Toby-Bruce-hoogleraar-chemische-ecologie-van-insecten-Keele-University

EU-verordening zet ontwikkeling en beschikbaarheid van gewasbescherming land- en tuinbouw op scherp

De MeetUp vond plaats tegen de achtergrond van de aankomende EU-verordening voor duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Deze stelt dat in 2030 het gebruik van chemische gewasbescherming en het gebruik van de meest gevaarlijke pesticiden in Europa met de helft verminderd moeten zijn. Deze verordening grijpt hard in op de bedrijfsvoering van Nederlandse tuinders. Er vindt al veel onderzoek plaats naar alternatieven voor chemie, maar hoe vinden deze alternatieven hun weg naar de praktijk? Welke belemmeringen zijn er nog en wat moet er gebeuren om deze weg te nemen? Deze vragen stonden centraal tijdens de MeetUp, georganiseerd vanuit het IMPACT2025-programma van Topsector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen (T&U).

Van lab naar veld

Toby Bruce, hoogleraar chemische ecologie van insecten aan Keele University (Verenigd Koninkrijk) nam de 150 deelnemers mee naar de toekomst van de gewasbescherming. Hij liet zien wat er nodig is om inzichten en innovaties van het lab naar het veld te brengen. “In een mondiaal perspectief kunnen we ons geen lagere opbrengsten veroorloven. Er zijn nieuwe technologieën nodig die deze opbrengsten garanderen en tegelijkertijd het gebruik van pesticiden verminderen. We hebben een enorme groene revolutie nodig, gericht op ecologische intensivering van de teeltsystemen”.

Drievoudige uitdaging

Karel Bolckmans, Chief Technology Officer bij Biobest Group, zoomde in op het belang van big data en precisielandbouw. De sleutel voor de toekomst is volgens hem data-gedreven precisie IPM omdat die het mogelijk maakt plaagpopulaties te bestrijden met minimale inputs. Duurzaamheidsmanager Christy van Beek bij Bayer Crop Science betoogde dat het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in duurzame landbouw een drievoudige uitdaging is: voldoende voedsel produceren voor een groeiende wereldbevolking, het tegengaan van de effecten van klimaatverandering, én het verminderen van de gevolgen voor milieu. Volgens Peter Knippels, specialist Plantgezondheid bij LTO, is het nodig dat de sector nog meer programmatisch te werk moet gaan bij het prioriteren van onderzoeksvragen om tot de nodige oplossingen te komen.

Hindernissen

Tijdens de paneldiscussie gingen de sprekers en aanwezigen met elkaar in gesprek over de hindernissen die de gewasbescherming van de toekomst in de weg staan en werd er gekeken naar wat er gedaan kan worden om deze belemmeringen weg te nemen. Bijna alle aanwezigen gaven aan dat de rol van de markt hierin onderschat wordt en dat deze een grote rol kan hebben bij de verduurzaming van gewasbescherming.

Niet gemakkelijk

De sprekers waren het erover eens dat de taak die voor ligt, niet makkelijk is. Nederland is gespecialiseerd in het telen van een groot aantal verschillende gewassen en die gewassen worden blootgesteld aan een groot aantal verschillende ziekten, plagen en onkruiden. Wanneer het aantal actieve stoffen dat voor de teler beschikbaar is minder wordt, zal de aanpak van deze ziekten, plagen en onkruiden niet gemakkelijker worden. Van Beek: “We hebben ook in de toekomst een breed scala aan oplossingen nodig voor een breed scala aan problemen.

Herontwerp teeltsystemen

Er was consensus over de noodzaak tot herontwerp van teeltsystemen. Het is niet simpelweg een kwestie van een pesticide één-op-één vervangen door een andere maatregel. De integratie van alle verschillende stukjes van de puzzel zal de sleutel zijn. Het merendeel van de aanwezigen was van mening dat er nog niet voldoende kennis is over de alternatieven voor chemische gewasbescherming. Knippels gaf aan dat er meer dan één transitiepad ontwikkeld moet worden, niet alleen het zeer intensieve productiesysteem dat we nu kennen. Dat betekent volgens Knippels terug naar de ‘tekentafel’ met een focus in onderzoek.

Kennissynthese

Daarna was het woord aan Richard Harrison, algemeen directeur Plant Sciences Group bij WUR, en Susanne Sütterlin, MT-lid Gewasbescherming & Fytosanitaire Zaken van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Zij reageerden op de eerdere sprekers en de paneldiscussie. Harrison benadrukte dat voor het onderzoek de synthese even belangrijk is als de zoektocht naar nieuwe innovaties. “Onderzoek levert nieuwe kennis aan over herontwerp van teelten en de ontwikkeling van alternatieven. Minstens even belangrijk is kennissynthese waardoor we trade-offs op gebied van markt, milieu en klimaat kunnen evalueren. De overheid staat voor de taak om behoeften van de landbouw en de maatschappij af te wegen. Terwijl de sector vraagt om duidelijker richtsnoeren om de investeringsrisico’s voor nieuwe innovaties te beperken, eist de samenleving strengere voorschriften om de veiligheid te waarborgen. Het vinden van de juiste balans is een taak voor de overheid.”

Meer investeren

Uit een enquête onder de deelnemers bleek dat meer investeren in onderzoek en innovatie nu het belangrijkst is om de doelen van de Europese Commissie te bereiken. Volgens Jaap Bond, boegbeeld van Topsector T&U, is er versnelling nodig. “We hebben gelukkig het instrument van de Topsector dat ons daarbij kan helpen. We hebben een goed samenwerkingsklimaat en een sector waar we trots op mogen zijn.” Dit vertrouwen bleek ook uit een andere vraag: ruim 75% van de deelnemers ziet de komende EU-verordening als een stimulans voor innovatie en een kans voor Nederland.

Doorkijkje naar de toekomst

Tijdens de pauzes en na afloop presenteerden tien startups zich op het startupplein. Zij gaven een doorkijkje naar de toekomst waarin het gebruik van alternatieven voor chemie een reële optie is voor de tuinbouw. Preventie, monitoring en interventie van IPM spelen hierin een belangrijke rol. Zo worden nieuwe benaderingen voor datagestuurd kasbeheer ontwikkeld bij AgriData Innovations, waaronder scouting met behulp van geavanceerde camerasystemen en software voor gegevensanalyse. Startup Blomitec werkt aan technologieën om het microbioom te verbeteren, de productiviteit te verhogen en tegelijkertijd het gebruik van pesticiden en meststoffen te verminderen.

prijsuitreiking-NK-Tegelwippen-Duin-en-Bollenstreek

Prijsuitreiking NK Tegelwippen Duin- en Bollenstreek

Meer groen en minder tegels

Een versteende omgeving, versterkt dit effect. Dus meer groen en minder tegels dragen bij aan de oplossing. Zo kan het water beter de grond inzakken, voorkomen we hittestress en ontstaan er weer nieuwe leefgebieden voor de bloemetjes, de bijtjes en de insecten. Aangezien het grootste deel van de verstening te vinden is in de tuinen van inwoners en op terreinen van ondernemers, kunnen juist zij het verschil maken. Want iedere tegel telt!

Duin- en Bollenstreek

Van 21 maart tot en met 31 oktober gingen de gemeenten in de Duin- en Bollenstreek de strijd met en tegen elkaar aan, waar de meeste tegels gewipt werden. Hierbij zat de gemeente zelf ook niet stil, zo werden flink wat tegels verwijderd bij het vergroenen van de speeltuinen. Tijdens de campagne ‘Alle Tuinen Groen’ werden daarnaast diverse acties georganiseerd om mensen te motiveren en te inspireren de tuinen verder te vergroenen.

En de winnaar is…

Op 2 november werd bij basisschool Het Noorderlicht, voorheen De Rutgersschool, in Katwijk de winnaar bekend gemaakt. Deze school is op moment hard bezig met het vergroenen van het schoolplein, dus een toepasselijke plek. Gemeente Lisse kwam dit jaar als winnaar uit de bus en ging er met de Gouden Tegel vandoor!

Uitslag NK Tegelwippen 2022

Hieronder het overzicht met het aantal gewipte tegels per gemeente:

  • Lisse: 15.873 – TPI: 691,42 (tegels per 1000 inwoners)
  • Hillegom: 11.394 – TPI: 513,06
  • Teylingen: 9.650 – TPI: 257,84
  • Noordwijk: 2.243 – TPI: 51,53
  • Katwijk: 809 – TPI: 12,3

De aanwezige wethouders bedanken namens hun gemeente alle inwoners en ondernemers die hebben meegedaan aan deze actie, want alle beetjes helpen! Met de toepasselijke tekst op de Gouden tegel: “Wippen is belangrijker dan winnen”, kijken ze allen terug op weer een geslaagde actie om onze regio verder te vergroenen.

De gemeenten in de Duin- en Bollenstreek werken samen aan het vergroenen van de omgeving. Zij hebben de Groene Uitdaging gevraagd om hen hierbij te ondersteunen. Het NK Tegelwippen werd dit jaar voor de tweede maal georganiseerd in samenwerking met deze vijf gemeenten. Kijk voor meer info, inspiraties en acties over wat jij kunt doen op www.degroeneuitdaging.nl. Meer weten over het NK Tegelwippen? Kijk dan op https://nk-tegelwippen.nl/.

overname-bedrijf-Lisse-greenport

Hoogeveen en Steenhoven bundelen krachten in Van Geest Nurseries

Marcel Hoogeveen was achttien jaar eigenaar van Van Geest Nurseries in Lisse. In 2020 verkocht hij het bedrijf mede vanwege de sterk toegenomen complexiteit door de Brexit. Een Oekraïense ondernemer zette het bedrijf voort. Erwin van Steenhoven, voorheen eigenaar van Steenhoven transport (Steenex), heeft de afgelopen twee jaar het logistieke gedeelte voor zijn rekening genomen binnen Van Geest Nurseries. Samen gaan zij nu verder met de op- en overslagactiviteiten.

Geen eigen export

“De eigenaar uit Oekraïne wilde graag terug naar zijn land. Erwin en ik hebben onze krachten gebundeld en hebben samen besloten om de activiteiten van Van Geest Nurseries van hem over te nemen. Dat geldt voor de naam en voor de locatie”, aldus Marcel Hoogeveen.

In tegenstelling tot voorheen, vindt er geen export meer plaats. “We richten ons puur op de logistiek. We laten bloembollen naar ons bedrijf in Lisse komen en maken het daar klaar voor export. Wij zorgen ervoor dat alles wordt gekeurd en aan de eisen van bijvoorbeeld CITES voldoet. Voor Groot-Brittannië is het ons werk om alle papieren vanwege de Brexit in orde te maken. In feite is dat onze specialisatie geworden waar we allebei onze deskundigheid in hebben.”

Door deze overname is er meer ruimte beschikbaar in de gebouwen van Van Geest Nurseries. “We kunnen dus nog wel activiteiten erbij hebben of een deel verhuren”, aldus Hoogeveen.

Bron: Greenity

snijhyacint-hyacinten-greenport-diun-en-bollenstreek

Hyacintenbedrijf Van Abswoude stopt

Het hyacintenbedrijf J.C.N. van Abswoude uit Rijnsburg stopt. Deze week worden de laatste hyacinten gesneden en geveild en daarna gaat de deur op slot. Gebrek aan opvolging en de hoge energieprijzen hebben geleid tot de beslissing om het bedrijf te verkopen.

Het Rijnsburgse bedrijf aan de Trappenberglaan is eigendom van de drie broers Ronald, Richard en Bernhard van Abswoude. De kwekerij staat bekend om het feit dat het jaarrond snijhyacinten teelt. Hoe dat precies moet worden gedaan, is door de drie eigenaren zelf bedacht en uitgewerkt. “Misschien dat sommige telers het ook kunnen, maar past het niet in hun bedrijf. Afgelopen juli en augustus waren wij in ieder geval nog steeds de enige kwekerij die snijhyacinten aanleverden”, vertelt Richard van Abswoude. Met de bedrijfssluiting verdwijnt de kennis die de drie broers in de loop van de jaren hebben opgedaan. “Als een bedrijf interesse heeft dan is dit zeker te koop. Maar tot nog toe heeft nog niemand zich gemeld.”

Geen opvolging

De beslissing om het bedrijf te stoppen is in het voorjaar al genomen. Het gebrek aan opvolging was de belangrijkste reden. Daar kwamen de hoge energieprijzen nog eens bovenop. Richard: “Het werd zo ongewis allemaal dat we besloten te stoppen voor het echt fout zou gaan. Dus oogsten we deze week de laatste hyacinten.”

Ander werk

Het bedrijf wordt verkocht en de drie broers hebben inmiddels werk gevonden. “Gelukkig is de arbeidsmarkt goed genoeg dat ik op mijn 56ste nog snel werk kon vinden. Dat betekent een 40-urige werkweek in plaats van 75 uur. Daar is mijn vrouw ook blij mee”, vertelt Richard van Abswoude.

Bron: Greenity

Tulpen-virus-herkenning

Bloembollensector zoekt innovatieve en praktische oplossing voorkomen aantasting tulpen door galmijt

Nederland is hét tulpenland. Elk jaar wordt er voor 400 miljoen euro aan tulpenbollen gekweekt en geëxporteerd. Maar de tulp wordt bedreigd door de tulpengalmijt: een klein, spinachtig diertje (0.2 mm) dat met het blote oog niet waarneembaar is. De tulpengalmijt kan enorme schade kan opleveren aan het gewas. Besmette bollen hebben een sterk vertraagde ontwikkeling van de wortelkrans en de spruit, waardoor de opbrengst sterk terugloopt en de kwaliteit van de bloemen wordt aangetast (verkleuring). Omdat de galmijt een belangrijke overbrenger is van virussen, mogen besmette partijen niet worden geëxporteerd. 

Op dit moment wordt de tulpengalmijt bestreden door het gewas in het veld te bespuiten met een luizenbestrijdingsmiddel dat ook effectief is tegen de tulpengalmijt. Door de systemische werking (het wordt opgenomen in de plant en de bol) is het middel ook effectief na de oogst. Dit middel zal vanaf 2025 niet meer worden verkocht in Europa. Vooralsnog is er geen vergelijkbaar alternatief beschikbaar om de galmijt te bestrijden.

Daarom zijn we op zoek naar nieuwe, innovatieve oplossingen die de tulpengalmijt kunnen bestrijden én goed in het logistieke proces van de tulpenkweek passen. Bestrijding kan zowel ‘klassiek’ via bestrijdingsmiddel, maar vooral tijdens het logistieke/verwerkingsproces in bolvorm zien we goede kansen om de tulpengalmijt te verdelgen.

Denken jullie dé oplossing te hebben om de aantasting van de tulpen door de galmijt te voorkomen? Dan ontvangen wij graag jullie pitch!

Waar zijn we naar op zoek?

We zijn op zoek naar een alternatieve methode om de tulpengalmijt te bestrijden en/of besmetting te voorkomen. De behandeling moet praktisch inpasbaar zijn in de bedrijfsvoering van de telers, waarbij extra logistieke handelingen zo beperkt mogelijk worden gehouden, om kosten én kruisbesmetting te voorkomen. De oplossing moet vanaf 2025 grootschalig ingezet kunnen worden. 

Informatiebijeenkomst

We organiseren voor deze challenge een online informatiebijeenkomst op maandag 14 november 16:00 – 17:00. Aanmelden kan via deze link.

Lees meer

Ben je benieuwd naar de beoordelingscriteria, de tijdslijn, wat de pitch moet inhouden en wat er te winnen valt?Gebruik deze link om meer informatie te vergaren. In dit rapport vind je (wetenschappelijke) detailinformatie over de tulpengalmijt (vanaf pagina 59).

Flyer-D1D-2019-student-gezocht

Directeur voor 1 dag

Als directeur voor 1 dag mag jij meelopen met de directeur van één van Nederlands meest vooraanstaande producenten/leveranciers in de Food en Flower Industry. Want in verse producten ligt de toekomst! Grijp deze unieke kans en geef je op! Word jij geselecteerd? Dan levert jou dat een mooie ervaring en referentie op!

Wat ga je doen?

Je gaat letterlijk één dag meelopen met een van de grootste directeuren uit de Food & Flower Industry. Je krijgt tevens een bedrijfsvraagstuk voorgelegd, waar jij jouw onbevangen advies over mag geven! Je speelt daarmee een belangrijke rol en draagt bij aan het toekomstig beleid van de desbetreffende onderneming.

Datum

De dagen dat er meegelopen kan worden zijn verspreid in de week van 14 tot en met 18 november 2022.

Selectieprocedure

Er zijn slechts 15 plaatsen beschikbaar voor studenten bij 15 verschillende Nederlandse topbedrijven in de sector. Dit betekent dat we een paar vragen zullen stellen om erachter te komen wat je motivatie is om mee te doen, zodat we mede op basis daarvan een selectie kunnen maken. Je studierichting vragen we wel, maar in principe kijken we daar niet naar.

Opgeven en meer informatie

Geef je voor 1 november op via deze link.

Deelnemende bedrijven

De deelnemende bedrijven/organisaties vertegenwoordigen de gehele keten en zijn koplopers in de Nederlandse Food & Flower Industrie: veredelaars, toeleveranciers, kwekers, handelaren en de belangenvertegenwoordigers.