Overhandiging-bijdrage-provincie-Zuid-Holland

Project Regiocertificering ontvangt EUR 400.000 van provincie Zuid-Holland en partners tekenen convenant

Op de foto: Gedeputeerde Meindert Stolk, Simon Pennings (bollenteler en voorzitter KAVB kring Bloembollenstreek), gedeputeerde Arne Weverling en Maarten Prins (programmamanager Greenport Duin- en Bollenstreek)

Regiocertificering is één van de initiatieven van Greenport Duin- en Bollenstreek gericht op verduurzaming en het zetten van de juiste stappen naar de toekomst. Door samen te leren duurzamer te telen, de opgaven in het landelijk gebied te behalen en de inzet om te verduurzamen zichtbaar te maken. Hiermee draagt Regiocertificering bij aan een duurzame toekomst van de regio.

Programmamanager Maarten Prins gaf een overzicht van projecten die naast Regiocertificering al lopen of die opgestart gaan worden en die elkaar onderling versterken op het gebied van verduurzaming en toekomstgericht ondernemen, zoals het Human Capital Akkoord, de Regiodeal Sierteelt Regio en het programma dat we op gaan zetten rondom klimaatverandering en toekomstgericht ondernemerschap. Een andere route is het Programma Landelijk Gebied en duurzame Greenport vanuit de gemeenten dat er voor gaat zorgen dat ruimtelijk te juiste afwegingen en keuzes worden gemaakt.

Kwekers en bestuurders ook aan het woord

De bijeenkomst gaf een update van de stand van zaken rondom Regiocertificering.

Het eerste pilotjaar met voorjaarsbloeiers bleek succesvol. Kwekers konden vanuit de rapportages en adviezen concrete maatregelen treffen met minder gebruik van middelen en meststoffen. De openheid in de pilotgroep werkte aanstekelijk en zorgde voor veel inzichten die ook met kwekers buiten de pilotgroep gedeeld zijn. Eén van de aanwezige kwekers liet weten: “Zo is besproken dat minder stikstofkunstmest kan worden gebruikt, fosfaatkunstmest normaal gesproken niet nodig is in onze teelten en in narcissen helemaal niet tegen virussen hoeft te worden gespoten.”


Tijdens de eerste paneldiscussie werden de ervaringen van de eerste pilotgroep besproken. Kwekers gaven aan veel inzicht te hebben gekregen op basis van de benchmark op duurzaamheidsindicatoren. Ook geeft het project inzicht in probleemstoffen en geeft het handelingsperspectief om het anders te doen. De tweede paneldiscussie stond in het teken van uitdagingen voor de toekomst: een duurzaam en sociaal verdienmodel. Meindert Stolk, gedeputeerde provincie Zuid-Holland: “De Greenports zijn de economische motoren van onze regio en tegelijkertijd de kraamkamer van duurzame innovatie. Projecten zoals Regiocertificering bewijzen dat samenwerking loont – niet alleen voor individuele ondernemers, maar voor het hele gebied. Door samen met de sierteeltsector te investeren in een toekomstbestendige tuinbouw, versterken we zowel de sector als de regio. Wij nodigen ondernemers uit om samen met ons de koers naar 2050 te bepalen – met lef, visie en samenwerking als kompas.”

Bijdrage provincie Zuid-Holland

De bijdrage van provincie Zuid-Holland bestaat uit veel meer dan een geldbedrag. De provincie erkent de inzet van deze kwekers en de betrokken partijen daar omheen en zij spreekt haar waardering daar op deze manier voor uit.

Simon Pennings kreeg de cheque uit handen van de gedeputeerde van provincie Zuid-Holland, Arne Weverling: “We staan voor grote uitdagingen, zoals het verbeteren van de waterkwaliteit. Het is mooi dat ondernemers zélf de handen ineenslaan, door via projecten als Regiocertificering in te zetten op verduurzaming en een betere waterkwaliteit. De eerste resultaten zijn veelbelovend en laten zien dat dit project echt kan bijdragen aan het halen van de Europese doelen voor waterkwaliteit. Wat mij betreft verdient dit project meer deelnemers!”

Als dank voor de bijdrage van de provincie overhandigde Simon Pennings symbolisch een ‘reuzenbol’ aan de gedeputeerde. “Voor op het provinciehuis.” Deze bol laat goed zien waar deze streek bijzonder om is, de sierteelt en het landschap. Daarmee is zij een bron van inspiratie en ontspanning voor velen.

Regiocertificering

In de maatschappij groeit de wens naar een schone en duurzame teelt in een gezonde en biodiverse omgeving. Regiocertificering is een instrument wat daarop inspeelt door zichtbaar te maken dat het product met zorg voor natuur, omgeving en gezondheid is geproduceerd. Hierbij is nu vooral de focus op de waterkwaliteit (Kader Richtlijn Water), minder middelengebruik, minder stikstof- en fosfaatemissies en een verbetering van de biodiversiteit. Komende jaren gaan we Regiocertificering verder uitbreiden met nieuwe thema’s zoals energieverbruik en arbeidsomstandigheden.

Convenant erfbetreders getekend

Tijdens de bijeenkomst werd een convenant getekend door tussen KAVB, Greenport Duin- en Bollenstreek, Agrifirm en Delphy. De inzichten uit de eerste pilot Regiocertificering hebben geleid tot een advies richtlijn, welke door deze partijen actief wordt uitgedragen. Op deze manier bereiken we ook de telers die nog niet deelnemen aan de pilot Regiocertificering.

Op de foto: Wesley Jongejans (verkoopleider Bloembollen bij Agrifirm GMN), Bob Bisschops (adviseur bloembollen bij Delphy), Maarten Prins (programmamanager Greenport Duin- en Bollenstreek) en Dave Marcus (directeur KAVB)

Partners Regiocertificering

Het project Regiocertificering wordt mede mogelijk gemaakt door (een financiële bijdrage vanuit) provincie Zuid-HollandHoogheemraadschap van RijnlandStichting BloembollenonderzoekKeukenhofLTO Noord InnovatiefondsInnovatiefonds HagelunieEconomic Board Duin- en Bollenstreek, Greenport Duin- en Bollenstreek en de gemeenten HillegomLisseTeylingenNoordwijk en Katwijk.

2025 04 29_kick off Missing Link Hyacint (1)

PPS Missing Link Hyacint van start met eerste proefbezoek

Bij de officiële kick-off van de nieuwe PPS Missing Link Hyacint hebben de partners meteen ook de eerste proef bij de business unit Glastuinbouw van Wageningen UR in Bleiswijk bezocht. Het doel is de productie van kwalitatief goed, virus- en ziektevrij uitgangsmateriaal, dat versneld en duurzaam is opgekweekt in beschermde omstandigheden. In deze eerste proef worden plantgoedbollen en weefselkweekmateriaal in de kas geteeld bij 3 temperaturen en 3 lichtniveaus. Er was veel interesse voor de resultaten van de eerste tussenmeting waarbij al opvallende verschillen in bolgroei zichtbaar waren.

Eénrichting teeltsysteem als vervanging

In het eerder uitgevoerde POP3 project ‘Vitale teelt Hyacint’ is gestart met de ontwikkeling van een nieuw duurzaam teeltsysteem voor de teelt van ziektevrije hyacintenbollen. Het traditionele cyclische teeltsysteem waarbij bollen (inclusief besmette bollen) steeds worden terug geplant, kan dan vervangen worden door een éénrichting teeltsysteem. In het nieuwe systeem wordt gestart met nieuwe ziektevrije bollen, die in één (lineair) traject worden doorgekweekt tot leverbare bollen. Omdat gestart wordt met schone ziektevrije bollen kan het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen in de buitenteelt omlaag. Dit sluit aan bij de vraag naar duurzaam geteelde en residuvrije bollen en strenge eisen voor virus- en ziektevrije bollen van buitenlandse markten.

Resultaten laten mogelijkheden zien. Knelpunten moeten worden opgelost.

De resultaten van het POP3 project ‘Vitale teelt Hyacint’ hebben laten zien dat het in principe mogelijk is om bollen ziektevrij te maken door vermeerdering in weefselkweek en opkweek onder beschermde condities (in kas of indoor), maar er zijn nog een aantal belangrijk knelpunten die opgelost moeten worden om te komen tot een economisch rendabele teeltwijze. Het gaat hierbij met name om plantfysiologische uitdagingen die de teeltsnelheid en efficiency beïnvloeden, en om een doordacht en gevalideerd systeem van selecteren en toetsen op bolgezondheid gedurende de teelt.

Kick-off-Missing-Link-Hyacint-PPS

Samenwerking tussen verschillende partijen en kwekers

In de nieuwe PPS Missing Link gaat de business unit Glastuinbouw samen met telers, projectpartners en stakeholders aan de slag om de nog aanwezige knelpunten op te lossen (vandaar de naam: ‘the Missing Link’). Dit vierjarig onderzoeksproject wordt mede mogelijk gemaakt door Stichting Bloembollenonderzoek, Stichting innovatiefonds Hagelunie, Stimuflori en Topsector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen en de deelnemende projectpartners: KAVB, Greenport Duin- en NBollenstreek, Alb. Groot, BQ support, Hobaho, Iribov, Apeldoorn Bloembollen en Aad Prins Leliecultures B.V..

HAS-studenten-Demoveld-Bollenstreekmei-2025-greenport

Onderzoek Demoveld Bollenstreek: HAS-studenten Daisy, Siebe en Fleur gegrepen door biodiversiteit

Daisy is vierdejaars studente Milieukunde en binnen haar studie heeft ze een interesse ontwikkeld in thema’s zoals biodiversiteit en de transitie naar regeneratieve landbouw. “Deze onderwerpen spreken mij aan vanwege hun urgentie en de complexe samenhang tussen ecologische en economische aspecten. De overstap naar een duurzamer landbouwsysteem vraagt om fundamentele veranderingen. Hierbij is de samenwerking tussen verschillende partijen, waaronder telers en beleidsmakers, essentieel.” Deze complexiteit motiveert haar om bij te dragen aan oplossingen die zowel de biodiversiteit herstellen als de landbouw toekomstbestendig maken.

Ook Fleur is vierdejaars student Milieukunde. Deze Bollenstreekse heeft een sterkte interesse in bodemgezondheid en biodiversiteit in haar eigen leefomgeving. “Deze combinatie maakt dat ik me met enthousiasme inzet voor duurzamere ontwikkelingen binnen de bollenteelt.”

Siebe doet de opleiding Toegepaste Biologie en zit in zijn vierde jaar. Sinds het begin van zijn studie heeft hij een grote fascinatie voor soortenherkenning en determinatie, en hoe deze informatie inzicht kan geven in de ecologische staat van een gebied. Binnen deze beroepsopdracht werd hij specifiek betrokken vanwege zijn expertise op dit vlak. “Mijn rol in het project richt zich op het determineren van de gevonden organismen met name insecten tot op familie- of soortniveau, en deze data vervolgens ecologisch te interpreteren. Op die manier kunnen we niet alleen registreren wát er leeft op het demoveld, maar ook begrijpen waarom die soorten daar voorkomen, en hoe dit samenhangt met de toegepaste teeltmethodes. Het is voor mij een mooie kans om mijn passie voor soortenkennis te verbinden aan praktijkgericht onderzoek naar biodiversiteit.”

Wat is de relatie tussen de bollen- en bloementeelt kijkende naar de biodiversiteit en natuurinclusief telen?

“In Nederland is de bollen- en bloemensector overwegend intensief waarbij veelal sprake is van monoculturen en het toepassen van gewasbeschermingsmiddelen. Deze praktijken kunnen een negatieve impact hebben op de biodiversiteit, aangezien chemische middelen vaak ook schadelijk zijn voor niet-doelsoorten. Bij natuurinclusieve bollenteelt wordt gestreefd naar een teeltsysteem dat ruimte laat voor natuur. Op het Demoveld Bollenstreek zijn bijvoorbeeld een bloemenrand en een haag aangelegd om de ecologische diversiteit te bevorderen. Daarnaast worden minder tot geen gewasbeschermingsmiddelen ingezet en wordt de bodem minder intensief bewerkt. Dit stimuleert het bodemleven en vermindert verstoring van het ecosysteem. Door deze aanpak kan de biodiversiteit zich herstellen en kan het systeem terugkeren naar een meer natuurlijke balans. Dit vergroot de weerbaarheid van het teeltsysteem en vermindert de kans op plagen, doordat natuurlijke plaagonderdrukkers worden ondersteund. Natuurinclusief telen vormt daarmee een belangrijke stap richting het herstel van biodiversiteit. Tegelijkertijd is het van belang om de effecten op opbrengst en economische haalbaarheid te onderzoeken, zodat deze aanpak ook op grotere schaal rendabel en toepasbaar wordt.”

Wat vinden jullie van het Demoveld Bollenstreek en wat gaan jullie precies onderzoeken?

Daisy: “Wij waarderen het initiatief, en dat dit veld beschikbaar is gesteld voor onderzoek naar natuurinclusieve en extensieve teelt. In een tijd waarin de vraag naar duurzame landbouwpraktijken groeit en de bollenteelt regelmatig onder druk staat vanwege haar milieubelasting, biedt dit demoveld een kans om het tij te keren. Door samen met telers te zoeken naar duurzamere en milieuvriendelijkere teeltmethoden, kunnen we laten zien dat de bollenteelt een positieve bijdrage kan leveren aan een toekomstbestendig landbouwsysteem. Dit veld fungeert daarmee niet alleen als proeflocatie, maar ook als belangrijk voorbeeld voor een nieuw perspectief binnen de sector.”

Fleur vult aan: “Ons onderzoek richt zich op het vergelijken van biodiversiteit en bodemgezondheid aan beide zijdes van het demoveld: de natuurinclusieve en de natuurextensieve zijde. We onderzoeken in hoeverre verschillende teelttechnieken invloed uitoefenen op de narcissenteelt, biodiversiteit en bodemkwaliteit.”

Siebe: “Voor het in kaart brengen van de biodiversiteit maken we gebruik van diverse vangmethoden, waarmee we inzicht krijgen in de soortenrijkdom en ecologische variatie op het veld. Daarnaast voeren we bodemanalyses uit om de kwaliteit van de bodem op beide zijdes te beoordelen. Ook evalueren we het effect van ecologische maatregelen, zoals de aanleg van een bloemenrand en een heg, op de biodiversiteit. In een vervolgstap onderzoeken we de relatie tussen biodiversiteit en bodemgezondheid, om de onderlinge samenhang tussen deze factoren beter te begrijpen.”

Wat valt je op aan de bevindingen van de voorgaande groep studenten?

Bij het terugkijken naar het werk van de studenten die hen voorgingen, valt op dat zij vooral in grote lijnen hebben gekeken naar de insecten en andere organismen op het demoveld. De waarnemingen werden alleen gegroepeerd op verschillende organismen, zonder precies te bepalen om welke soortgroepen het ging. Daisy, Fleur en Siebe gaan verder.

Siebe: “In onze opdracht hebben wij ervoor gekozen om een aantal stappen verder te gaan. We hebben geprobeerd alle gevangen dieren zoveel mogelijk tot op familiegroep te determineren — dat betekent dat we niet alleen ‘een vlieg’ benoemen, maar bijvoorbeeld weten of het een bloemvlieg, dansmug of rouwmug gaat. Deze verfijning geeft veel meer informatie over de ecologie van het veld. Zo kunnen we beter begrijpen welke groepen insecten op welke plekken voorkomen, en wat dat zegt over de invloed van verschillende vormen van landbouw, zoals extensieve of natuurinclusieve teelt.”

Daisy: “Kortom: door dieper te kijken, halen we veel meer uit dezelfde vangsten en dat maakt onze analyse sterker én relevanter voor de praktijk.”

Waarom zijn jullie veel op het veld en wat hopen jullie aan te treffen/mee te maken?

Fleur: “Tijdens ons onderzoek hebben we vier meetrondes uitgevoerd om de biodiversiteit in kaart te brengen. Gedurende vier opeenvolgende weken zijn we telkens twee dagen per week op locatie geweest om de vallen uit te zetten en later weer te verzamelen. Tijdens de eerste meetronde zijn tevens bodemmonsters verzameld. Deze monsters zijn samengevoegd tot mengmonsters en vervolgens geanalyseerd in het laboratorium.”

Binnenkort presenteren de studenten hun bevindingen aan de Bollenjongens.

Op de foto v.l.n.r. Fleur, Daisy en Siebe.

Regiocertificering-Rik-Pennings-greenport

Rik Pennings: “Met Regiocertificering maken we écht stappen vooruit.”

Niet aan de zijlijn blijven staan, maar actief meedoen

“Ik was vanaf het allereerste idee betrokken en wilde daarom graag meebouwen aan een breder en beter certificeringssysteem. Als kweker én bestuurder was ik nieuwsgierig naar de inhoud en naar hoe dit traject zou verlopen. Ik vond het belangrijk om niet aan de zijlijn te blijven staan, maar actief mee te doen.”

Direct nieuwe inzichten

“Op het gebied van gewasbescherming en nutriënten hebben we al veel bereikt afgelopen jaren. Toch bleek tijdens de bijeenkomsten dat er altijd nog verbeteringen mogelijk zijn. Vanaf het begin krijg je een spiegel voorgehouden, en dat levert direct nieuwe inzichten op. Dat vind ik mooi: ik ben competitief ingesteld en wil het altijd nóg beter doen.”

“Daarnaast merkte ik hoeveel draagvlak er is onder collega’s, bestuurders en telers”

In een kleine en vertrouwde setting cijfers en ervaringen delen met je concullega’s

“De openheid van collega’s is echt van grote waarde. In een kleine, vertrouwde setting durfde iedereen zijn cijfers en ervaringen te delen. Dat vond ik echt van grote waarde. Daarnaast merkte ik hoeveel draagvlak er is onder collega’s, bestuurders en telers. Iedereen voelt het belang om de Bollenstreek duurzaam en toekomstbestendig te houden.”

Als twee middelen even effectief zijn, kiezen we voor het middel met de laagste milieubelasting

“Bij het kiezen van middelen voor de gewasbescherming weegt de milieubelasting nu net zo zwaar als werking en prijs. Dat is een grote stap. Als twee middelen even effectief zijn, kiezen we bewust voor het middel met de laagste milieubelasting. Zo verduurzamen we stap voor stap, zonder in te leveren op kwaliteit, want kwaliteitseisen van afnemers blijven onverminderd hoog.”

“We hebben niet de luxe van een generatie de tijd”

Inzichten, inspiratie en concrete handvatten om verder te verbeteren

“We zitten midden in een transitie, maar we hebben niet de luxe van een generatie de tijd. De maatschappij verwacht versnelling, en Regiocertificering is een uitstekende manier om stappen te zetten. Zelfs als je denkt dat je het al goed doet, levert meedoen veel op. Je krijgt inzichten, inspiratie en concrete handvatten om verder te verbeteren.”

De kloof tussen wetenschap en praktijk overbruggen

“Naast de data en de benchmarks is het contact met onderzoekers en adviseurs ontzettend waardevol. Mensen als Wolf Mooij van NIOO-KNAW weten de kloof tussen wetenschap en praktijk te overbruggen. We hebben zulke mensen nodig om kritische vragen te stellen, zodat we echt scherp blijven. Mijn ambitie is om als gangbare kweker zo dicht mogelijk tegen biologische standaarden aan te werken, zonder de kwaliteitseisen uit het oog te verliezen. Regiocertificering helpt ons daar goed bij.”

Ook enthousiast geworden?

Doe dan mee aan Regiocertificering en zet samen met ons de stap naar een duurzame toekomst. De eerste telers in de pilotgroep hebben al ervaren hoe Regiocertificering helpt bij het verduurzamen van de bollenteelt in de Duin- en Bollenstreek. Nu is het jouw kans om aan te sluiten.

Wat levert deelname op?

✔️ Een sterke positie in de markt met een duurzaamheidskeurmerk

✔️ Praktische handvatten om duurzamer en efficiënter te werken

✔️ Ondersteuning en kennisuitwisseling met collega-telers

✔️ Bijdragen aan een toekomstbestendige bollensector

Wil je meer weten of vrijblijvend kennismaken? Meld je aan voor meer informatie of een persoonlijk gesprek met Greenport Duin- en Bollenstreek, via info@greenportdb.nl of 06-10715559 (Maarten Prins, programmamanager).

Sluit je aan en maak samen met ons de Duin- en Bollenstreek een koploper in duurzame bollenteelt!

Over dit artikel:
In deze artikelenreeks nemen verschillende kwekers je mee in hun ervaring rondom hun deelname aan de pilotgroep Voorjaarsbloeiers in het project Regiocertificering. In het project Regiocertificering werken kwekers uit de Duin- en Bollenstreek gezamenlijk aan verduurzaming van de teelt. We vroegen ze onder andere waarom ze meedoen, wat ze leerden en welke boodschap ze hebben voor collega-kwekers.

Verkenning-publiek-private-samenwerking-binnen-Regio-Deal-Sierteelt-greenport-duin-en-bollenstreek

Verkenning publiek-private samenwerking binnen Regio Deal Sierteelt

Op uitnodiging van John van der Slot, bestuurslid van het Hoogheemraadschap van Rijnland en eigenaar van Floralcolors BV (bloembollenkwekerij en -broeierij), vond op donderdag 1 mei 2025 in Noordwijkerhout een verkennend overleg met Martin Blokker (ACCEZ) en Detmer Koekoek (Kwartiermaker NL AAA Klimaatbestendig) plaats over de impact van klimaatverandering op de bollenteelt en de rol van duurzaam waterbeheer in de regio. Het overleg bouwt voort op eerder gevoerde gesprekken tijdens de Water- en Klimaatconferentie van provincie Zuid-Holland.

Het belang van gebiedsgerichte samenwerking, betere kennisdeling en een gezamenlijke aanpak tussen publieke en private partijen is uitgebreid besproken. Juist de locatie – aan de rand van bloeiende tulpenvelden – onderstreept de urgentie én de kracht van verbinding tussen telers, overheden, kennisinstellingen en de financiële sector. 

Samenwerking toekomst bollenteelt via verschillende trajecten

Het overleg vond plaats in aanloop naar de Greenport Learning Journey en Regio Deal Sierteelt, die in de jaren 2026 tot en met 2029 ten uitvoer komen en waarvoor het Rijk €10 miljoen beschikbaar heeft gesteld. Het proces richting een convenant is gestart en zal in september 2025 afgerond worden. Via verschillende trajecten wordt samengewerkt aan de toekomst van bollenteelt in de regio. 

Klimaatuitdagingen staan centraal

Binnen de Regio Deal wordt geïnvesteerd in onderzoek o.l.v. Resilient Delta/ACCEZ en initiatieven rond toekomstbestendige sierteelt, duurzaam waterbeheer en innovatie. Centraal staan de klimaatuitdagingen waar de bollensector mee te maken heeft, zoals verzilting, droogte, extreme neerslag en druk op waterkwaliteit. De sierteeltsector is actief bezig met verduurzaming en verbetering van water- en bodembeheer, onder andere door Regiocertificering en DAW-projecten (Deltaplan Agrarisch Waterbeheer) en initiatieven van de Koninklijke Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur (KAVB). In samenwerking met waterschappen werkt de sector ook aan watergebruik en het verbeteren van de waterkwaliteit.

Op de foto v.l.n.r.: John van der Slot (Floral Colors B.V.), Jan de Vries (Hoogheemraadschap van Rijnland), Aad Straathof (Hoogheemraadschap van Rijnland, 1e loco dijkgraaf), Detmer Koekoek (kwartiermaker NL AAA Klimaatbestendig), Simon Pennings (WAM Pennings), Louis van Haaster (namens de kring KAVB Bloembollenstreek, portefeuille water), Martin Blokker (ACCEZ) en Klaas Hogervorst – midden voor (Hoogheemraad voor watersysteem en accounthouder natuur en milieu, en als DAW-voorbeeldbedrijf).

Simon-Pennings-overhandiging-Regiocertificering-Minister-Wiersma-12-05-25

Bloembollensector presenteert ‘Ambitie Toekomst Bollenvak’ aan Minister Wiersma

De samenwerkende ketenpartners KAVB, Royal Anthos en CNB zetten een grote stap vooruit in de verdere verduurzaming van de bollensector en in het zichtbaar en transparant maken ervan. De genoemde partijen ondertekenden hiervoor de Ambitie Toekomst Bollenvak, die op maandag 12 mei 2025 werd overhandigd aan LVVN-minister Femke Wiersma tijdens een werkbezoek aan bloembollenteler Van Oers in Wieringerwerf in de kop van Noord-Holland. In dit ambitiedocument committeert de bloembollensector zich aan de uitvoering van een sectorbrede verduurzamings- en communicatieaanpak, bestaande uit een sectorstatement en een programma met acht pijlers met gezamenlijke ambities, concrete doelen en inspanningen.

Concrete doelen voor 2030

De acht pijlers in het Programma Toekomst Bollenvak zijn plantgezondheid, bodem, water, biodiversiteit, energie, arbeid, mens & maatschappij en heldere communicatie. Per pijler zijn voor alle sectorpartijen (veredelaars, telers, broeiers, handelaren, exporteurs en de bemiddeling) concrete doelen gesteld voor 2030. De twee hoofddoelen voor bijvoorbeeld plantgezondheid zijn:

  • Halvering van de milieubelasting in 2030 ten opzichte van 2019.
  • Uitfasering van hoog-impact gewasbeschermingsmiddelen.

Om deze doelen te realiseren worden onder andere de volgende standaarden ingevoerd:

  • FSI-certificering.
  • Biodiversiteitsmonitor Bloembollen en Regiocertificering.

Als vervolg op het vaststellen van deze ambities werkt de sector per pijler naar concrete afspraken met de betrokken ministeries en andere stakeholders.

Realistisch beleid

“De bloembollensector laat met dit ambitiedocument zien dat verduurzaming en vakmanschap hand in hand gaan”, reageert Minister Wiersma. “Dit sluit aan bij het realistische beleid waar ik voor sta: concrete, haalbare stappen die breed gedragen worden binnen de keten, zónder af te doen aan ambitie. Als overheid moedigen we dit soort initiatieven aan, want échte verandering ontstaat wanneer ondernemers, ketenpartners en overheid samen optrekken – ieder vanuit zijn eigen rol en verantwoordelijkheid.”

Focus op samenwerking

KAVB-voorzitter Hester Maij benadrukt het belang van samenwerking voor de sectorambities: “Individuele ondernemers in onze sector investeren al jaren in verduurzaming en innovatie. Met Toekomst Bollenvak willen we de verduurzaming versnellen en transparant en zichtbaar maken. Daar horen ambitieuze en concrete sectordoelen bij. We zijn ervan overtuigd dat we die verduurzaming kunnen behalen door kennis te delen en veel intensiever samen te werken: in de keten én met belangrijke stakeholders zoals de overheid, wetenschap en omwonenden.”

Mark-Jan Terwindt, Managing Director Royal Anthos: “Mooi aan deze integrale aanpak is dat handel, teelt en bemiddeling samen de schouders onder deze ambities hebben gezet. Elkaar aanspreken op de uitvoering is de weg naar resultaten.”

Tinus Teeuwen, voorzitter Raad van Commissarissen CNB: “Wij zijn samen de bloembollensector: veredelaars, kwekers, broeiers, handelaren en exporteurs en met elkaar gaan wij de ambities van het programma Toekomst Bollenvak waarmaken. Daar heb ik alle vertrouwen in!”

Voorbeelden uit de praktijk

Tijdens het werkbezoek bij bloembollenteler Van Oers maakte Minister Wiersma kennis met een aantal praktijkvoorbeelden van innovatie en verduurzaming in de sector. Zo lichtte bollenteler Simon Pennings Regiocertificering in de Duin- en Bollenstreek toe. In dit project wordt op basis van een nulmeting gewerkt aan het verbeteren van milieubelastingspunten, de stikstof en het fosfaatoverschot, de organische stoffenbalans en onderwerpen zoals energie, afval en biodiversiteit. De deelnemende telers worden hierbij begeleid door onafhankelijke deskundigen, investeren in demovelden, delen onderling kennis en werken nauw samen met onder andere het Hoogheemraadschap van Rijnland, gemeenten en Greenport Duin- en Bollenstreek. Pennings overhandigde de minister een rapport over het eerste pilotjaar van deze aanpak met voorjaarsbloeiers: “Regiocertificering is hét instrument om met alle kwekers regionaal samen te werken aan het behalen van de duurzaamheidsdoelen.” De Provincie Zuid-Holland ondersteunt het initiatief en maakte het pilotjaar mede mogelijk.

Diederik Mud, mede-oprichter van Bionomic werkt aan het vergroenen van gewasbeschermingsmiddelen. Hij deed een oproep aan de minister om de toelatingsprocedures voor duurzame gewasbeschermingsmiddelen te versnellen: “Onze innovatieve, groene oplossingen hebben minimale impact op biodiversiteit, maar wachten in Nederland acht tot tien jaar op toelating. In landen als Brazilië is dat slechts anderhalf tot drie jaar.”

Andere voorbeelden over lopende innovatie- en verduurzamingsprojecten in de bollensector en informatie over de ambities en doelstellingen in het Programma Toekomst Bollenvak zijn te vinden op de website www.toekomstbollenvak.nl.

Foto’s door Mylène Sopacua (Ministerie LVVN)