omgeving-duin-en-bollenstreek-omgevingsvisie-provincie-zuid-holland

Drie slimme satelliettoepassingen geselecteerd die biodiversiteit in landbouw bevorderen

Twaalf consortia namen deel aan de SBIR Satellietdata ten behoeve van Biodiversiteit in Nederland, thema: landbouw. De jury keek naar de beoogde impact, technische haalbaarheid en het economisch perspectief van de verschillende inzendingen. Ze koos drie consortia die de komende maanden, in opdracht van het NSO, hun idee verder kunnen uitwerken:

Beheer van bufferstroken

Bufferstroken zijn stroken grond op landbouwpercelen om de waterkwaliteit en biodiversiteit in agrarische gebieden te beschermen. Deze landschapselementen liggen langs de waterlopen rondom een perceel. Spectro-AI en Wageningen University & Research willen met BUFFERSAT de vitaliteitsverandering van zulke bufferstroken door activiteiten zoals bemesten, beweiden en bespuiten monitoren. Kan dit met satellietdata? En kun je met de gegevens die dit oplevert de NVWA helpen bij inspecties? Onder meer deze vragen worden beantwoord in het haalbaarheidsonderzoek.

Biodiversiteit in bufferstroken

NEO ontwikkelt samen met de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR) en BoerenNatuur een geavanceerde satelliettoepassing BUFRBIOD die gebruikmaakt van zowel drone- als satellietbeelden. Een slim algoritme onderzoekt in de beelden welke verschillende plantensoorten te vinden zijn in bufferzones. Hoe hoger de soortenrijkdom, hoe groter de biodiversiteit. De toepassing ondersteunt inspecties door de NVWA en helpt tegelijkertijd het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden en koepelorganisatie BoerenNatuur om de ontwikkeling van biodiversiteit te volgen.

Bodemdichtheid meten

Kun je de bodemdichtheid in minerale bodems meten met behulp van satellietdata? Die vraag staat centraal in het haalbaarheidsonderzoek van Agrimaco B.V. samen met MACH Technology, Spatialise en NMI. Met satellietdata is het al mogelijk gebleken om organische stof in de bodem te meten. De bodem organische stof zegt iets over de biodiversiteit, maar niet alles. Met de extra variabele bodemdichtheid – een belangrijke voorwaarde voor hogere (bodem) biodiversiteit – wordt het mogelijk om de gezondheid van de bodem nog nauwkeuriger te volgen.

De drie consortia onderzoeken tot eind augustus of hun toepassing haalbaar is. Daarna komt de jury opnieuw in actie. Zij kan twee van de drie voorstellen belonen met een opdracht voor de volgende fase van de SBIR-competitie: een prototype ontwikkelen en demonstreren.

Diverse SBIRs voor biodiversiteit

De Small Business Innovation Research (SBIR) regeling is een innovatie-competitie die ondernemers uitdaagt om nieuwe producten of diensten te ontwikkelen op basis van satellietgegevens.

Biodiversiteit is een breed onderwerp, waar verschillende overheden aan werken. Daarom zijn er SBIRs met verschillende subthema’s. De subthema’s natuur en landbouw werden in 2023 uitgeschreven. Later dit jaar volgt nog een SBIR biodiversiteit met als subthema water.

De financiële middelen hiervoor komen uit het nationaal flankerend ruimtevaartbeleid van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.

Bron: Space Office

demoveld-bollenstreek-greenport

Nieuwsbrief maart 2024

In de nieuwsbrief van maart 2024 vind je onder andere:

Lees de volledige nieuwsbrief gemakkelijk online.

Elke maand de nieuwsbrief in je mailbox? Meld je aan door op de homepage het formulier in te vullen.

eenden-waterkwaliteit-verbeteren-greenport-duin-en-bollenstreek

Laatste kans: gratis inleveren resten gewasbeschermingsmiddelen

Nieuwe fase: inzameling van gewasbeschermingsmiddelen

Sinds 2023 kunnen agrarische ondernemers in de open teelten, in de glastuinbouw en loonwerkers kosteloos omgespoelde, lege plastic cans (verpakkingen) van gewasverzoringsproducten inleveren. Eens per jaar worden deze verpakkingen ingezameld. Nu start de volgende fase van de STORL-regeling: de resten en restanten van gewasbeschermingsmiddelen worden nu ook ingezameld. Per adres kan er maximaal 50kg/liter ingeleverd worden. Dit gebeurt 1 keer per 2 jaar en zal dit jaar (2024) plaatsvinden. Het volgende moment is dus in 2026. 

Schoon oppervlaktewater

Het doel van de actie is dat er minder (resten van) gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlaktewater terechtkomen. Daarom ondersteunen de waterschappen deze inzamelingsacties.

Bron: Landbouwportaal Rijnland

Indy-Lexmond-en-Pim-van-Duuren-onderzoek-demoveld-HAS-greenport

Ontmoet Indy en Pim die onderzoek doen op demoveld

Indy en Pim zijn vol goede moed aan de slag gegaan met hun onderzoek, en onderzoeksplan, op het demoveld. Zij doen hier als tweede groep studenten onderzoek tot 1 juli 2024..
Hoe het zo komt dat zij voor een studie aan de HAS green academy hebben gekozen en voor dit onderzoek leggen ze graag zelf uit.

Vertel eens iets over jezelf en hoe je terecht bent gekomen bij deze opdracht?

“Ik ben Pim van Duuren, 21 jaar en student Toegepaste Biologie aan de HAS green academy in Den Bosch. Biologie vond ik het interessantste vak op de middelbare school, vandaar dat ik het ook ben gaan studeren. Nu aan het einde van mijn studie heb ik deze opdracht toegewezen gekregen als afstudeerproject.

Indy is de onderzoekspartner van Pim: “Ik ben Indy Lexmond, 22 jaar en ook vierdejaars toegepaste biologie student aan de HAS. Mijn interesse naar flora en fauna begon al op jonge leeftijd. Ik was altijd al heel onderzoekend en nieuwsgierig, en super geïnteresseerd naar hoe alles in de biologie samenwerkte. Door verschillende soorten stages te hebben gelopen ben ik erachter gekomen dat planten mij het meest interesseren, dit omdat er zoveel factoren meespelen en er nog zoveel te ontdekken valt. Ik hoop met deze opdracht dan ook een steentje bij te kunnen dragen aan een nieuwe vorm van telen. Omdat wij biologen in opleiding zijn kijken wij met een andere visie op de bollenteelt en kunnen onze ideeën van toegevoegde waarde zijn.  

Wat is relatie tot bollen/bloemen en biodiversiteit e/o natuurinclusief telen?

Pim: “Het zou mooi zijn als je bollen kan telen en tegelijkertijd de biodiversiteit op peil kan houden en daar gebruik van maken. Als je dat doet dan ben je natuurinclusief aan het telen. In de gangbare bollenteelt is er vaak geen tot weinig aandacht voor de biodiversiteit, dat is erg zonde. Op het moment dat de omgeving divers is in soorten dan is er vaak een natuurlijk antwoord op ziektes, plagen of extreme weersomstandigheden. Het gewas hoeft dus minder te vrezen voor deze bedreigingen.”

Indy: “Bollen vereisen veel aandacht omdat we streven naar een zo mooi mogelijk verkoopbare plant. Dit brengt velen zorgen met zich mee omdat er een hoge druk ligt op het fenotypen. De meeste schimmels, bacteriën en insecten zijn niet schadelijk voor de bollen, maar door het gebruik van chemische middelen gaan ook goede organismes dood. Dit is slecht voor het gewas omdat de meeste dingen zich vanzelf oplossen in de natuur. Door een gezonde bodem te creëren en dus ook bollen kan je veel van deze bedreigingen al elimineren. Met natuur inclusieve toevoeging zou je dit kunnen stimuleren om het optimale effect van de oplossingen uit de natuur te verkrijgen.” 

Wat vind je van het demoveld en wat gaan jullie precies onderzoeken?

Pim: “Ik vind het tof dat er een demoveld beschikbaar is en dat we dus buiten aan de slag kunnen gaan. Het feit dat het buiten is zorgt ervoor dat de bollen in eenzelfde soort omgeving staan als de bollen in het veld. Dat betekent dat de data/resultaten die uit dit onderzoek naar voren komen beter te vertalen zijn naar het “echte” veld. Want ze staan nu niet in een gecontroleerde omgeving vrij van alle invloeden die bollenvelden ervaren als ze geteeld worden.”

Indy: “Ik vind het goed dat ze een stuk land beschikbaar hebben gesteld om onderzoek op uit te voeren. Het is heel interessant om op het veld te zien wat de maatregelen voor effect hebben, omdat een lab proef niet altijd even goed werkt in de praktijk. We krijgen hier de mogelijkheid om dingen uit te proberen die de meeste telers niet op hun gewas durven toe te passen, natuurlijk begrijpelijk omdat dat hun inkomsten zou kunnen beïnvloeden. Het is ook erg interessant omdat dit een juiste weergave is van hoe het in het werkveld eraan toe gaat, heel representatief dus. 

Wij gaan op dit demoveld onderzoeken hoe je tulpenbollen kan telen zonder (al te veel) chemische bestrijdingsmiddelen te gebruiken. Zijn er andere manieren om de problemen op te lossen die chemische bestrijdingsmiddelen nu oplossen zonder een grote negatieve impact te hebben op de biodiversiteit. Denk hierbij aan het inzetten natuurlijke vijanden voor kleine organismen als luizen, het stimuleren het afweersysteem van de plant om ziektes te weren of het afdekken van de bodem met houtsnippers zodat onkruid minder de ruimte krijgt om te groeien. Hebben deze methodes dan ook een positieve impact op de biodiversiteit? Daarvoor gaan we a.d.h.v. verschillende soorten vallen bodem- en bovengronds leven vangen. Zo kunnen we zien of de biodiversiteit toeneemt.”

Wat valt je op aan de bevindingen van de voorgaande groep studenten?

Pim: “Al kijk je naar de 0-metingen die zijn gedaan dan zie je dat er een tekort in de bodem is voor veel elementen. Vaak verwacht je dat dat op peil is bij landbouwgronden.”

Indy: “Bij de 0-metingen die zijn uitgevoerd werden er muggenlarven gevonden nadat de bodem was geinundeerd. Dit had ik niet verwacht. Achteraf is het op zich logisch als er voor een langere periode water stil stond. Gelukkig kan het geen kwaad.”

Waarom zijn jullie veel op het veld en wat hopen jullie aan te treffen/mee te maken?

Pim: “Ik hoop een inkijk te krijgen in het werkveld, dat is natuurlijk nog grotendeels een onbekende wereld voor mij. Daarnaast hoop ik dat uit ons onderzoek zal blijken dat er potentie zit in het groener telen, dat alleen al met een vermindering van chemische middelen de biodiversiteit bevorderd wordt en tegelijkertijd de kwaliteit van de tulpen gewaarborgd blijft. Dat het onderzoek een positief signaal is naar de wereld dat het groener telen kan, want als toekomstig bioloog zie ik steeds meer het belang en de noodzaak dat er een omslag moet komen in de landbouw en dus ook in de bollenteelt.”

Indy: “Ik hoop veel nieuwe dingen te leren op gebied van telen, monitoren en communicatie. Ik heb hier nog weinig ervaring mee dus denk ik dat ik grote stappen kan maken. Voor het laatste geldt dat er veel partijen bij dit project betrokken zijn, dus juiste communicatie een must is. Ook zijn de monitoring methodes vrij nieuw voor ons en gaan we ons best doen om dit zo exact mogelijk te verwerken zodat het resultaat een juiste weergave is van de realiteit.”

derde-editie-future-bollenstreek-bij-tulip-experiencd-greenport

FUTURE lanceert derde editie tussen de tulpen

“We gaan deze editie ons nest verlaten. Watertoren Bollenstreek is vrijdag 3 mei niet de locatie waar we onze derde editie organiseren”, geeft Eva van der Kwast (Greenport Duin- en Bollenstreek) aan. Steffanie Wijnhout (Watertoren Bollenstreek) vult aan: “Deze locatie is Instagrammable en heeft genoeg ruimte voor nog meer Bollenstreekgenoten en dus verbindingen, dat staat als een paal boven water. We kijken er naar uit!”

Een speciale editie

De Tulip Experience is de ideale plek om mooie LinkedIn-foto’s te (laten) maken en Bollenstreekgenoten te ontmoeten. Ditmaal geen spreker maar een ander onderdeel waarmee de we de jongeren aan het denken willen zetten. Uiteraard zorgen we ook deze editie voor de inwendige mens met catering van Jef’s van Vliet Catering, zijn de eerste drankjes ‘on the house’ en is de entree gratis. Naast onze resident DJ van Ferocius komt een lokale artiest optreden.

FUTURE is inclusief

FUTURE is er voor iedereen, dus mag er geen financiële belemmering zijn. Vandaar dat wij ook blij zijn met Rabobank als partner. Op deze manier kunnen wij onze evenementen meer body geven en toegankelijk houden voor iedereen. Op deze manier dragen wij ons steentje bij aan brede welvaart in de regio, iets wat wij heel belangrijk vinden. 

Femke van Veen vult aan: “Om zo inclusief mogelijk te zijn werken wij met naamstickers waarop juist geen bedrijfsnaam is te zien. Het gaat er in eerste instantie om wie jij bent, daarna pas om wat je doet. Als je als werkzoekende bij FUTURE komt wil je niet ‘opvallen’ omdat jij geen bedrijfsnaam op je naamsticker hebt staan.”

Meld je aan

De volgende editie vindt plaats op vrijdag 3 mei. Als deelnemer van FUTURE Bollenstreek weet je zeker dat je naar huis gaat met nieuwe contacten en inzichten, een glimlach op je gezicht en in dit geval vast een bruikbare LinkedIn-foto. Meld je aan en ontmoet elkaar tussen de tulpen: www.futurebollenstreek.nl

FUTURE Bollenstreek

Met de FUTURE evenementen wil Team FUTURE jongeren in de Duin- en Bollenstreek connecten. Connecten met elkaar – of je nu zzp’er bent, mensen in dienst hebt, een baan zoekt of juist in loondienst bent – en met de omgeving waar je woont en werkt. De Duin- en Bollenstreek heeft veel te bieden (werk, recreatie en wonen) én de jongeren die daar wonen hebben dat ook. Deze twee werelden met elkaar verbinden, weten wat je kunt halen én brengen is de sleutel tot succes en een stevig fundament voor de FUTURE van de Duin- en Bollenstreek. 

Partners FUTURE Bollenstreek 

AW Groep, Watertoren Bollenstreek en Greenport Duin- en Bollenstreek zijn initiatiefnemers van FUTURE Bollenstreek. Rabobank is sinds kort ook partner. Dat geeft veel vertrouwen. Ook partner worden en  bijdragen aan FUTURE? Laat het ons weten! 

Allan-Visser-Theo-AI-robot-ziekzoeken-greenport

Ziekzoekrobot Theo gaat ‘de hele wereld over’

De computergestuurde ziekzoeker rijdt ook bij Allan Visser door de velden (net als op 64 andere plekken in Nederland). De robot die zieke tulpen opspoort vervangt de ziekzoekers die vroeger handmatig de ziekten opspoorden in de tulpenvelden. Voorheen deed Theo dat bij WAM Pennings, na zijn pensionering kwam de robot om zijn werk te vervangen. De robot kreeg dan ook de naam ‘Theo’.

Ziekzoeken, waarom?

In een tulpenveld zit altijd een paar procent zieke tulpen die eruit gehaald moet worden. Het virus remt de groei en ontwikkeling van planten af, waardoor kleinere en zwakkere bloemen ontstaan. Het verzwakt ook de bol zelf, waardoor ze uiteindelijk niet meer kunnen bloeien.

Robot Theo kan de hele dag, én nacht, aan de gang op het veld. Dit doet hij vijf tot zes weken per jaar, 24 uur per dag. Hij rolt op rupsbanden met zo’n 1 km per uur over het veld. Met vier camera’s maakt hij duizenden foto’s van de – in dit geval – ‘goudstuk’ tulpen en beoordeelt aan de hand van een AI-model of de tulp ziek is of niet. Indien ziek dan geeft het achterste deel van de robot uiteindelijk een injectie met behandelvloeistof om verdere verspreiding te voorkomen.

Medewerker van de toekomst?

Theo is niet alleen de medewerker van de toekomst maar ook van het heden als het gaat om ‘ziekzoeken’. Echte ‘ziekzoekers’ zijn schaars en daarbij – laat Allan weten – mist de robot geen enkele bloem. Dit tweede jaar scoort de robot bijna 100% van wat een mens kan. Na dit jaar is hij beter dan de mens. De aanschaf van Theo was niet mals, want met zo’n 185.000 euro is hij net zo veel waard als een hele snelle sportauto.

Theo in actie

In de video zie je Theo in actie als hij met 1 km per uur door het veld op zoek gaat naar de ziekte tulpen.

Lees/Bekijk ook: