omgeving-duin-en-bollenstreek-omgevingsvisie-provincie-zuid-holland

Jaarplan 2023 en jaarrapportage 2022

Duurzaam Verbonden, dat is het thema waar wij als Greenport Duin- en Bollenstreek voor staan en waar wij invulling aan willen geven. Hoe we dat in het afgelopen jaar hebben gedaan lees je in de rapportage over 2022.

We zijn het jaar 2023 begonnen met aantal mooie bijeenkomsten en de voorbereiding voor nog veel meer moois. Onze doelen en activiteiten voor dit jaar staan in het jaarplan 2023.

Samenvatting documenten

In de samenvatting van het jaarplan 2023 en de jaarrapportage 2022 staan de highlights van beide documenten.

Water-bodem-kwaliteit-erf-landbouwportal-Rijnland

Minder normoverschrijdingen gewasbeschermingsmiddelen in oppervlaktewater

Pendimethalin, de werkzame stof in Stomp en Wing P, blijft net als voorgaande jaren een probleemstof. Dit geldt ook voor carbendazim, het afbraakproduct van thiofanaat-methyl uit het dompelmiddel Topsin. Dit laatste middel is sinds 2021 niet meer toegelaten en verwachting is dat de normoverschrijdingen voor deze stof zullen verdwijnen. Het risico bestaat dat de werkzame stoffen uit de vervangende dompelmiddelen meer in het oppervlaktewater terecht gaan komen. Met de metingen houden we dat in de gaten om tijdig te signaleren wanneer dit problemen gaat opleveren.

Resultaten jaarlijkse toetsing

Maandelijks onderzoekt Rijnland op 6 vaste meetpunten in de Bollenstreek de kwaliteit van het oppervlaktewater. Er zijn in 2022 minder normoverschrijdingen waargenomen dan in 2021. Dit geldt zowel voor de norm voor chronische als de acute blootstelling, waarbij de norm voor de acute blootstelling vaker werd overschreden dan die voor chronische blootstelling.

Figuur 1: Aantal normoverschrijdingen van 2014 tot en met 2022 van acute en chronische bloostelling.
De gemeten concentraties worden getoetst op twee soorten normen:
Chronische blootstelling: Een jaargemiddelde norm voor effecten op waterorganismen op langere termijn Hiervoor worden de maandelijks gemeten individuele concentraties per jaar gemiddeld en vergeleken met de norm (JG-MKN)
Acute blootstelling:  Een maximaal aanvaardbare concentratie voor een acuut effect. Van concentraties boven deze norm gaan sommige waterorganismen direct dood. Voor deze norm worden individuele concentraties vergeleken met de norm (MAC-MKN). Vaak is deze norm hoger dan de norm voor chronische blootstelling.

Aantal normoverschrijdingen verschilt in het gebied

Op alle meetlocaties overschrijdt één stof de norm voor chronische blootstelling (JG-MKN), behalve op de meetlocatie ten zuiden van het Oosterduinsemeer in het boezemsysteem van Rijnland. Daar overschrijden twee stoffen de jaargemiddelde norm (Figuur 2).

De meeste normoverschrijdingen voor acute blootstelling (MAC-MKN) zijn gemeten op de meetlocatie in de Hogeveensepolder-Noord (8 keer) en in het zuidelijk deel van de peilvakken De Zilk (5 keer) zoals te zien in Figuur 2b.

Figuur 2: Totaal aantal normoverschrijdingen chronische blootstelling (boven) en acute blootstelling (onder)

Pendimethalin en carbendazim grootste probleemstoffen

De twee stoffen die de afgelopen jaren, en dus ook in 2022 het vaakst de norm overschreden zijn pendimethalin (werkzame stof van de herbicide Stomp en Wing P) en carbendazim (Figuur 3). De normoverschrijdingen van pendimethalin werden gemeten in de periode februari en maart wanneer ze ook worden gespoten.

Carbendazim was voornamelijk van maart tot en met november normoverschrijdend.

Deze laatste stof is een afbraakproduct van thiofanaal-methyl, dat als werkzame stof zat in het dompelmiddel Topsin. Vanaf eind 2021 zijn middelen met thiofanaat-methyl niet meer toegestaan.  

Ook de werkzame stof pyraclostrobin uit het dompelmiddel Securo overschrijdt de afgelopen jaren regelmatig de jaargemiddelde norm. In 2022 was het aantal normoverschrijdingen van deze stof wel lager dan voorgaande jaren. Omdat de stof geen norm voor de acute blootstelling heeft, is daar niets over te zeggen.

  Figuur 3: Stoffen die van 2019 tot en met 2022 normoverschrijden zijn gemeten met het aantal overschrijdingen

Omdat dompelmiddelen met thiofanaat-methyl per eind 2021 verboden zijn is de kans aanwezig dat middelen met pyraclostrobin vaker gebruikt gaan worden. Hierdoor bestaat het risico dat ze meer in het water terecht komen. Volgend jaar geven wij u een hier update over.

De meeste normoverschrijdingen betreffen toegelaten middelen
Het grootste deel van de normoverschrijdingen komt van stoffen die een toelating hebben of pas recent zijn verboden.

Er worden echter ook middelen gevonden die al enige tijd verboden zijn. Het betreft onder andere imidaclopid en methyl-pirimifos. Imidacloprid heeft wel een toepassing als biocide in onder andere vlooienbanden en vlooienspray voor honden. De kans dat de normoverschrijding niets met de bollenteelt te maken heeft, is groot.

Voor de verboden stof methyl-pirimifos is de kans wel aanwezig dat de normoverschrijding met de bollenteelt te maken heeft. Methyl-pirimifos werd gebruikt voor de bewaring van bollen. Deze stof is al enige tijd geleden verboden. Toch wordt het nog op één locatie normoverschrijdend gemeten in een behoorlijke piek (Figuur 4). Een mogelijkheid is dat het is uitgespoeld uit kisten die in de regen buiten hebben gestaan en via het erf in de sloot zijn gestroomd. Op de overige locaties wordt de stof niet aangetroffen.

  Figuur 5: De normoverschrijding van methyl-pirimifos op meetpunt ROP05308 (omcirkeld)

Doelen nog niet in zicht

Met het resultaat van 2022 kan worden geconcludeerd dat het grote aantal normoverschrijdingen van 2021 vooralsnog een uitschieter blijkt te zijn. Een mogelijke reden kan zijn dat 2021 een nat jaar was na twee droge jaren. 2022 was weer een droog jaar.

Uit de recente evaluatie van de metingen van alle waterschappen in Nederland blijkt dat de hoeveelheid gewasbeschermingsmiddelen in oppervlaktewater zorgelijk hoog blijft. De doelen die zijn opgesteld om de waterkwaliteit op orde te krijgen, zijn dan ook nog lang niet in zicht. Zie voor meer informatie ook https://www.h2owaternetwerk.nl/h2o-actueel/nog-veel-te-vaak-overschrijden-gewasbeschermingsmiddelen-kwaliteitsnorm-in-oppervlaktewater.

Wat kunnen we doen?

Rijnland snapt dat binnen het huidige systeem verduurzaming op een bedrijfseconomisch verantwoorde manier lastig is. Tegelijkertijd is te zien dat er middelen in het water komen, op het moment dat het toegepast wordt. Dit maakt dat er nog winst te behalen is tijdens het toepassen van middelen, maar ook in de manier hoe er wordt omgegaan met restvloeistoffen.

Het is daarom belangrijk om te beginnen met de dingen die wat makkelijker zijn. Zoals:

  • Restvloeistoffen uit de spuit en dompelvloeistof opvangen en verwerken in bijvoorbeeld een Biofilter, Phytobac of Heliosec.
  • Goede inrichting van het erf dat er zo veel mogelijk afspoeling van resten van gewasbeschermingsmiddelen te voorkomen.
  • Kies het juiste spuitmoment en gebruik driftreducerende doppen, zodat er zo min mogelijk via drift in het water komt.
  • Gebruik precisie onkruidbestrijdings- en spuittechniek.

Vraag via Landbouwportaal vrijblijvend een onafhankelijke coach aan die met je mee kan denken wat voor jou handige stappen zijn. Voor een aantal van bovenstaande maatregelen verleent Rijnland subsidie via het portaal.

Hyacinten-geteeld-in-sleuf-Bollencoaster-greenport

GreenportLIVE: Teeltsysteem hyacint op de schop

Achtergrond onderzoek

De problemen in de bloembollen zijn groot; vanuit de maatschappij wordt de druk om minder gewasbeschermings­middelen te gebruiken steeds groter en er is ook een roep om minder residu op de bollen. Aan de andere kant zien we steeds strengere kwaliteitseisen bij de export van de bollen en komen er steeds minder middelen beschikbaar. Om deze cirkel te doorbreken is een radicaal andere manier van telen nodig: een ‘systeemsprong’. In de huidige teeltsystemen worden ziekten en plagen telkens meegenomen in de vervolgteelt, omdat een deel van de oogst weer als uitgangsmateriaal voor de volgende teelt wordt gebruikt (‘cyclisch telen’). Bij de systeemsprong beginnen we met schoon uitgangsmateriaal, gaan dit versneld opkweken onder beschermde en optimale omstandigheden in kassen en tot slot telen we het buiten nog een jaar af tot een leverbare bol (éénrichtingsysteem).

POP3 Vitale teelt hyacint

Met dit POP3 project, dat speciaal met een aantal partners is opgezet om de teelt van hyacinten te verduurzamen, willen we een ommezwaai realiseren binnen de hyacintenteelt. Van een cyclische teelt naar een éénrichtingsysteem waarbij we schoon beginnen en de bollen schoon blijven. Als positief gevolg hopen we dat het middelengebruik fors daalt én de bodembelasting naar beneden gaat. Naast de verlaging van chemische middelen gebruik is door een meer precieze teelt ook waterbesparing en minder gebruik van bemesting een winstpunt. In vergelijking met de gangbare teelt zijn de geproduceerde bollen gezonder, beter van kwaliteit, bevatten ze nauwelijks nog residuen en hebben ze een minimale water-, carbon- en middelenfootprint.

Avond voor de sector

We zijn bijna aan het eind van het project POP3 Vitale teelt hyacint. In 2021 is het project gepresenteerd, nu is het tijd om de resultaten van de verschillende thema’s toe te lichten. Op dinsdag 4 april in de avond bij de Amsterdam Green Campus gaan we de ontwikkelingen langs en is er ruimte voor discussie over de verschillende aspecten die van belang zijn voor deze teeltsprong, zoals de economische kant, teelttechnische uitdagingen, weefselkweek, toetsingen en het werken met schoon uitgangsmateriaal.

Resultaten en bewustwording

Het onderzoek toont aan dat het ontwikkelen van een nieuw teeltsysteem een flinke uitdaging is en dat we er nog niet zijn. Duidelijk is wel dat bepaalde aspecten van de systeemsprong worden opgepikt door de sector. Meer bedrijven experimenteren met het opkweken van weefselkweek in kassen of in cellen met led verlichting. Opkweek van virusvrije holbollen gebeurt soms al in gaaskassen en opkweek van pluis in kisten met substraat. Kortom iedereen kijkt zelf welke aspecten van de systeemsprong haalbaar en toepasbaar zijn op hun eigen bedrijf. Dit zal dan ook het belangrijkste doel zijn van deze avond: kennis delen en elkaar stimuleren anders te kijken naar de teelt van hyacinten.

Visie

Deze systeemsprong past binnen de visie van de bloembollensector “Vitale teelt 2030”[1]. We werken toe naar een robuuste toekomstbestendige teelt en geven invulling aan de in april 2019 gepubliceerde Toekomstvisie Gewasbescherming 2030[2], de gezamenlijke visie van het ministerie van LNV en het georganiseerd landbouwbedrijfsleven.

Fianciering en uitvoering POP3 Vitale teelt hyacint

Dit project wordt uitgevoerd door Markglory (penvoerder), VOF P.C. van Saase &Zn, Kees van Haaster & Zn. B.V., Van Haaster Vijfhuizen, VOF Apeldoorn Bloembollen, VOF Th. A. Pennings en Zn, BQ Support BV, Iribov BV, Alb. Groot BV, KAVB en Wageningen University & Research. Zij doen dit financiële ondersteuning  vanuit de POP3 regeling van provincie Zuid-Holland, het Europese Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling en van Innovatiefonds Hagelunie. Greenport Duin- en Bollenstreek draagt bij in de vorm van kennisdeling.

Aanmelden

Meld je voor 30 maart aan via deze link.

[1] www.vitaleteelt.nl

[2] https://www.rijksoverheid.nl/binaries/rijksoverheid/documenten/rapporten/2019/04/16/toekomstvisie-gewasbescherming-2030-naar-weerbare-planten-en-teeltsystemen/19074533+bijlage.pdf

green_deal_ondertekening_10_maart_1

Green Deal: toekomstbestendige bedrijventerreinen

De ruim 3.000 bedrijventerreinen in Nederland vormen een belangrijk deel van het bebouwde oppervlak en passen in toenemende mate niet meer bij deze tijd. Op dit moment bestaat slechts 1% van de 100.000 hectare bedrijventerreinen in Nederland uit ‘natuurlijke elementen’. Bedrijventerreinen zijn daardoor gevoelig voor hittestress en wateroverlast bij heftige neerslag en daarmee voor schade aan gebouwen en wegen. Planten en bomen verkoelen, vangen water op en zuiveren de lucht. Daarnaast zorgt groen voor een betere (psychische) gezondheid van werknemers en liggen er grote kansen voor de biodiversiteit, die in ons land ernstig onder druk staat.

Gedeputeerde Willy de Zoete (Economie): “We zijn als provincie erg blij met deze Green Deal. Deze intentieverklaring sluit goed aan bij hoe wij als provincie ons willen inzetten voor toekomstbestendige bedrijventerreinen. Om een aantrekkelijk vestigingsklimaat te behouden, is een transitie nodig van reguliere bedrijventerreinen naar werklandschappen van de toekomst. Dit is niet alleen financieel noodzakelijk, maar ook vanuit brede welvaart essentieel voor de gezondheid van werknemers en de leefbaarheid op deze terreinen. Wat zou het mooi zijn om de ‘hete kooltjes in het Zuid-Hollandse landschap’ om te toveren tot plaatsen waar men graag werkt, langsfietst als recreant, of waar men in de lunchpauze met plezier een blokje om loopt.”

Nieuw normaal

Werklandschappen van de Toekomst werkt in negen jaar toe naar een ‘nieuw normaal’: groene, toekomstbestendige bedrijventerreinen door heel Nederland. Om dit te bereiken start een groot onderzoeksprogramma met vier zogenoemde ‘living labs’ en tien ambassadeursterreinen. Deze living labs zullen fungeren als proeftuinen. Hier wordt onderzoek gedaan naar bijvoorbeeld de koelende waarde van groene gevels en de combinatie van zonnepanelen en groene daken. Een gefaseerde en lerende aanpak leidt ertoe dat minimaal 1000 bedrijventerreinen stappen zetten richting toekomstbestendige ‘werklandschappen’.

Green Deal

Jelle de Jong van IVN Natuureducatie ondertekende de Green Deal namens Werklandschappen van de Toekomst. De Jong: ‘Door Green Deals te sluiten, worden provincies bondgenoot in onze missie. Als koploper krijgt Zuid-Holland cofinanciering voor aanpassingen op geselecteerde bedrijventerreinen en krijgt het vestigingsklimaat een positieve impuls. De provincie draagt bij door kennis te delen, passend beleid te maken en te investeren in verduurzaming van bedrijventerreinen. Fantastisch om zo’n toekomstgerichte provincie als Zuid-Holland aan boord te hebben!’

Over Werklandschappen van de Toekomst

Werklandschappen van de Toekomst is een brede beweging van partijen die met innovaties op diverse terreinen toewerken naar toekomstgerichte, groene, gezonde en klimaatbestendige bedrijventerreinen. Lees meer op: Werklandschappen van de Toekomst (ivn.nl)

Over de provincie

De provincie zorgt voor aantrekkelijke, goed functionerende en toekomstbestendige bedrijventerreinen voor werkgevers, werknemers en bedrijven. Zij combineert dit met andere grote maatschappelijke opgaven, zoals de energietransitie en klimaatadaptatie. Samen met haar partners draagt de provincie bij aan een aantrekkelijk vestigingsklimaat met bedrijventerreinen van duurzame kwaliteit waarbij het van groot belang is dat met meer groen een gezonde leef- en werkomgeving wordt gecreëerd.
Kijk voor meer informatie op: 7 tips: Bedrijventerreinen vergroenen.

Bezoek-NL-Space-Campus-ruimtevaartechnologie-greenport

Antwoorden vraagstukken sierteeltsector vanuit ruimtevaarttechnologie?

Uitdagingen in de sector

Het gesprek ging uitvoerig over bodemkwaliteit, gewasbescherming, monitoring van het gewas en biodiversiteit. Een goede balans tussen deze onderwerpen en de economische kant van het bollen telen is van belang. De experts gaven aan op een aantal van de uitdagingen aan kunnen haken met hun bedrijf. De technieken die zij hebben ontwikkeld voor de ruimtevaart kunnen ook (in de toekomst) voor de bollensector een rol spelen.

Na een uur sparren werd het duidelijk dat we elkaar vooruit kunnen helpen. De avond was eigenlijk te kort om duidelijke conclusies te trekken en eventuele vervolgstappen te nemen. Omdat dit zo’n interessante avond wordt er een vervolg aan gegeven.

Begrijpen als mens hoe plant en bodem werken en dit goed overbrengen op machines is een flinke uitdaging. Waar eerder mechanisering en automatisering vooral gericht waren op hogere opbrengsten en betere kwaliteit, gaan deze ontwikkelingen veelal over: schoner werken en telen met minder input.

  • Geert Hermans – pixelfarming robotics 
  • Daniel Spils and Hille Wichers – Soilspect 
  • Anne Bruinsma – Farmhack 
  • Ronald de Bruijn – Agrisim 
  • Jan Veerhuis – Albano Rice 
  • Tjebbe Will – Blue Turtles 
  • Warner Venstra – Quantified Sensor Technology 
  • Jeroen Verschore – Bioscope 
  • Souf El Khinifri – Spatiali.se
  • 2 mensen van Agrifoodtech Venture Studio
biodiversiteit-greenport-factscheet

Meer aandacht voor biodiversiteit in de Bollenstreek

Tijdens de workshop op 2 maart in Voorhout gingen een tiental bollentelers en onderzoekers van Living Lab B7 met elkaar in gesprek over maatregelen die telers nemen of kunnen nemen om biodiversiteit te bevorderen. De aanwezige telers doen al iets voor de biodiversiteit rond het erf en in het bollenveld, zoals het creëren van verblijfplaatsen voor vogels en vleermuizen en het aanleggen van een heg of bloemenstrook. Ook het gebruik van groenbemesters wordt veel toegepast, omdat dit de bodemgezondheid verbetert wat essentieel is voor het telen van bollen en planten. Maatregelen langs oeverranden en in sloten blijken minder populair. Een enkele teler doet bijvoorbeeld aan het ecologisch schonen van de sloot.

Maatregelen langs oevers

Ook al worden maatregelen langs oevers niet veel toegepast, deze worden samen met andere maatregelen langs perceelranden (bloemenranden, heggen) wel als meest kansrijk gezien voor de natuur en om in te passen in de bedrijfsvoering. Telers zien in dat maatregelen voor biodiversiteit een voorwaarde van de maatschappij is om door te kunnen gaan met telen. Daar hoort wel financiële compensatie tegenover te staan. De aanwezige telers benadrukken dat voor biodiversiteitsherstel ook inwoners en gemeenten moeten kijken hoe zij zelf hieraan kunnen bijdragen. Daarvoor vinden zij het belangrijk dat bollentelers, gemeenten, en inwoners regelmatig geïnformeerd en geïnspireerd worden over biodiversiteit in de streek. Living Lab B7 neemt de aanbevelingen uit de workshop mee in het verdere onderzoek en uitvoering van het programma.

Living Lab B7 is een consortium van de HAS Green Academy, het Nederlands Instituut voor Ecologie en de Radboud Universiteit. Samen met lokale partijen doet Living Lab B7 onderzoek naar teeltmaatregelen die biodiversiteit bevorderen, en biodiversiteitmonitoring in de Bollenstreek. Naast kennisontsluiting neemt Living Lab B7 ook een verbindende rol op zich tussen partijen die aan de slag willen met biodiversiteitsverbetering in de Bollenstreek. Meer weten over Living Lab B7, of zelf een idee voor biodiversiteitsverbetering? Kijk voor meer informatie en contactgegevens op www.livinglabb7.nl.