Leonie Hogervorst van Gebr. Hogervorst startte in de coronatijd een drive-through om bollen op pot langs de weg te verkopen. Maar mag je zomaar vanaf je erf verkopen? Natalie van Hattum van de HLT-gemeenten legt uit wat kan en wat niet.

Leonie Hogervorst van Gebr. Hogervorst startte in de coronatijd een drive-through om bollen op pot langs de weg te verkopen. Maar mag je zomaar vanaf je erf verkopen? Natalie van Hattum van de HLT-gemeenten legt uit wat kan en wat niet.
De ambitie is groot: de Greenport Duin- en Bollenstreek functioneert klimaatneutraal in 2040! Wat je daar allemaal voor moet doen, dat vertellen een aantal bekende en minder bekende experts tijdens onze – nog steeds digitale – GreenportLIVE op dinsdag 23 juni om 20.00 uur via BO Omroep.
Alle informatie over de onderwerpen en sprekers vind je hier.
Bekijk alle andere events in onze agenda.
Dat vind ik lastig. Maar ik denk dat anderen zullen zeggen dat ik een verbindende bestuurder ben die graag denkt in mogelijkheden. Het gaat bij mij vooral om de inhoud. Mijn fijnste werkmomenten zijn de momenten dat ik met verschillende partijen samenwerk aan gemeenschappelijke doelen. Samen zoeken naar oplossingen die voor iedereen goed zijn.
Je kunt de Commissaris van de Koning en Gedeputeerden Staten het beste vergelijken met een Burgemeester en Wethouders. B&W vormt het dagelijks bestuur van de gemeente en wij vormen het dagelijks bestuur van de provincie. Mijn portefeuille bestaat uit Land- en tuinbouw, Economie en innovatie en Gezond en veilig Zuid-Holland. Ook ben ik voorzitter van Greenport West-Holland én Greenports Nederland, en ook nauw betrokken bij Greenports Aalsmeer, Boskoop en Duin- en Bollenstreek. De tuinbouw is een geweldige sector met een verscheidenheid aan grote en kleine bedrijven en prachtige producten. Nederland exporteert enorm veel greenportproducten naar de hele wereld. Denk aan voeding, bloemen en bollen, maar zeker ook kennis. Onze tuinbouwsector brengt innovaties voort die de wereld over gaan. In het dagelijks leven overleg ik veel met overheden, organisaties en bedrijven. Daarnaast ga ik graag op werkbezoek. Daar krijg ik altijd energie van. Ik hoor dan uit de eerste hand van ondernemers wat er speelt, wat er leeft en hoe wij daar als overheid op in kunnen spelen.
Ik heb de eerste weken van de coronacrisis met pijn in mijn hart gezien wat de impact was op bedrijven in de land- en tuinbouw. Ik was bijvoorbeeld op bezoek in het Westland bij een ondernemer in kleine kiemgroenten. Dit zijn kleine delicate groenten die vooral in de horeca worden gebruikt. De vraag was compleet weggevallen en hij moest al zijn producten weggooien. Zo de bak in. Ook heb ik de impact gezien op de sierteelt. En ook dat ging mij aan het hart. Ik realiseer mij op dat soort momenten maar al te goed dat mijn salaris gewoon door wordt betaald en risicodragende ondernemers een moeilijke periode doormaken. Ik heb mij dus net als veel andere Nederlanders blauw gekocht aan boeketten, tulpen, tuinplanten en meer. Die creativiteit en saamhorigheid vond ik heel bijzonder. Daarnaast maakte ik deel uit van de crisisorganisatie voor de tuinbouw. We hebben ons daar hard gemaakt voor het steunpakket van de overheid. Dat is er ook gekomen.
Dat is een vraag die niet alleen greenportondernemers zich moet stellen. Het is een vraag voor de hele samenleving. Dit is wat mij betreft namelijk ook een moment van bezinning, herijken en bijstellen. Iedereen kan zichzelf afvragen: ben ik nog op de juiste weg? Krabbel ik weer op en ga ik op dezelfde manier verder? Of ga ik het momentum aangrijpen om zaken anders te doen? Daarnaast blijven we vanuit de crisisorganisatie tuinbouw doen wat nodig is. We hebben hierover een enquête uitgestuurd naar 6000 adressen. Wij willen zo goed mogelijk inzicht krijgen welke steun er nodig is. Alles is erop gericht om zo snel mogelijk weer een bloeiende greenport te hebben. Hier en daar zijn er al lichtpunten en tekenen van herstel. Dat geeft absoluut veel hoop.
Ik ben trots op hoe de sector zich tijdens de crisis snel heeft georganiseerd. Als ik zie hoe wij afgelopen weken keihard en gezamenlijk geknokt hebben voor steun, dan concludeer ik dat we het erg goed gedaan hebben. Wij hebben met elkaar een steunfonds van 600 miljoen euro bij elkaar gebokst. Wij hadden met Greenports Nederland al een stevig fundament vóór de crisis, dat is nu nog sterker geworden. Greenports Nederland werkt nauw samen met de overheid, het bedrijfsleven en kennisinstellingen, de zogenaamde triple helix.
Je mag mij voor vrijwel alles wakker maken. Ik doe daar nooit zo moeilijk over. Ik ga er vanuit dat mensen zelf wel kunnen inschatten of het echt nodig is. Sowieso natuurlijk als er iets met mijn kinderen is. Ik heb een geweldige baan waarmee ik 60 tot 80 uur per week gepassioneerd bezig ben. Maar ik heb ook vijf kinderen waarvan de jongste twee nog thuis wonen. Toen de kinderen klein waren had deze baan niet gepast. Nu ze ouder zijn is er weer ruimte voor mijn werk. De lockdown-periode zorgde voor onverwachts meer gezinstijd. Allemaal thuis aan het werk, overdag achter de computer en ‘s avonds samen eten. De crisis heeft ook mooie dingen gebracht.
Ik was vroeger, zo’n twintig jaar geleden, een tuinbouw ondernemer in Andijk. Ik had een bedrijf in bollen, bloemen en zaden. Daarna ben ik gaan werken bij Syngenta in Enkhuizen, een grote multinational in groente- en bloemenzaden. Inmiddels ben ik gepensioneerd. Ik ben nu vrijwilliger bij de Tuinbouw Battle in Noord Holland. Ik kom al vijf jaar als ‘tulpenexpert’ op veel basisscholen. In de spiegel zie ik vooral een gepassioneerde vrijwilliger.
Bij de Tuinbouw Battle nemen kinderen op basisscholen een kijkje in de tulpenteelt. Kinderen gaan zelf tulpen broeien. Vanuit de Greenport Noord Holland Noord worden scholen voorzien van teeltkarren. Kinderen uit groep 7 en 8 verzorgen de bollen in het eigen klaslokaal. Dit duurt ongeveer drie weken. Daarna mogen de kinderen de tulpen verkopen. Per seizoen doen 35 scholen mee. De battle vindt ieder jaar plaats van oktober tot en met april. Meestal brengt de klas tijdens het project ook een bezoek aan een tuinbouw bedrijf. Op deze manier maken kinderen al in een vroeg stadium kennis met het mooie werk van de tuinbouw.
Ik begeleid de scholen. Ik breng de teeltkarren naar de scholen, geef de kinderen uitleg over tulpenteelt en ik kom tussendoor een paar keer langs om te zien hoe het gaat. Dan geef ik ze tips en vertel ik hen een en ander over de tulpenteelt. Ik ben voor de kinderen meneer Rustenburg, de tulpenexpert. Op elke school gaat het anders. Het succes hangt vaak samen met het enthousiasme van de leraar. Voor kinderen is het een geweldige ervaring om iets te zien groeien en het vervolgens ook te mogen verkopen. Per school worden er 440 bollen aangeleverd. Ik zeg altijd tegen de kinderen: als je het goed doet, heb je straks 90% verkoopbare tulpen. De prijs en een verkoopplan maken de leerlingen zelf, zo leren ze ook al jong om geld te verdienen. Sommige klassen houden een tulpenveiling en andere klassen verkopen de tulpen van deur tot deur. Wat er met de opbrengst gebeurt bedenken de kinderen ook zelf. Soms gaat het naar een goed doel of wordt het bijvoorbeeld gebruikt voor het eindfeest van groep 8.
Bij de Tuinbouw Battle is het belangrijk dat er een duidelijk draaiboek ligt en een werkbare planning. Wij hebben hier vijf teeltkaren laten maken die in één seizoen achtereenvolgens bij 35 scholen worden geplaatst. Wij plannen altijd een centrale verhuisdag in waarbij we met een busje per ronde vijf nieuwe scholen bevoorraden met een kar en bollen. We vinden het ook prettig dat we de bollen elke keer bij dezelfde ondernemers kunnen halen. Bij ons is dat Horizon Flowers in Zwaagdijk of Niels Kreuk in Andijk. Als we afhankelijk zijn van gulle gevers per gemeente, kost het teveel tijd om iedereen daarvoor te benaderen.
Met ‘de Noord’ bedoelen de telers uit ‘de Zuid’ het Noorden van Noord Holland, zoals Breezand en de Zijpe. In deze regio worden, net als in de Bollenstreek, bollen geteeld, gepeld en geteld. Als klein jongetje ging ik vroeger weleens mee met de vrachtwagenchauffeur Bultsma om rieten manden met dikke bollen af te leveren in ‘De Zuid’, want zo noemden wij toen al de Bollenstreek. In de Zuid zaten de grote exporteurs, de HobaHo en CNB. Dan gingen we ’s morgens heel vroeg weg, want we moesten soms wel 15 adressen af. Dat waren lange, maar mooie dagjes uit. Ik woon nu zelf in Enkhuizen, dat is niet in de Noord maar in West Friesland. In deze regio worden vooral veel tulpenbloemen geteeld in tulpenbroeierijen. Dit levert veel snijtulp productie op.
Bij ons is het een groot succes. Het project laat kinderen op spelenderwijs zien hoe mooi tuinbouw is. Ik hoor moeders weleens tegen kinderen zeggen: ga maar niet in de tuinbouw werken, daar krijg je vieze handen van. Maar de kinderen en daardoor ook hun ouders, zien via de Tuinbouw Battle hoe groots en modern de tuinbouwsector is. En je krijgt er ook niet per se vieze handen van. Er komt veel meer bij kijken dan wroeten in de aarde. Kinderen nemen een kijkje in moderne en grote bedrijven met veel innovatie en technologie. En zo ontstaat een andere blik op de agrarische sector. Een investering in de toekomst dus. En dat is precies de reden waarom de Greenport Noord Holland Noord dit heeft opgezet.
Dan zie ik een mensen-mens. In ben een paar jaar geleden voor mezelf begonnen en ik werk nu als zelfstandig bemiddelaar in bloembollen aangesloten bij FBT. Ik ben geen keiharde ondernemer. Ik kom graag met mijn klanten in contact, dus ik ben veel onderweg en ik loop graag een rondje door de schuur of over het land. Het gaat mij niet alleen om het briefje met de verkoopovereenkomst. Mijn doel is dat beide partijen tevreden zijn.
Komende periode wordt een bijzondere periode. Naast mijn werk als bemiddelaar ga ik als coördinator aan de gang voor het campagneteam ‘Enjoy the Flowers’. Je zou mij de ‘matchmaker’ kunnen noemen tussen de bollenkwekers en de vrijwillige ambassadeurs. Ik ga ervoor zorgen dat de juiste mensen worden ingezet op het goede moment op de beste locatie. Vorig jaar is de campagne geïntroduceerd. Het was een geweldige start met veel publiciteit. Veel mensen uit de bollensector zijn hier enorm trots op. Maar ook hebben we de eerste dingen geleerd. Dit jaar willen we nog beter kijken naar de meest voorkomende toeristenroutes: welke velden staan in bloei? Waar verwachten we de meeste toeristen? Hoeveel ambassadeurs zijn er waar nodig? Door mijn werk heb ik de streek al aardig in beeld. Daarnaast is het de bedoeling dat bollenkwekers mij actief gaan benaderen om wensen en verzoeken in te dienen.
De Bollenstreek is in de lente op zijn mooist. Steeds meer mensen weten dat. De internationale toerist komt niet alleen massaal naar Keukenhof, ze willen ook allemaal nog even de velden in voor DE foto! Ze willen het allermooiste plaatje schieten. Van hun gezin, vriend, vriendin en de laatste jaren natuurlijk vooral van zichzelf. Sinds het selfietijdperk zijn mensen een stuk brutaler geworden. Ze lopen of rennen door het veld en trappen ongemerkt de bloemen en daarmee de bollen kapot. Toeristenbussen droppen hun mensen gerust bij een veld om ze een half uurtje te laten fotograferen. Veel toeristen weten echter niet dat dit bollenland van een bollenkweker is die hier zijn geld mee verdient. Ook weten ze niet dat ze zich op privé terrein bevinden.
De bollensector is al een tijdje op zoek naar de juiste oplossing. Enerzijds zijn we natuurlijk hartstikke blij met alle toenemende aandacht. De foto’s die gemaakt worden gaan de hele wereld over en dat is gratis promotie voor onze prachtige product. Maar dat ‘gratis’ is voor veel gedupeerde kwekers dus relatief. Niemand wil naar het doemscenario waarbij de streek verandert in een onvriendelijke plek waar bloemenvelden omhekt zijn met prikkeldraad of kuubkisten. Met deze campagne hebben we een ‘lieve manier’ gevonden om een groot deel van de toeristen uit de velden te houden. Gedurende zes weken plaatsen wij een grote groep vrijwillige ambassadeurs bij drukke bloeiende bollenvelden. Ze staan hier om voorlichting te geven aan toeristen en aanwijzingen te geven waar ze wel en niet mogen fotograferen. En uiteraard vertellen zij het verhaal van de kweker en de bol. Mensen krijgen hierdoor begrip. Heel vaak denken toeristen dat Keukenhof deze bloemenvelden speciaal voor toeristen heeft geplant. Of ze gaan ervanuit dat de bloemen hier natuurlijk groeien. Genoeg noodzaak dus om campagne te voeren, ik heb er zin in.
Ik hoop dat we over vijf jaar nog steeds heel veel toeristen mogen ontvangen in deze streek. Misschien zelfs meer. Maar wel op een manier die bij de bollenkweker en de streek past. Komende jaren zal een en ander zich verder ontwikkelen. Ook de campagne moeten verder groeien. Je ziet steeds meer initiatieven van bollenkwekers die extra activiteiten organiseren. Vaak leuke en commerciële initiatieven waar ze geld mee verdienen. En waarom niet? De toeristen smullen ervan. Het verhaal van de bol en de bloem zal steeds bekender worden en de toerist zal steeds meer begrip krijgen voor de bollenkweker. Sterker nog, de toerist zal meer willen weten. Want het is een interessanter en charmanter verhaal dan alleen het veld met bloemen.
Jazeker. We hebben nu 49 ambassadeurs en we willen er 100 of meer! Wij zijn op zoek naar enthousiaste mensen: mannen, vrouwen, jong en oud die het leuk vinden om in gesprek te gaan met de toerist. Je hoeft echt geen zes weken lang paraat te zijn, maar we vragen ze ten minste vier keer te komen maar minder mag natuurlijk ook. De dagen zijn van vrijdag t/m maandag met name in de weekenden van april. We gaan alle ambassadeurs uitleggen wat de bedoeling is en wat ze kunnen verwachten. Iedereen krijgt een minicollege ‘De bollenteelt in een notendop’ zodat de ambassadeurs goed beslagen ten ijs komen. Ook geven we tips over hoe je mensen het beste aan kunt spreken. Engels spreken is een pré, maar zeker niet verplicht. Met handen en voeten blijken veel ambassadeurs een heel eind te komen. Ik heb al veel ambassadeurs van vorig jaar gesproken. Zij vonden het een geweldige ervaring om een paar dagen tussen de bloeiende velden te staan, hun streek te mogen vertegenwoordigen en leuke gesprekken te hebben met toeristen. Geïnteresseerden kunnen zich melden bij communicatie@greenportdb.nl.
Ik ben een echte bollenstreker. Ik woon in Lisse en ben hier in het verleden onder andere bestuurlijk actief geweest bij de basketbal- en zwemvereniging. Nu ben ik al een paar jaar actief betrokken bij het Bloemencorso. Ik begeleid samen met Ted Kortekaas het koppen van hyacinten die gebruikt worden voor de praalwagens. Wij speuren naar de beste hyacinten-velden en begeleiden de teams die de velden ingaan om te koppen. Mijn vader was ook actief in de bollen. Toen ik van school kwam wilde ik echter wat anders gaan doen, zo ben ik eerst verwarmingsmonteur geworden. Toch kruipt het bloed waar het niet gaan kan en ben ik na een paar jaar overgestapt richting de bollen. Ik heb heel wat jaren gewerkt als schuurbaas bij verschillende exporteurs in de streek. Op mijn 51e besloot ik voor mezelf te gaan werken en daar heb ik nu, acht jaar later, nog steeds geen spijt van. Ik bepaal in deze periode mijn eigen agenda en ik kan dan ook wat tijd inplannen voor andere zaken, wat weer uitermate goed is te combineren met mijn werkzaamheden als bemiddelaar. Ik ben bijvoorbeeld trotse opa van vier kleinkinderen en nummer vijf is op komst.
Januari was geen beste maand. Februari daarentegen is wel weer top. Ik laat mijn tulpen afbroeien op een andere plek dan mijn eigen bedrijf. Ik heb dat zelf eerder wél geprobeerd met led licht, maar ik kreeg het niet goed genoeg voor elkaar in mijn schuur. Per toeval ben ik in contact gekomen met iemand die de perfecte ruimte had in haar kas. Nu werken we samen. Het is voor haar en voor mij een prettige en vruchtbare samenwerking geworden. Vanochtend spraken wij elkaar over de opbrengst van deze maand. Beiden waren we zeer tevreden. Dat zijn mooie werkmomenten. Daar doe je het voor.
Dan zie ik een ondernemer die van vernieuwing en innovatie houdt. Ik denk nooit ‘het gaat wel goed zo’ of ‘we hebben het altijd zo gedaan’. Ik kijk liever kritisch naar hoe het eventueel anders en beter kan. Ik ben een ondernemer die gericht is op veranderingen.
Ik run de Firma C&G Prins. Ik draai hier een jaarronde business. In het voorjaar heb ik tulpen op het land. Deze gebruik ik vooral als snijtulpen. De bollen laat ik in de grond zitten en rooi ik in juni voor eigen gebruik. Vlak na het rooien van de tulpenbollen, richt ik mij in de zomer vooral op dahlia’s. In het najaar start ik met het broeien van mijn tulpenbollen, zodat ik rond de kerst mijn eerste snijtulpen weer heb. Ondertussen zijn er in november ook weer nieuwe tulpenbollen geplant op het land, zodat we in het voorjaar nieuwe tulpenvelden hebben. Voordeel van deze manier van ondernemen is dat het beter past bij het krappe aanbod van arbeidskrachten. Veel kan ik in mijn eentje af. Daar omheen heb ik wel mijn trouwe en vaste hulpkrachten en periodes waarin ik extra hulptroepen in kan vliegen.
Ik ben er een van Gijs Prins van de Prinsenweg in Voorhout. In de streek kennen mensen hem wel. Ik heb begrepen dat er ooit tien huizen stonden aan de Prinsenweg waarvan er maar liefst zes bewoond werden door een Prins. Ik heb het bedrijf overgenomen van mijn vader en mijn oom. Zij teelden met name zomerbloemen. Toen ik aan boord kwam verhuisde het bedrijf naar de Akervoordenlaan.
Ik erger mij behoorlijk aan de huisvestigingsregels rondom arbeidsmigranten. De gemeente erkent al sinds 2011 dat er een huisvestigingsprobleem is, ze komen alleen niet met een goede oplossing. Wel komen ze met dwangsommen. Inmiddels heb ik al een aantal dwangsommen opgelegd gekregen en zou ik de gemeente duizenden euro’s moeten betalen. Ik zit daarom helaas in een rechterlijke procedure. Dit is natuurlijk een zeer onwenselijke en bizarre situatie. Er zijn geen Nederlandse arbeiders die mijn schuur- en landwerkzaamheden willen doen, dus het staat vast dat ze uit het buitenland moeten komen. Om deze hardwerkende mensen onderdak te kunnen bieden loop ik al jaren op eieren. Ik probeer daarom soms binnen en soms net buiten de grenzen van de wet naar eigen oplossingen te zoeken. Dat lukt best aardig op mijn eigen terrein, maar de gemeente handhaaft zeer streng op onduidelijke regels en vage vergunningen. Het grootste probleem hierbij is dat de gemeente bang is voor klachten uit de omgeving. Hiermee bedoel ik niet-agrarische Nederlandse buren die in het buitengebied wonen. Zij willen eenvoudigweg niet dat er arbeidsmigranten in hun buurt wonen. Zij zijn bang voor onrust of andere zaken. Die angst is echter ongegrond, want neem van mij aan… mijn arbeidsmigranten weten zich prima te gedragen. Zij zijn vaak veel netter en rustiger dan de Nederlandse arbeiders. De angst is vaak gebaseerd op een onjuist en slecht imago.
De hulpvaardigheid en saamhorigheid van bollenondernemers onder elkaar vind ik geweldig. Ik ken geen andere branche waar iedereen elkaar kent, van elkaar leent, van elkaar leert en waar men ook echt om elkaars hulp durft te vragen. Het is een ‘ons kent ons’ sfeertje waar ik erg van houd. Ik zie dat echt alleen in deze streek en in deze branche. Het is mij heel veel waard en het geeft mij het gevoel van ‘ik sta er niet alleen voor’.
Januari was geen beste maand. Februari daarentegen is wel weer top. Ik laat mijn tulpen afbroeien op een andere plek dan mijn eigen bedrijf. Ik heb dat zelf eerder wél geprobeerd met led licht, maar ik kreeg het niet goed genoeg voor elkaar in mijn schuur. Per toeval ben ik in contact gekomen met iemand die de perfecte ruimte had in haar kas. Nu werken we samen. Het is voor haar en voor mij een prettige en vruchtbare samenwerking geworden. Vanochtend spraken wij elkaar over de opbrengst van deze maand. Beiden waren we zeer tevreden. Dat zijn mooie werkmomenten. Daar doe je het voor.