Robert-de-Groot-in-de-spiegel-greenport-duin-en-bollenstreek

In de Spiegel: Robert de Groot

Als je kijkt in de spiegel, wat voor ondernemer zie je dan?

Ik ben een ambitieuze ondernemer, meestal vanuit het oogpunt om zaken te verbeteren of makkelijker te maken. We staan in ons bedrijf nooit stil.  

Wat is je core business? 

Ik kweek Alchemilla, ook wel vrouwenmantel genoemd. Het is een typische boeketvuller. De Alchemilla maakt andere bloemen mooier. Van nature bloeit de Alchemilla in juni, maar ik kweek het al geruime tijd bijna jaarrond. De teelt starten we buiten. De laatste fase van afrijpen gebeurt binnen met behulp van een rolkas. Dit ter bescherming van de weersinvloeden. 

Broeien op water, is dat gangbaar voor Alchemilla?  

Ik vind het een goede ontwikkeling. Het is bovendien een prima manier van vrucht wisselen. De helft van mijn productie teel ik inmiddels op water. Ik ben ermee gestart doordat ik meedeed aan een onderzoek van Proeftuin Zwaagdijk. Ook werk ik met rolkassen en spaarlampen waardoor ik de groei van mijn planten kan remmen of juist stimuleren. Het maakt mijn bedrijf zeer flexibel. De handel weet inmiddels dat ik altijd Alchemilla kan leveren. 

Je bent aangesloten bij Summerflowers, waarom?

Op www.summerflowers.nl vind je informatie over het aanbod van zomerbloemen. De handel kan zich zo goed oriënteren op wat er wanneer beschikbaar is. Op de website https://www.summerflowers.nl/ staan zomerbloemen van kwekers waarvan sommige soorten misschien maar drie weken op de markt zijn. Ik heb het hele jaar Alchemilla aanbod en kan dat via Summerflowers dus laten zien. Zo ben ik continu in beeld.  

Hoe heb je de coronacrisis tot nu toe ervaren? 

Het was geen fijne periode, het zag er direct heel slecht uit. Maar het is mij tot nu toe meegevallen. Wij zijn direct op de rem gaan staan. Net als andere kwekers konden we slechts een gedeelte van onze afzet kwijt op de veiling. Daardoor gingen bij mij in de kas direct de lampen en de kachels uit en de luchting open. Hiermee probeerde ik de teelt zoveel mogelijk af te remmen. Ook heb ik meteen de nieuwbouwplannen stopgezet. Gelukkig kreeg ik redelijk snel weer vertrouwen op herstel. Natuurlijk zijn we omzet misgelopen, maar bij mij is de schade redelijk beperkt gebleven. Daarom hebben we inmiddels de nieuwe schuur toch laten bouwen. Hiermee kan ik alle planten in eigen beheer koelen en vriezen. Dit biedt mij nog meer flexibiliteit. Inmiddels lijkt de handel het weer goed op te pakken. Hopelijk blijft dit zo.  

Wat zijn je mooiste werkmomenten? 

In de zomer ’s ochtends vroeg als alles nog lekker rustig, fris en koel is. De natuur wakker zien worden is prachtig en beschouw ik als één van de voordelen van mijn werk. Maar ook als ik door de velden loop en alles lijkt te lukken en te kloppen. Mijn vader zei op dat soort momenten altijd over de groeiende gewassen: “Je hoort ze brullen”. Dat is mooi.
Ook is het mooi als ik ’s avonds afsluit en alles weer rustig wordt. Ik ben niet jaloers op mensen die de hele dag op kantoor zitten.  

Waar ben je het meest trots op? 

Op mijn gezin. We hebben vier zoons in de leeftijd van 7 t/m 17 jaar. Er is bij ons altijd reuring en dynamiek. De oudste zoon toont veel interesse in het bedrijf en is inmiddels gestart aan de tuinbouwschool. Of hij het bedrijf over wil gaan nemen is aan hem en de andere jongens. Ik reken nergens op. De tijd zal het leren.  

Waar kunnen we je ’s nachts voor wakker maken?  

Als je me wakker maakt omdat ik de Elfstedentocht mag gaan rijden, dan spring ik meteen uit mijn bed. Ik zou hem nog heel graag eens willen rijden. De alternatieve tocht heb ik al eens op de Weissensee gereden, wie weet gaat het ooit nog eens in Friesland gebeuren! 

Wat moet er anders in de bloemensector, volgens jou? 

Ik denk dat de bloemensector heel goed bezig is. Veel bedrijven werken al lange tijd aan verduurzaming. Ik ken niemand die dit niet wil. Er zijn zoveel mooie initiatieven. Ook ik draag mijn steentje bij. Ik ben ook blij te zien dat er een kanteling plaatsvindt wat betreft de sympathie richting agrariërs. Het publiek ziet ons echt niet alleen maar als vervuilers. Dat moeten we onszelf dus ook niet wijsmaken.  

Duurzaamheid-klimaatneutraal-greenport-duin-en-bollenstreek

GreenportLIVE: Een energieke Greenport

Samenwerken om de energietransitie in de Duin- en Bollenstreek te realiseren. Dinsdagavond 23 juni 2020 spraken Karin Hoekstra, verantwoordelijk bestuurder namens de regio, en Andries Middag, programmamanager van de Greenport hierover in GreenportLIVE. Onder leiding van interviewer Ard Zandbergen van Bollenstreek Omroep was er voor het eerst sinds maanden weer een klein gezelschap bij elkaar in de studio van RTV Katwijk. Op het programma stond een Energieke Greenport, over de energietransitie in de Duin- en Bollenstreek. Waar liggen de kansen en wat zijn de bedreigingen. Naast Andries en Karin waren ook Alfred Pop van het Cultuur Historisch Genootschap en Koos Burgmeijer van EE Care te gast.

Een regionale energie strategie (RES), wat is dat?

De uitzending begint met een introductievideo waarin uit wordt gelegd wat een RES is. Karin Hoekstra legt vervolgens uit dat in heel Nederland 35 terra watt uur energie duurzaam moet worden opgewekt. Daarvan zegt de regio (in dit geval Holland Rijnland – 13 gemeenten) 1 terra watt te kunnen realiseren. Dat doen die gemeenten samen met Aliander, Hoogheemraadschap van Rijnland en de provincie Zuid-Holland. Dit kan de regio al in 2030 gerealiseerd hebben. Vervolgens is de ambitie om (bijna) energieneutraal te zijn in 2050.

Oplossingen ook op bollengrond?

Een flinke uitdaging waaraan gemeenten, inwoners en bedrijven moeten samenwerken. Als eerste wordt onderzocht hoe we energie kunnen besparen. Want wat we niet gebruiken, hoeven we ook niet op te wekken. En als het gaat over warmte, onderzoeken we hoe we alle woningen van het gas af krijgen. Denk aan geothermie – wat rond Noordwijk zeer kansrijk is – of aquathermie uit de Ringvaart of Kagerplassen. Of de verwarming door restwarmte uit Rotterdam – bereik tot Katwijk. En gaat het over energie opwekken, dan komen windturbines of zonnepanelen in beeld. Dat opwekken zou kunnen langs de bestaande infrastructuur (N11 of A44) en misschien ook op bollenvelden… Maar wat vinden wij in de streek acceptabel, daar moet het gesprek de komende tijd over gaan.

De bijdrage van de Greenport

Andries overhandigt Karin Hoekstra een startnotitie van de Greenport. Daarin staat hoe de Greenport denkt bij te dragen aan de opgave die de streek heeft. In ons aanvalsplan praten wij over een ambitie om bedrijven uit de Greenport energieneutraal te hebben in 2040. Bedrijven die veel energie verbruiken zijn al volop in de weer om daken vol met zonnepanelen te leggen. Maar hoe kunnen wij die daken nog beter benutten? Wellicht inzetten om de omgeving van energie te voorzien? Maar ook het centraliseren van voorzieningen kan winst opleveren; zoals voor opslag of drogen van bollen. Daar is veel winst te behalen. Maatschappelijk gezien gaat de discussie over behoud van het open landschap; dat is ook de basis van ons teeltsysteem. Maar willen we dat behouden, zullen wij ook oplossingen voor het energieverbruik moeten leveren. Boerderijmolens zijn daar wat ons betreft ook geschikt voor. Vanaf augustus gaan wij dat nadrukkelijker onderzoeken, qua draagvlak, kansen en wie mee wil doen. Ook de zien wij kansen voor bollenafval als energieopwekker in biomassavergisting. Puur het opwaarderen van afval. Wij zijn al sinds 1990 bezig met dit thema, dus 2040 moet ons wel gaan lukken!

Een inspiratievideo laat zien hoe zo’n boerderijmolen zich verhoudt tot het landschap en de boerderij en wat zo’n molen eigenlijk oplevert.

Bescherming van het bollenlandschap

Aan tafel schuift Alfred Pop van het cultuurhistorisch genootschap. Hij maakt zich sterkt voor het behoud van het unieke landschap en zegt een keihard ‘nee’ tegen zonneweides en windturbines. Hij noemt de ISG als afsprakenkader dat het landschap open moet blijven. Als alternatief benoemt hij de onbenutte bedrijfsdaken.
Bij veel bedrijven liggen al panelen op het dak. Zo ook bij Moolenaar in Voorhout. In deze video is te zien hoe dit bedrijf stap voor stap naar energieneutraliteit groeit.

Is het eenvoudig om te verduurzamen?

Als laatste gast schuift Koos Burgmeijer van EE Care aan. Zij adviseren veel bedrijven hoe zij stap voor stap de energietransitie door kunnen maken. Als eerste stap benoemt Koos het kijken naar wat er eigenlijk wordt verbruikt. Precies wat in de RES ook staat. Want wat je niet verbruikt, hoef je ook niet op te wekken. Je begint nooit met zonne-energie. Dat is maar één van de stappen in het totale proces. Als ondernemer is het rendement en de investering natuurlijk ook een belangrijke factor. Maar Koos geeft aan dat de bedrijven ook echt intrinsieke CO2 doelstellingen hebben. En dat er nog veel daken leeg zijn, is niet zomaar in te vullen met zonnepanelen. Een dak moet geschikt gemaakt worden, oude dakbedekking vervangen, de bouwkundige constructie aangepast en dan heeft de verzekering ook nog een stem in het geheel. Voor alle stappen zijn wel verschillende potjes met goud te vinden, die helpen om de realisatie dichterbij te brengen. Samen optrekken, een financieel duwtje in de rug en wat houdt je dan nog tegen om het te realiseren?

Duurzaamheid-klimaatneutraal-greenport-duin-en-bollenstreek

GreenportLIVE 23 juni 2020 Een energieke Greenport

De ambitie is groot: de Greenport Duin- en Bollenstreek functioneert klimaatneutraal in 2040! Wat je daar allemaal voor moet doen, dat vertellen een aantal bekende en minder bekende experts tijdens onze – nog steeds digitale – GreenportLIVE op dinsdag 23 juni om 20.00 uur via BO Omroep.

Alle informatie over de onderwerpen en sprekers vind je hier.

Bekijk alle andere events in onze agenda.

In-de-Spiegel-Adri-Bom-Lemstra-greenport-duin-en-bollenstreek

In de Spiegel: Adri Bom-Lemstra

Als u in de spiegel kijkt, wat voor soort bestuurder ziet u dan?

Dat vind ik lastig. Maar ik denk dat anderen zullen zeggen dat ik een verbindende bestuurder ben die graag denkt in mogelijkheden. Het gaat bij mij vooral om de inhoud. Mijn fijnste werkmomenten zijn de momenten dat ik met verschillende partijen samenwerk aan gemeenschappelijke doelen. Samen zoeken naar oplossingen die voor iedereen goed zijn.

Wat is uw core business? Wat doet een gedeputeerde zoal?

Je kunt de Commissaris van de Koning en Gedeputeerden Staten het beste vergelijken met een Burgemeester en Wethouders. B&W vormt het dagelijks bestuur van de gemeente en wij vormen het dagelijks bestuur van de provincie. Mijn portefeuille bestaat uit Land- en tuinbouw, Economie en innovatie en Gezond en veilig Zuid-Holland. Ook ben ik voorzitter van Greenport West-Holland én Greenports Nederland, en ook nauw betrokken bij Greenports Aalsmeer, Boskoop en Duin- en Bollenstreek. De tuinbouw is een geweldige sector met een verscheidenheid aan grote en kleine bedrijven en prachtige producten. Nederland exporteert enorm veel greenportproducten naar de hele wereld. Denk aan voeding, bloemen en bollen, maar zeker ook kennis. Onze tuinbouwsector brengt innovaties voort die de wereld over gaan. In het dagelijks leven overleg ik veel met overheden, organisaties en bedrijven. Daarnaast ga ik graag op werkbezoek. Daar krijg ik altijd energie van. Ik hoor dan uit de eerste hand van ondernemers wat er speelt, wat er leeft en hoe wij daar als overheid op in kunnen spelen.

Hoe heeft u de coronacrisis tot nu toe ervaren, als voorzitter van Greenports Nederland?

Ik heb de eerste weken van de coronacrisis met pijn in mijn hart gezien wat de impact was op bedrijven in de land- en tuinbouw. Ik was bijvoorbeeld op bezoek in het Westland bij een ondernemer in kleine kiemgroenten. Dit zijn kleine delicate groenten die vooral in de horeca worden gebruikt. De vraag was compleet weggevallen en hij moest al zijn producten weggooien. Zo de bak in. Ook heb ik de impact gezien op de sierteelt. En ook dat ging mij aan het hart. Ik realiseer mij op dat soort momenten maar al te goed dat mijn salaris gewoon door wordt betaald en risicodragende ondernemers een moeilijke periode doormaken. Ik heb mij dus net als veel andere Nederlanders blauw gekocht aan boeketten, tulpen, tuinplanten en meer. Die creativiteit en saamhorigheid vond ik heel bijzonder. Daarnaast maakte ik deel uit van de crisisorganisatie voor de tuinbouw. We hebben ons daar hard gemaakt voor het steunpakket van de overheid. Dat is er ook gekomen.

Is er hoop voor spoedig herstel?

Dat is een vraag die niet alleen greenportondernemers zich moet stellen. Het is een vraag voor de hele samenleving. Dit is wat mij betreft namelijk ook een moment van bezinning, herijken en bijstellen. Iedereen kan zichzelf afvragen: ben ik nog op de juiste weg? Krabbel ik weer op en ga ik op dezelfde manier verder? Of ga ik het momentum aangrijpen om zaken anders te doen? Daarnaast blijven we vanuit de crisisorganisatie tuinbouw doen wat nodig is. We hebben hierover een enquête uitgestuurd naar 6000 adressen. Wij willen zo goed mogelijk inzicht krijgen welke steun er nodig is. Alles is erop gericht om zo snel mogelijk weer een bloeiende greenport te hebben. Hier en daar zijn er al lichtpunten en tekenen van herstel. Dat geeft absoluut veel hoop.

Waar bent u trots op?

Ik ben trots op hoe de sector zich tijdens de crisis snel heeft georganiseerd. Als ik zie hoe wij afgelopen weken keihard en gezamenlijk geknokt hebben voor steun, dan concludeer ik dat we het erg goed gedaan hebben. Wij hebben met elkaar een steunfonds van 600 miljoen euro bij elkaar gebokst. Wij hadden met Greenports Nederland al een stevig fundament vóór de crisis, dat is nu nog sterker geworden. Greenports Nederland werkt nauw samen met de overheid, het bedrijfsleven en kennisinstellingen, de zogenaamde triple helix.

Waar mogen wij u ’s nachts voor wakker maken?

Je mag mij voor vrijwel alles wakker maken. Ik doe daar nooit zo moeilijk over. Ik ga er vanuit dat mensen zelf wel kunnen inschatten of het echt nodig is. Sowieso natuurlijk als er iets met mijn kinderen is. Ik heb een geweldige baan waarmee ik 60 tot 80 uur per week gepassioneerd bezig ben. Maar ik heb ook vijf kinderen waarvan de jongste twee nog thuis wonen. Toen de kinderen klein waren had deze baan niet gepast. Nu ze ouder zijn is er weer ruimte voor mijn werk. De lockdown-periode zorgde voor onverwachts meer gezinstijd. Allemaal thuis aan het werk, overdag achter de computer en ‘s avonds samen eten. De crisis heeft ook mooie dingen gebracht.

In de Spiegel: Piet Arie Rustenburg

Als je in de spiegel kijkt, wat voor soort ondernemer zie je dan?

Ik was vroeger, zo’n twintig jaar geleden, een tuinbouw ondernemer in Andijk. Ik had een bedrijf in bollen, bloemen en zaden. Daarna ben ik gaan werken bij Syngenta in Enkhuizen, een grote multinational in groente- en bloemenzaden. Inmiddels ben ik gepensioneerd. Ik ben nu vrijwilliger bij de Tuinbouw Battle in Noord Holland. Ik kom al vijf jaar als ‘tulpenexpert’ op veel basisscholen. In de spiegel zie ik vooral een gepassioneerde vrijwilliger.

De Tuinbouw Battle wat is dat?

Bij de Tuinbouw Battle nemen kinderen op basisscholen een kijkje in de tulpenteelt. Kinderen gaan zelf tulpen broeien. Vanuit de Greenport Noord Holland Noord worden scholen voorzien van teeltkarren. Kinderen uit groep 7 en 8 verzorgen de bollen in het eigen klaslokaal. Dit duurt ongeveer drie weken. Daarna mogen de kinderen de tulpen verkopen. Per seizoen doen 35 scholen mee. De battle vindt ieder jaar plaats van oktober tot en met april. Meestal brengt de klas tijdens het project ook een bezoek aan een tuinbouw bedrijf. Op deze manier maken kinderen al in een vroeg stadium kennis met het mooie werk van de tuinbouw.

Wat is doe jij dan precies?

Ik begeleid de scholen. Ik breng de teeltkarren naar de scholen, geef de kinderen uitleg over tulpenteelt en ik kom tussendoor een paar keer langs om te zien hoe het gaat. Dan geef ik ze tips en vertel ik hen een en ander over de tulpenteelt. Ik ben voor de kinderen meneer Rustenburg, de tulpenexpert. Op elke school gaat het anders. Het succes hangt vaak samen met het enthousiasme van de leraar. Voor kinderen is het een geweldige ervaring om iets te zien groeien en het vervolgens ook te mogen verkopen. Per school worden er 440 bollen aangeleverd. Ik zeg altijd tegen de kinderen: als je het goed doet, heb je straks 90% verkoopbare tulpen. De prijs en een verkoopplan maken de leerlingen zelf, zo leren ze ook al jong om geld te verdienen. Sommige klassen houden een tulpenveiling en andere klassen verkopen de tulpen van deur tot deur. Wat er met de opbrengst gebeurt bedenken de kinderen ook zelf. Soms gaat het naar een goed doel of wordt het bijvoorbeeld gebruikt voor het eindfeest van groep 8.

Wat kunnen wij van jou leren?

Bij de Tuinbouw Battle is het belangrijk dat er een duidelijk draaiboek ligt en een werkbare planning. Wij hebben hier vijf teeltkaren laten maken die in één seizoen achtereenvolgens bij 35 scholen worden geplaatst. Wij plannen altijd een centrale verhuisdag in waarbij we met een busje per ronde vijf nieuwe scholen bevoorraden met een kar en bollen. We vinden het ook prettig dat we de bollen elke keer bij dezelfde ondernemers kunnen halen. Bij ons is dat Horizon Flowers in Zwaagdijk of Niels Kreuk in Andijk. Als we afhankelijk zijn van gulle gevers per gemeente, kost het teveel tijd om iedereen daarvoor te benaderen.

Is het in De Noord heel anders qua bollenteelt?

Met ‘de Noord’ bedoelen de telers uit ‘de Zuid’ het Noorden van Noord Holland, zoals Breezand en de Zijpe. In deze regio worden, net als in de Bollenstreek, bollen geteeld, gepeld en geteld. Als klein jongetje ging ik vroeger weleens mee met de vrachtwagenchauffeur Bultsma om rieten manden met dikke bollen af te leveren in ‘De Zuid’, want zo noemden wij toen al de Bollenstreek. In de Zuid zaten de grote exporteurs, de HobaHo en CNB. Dan gingen we ’s morgens heel vroeg weg, want we moesten soms wel 15 adressen af. Dat waren lange, maar mooie dagjes uit. Ik woon nu zelf in Enkhuizen, dat is niet in de Noord maar in West Friesland. In deze regio worden vooral veel tulpenbloemen geteeld in tulpenbroeierijen. Dit levert veel snijtulp productie op.

Waarom moeten wij in de Bollenstreek ook een Tuinbouw Battle gaan organiseren?

Bij ons is het een groot succes. Het project laat kinderen op spelenderwijs zien hoe mooi tuinbouw is. Ik hoor moeders weleens tegen kinderen zeggen: ga maar niet in de tuinbouw werken, daar krijg je vieze handen van. Maar de kinderen en daardoor ook hun ouders, zien via de Tuinbouw Battle hoe groots en modern de tuinbouwsector is. En je krijgt er ook niet per se vieze handen van. Er komt veel meer bij kijken dan wroeten in de aarde. Kinderen nemen een kijkje in moderne en grote bedrijven met veel innovatie en technologie. En zo ontstaat een andere blik op de agrarische sector. Een investering in de toekomst dus. En dat is precies de reden waarom de Greenport Noord Holland Noord dit heeft opgezet.