HAS-studenten Finn, Stijn en Tom over hun onderzoek op het Demoveld Bollenstreek

De heren stellen zich kort voor en hoe ze bij de opdracht terecht zijn gekomen.

Finn is 22 jaar, zit in zijn afstudeerjaar van de opleiding Toegepaste Biologie (specialisatie Ecologie) aan de HAS Green Academy te Venlo, Stijn is 23 jaar en studeert Toegepaste Biologie (specialisatie Plant) aan de HAS Hogeschool in ‘s-Hertogenbosch en Tom is 20 jaar en studeert ook Toegepaste Biologie (specialisatie Ecologie) bij HAS Green Academy in Venlo. Alle drie zijn ze al van jongs af aan geïnteresseerd in de (wilde) levende natuur, biologie en planten.

Tom en Finn hebben beiden de opdracht natuurinclusieve bollenteelt toegewezen gekregen en specialiseren zich tot ecoloog. Stijn heeft voor deze opdracht gekozen omdat hij met planten wil werken en op deze manier meer ervaring kan opdoen in het werken met telers.

Wat is relatie tot bollen/bloemen en biodiversiteit
e/o natuurinclusief telen?

Finn: “De huidige bloembollenteelt wordt intensief uitgevoerd. Om het milieu een handje te helpen zijn er verschillende duurzame mogelijkheden van telen, waaronder natuurinclusieve bollenteelt. Binnen deze teeltmanier wordt de natuur ingezet op het perceel om de groei van bloembollen te bevorderen. Door bijvoorbeeld een hoge biodiversiteit te realiseren kunnen ziekten en plagen die de bloembollen (negatief) aantasten bestreden worden door natuurlijke plaagbestrijding.”  

Stijn: “Met gangbare bollenteelt worden gewasbeschermingsmiddelen en kunstmest gebruikt. Dit is omdat voor bollenteelt alleen een hoge kwaliteit bol kan verkocht worden. De gewasbeschermingsmiddelen hebben ook invloed op fauna, flora en schimmels wat weer invloed heeft op de biodiversiteit. Natuurinclusief telen is relatief nieuw, dus er moet nog goed gekeken worden welke gevolgen/risico’s hieraan zitten als je kijkt naar de kwaliteit van de bollen.”

Tom: “Door de biodiversiteit te bevorderen zouden natuurlijke processen zoals plaagbestrijding, waterhuishouding, bodemgezondheid, etc. ondersteund kunnen worden. Dit kan de kwaliteit van de teelt verbeteren en de kosten voor o.a. gewasbeschermingsmiddelen verlagen. Jammer genoeg vindt de overgang naar natuurinclusief telen niet zo snel plaats als gehoopt. Dit project wil dan ook een rol spelen in het bevorderen van een grootschalige overgang naar natuurinclusief telen in Nederland.”

Van wat ik heb gezien is het gebied op en rond het Demoveld Bollenstreek aardig divers aan soorten. Wat me erg blij maakt als een bioloog.”

Wat vinden jullie van het Demoveld Bollenstreek en wat gaan
jullie precies onderzoeken?

Hierop geven Finn, Stijn en Tom zo goed als hetzelfde antwoord: “Op dit demoveld gaan wij onderzoeken hoe op een duurzame manier ziekten, plagen en onkruiden bestreden kunnen worden – die ook naar voren komen met met de verbetering van de biodiversiteit. Daarnaast onderzoeken we wat het effect is van biologische bemesting op de narcissenteelt. Als laatste kijken we naar hoe de biodiversiteit op en rondom het demoveld uitgebreid kan worden.

Het is geweldig om te zien dat er door verschillende organisaties een demoveld is ontstaan. Dat al deze organisaties via het Demoveld Bollenstreek willen kijken naar duurzame teeltmethodes voor een milieuvriendelijke toekomst. Het is namelijk alleen maar mogelijk om theorieën te bevestigen door ze in de praktijk te testen. Door op dit veld theorieën te testen, kan hopelijk concreet bewijs gegeven worden van welke invloeden natuurinclusief telen heeft op de opbrengst van de teelt.

Van wat we hebben gezien is het gebied op en rond het Demoveld Bollenstreek aardig divers aan soorten.”

Wat valt jullie op aan de bevindingen van de voorgaande groep studenten?

Finn: “Naar mijn mening is over de indeling van het demoveld goed nagedacht en gerapporteerd. De verdere onderzoeken naar bodemleven en insectenmonitoring geeft een mooie basis om te zien in welk stadium het demoveld zich nu bevindt. Deze data is ook een mooie ‘0-meting’ als basis voor toekomstige onderzoeken.”

Stijn: “Dat er nog niet een groot verschil in biodiversiteit tussen natuurextensief en natuurinclusief gevonden is. Ook een grote focus op bodemleven. Wat erg interessant was sinds dit voor teelt niet vaak wordt onderzocht zover ik weet.”

Tom: “De vorige groep studenten heeft goed onderzoek kunnen verrichten naar o.a. de diversiteit die op het demoveld aanwezig is en het bodemleven. De data en conclusies die ze hebben getrokken zijn van groot belang voor het bepalen van toekomstige stappen in deze en andere projecten.”

“Het is geweldig dat door een samenwerking van zoveel verschillende mensen en organisaties het Demoveld Bollenstreek is opgericht.”

Waarom zijn jullie veel op het Demoveld en wat hopen jullie
aan te treffen/mee te maken?

Finn: Dit onderzoek gaat zich veel richten op een literatuurstudie door het huidige seizoen. Maar we zijn zeker een aantal keer op het Demoveld Bollenstreek voor onder andere het biologische bemesting onderzoek. Ik hoop dat ons onderzoek een stap dichterbij duurzame Nederlandse bollenteelt zet. Dat ons onderzoek met verzamelde kennis en geteste praktijkervaringen een positieve verandering mag bijdragen aan de Nederlandse bollenteelt. Dit geeft mijzelf ook een fijn gevoel dat ik hier een bijdragen aan mag leveren.

Stijn: Ik denk dat dit onderzoek minder op het veld gaat komen vergeleken met het vorige onderzoek, de momenten dat we op het veld komen gaan we graag zien hoe stikstofrijk de twee gebieden zijn en welke onkruiden er in januari zijn.

Tom: Bij dit project zullen we eigenlijk minder vaak op het veld aanwezig zijn dan bij vorige B.O.’s, o.a. door het jaargetijde. Wel zal regelmatig bodemonderzoek plaatsvinden om de effecten van biologische bemesting te onderzoeken op de/het bodem(leven) en narcissenteelt op het demoveld.

“Ik hoop dat ons onderzoek een stap dichterbij duurzame Nederlandse bollenteelt zet. Dat ons onderzoek met verzamelde kennis en geteste praktijkervaringen een positieve verandering mag bijdragen aan de Nederlandse bollenteelt.”

Remote-Sensing-AI-Unmanned-Valley-Drones-satellietdata-botrytis

Project Remote Sensing voor Sierteelt genomineerd voor de Computable Awards 2024

Stemmen kan nog t/m zondag 20 oktober

Mooi nieuws. Het project Remote Sensing voor Sierteelt is genomineerd voor de Computable Awards 2024. De pilot is mede dankzij de steun van de Economic Board Duin- en Bollenstreek tot stand gekomen en wordt uitgevoerd door Unmanned Valley, NL Space Campus, Gemeente Katwijk, Holland Rijnland, ROC van Amsterdam en Greenport Duin- en Bollenstreek.

Terugdringen gewasbeschermingsmiddelen
Het project Remote Sensing heeft als doel het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de bloembollenteelt terug te dringen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van satellieten, drones en artificial intelligence (AI). Dit najaar krijgt de succesvolle pilot een vervolg.

Beste digitale transformaties
Computable heeft de pilot genomineerd in de categorie ‘10 beste digitale transformaties’. De awards worden op 27 november bekend gemaakt.

Hoe kan ik stemmen?
Stemmen kan t/m zondag 20 oktober 2024. Hoe? Laat je e-mailadres achter op > https://awards.computable.nl/stem/. Je ontvangt dan binnen 5 minuten een unieke stemlink. Via deze link kun je eenmalig stemmen op één van de genomineerden van de Computable Awards 2024.
Het Duin- en Bollenstreek project vind je onder het kopje Digitale Transformatie.
Kies daarna voor:

  • Remote Sensing voor Sierteelt (Unmanned Valley, Greenport Duin- en Bollenstreek, NL Space Campus, Gemeente Katwijk, Holland Rijnland en ROC van Amsterdam)

Lees hier meer over het project.

gele-kwik-roze-tulp-Edwin-Haighton

Onderzoek gele kwikstaarten in Duin- en Bollenstreek

Veel akkervogels als gele kwikstaart en veldleeuwerik broeden volop in de bollenvelden van de Duin- en Bollenstreek, waar ze hun nest verstoppen tussen tulpen, narcissen en hyacinten. Toch staat het agrarisch gebied hier niet bekend om zijn biodiversiteit. Hugo Langezaal en Cassandra van Altena van het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) onderzoeken samen met anderen het nestsucces, dieet en landgebruik van gele kwikstaarten. Met dit onderzoek willen zij uitzoeken hoe gele kwikstaarten leven in de bollenvelden. Welke landschapskenmerken zijn van belang bij het kiezen van de nestplaats, waar vinden de gele kwikstaarten hun eten en wat eten ze precies?

Ook wordt het belang van de vele watergangen rond de relatief kleine percelen in de streek onderzocht. De sloten en slootkanten zouden namelijk wel eens een belangrijke bron van voedsel kunnen vormen. Het onderzoek maakt deel uit van Living Lab B7, dat de inzichten uit het onderzoek wil gebruiken om adviezen te geven voor biodiversiteitsmaatregelen. Zo zou het ecologisch beheren van sloten bijvoorbeeld niet alleen de biodiversiteit in de sloten, maar ook in de omliggende bollenvelden een boost kunnen geven.

Video over het veldwerk

In 2024 is een hoop veldwerk verzet. Hier is een prachtig filmpje over gemaakt, waarin je over de schouders van de onderzoekers mee kan kijken in het leven van de gele kwikstaart! Bekijk deze hieronder.

Samenwerkingen

Living Lab B7 wil de biodiversiteit in de Bollenstreek verbeteren door kennis over biodiversiteitsverbetering te delen en de toepassing ervan te stimuleren in de praktijk. Samenwerking met lokale partijen staat hierbij centraal. Living Lab B7 is ontstaan vanuit het gedachtengoed van Nationaal Park Hollandse Duinen en heeft vorm gekregen in een consortium van de kennisinstellingen NIOO-KNAW, HAS green academy en Radboud University in samenwerking met een groot aantal gebiedspartners, zoals Greenport Duin- en Bollenstreek.

Dit onderzoek wordt gefinancierd door NWO (Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek). Living Lab B7 maakt deel uit van een NWA-onderzoeksprogramma ter ondersteuning van Stichting Deltaplan Biodiversiteitsherstel. Dit programma is opgezet om meer inzicht te krijgen in de mogelijkheden voor biodiversiteitsherstel in het landelijk gebied.

Bron: Living Lab B7 en foto gemaakt door Edwin Haighton.

Start-tuinbouw-battle-greenport-duin-en-bollenstreek

Tuinbouw Battle bijna van start

De Tuinbouw Battle richt zich op de groepen 7 en 8 van de basisschool en duurt gemiddeld vier weken per ronde. Zij krijgen een online lesprogramma en hun eigen mobiele teeltkar waarop ze hun tulpenbollen verzorgen om de tulpen vervolgens te plukken en te verkopen. De leerlingen worden uitgedaagd zelf tulpen te telen, te verkopen en daarmee geld te verdienen voor een aankoop voor de klas, zoals een spel of iets om mee buiten te spelen. Weggeven mag natuurlijk ook, of de opbrengsten gebruiken voor een goed doel.

Startmomenten 2024-2025

In het najaar van 2024 en voorjaar van 2025 zijn drie startmomenten gepland: 11 november, 6 januari en 3 maart. Opgeven kan via communicatie@greenportdb.nl.

Experts uit de sector

Als onderdeel van het project begeleiden experts uit de sector de klas en delen zij hun kennis om de leerlingen te enthousiasmeren voor het sierteeltcluster. Een bedrijfsbezoek bij de telers hoort ook bij het programma. Vanuit Greenport Duin- en Bollenstreek regelen wij dit graag voor jullie. 

Als leraar/lerares krijg je een online lespakket (inclusief lerarenhandleiding) gericht op bloei van bollen en educatieve filmpjes om leerlingen gedurende de lesweek te helpen met het kweken van de bollen. Onze vrijwilligers ondersteunen door wekelijks langs te komen en aansluitend op het lesmateriaal extra informatie te geven en vragen te beantwoorden.

Gratis project

Zowel de mobiele teeltinstallatie als het lespakket en de bollen worden tijdens de battle kosteloos ter beschikking gesteld door Greenport Duin- en Bollenstreek en haar partners in het project. Ons projectteam ontzorgt: wij halen en brengen de materialen, plannen het bedrijfsbezoek bij een kweker in de buurt of het bezoek van de expert voor een gastles.

Daarnaast zijn een museumbezoek aan Museum de Zwarte Tulp in Lisse, het NK Tulpen keuren (met als prijs een wildcard en deelname aan het echte NK in Keukenhof) en ook de Onderwijsochtend (bekijk hier de aftermovie) onderdeel van de Tuinbouw Battle.

Tijdsinvestering

De Tuinbouw Battle is goed te implementeren als onderdeel van het lespakket. Met onderdelen als rekenen en taal (schrijven van een verkoopplan en verslag, het verkopen van de tulpen), creativiteit (hoe verkopen we de tulpen, wat voor verpakkingsmateriaal gaan we maken), samenwerken en overleggen (waar gebruiken we het opgehaalde geld voor) pakt deze battle verschillende elementen aan die de leerlingen verder kunnen ontwikkelen.

Meer informatie of meedoen?

Heb je vragen over de Tuinbouw Battle of wil je je aanmelden? Neem dan contact op met Eva van der Kwast via communicatie@greenportdb.nl of 06- 51 88 58 81.

De Tuinbouw Battle is een project van Greenport Aalsmeer. De Tuinbouw Battle wordt financieel mede mogelijk gemaakt dankzij bijdragen van Yuverta mbo, Bosman Van Zaal, Container Centrale, Economic Board Duin- en Bollenstreek, Rabobank, Stimuflori en Greenport Duin- en Bollenstreek.

Bollenvogels-greenportdb

Gedeputeerden Berend Potjer en Meindert Stolk aan het woord over Regiocertificering

Vragen aan gedeputeerde Berend Potjer

afbeelding_berend_potjer_1-1

Wat is de toekomst van de bollenteelt en de land- en tuinbouw als geheel in de regio Duin- en Bollenstreek?

Berend Potjer: “Een Duin- en Bollenstreek zonder kleurrijke bollenvelden in het voorjaar is bijna niet voor te stellen, het heet niet voor niets de Duin- en Bollenstreek. De bollenteelt is belangrijk voor de regio, vanuit de hele wereld komen mensen naar Zuid-Holland om te genieten van de bloeiende velden. De licence to operate staat ter discussie en de druk op het gebied is groot. We moeten slim omgaan met de beperkte ruimte en de sector moet haar licence to operate behouden door bij te dragen aan een goede balans tussen natuur, water en bodem. Duurzame teelt zonder chemicaliën helpt om deze balans te behouden en draagt bij aan economische groei. De provincie werkt daar graag aan mee.”

Kwekers van bloemen en vaste planten in de Duin- en Bollenstreek gaan samen aan de slag om hun milieu-impact te verminderen. Zij zetten momenteel in op het verbeteren van de waterkwaliteit en daarmee het behalen van de Kaderrichtlijn Water. Dit doen zij onder de titel Regiocertificering. Hoe belangrijk is het dat zij dit initiatief hebben genomen om aan de slag gaan?

Berend Potjer: “Het getuigt van visie en daadkracht dat de markt zelf het initiatief heeft genomen voor Regiocertificering. Ondernemers werken hierbij gezamenlijk aan maatschappelijke doelen zoals het verbeteren van de waterkwaliteit en het terugdringen van emissies. Ik zie dan ook uit naar de uitkomsten van de eerste jaarrapportage. Het is begrijpelijk dat de sector een appèl heeft gedaan aan de overheid om deze ontwikkeling te ondersteunen.”

Het Rijk is gestopt met het Nationaal Programma Landelijk Gebied. GS hebben afgesproken om de provinciale aanpak (het Zuid-Hollands Programma Landelijk Gebied oftewel ZH-PLG) voort te zetten vanuit de gegroeide samenwerking in de gebieden. Wat is in uw ogen nodig om vanuit deze samenwerking te komen tot voortgang in de verduurzaming van de agrarische bedrijven?

Berend Potjer: “Met het stopzetten van het NPLG door het Rijk zijn de problemen niet verdwenen. De doelen op het gebied van natuur, landbouw, water, stikstof en klimaat veranderen niet en het kabinet onderkent dat ook. We moeten allemaal een bijdrage leveren aan het realiseren van die water-, klimaat- en natuurdoelstellingen. Samen met onze inwoners, bedrijven en overheden uit het gebied willen we ons hiervoor blijven inzetten. Dat doen we door de samenwerking in de gebieden voort te zetten, door concrete projecten uit het Maatregelenpakket uit te voeren en door kennisopbouw en leerervaringen mogelijk te maken. Juist dit soort lerende processen zijn hiervoor essentieel. Samen met Living Lab B7 onderzoeken we bijvoorbeeld hoe de Bollenstreek stappen kan zetten in biodiversiteitsherstel. Zo kunnen we bijvoorbeeld unieke bollenvogels als de gele kwikstaat en veldleeuwerik behouden voor het gebied.”

Heeft u een tip voor de kwekers die aan de slag gaan met Regiocertificering? Heeft u een tip voor de betrokken overheden die aan de slag gaan met Regiocertificering?

Berend Potjer: “Toon lef, ga aan de slag en leer van je collega’s! Door het delen van ervaringen met collega’s helpen jullie elkaar naar een hoger kwaliteitsniveau. Ook de provincie heeft veel ervaring met lerend werken. Weet ons te vinden als je ervaring uit wil wisselen of tegen dingen aanloopt. De collectieve inzet van de ondernemers, de steun van betrokken overheden en een toenemende vraag naar gecertificeerde bollen vormen samen de basis voor een duurzame toekomst van de sector.”

Vragen aan gedeputeerde Meindert Stolk

meindert_stolk_10047_1-1

Hoe kijkt u naar de sierteelt en de gehele landbouw in de regio Duin- en Bollenstreek?

Meindert Stolk: “Ik ken de bollensector als een sterke innovatieve sector, die nu ook weer vooroploopt met de inzet van bijvoorbeeld robots en weerbare teelten. Dat ze de toekomst met vertrouwen tegemoetzien, blijkt uit de geïnitieerde samenwerking in de regiocertificering, dat is een nieuwe coöperatieve aanpak van lastige vraagstukken.”

Voor welke maatschappelijke én regionale doelen is innovatie volgens u van belang voor de sierteelt en andere landbouwsectoren in de Duin- en Bollenstreek?

Meindert Stolk: “Het is vooral belangrijk om samen aan de slag te gaan met nieuwe duurzame verdienmodellen. Dus inzetten op teelten en melkveehouderij met behoud van een schoon milieu en behoud van een sterk verdienmodel. Ook de inzet van internationale medewerkers en het zorgen voor goede arbeidsomstandigheden zijn actuele vraagstukken. De uitdaging is om mooie producten te blijven leveren op een duurzame manier, met behoud van inkomen. Daar moeten we samen mee aan de slag als ondernemers, provincie en andere partijen.”

Welke vorm(en) van ondersteuning kunt u bieden aan kwekers en andere agrarische ondernemers te helpen als zij verduurzamen?

Meindert Stolk: “Hier hebben wij meerdere mogelijkheden voor. Als provincie bieden wij een regeling aan voor innovatie in de land- en tuinbouw. Daarnaast ondersteunen we het project Regiocertificering.”

Heeft u een tip voor de kwekers die aan de slag gaan met Regiocertificering? Heeft u een tip voor de betrokken overheden die aan de slag gaan met Regiocertificering?

Meindert Stolk: “Regiocertificering is een voorbeeld voor de aanpak in de hele grondgebonden land- en tuinbouw. Je kan het ook zien als een vervolg op Kringloopcertificaten in Midden-Delfland. Agrarisch ondernemers die het initiatief nemen voor een aanpak en een perspectief voor individuele bedrijven én voor het gebied. Het zou fantastisch zijn als deze vorm van samenwerking bredere navolging krijgt.  Ga op bezoek bij de ondernemers in Midden-Delfland, zij hebben al 15 jaar ervaring met KPI-doelsturing in de praktijk!”

demoveld-bollenstreek-greenport

Onderzoek HAS-studenten op Demoveld Bollenstreek en update Kennisplatform Duurzame Bollenstreek (Fieldlab)

Afgelopen voorjaar is het eerste teeltseizoen op het Demoveld Bollenstreek geweest. Hierbij zijn twee soorten tulpen geteeld. Buiten dat er ervaring is opgedaan met het telen op een natuurinclusieve en extensieve wijze, is ook de biodiversiteit gemeten. De komende jaren zal dit ook gebeuren, om zo uiteindelijk een beeld te krijgen welke biodiversiteit je kan aantreffen in de bollenteelt, welke (positieve) effecten dit kan hebben op de teelt en wat natuurinclusieve maatregelen doen met de opbrengst op het perceel. 

De grootste les van het eerste seizoen bollenteelt op het Demoveld is dat je het lef moet hebben om het anders te doen en dat het heel veel tijd kost alle gevangen insecten te determineren. Maar daarnaast is het een mooi resultaat dat onder andere weergeeft dat er:

  • Op de natuurinclusieve zijde een significant hoger aantal kruipende insecten is gevonden;
  • In en langs de bloemenstrook hogere aantallen kruipende en vliegende insecten tot bepaalde afstand zijn gevonden; 
  • Houtvezel en een dikkere strolaag positief zijn ervaren: de onkruiddruk bleef binnen de perken;
  • Geen schadelijke aaltjes zijn aangetroffen.

Blijf het Demoveld volgen voor meer inzichten de komende jaren! Lees meer >>>

Kennisplatform Duurzame Bollenstreek (Fieldlab)

Projecten zoals het Demoveld Bollenstreek bieden perspectief voor bollentelers en agrariërs om nieuwe praktijken met elkaar te testen. Om hier in de toekomst meer agrariërs de ruimte voor te geven zijn we de afgelopen maanden hard aan het werk om tot een ontwerpplan voor een experimenteerlocatie te komen. Dit betekent dat initiatieven zoals het Demoveld, kunnen groeien in de Duin- en Bollenstreek en dat er ook een grote focus ligt om samen het beter te doen en de kennis ook met elkaar te kunnen delen om de Bollenstreek een bloeiende regio te houden.

Momenteel proberen we al een project gefinancierd te krijgen om een begin te maken voor een kennisplatform. Hierin kan kennis uitgewisseld worden, praktijkproeven opgestart en geleerd worden vanuit doelsturing. Dit alles wordt gecoördineerd door een projectleider. 
Het ontwerpplan zal eind van dit jaar af zijn en worden ingediend als subsidie. Mocht je aan willen sluiten, op de hoogte gehouden willen worden of een initiatief hebben wat bij een experimenteerlocatie past, laat dat weten via communicatie@greenportdb.nl. We komen graag met je in contact!