vooral op het gebied van kennisintensieve bedrijven, gezond toerisme en de bloembollensector.”
Een nieuwe Economic Board
EBDB voorzitter Marco Beijersbergen: “Heel mooi dat de EBDB nu kan starten. Komende vier jaren richten wij ons op het vergroten van de brede welvaart. Ik kijk uit naar een geslaagde samenwerking en vooral naar mooie resultaten. Eind oktober komen wij met een nieuw uitvoeringsprogramma economie en brede welvaart. In de komende periode werven we een nieuwe board die bestaat uit 10 á 15 leden. Met deze nieuwe boardleden zorgen we voor extra daadkracht en expertise. De nieuwe leden van de Economic Board komen uit verschillende sectoren en gaan zorgen voor inspiratie en verbinding binnen en buiten de streek.”
Toekomstbestendige streek
Sinds 2016 werken de gemeenten in de Duin- en Bollenstreek samen om de economie te versterken en een aantrekkelijke woonomgeving te behouden en verder te ontwikkelen. Een groot deel van deze opgaven richt zich op de versterking en het toekomstbestendig maken van de regionale economie. Een gezamenlijke regionale aanpak is essentieel, want steeds meer maatschappelijke opgaven vragen om een bovenlokale aanpak. Wat goed is voor de regio, is goed voor de gemeenten en andersom.
Sinds 2017 heeft de Agrarische Natuur- en Landschapsvereniging (ANLV) Geestgrond gewerkt aan het behoud van de patrijs in de Bollenstreek. Er is bijna 5 kilometer heg en haag gezet voor de schuwe patrijs en daarmee beschermen we gelijk de andere bollenvogels. Het landschap wordt ook aantrekkelijker en heggen houden de toeristen uit de velden!
Uit onderzoek is gebleken dat heggen een goede bijdrage leveren aan de toename van het aantal planten- en dierensoorten (biodiversiteit), de omgevingstemperatuur verlagen en de bodemstructuur open houden waardoor regenwater makkelijker de grond in zakt.
Samen met kwekers en financiële steun
Samen met kwekers werden 7 makkelijke maatregelen, specifiek voor de bollenteelt, uitgewerkt om de patrijs te beschermen. Een van die maatregelen, het zetten van heggen en hagen, is met veel enthousiasme opgepakt en uitgevoerd door boeren en burgers in het buitengebied. Zo werd de streek in vijf jaar tijd vijf kilometer heg rijker!
ANLV Geestgrond kon, dankzij financiële steun van de Provincie Zuid Holland, het Landschapsfonds Holland-Rijnland, het Beukelaar-de-Huchtfonds en het Innovatiefonds Biodiversiteit, al deze kilometers heg realiseren.
Elke heg een bordje
ANLV Geestgrond plaatst nu bordjes bij de aangeplante heggen. Je vindt ze door de hele Bollenstreek. Ook de komende jaren blijft het voor agrariërs mogelijk om, met subsidie, heggen en hagen aan te planten via de in onze streek actieve Agrarische Coöperatie ‘De Groene Klaver’. Meer informatie: info@anlvgeestgrond.nl.
Op de foto: Het bestuur van ANLV Geestgrond plaatst een bordje bij de nieuwe heg van Frida Liebeton (2de van links) aan de Vogelaardreef in Noordwijk.
Voor dit project hebben is er samengewerkt met Unmanned Valley, NL Space Campus, Gemeente Katwijk en Holland Rijnland. De eerste paar wintermaanden zijn voornamelijk achter een computerscherm geweest en werd er veel gesproken met telers en andere vakmensen. In deze periode zijn ook de concepten, software, hardware en alles wat nodig is, ontwikkeld om klaar te zijn voor de lente.
Verzamelen gegevens en labelen
De tweede sprint van het project draaide om het verzamelen van gegevens. Het droneteam heeft talloze testvluchten uitgevoerd om veel te leren over voornamelijk botrytis bij tulpen en hyacinten. De telers bekijken de verzamelde data (hoge resolutie afbeeldingen van de planten) en geven aan wat het AI-model (artificial intelligence systeem) hier ziet. Dit heet labelen en op deze manier wordt het systeem getraind, waardoor het ‘slimmer’ wordt en zelf kan gaan herkennen. De volgende stap is om dit in de praktijk uit te testen. Later kan dit gebruikt worden om er ook andere data aan te koppelen en voorspellingen te doen. Zo zijn er gedetailleerde kaarten gemaakt van de percelen met behulp van de multispectrale camera op de drone en kan er een vertaalslag gemaakt worden met satellietbeelden die meer kunnen vertellen over de algemene omstandigheden van het perceel vanwaar mogelijke risicogebieden aangewezen kunnen worden.
Na de zomer wordt deze fase van het project afgerond en komen er aanbevelingen voor een nieuwe fase. Het leerrendement is nu al ontzettend hoog en is duidelijk dat één teeltseizoen lang niet voldoende is om een doeltreffende toepassingen te ontwikkelen.
Project ‘Remote Sensing voor Sierteelt’
Meer over het project lees je hier op onze website.
De serie bezoeken startte eind maart in Zeewolde bij een grootschalige huisvestingslocatie. Op 9 juni was de firma Neessen Aarbei- en Aspergeplanten in Grashoek het gastbedrijf. De opkomst was wederom hoog. Meer dan 60 geïnteresseerden uit heel het land schreven zich in. Het toont aan dat de werkbezoeken in een informatiebehoefte voorzien.
Verantwoordelijkheid nemen
Het programma was kort, krachtig en bondig. Nees van Wolfswinkel, voorzitter van de bestuurlijke tafel huisvesting Greenports Nederland en tevens wethouder in Neder-Betuwe, opende met een warm welkom. Hij lichtte toe waarom Greenports Nederland en LTO Nederland het thema huisvesting internationale werknemers zo hoog op de agenda hebben staan. ‘We moeten als werkgevers, als overheid en als samenleving onze verantwoordelijkheid nemen om deze mensen goed te faciliteren.’
Maatwerk leveren
De wethouder van Peel en Maas, Rob Wanten, kon dat alleen maar beamen. ‘Over het economisch belang is iedereen het inmiddels wel eens. Maar we moeten maatwerk leveren en het onderwerp zien als een sociaal maatschappelijk thema. Natuurlijk moeten we de internationale werknemers goed faciliteren maar anderzijds moeten we ook oog hebben wanneer er zorgen zijn vanuit omwonenden.’
Draagvlak creëren
Volgens de wethouder wordt draagvlak creëren steeds lastiger. ‘Daarvoor dienen we aan de voorkant de burgers mee te nemen in de plannen.’ De krantenkoppen die vaak denigrerend zijn doen volgens hem geen recht aan de hardwerkende internationale medewerkers en aan de tijd en energie die de gemeente Peel en Maas stopt in het zoeken naar oplossingen en het leveren van maatwerk voor voldoende kwalitatieve huisvesting (4.300 plekken).
Warm welkom beleid
Richting de internationale medewerkers hanteert de gemeente Peel en Maas een ‘warm welkom’ beleid. Er is onder andere een contactfunctionaris aangesteld, een nachtregister ingesteld en veel aandacht voor een actieve BRP-registratie (1.700 registraties). Daarnaast wordt de doelgroep zoveel als mogelijk in hun moedertaal geïnformeerd en is er veel aandacht voor huisvesting(slocaties). Ten slotte benadrukte wethouder Wanten dat regionale samenwerking van groot belang is. In Noord-Limburg vindt steeds meer afstemming plaats.
Zelfvoorzienend
Gastvrouw Inge Neessen is trots op haar laatste nieuwe accommodatie. In drie jaar tijd is er een duurzaam gebouw gerealiseerd, waar het jaarrond tussen de 80 en 200 internationale werknemers op een meer dan adequate wijze gehuisvest worden. Ze hanteren daarbij de SNF-norm plus. Dat wil zeggen: bewust hogere kwaliteitsnormen dan gevraagd. Volgens Neessen is het onmogelijk om internationale werknemers los te zien van goede huisvesting. Vanwege het grote tekort aan goede huisvesting heeft dit bedrijf ervoor gekozen om zelfvoorzienend te worden en dus van niemand afhankelijk te zijn. Het gebouw is energieneutraal en er is veel aandacht besteed aan een beluchtingssysteem, de aankleding, inrichting en het beheer. Desgevraagd vertelde de gastvrouw dat een deel van het gebouw afgesloten kan worden, wanneer seizoenen afgelopen zijn en er minder werknemers verblijven.
Adviezen omgeving
Ook gaf zij aan de hand van een voorbeeld aan dat zij heel bewust ook adviezen van de omgeving meegenomen hebben. Zo hebben ze speciaal voor de internationale werknemers een pad op het terrein aangelegd van de woonlocatie naar het bedrijf. De omwonenden zijn hier blij mee omdat het een oplossing is voor het beperken van het aantal verkeersbewegingen op de openbare weg. ‘Het is fijn dat de relatie met de gemeente goed is, waarbij korte lijnen er bij dit soort zaken voor zorgen dat zaken snel en adequaat worden afgestemd en opgelost.
De familie Neessen kan gezien worden als een mooi voorbeeld van ondernemers in de land- en tuinbouw die de huisvesting goed op orde hebben. De aanwezigen gaven aan een goed en positief beeld te hebben gekregen van deze vorm van huisvesting. Nadere informatie over het volgende bezoek volgt later.
Foto- en videoverslag
Klik hier voor foto’s van het werkbezoek. Bekijk hieronder een videoverslag van het werkbezoek.