Eerder was ‘Bollenjongens’ al te zien op TV West. Overdevest: “RTL en Videoland toonden ook interesse in de serie. Voor televisie is RTL Z qua profiel de meest logische keuze voor dit programma. Op deze zender zijn vaak mooie documentaires te zien over hoe producten tot stand komen en hoe bepaalde sectoren werken. En dat Videoland de serie ook wil hebben is natuurlijk helemaal fantastisch. Videoland heeft meer dan een miljoen abonnees in Nederland die ‘Bollenjongens’ kunnen streamen wanneer ze maar willen.”
RTL Z zendt ‘Bollenjongens’ uit als de Bollenstreek vol in bloei staat. Op dinsdag 11 april kun je kijken naar de eerste zes afleveringen en een week later, op dinsdag 18 april, naar de andere vier afleveringen. Ook wordt de serie nog twee keer herhaald, op woensdag- en zaterdagavond.
Overdevest: “Ik heb met RTL een licentieovereenkomst getekend voor drie jaar. Dat houdt in dat RTL Z het programma de komende drie jaar exclusief op tv mag uitzenden. En daarnaast is ‘Bollenjongens’ vanaf 11 april dus ook drie jaar lang te zien op Videoland. Samen met de bollenjongens en Greenport Duin- en Bollenstreek was ik al heel trots op de serie, maar dat grote platforms als RTL en Videoland het programma prominent willen plaatsen is echt een kroon op ons werk.”
Uitzendtijden RTL Z
Dinsdag 11 april vanaf 20.30 uur aflevering 1 t/m 6
Woensdag 12 april vanaf 23.20 uur aflevering 1 t/m 6
Zaterdag 15 april vanaf 20.00 uur aflevering 1 t/m 6
Dinsdag 18 april vanaf 20.30 uur aflevering 7 t/m 10
Woensdag 19 april vanaf 23.30 uur aflevering 7 t/m 10
Zaterdag 22 april vanaf 20.00 uur aflevering 7 t/m 10.
Kijk voor meer informatie over de serie en de bollenjongens op bollenjongens.nl
Peter van der Avoird nam gisteren de prijs in ontvangst uit handen van minister Adema. Het prijsobject is een circulaire vorm, gemaakt van mycelium en restproduct uit de tuinbouw. Volgens de vakjury is Van der Avoird Trayplant toonzetter in onderzoek, sterk ondernemerschap en systeeminnovaties voor vermeerdering en productie. Een meerdimensionaal bedrijf met een sterke visie en scherpe focus, waarbij innovatie in het DNA zit. Een goed voorbeeld is de vierlagenteelt op de nieuwe locatie. Deze locatie is nagenoeg emissievrij, heeft geen CO2-uitstoot en geen afvalwater.
Peter van der Avoird: “We zijn er trots op dat we met onze visie kunnen inspireren: de natuur minder belasten, maar toch voorzien in de groeiende voedselbehoefte. We werken aan het voedsel van morgen, maar houden de planeet met ons boerenverstand in de gaten.”
Theelers wint themaprijs met inzet reststromen
Start-up Theelers zet restmaterialen en bijproducten om tot een nieuw product voor de consumentenmarkt: kruidenthee melanges. Theelers is ontstaan vanuit een gezamenlijke ambitie van vier kwekers: Corn Bak Bromelia (Assendelft), de Kruidenaer (Etten-Leur), Westlandpeppers (De Lier) en Gova (Nispen). De wijze waarop zij hun krachten bundelen vindt de jury een voorbeeld voor de sector. De vier ondernemers zetten elkaars expertise in om zo samen een stap te zetten in innovatieve productontwikkeling in de glastuinbouw.
Pieter Boekestijn: “Theelers staat voor samenwerking, kwaliteit en passie voor horticultuur. We zijn trots en vereerd dat we door onze gewassen samen te brengen de themaprijs ‘nieuwe teelten, nieuwe toepassingen’ gewonnen hebben. Het is nu tijd om door te pakken met het naar de markt brengen van ons product.”
Aftermovie
Bekijk hier de aftermovie van de uitreiking van de Tuinbouwprijs 2023.
Duurzaam Verbonden, dat is het thema waar wij als Greenport Duin- en Bollenstreek voor staan en waar wij invulling aan willen geven. Hoe we dat in het afgelopen jaar hebben gedaan lees je in de rapportage over 2022.
We zijn het jaar 2023 begonnen met aantal mooie bijeenkomsten en de voorbereiding voor nog veel meer moois. Onze doelen en activiteiten voor dit jaar staan in het jaarplan 2023.
Pendimethalin, de werkzame stof in Stomp en Wing P, blijft net als voorgaande jaren een probleemstof. Dit geldt ook voor carbendazim, het afbraakproduct van thiofanaat-methyl uit het dompelmiddel Topsin. Dit laatste middel is sinds 2021 niet meer toegelaten en verwachting is dat de normoverschrijdingen voor deze stof zullen verdwijnen. Het risico bestaat dat de werkzame stoffen uit de vervangende dompelmiddelen meer in het oppervlaktewater terecht gaan komen. Met de metingen houden we dat in de gaten om tijdig te signaleren wanneer dit problemen gaat opleveren.
Resultaten jaarlijkse toetsing
Maandelijks onderzoekt Rijnland op 6 vaste meetpunten in de Bollenstreek de kwaliteit van het oppervlaktewater. Er zijn in 2022 minder normoverschrijdingen waargenomen dan in 2021. Dit geldt zowel voor de norm voor chronische als de acute blootstelling, waarbij de norm voor de acute blootstelling vaker werd overschreden dan die voor chronische blootstelling.
Figuur 1: Aantal normoverschrijdingen van 2014 tot en met 2022 van acute en chronische bloostelling.
De gemeten concentraties worden getoetst op twee soorten normen: Chronische blootstelling: Een jaargemiddelde norm voor effecten op waterorganismen op langere termijn Hiervoor worden de maandelijks gemeten individuele concentraties per jaar gemiddeld en vergeleken met de norm (JG-MKN) Acute blootstelling: Een maximaal aanvaardbare concentratie voor een acuut effect. Van concentraties boven deze norm gaan sommige waterorganismen direct dood. Voor deze norm worden individuele concentraties vergeleken met de norm (MAC-MKN). Vaak is deze norm hoger dan de norm voor chronische blootstelling.
Aantal normoverschrijdingen verschilt in het gebied
Op alle meetlocaties overschrijdt één stof de norm voor chronische blootstelling (JG-MKN), behalve op de meetlocatie ten zuiden van het Oosterduinsemeer in het boezemsysteem van Rijnland. Daar overschrijden twee stoffen de jaargemiddelde norm (Figuur 2).
De meeste normoverschrijdingen voor acute blootstelling (MAC-MKN) zijn gemeten op de meetlocatie in de Hogeveensepolder-Noord (8 keer) en in het zuidelijk deel van de peilvakken De Zilk (5 keer) zoals te zien in Figuur 2b.
Figuur 2: Totaal aantal normoverschrijdingen chronische blootstelling (boven) en acute blootstelling (onder)
Pendimethalin en carbendazim grootste probleemstoffen
De twee stoffen die de afgelopen jaren, en dus ook in 2022 het vaakst de norm overschreden zijn pendimethalin (werkzame stof van de herbicide Stomp en Wing P) en carbendazim (Figuur 3). De normoverschrijdingen van pendimethalin werden gemeten in de periode februari en maart wanneer ze ook worden gespoten.
Carbendazim was voornamelijk van maart tot en met november normoverschrijdend.
Deze laatste stof is een afbraakproduct van thiofanaal-methyl, dat als werkzame stof zat in het dompelmiddel Topsin. Vanaf eind 2021 zijn middelen met thiofanaat-methyl niet meer toegestaan.
Ook de werkzame stof pyraclostrobin uit het dompelmiddel Securo overschrijdt de afgelopen jaren regelmatig de jaargemiddelde norm. In 2022 was het aantal normoverschrijdingen van deze stof wel lager dan voorgaande jaren. Omdat de stof geen norm voor de acute blootstelling heeft, is daar niets over te zeggen.
Figuur 3: Stoffen die van 2019 tot en met 2022 normoverschrijden zijn gemeten met het aantal overschrijdingen
Omdat dompelmiddelen met thiofanaat-methyl per eind 2021 verboden zijn is de kans aanwezig dat middelen met pyraclostrobin vaker gebruikt gaan worden. Hierdoor bestaat het risico dat ze meer in het water terecht komen. Volgend jaar geven wij u een hier update over.
De meeste normoverschrijdingen betreffen toegelaten middelen Het grootste deel van de normoverschrijdingen komt van stoffen die een toelating hebben of pas recent zijn verboden.
Er worden echter ook middelen gevonden die al enige tijd verboden zijn. Het betreft onder andere imidaclopid en methyl-pirimifos. Imidacloprid heeft wel een toepassing als biocide in onder andere vlooienbanden en vlooienspray voor honden. De kans dat de normoverschrijding niets met de bollenteelt te maken heeft, is groot.
Voor de verboden stof methyl-pirimifos is de kans wel aanwezig dat de normoverschrijding met de bollenteelt te maken heeft. Methyl-pirimifos werd gebruikt voor de bewaring van bollen. Deze stof is al enige tijd geleden verboden. Toch wordt het nog op één locatie normoverschrijdend gemeten in een behoorlijke piek (Figuur 4). Een mogelijkheid is dat het is uitgespoeld uit kisten die in de regen buiten hebben gestaan en via het erf in de sloot zijn gestroomd. Op de overige locaties wordt de stof niet aangetroffen.
Figuur 5: De normoverschrijding van methyl-pirimifos op meetpunt ROP05308 (omcirkeld)
Doelen nog niet in zicht
Met het resultaat van 2022 kan worden geconcludeerd dat het grote aantal normoverschrijdingen van 2021 vooralsnog een uitschieter blijkt te zijn. Een mogelijke reden kan zijn dat 2021 een nat jaar was na twee droge jaren. 2022 was weer een droog jaar.
Rijnland snapt dat binnen het huidige systeem verduurzaming op een bedrijfseconomisch verantwoorde manier lastig is. Tegelijkertijd is te zien dat er middelen in het water komen, op het moment dat het toegepast wordt. Dit maakt dat er nog winst te behalen is tijdens het toepassen van middelen, maar ook in de manier hoe er wordt omgegaan met restvloeistoffen.
Het is daarom belangrijk om te beginnen met de dingen die wat makkelijker zijn. Zoals:
Restvloeistoffen uit de spuit en dompelvloeistof opvangen en verwerken in bijvoorbeeld een Biofilter, Phytobac of Heliosec.
Goede inrichting van het erf dat er zo veel mogelijk afspoeling van resten van gewasbeschermingsmiddelen te voorkomen.
Kies het juiste spuitmoment en gebruik driftreducerende doppen, zodat er zo min mogelijk via drift in het water komt.
Gebruik precisie onkruidbestrijdings- en spuittechniek.
Vraag via Landbouwportaal vrijblijvend een onafhankelijke coach aan die met je mee kan denken wat voor jou handige stappen zijn. Voor een aantal van bovenstaande maatregelen verleent Rijnland subsidie via het portaal.
De problemen in de bloembollen zijn groot; vanuit de maatschappij wordt de druk om minder gewasbeschermingsmiddelen te gebruiken steeds groter en er is ook een roep om minder residu op de bollen. Aan de andere kant zien we steeds strengere kwaliteitseisen bij de export van de bollen en komen er steeds minder middelen beschikbaar. Om deze cirkel te doorbreken is een radicaal andere manier van telen nodig: een ‘systeemsprong’. In de huidige teeltsystemen worden ziekten en plagen telkens meegenomen in de vervolgteelt, omdat een deel van de oogst weer als uitgangsmateriaal voor de volgende teelt wordt gebruikt (‘cyclisch telen’). Bij de systeemsprong beginnen we met schoon uitgangsmateriaal, gaan dit versneld opkweken onder beschermde en optimale omstandigheden in kassen en tot slot telen we het buiten nog een jaar af tot een leverbare bol (éénrichtingsysteem).
POP3 Vitale teelt hyacint
Met dit POP3 project, dat speciaal met een aantal partners is opgezet om de teelt van hyacinten te verduurzamen, willen we een ommezwaai realiseren binnen de hyacintenteelt. Van een cyclische teelt naar een éénrichtingsysteem waarbij we schoon beginnen en de bollen schoon blijven. Als positief gevolg hopen we dat het middelengebruik fors daalt én de bodembelasting naar beneden gaat. Naast de verlaging van chemische middelen gebruik is door een meer precieze teelt ook waterbesparing en minder gebruik van bemesting een winstpunt. In vergelijking met de gangbare teelt zijn de geproduceerde bollen gezonder, beter van kwaliteit, bevatten ze nauwelijks nog residuen en hebben ze een minimale water-, carbon- en middelenfootprint.
Avond voor de sector
We zijn bijna aan het eind van het project POP3 Vitale teelt hyacint. In 2021 is het project gepresenteerd, nu is het tijd om de resultaten van de verschillende thema’s toe te lichten. Op dinsdag 4 april in de avond bij de Amsterdam Green Campus gaan we de ontwikkelingen langs en is er ruimte voor discussie over de verschillende aspecten die van belang zijn voor deze teeltsprong, zoals de economische kant, teelttechnische uitdagingen, weefselkweek, toetsingen en het werken met schoon uitgangsmateriaal.
Resultaten en bewustwording
Het onderzoek toont aan dat het ontwikkelen van een nieuw teeltsysteem een flinke uitdaging is en dat we er nog niet zijn. Duidelijk is wel dat bepaalde aspecten van de systeemsprong worden opgepikt door de sector. Meer bedrijven experimenteren met het opkweken van weefselkweek in kassen of in cellen met led verlichting. Opkweek van virusvrije holbollen gebeurt soms al in gaaskassen en opkweek van pluis in kisten met substraat. Kortom iedereen kijkt zelf welke aspecten van de systeemsprong haalbaar en toepasbaar zijn op hun eigen bedrijf. Dit zal dan ook het belangrijkste doel zijn van deze avond: kennis delen en elkaar stimuleren anders te kijken naar de teelt van hyacinten.
Visie
Deze systeemsprong past binnen de visie van de bloembollensector “Vitale teelt 2030”[1]. We werken toe naar een robuuste toekomstbestendige teelt en geven invulling aan de in april 2019 gepubliceerde Toekomstvisie Gewasbescherming 2030[2], de gezamenlijke visie van het ministerie van LNV en het georganiseerd landbouwbedrijfsleven.
Fianciering en uitvoering POP3 Vitale teelt hyacint
Dit project wordt uitgevoerd door Markglory (penvoerder), VOF P.C. van Saase &Zn, Kees van Haaster & Zn. B.V., Van Haaster Vijfhuizen, VOF Apeldoorn Bloembollen, VOF Th. A. Pennings en Zn, BQ Support BV, Iribov BV, Alb. Groot BV, KAVB en Wageningen University & Research. Zij doen dit financiële ondersteuning vanuit de POP3 regeling van provincie Zuid-Holland, het Europese Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling en van Innovatiefonds Hagelunie. Greenport Duin- en Bollenstreek draagt bij in de vorm van kennisdeling.