tv-serie Bollenjongens - april 2021- greeport-duin-en-bollenstreek

Nieuwe tv-serie ‘Bollenjongens’ start 5 mei

Op woensdag 5 mei start de nieuwe serie ‘Bollenjongens’ op TV West. In deze serie volgt presentator Johan Overdevest een jaar lang elf jonge agrariërs tijdens hun werk op het land en in de schuren in de Duin- en Bollenstreek. Deze streek is belangrijk voor het toerisme in Nederland en voor de export: de bollen en bloemen worden naar de hele wereld verzonden. Wat allemaal komt kijken bij het vak van bollenkweker is te zien in de nieuwe serie ‘Bollenjongens’ die vanaf 5 mei tien weken lang te zien is op TV West en online via Omroepwest.nl en de Omroep West app.

Waarom zetten kwekers hun land onder water? Hoeveel bollen gaan er jaarlijks de grond in? Wat gaat er allemaal aan vooraf voordat de bloemen en bollen geëxporteerd kunnen worden?  Wat is het verschil in vermeerdering tussen een tulp en een hyacint? Waar lopen agrariërs tegenaan in hun vak? Welke innovaties spelen er in de bloembollensector en hoe ziet de toekomst van het vak eruit qua duurzaamheid? De antwoorden op deze en andere vragen krijgt Johan Overdevest, zelf afkomstig uit de Duin- en Bollenstreek, in deze nieuwe tiendelige serie, waarin hij jonge agrariërs een jaar lang volgt. Johan: “De Bollenstreek is een uniek gebied met de Keukenhof en al die velden vol bloemen. Maar ik realiseerde me dat ik eigenlijk geen idee had wat er nou het hele jaar door in de streek gebeurt om die velden in bloei te krijgen en een bos tulpen bij ons thuis in de vaas. Ik ben daarom in gesprek gegaan met een groep jonge kwekers om eens te horen wat zij zoal doen in de verschillende seizoenen. En ik wist meteen dat daar een mooie en interessante serie over te maken was.”

Een jaar lang in beeld gebracht

Vorig jaar juni zijn de opnames voor ‘Bollenjongens’ gestart. In totaal worden elf jonge ondernemers gevolgd in hun dagelijkse werk. Een van hen is Daan van Steijn: “Voor Johan was heel veel nieuw, maar voor ons was het soms ook verrassend. Johan stelt dan vragen waar je normaal niet zo over nadenkt, maar waardoor je nu soms ook anders naar je eigen vak gaat kijken.” Bart Heemskerk vult aan: “Deze serie geeft je echt een inkijkje in wat wij allemaal doen in de Bollenstreek. De camera komt bij ons in de schuur, op het land en bij ons thuis. Voor ons een mooie kans om ons hele verhaal te vertellen. Zo’n programma is nog niet eerder over de bollensector gemaakt.”

Meer over ‘Bollenjongens’ is te lezen op www.bollenjongens.nl.

De Duin- en Bollenstreek

De Duin- en Bollenstreek is een prachtige regio aan de Nederlandse kust, tussen de bollenvelden, in het grootste aaneengesloten plassengebied van Nederland en met Nationaal Park Hollandse Duinen als achtertuin. De streek is omzoomd door de metropoolregio’s Den Haag, Rotterdam en Amsterdam en toch relatief onaangetast door drukte, verkeer en grootschalige bebouwing. Een unieke plek op aarde die volop bloeit en innoveert. De jonge ondernemers, allemaal tussen de 20 en 30 jaar oud, vertellen in ‘Bollenjongens’ een open en eerlijk verhaal, waarbij ook uitdagingen in bloembollensector en persoonlijke twijfels en vragen besproken worden. Daarnaast wordt de Duin- en Bollenstreek prachtig in beeld gebracht.

Uitzendtijden en ontvangst

‘Bollenjongens’ wordt geproduceerd door programmamaker Johan Overdevest, in samenwerking met de Greenport en Economic Board Duin- en Bollenstreek. De serie is te zien op TV West, dat landelijk te ontvangen is via digitale tv-ontvangers (in de uitzendregio onder meer via kanaal 30 bij Ziggo). Online zijn alle programma’s te zien via de gratis Omroep West app en via Bollenjongens.nl. Klik hier voor meer informatie over de mogelijkheden van ontvangst van TV West.

Op de projectpagina van Bollenjongens staat meer informatie. Daarnaast is de website van Bollenjongens live met alle ins and outs over de serie (afleveringen, achtergrondinformatie en stellen de bollenjongens zich voor) die ons meeneemt van ‘onbekend en onbemind naar bekend en bemind’.

Tuinbouw-battle-greenport-duin-en-bollenstreek

Tuinbouw Battle ronde 2 gestart

De Tuinbouw Battle, een initiatief uit Greenport Noord-Holland Noord, is gestart met de tweede ronde. Na een geslaagde eerste ronde bleek dat meer scholen mee wilden doen aan dit project waarbij tulpen worde gekweekt in de klas.

Regiobreed

De Klaverweideschool uit Noordwijk, de Meerpaal uit Leiden, de Wegwijzer uit Rijnsburg en de Overplaats uit Sassenheim startten op 22 maart met de Tuinbouw Battle. Vol enthousiasme kregen onze vrijwilligers een vragenvuur en was de motivatie in alles te zien.

Gedurende zo’n drie weken staan de speciaal gebouwde teeltkarren (door het Yuverta) in de klassen. Aan de hand van een uitgebreide omschrijving, videomateriaal van Greenport Noord-Holland Noord en geregeld contact met vrijwilliger Nico leren de leerlingen alles over de teelt; hoeveel water en licht hebben de tulpen nodig, wie krijgt welke taken en hoe gaan de bollen verkocht worden?

Allemaal vraagstukken die de leerlingen op moeten lossen, met elkaar. Samenwerking is hierbij belangrijk, evenals het maken van een verkoopplan. Als er verkocht gaat worden. Dat is aan de leerlingen zelf. Als zij de tulpen willen weggeven, aan een goed doel of een bejaardentehuis dan is de keuze aan hun.
Verkopen ze de tulpen, dan kiezen ze met elkaar wat er met het geld gebeurd.

Speciale projectpagina

Op onze speciale projectpagina staat het hele verloop van de Tuinbouw Battle uitlegd, stellen wij onze partners (o.a. OADB) in dit project voor en is er genoeg achtergrond informatie beschikbaar.

Ook meedoen? Stuur gerust een e-mail naar communicatie@greenportdb.nl.

Glossy-TULP-greenport-duin-en-bollenstreek

Magazine TULP. vervangt fysieke ‘Dag van de Tulp’

Van alle partners van de ‘Dag van de Tulp’ zijn bijdragen opgenomen, zoals de resultaten van de veldkeuring van de BKD, bijdragen uit het onderzoek van WUR, een column over het project De Groene Tulp en een column van algemeen voorzitter Jaap Bond.

Er is meer

Maar er is meer te vinden in deze eenmalige uitgave: zo is er ruimte voor de top-twintig van de tulp met bijzondere feiten, kunst en cultuur, komt ons bestuurslid en directeur Bart Siemerink van Keukenhof aan het woord en gaat Jan Nekkers in op de scenario’s voor de toekomst van de tulpteelt in Nederland.

Kortom: een magazine met een zeer gevarieerde inhoud, de moeite van het lezen waard.

Team-Spiegel-greenport-strories

De allerlaatste ‘In de Spiegel’

Wat zijn jouw leukste herinneringen aan ‘In de Spiegel’?

Sabine: “Ik heb alleen maar leuke herinneringen. Het bracht mij elke keer veel energie en inspiratie. De meeste interviews deed ik telefonisch, maar ook zat ik regelmatig bij iemand op kantoor of aan de keukentafel. Het meest grappige interview vond plaats in een chaotisch kantoor van een bollenondernemer, waar de muur behangen was met van die blote vrouwen kalenders. Voor mij had dat toch wel iets ongemakkelijks en tegelijkertijd gaf het mij een leuk kijkje in de keuken. Een week later zat ik weer in een sjiek kantoor en de week daarop in een gemeentehuis.”

René: “Het ontmoeten van de mensen van alle lagen. Je komt binnen bij een bedrijf, directeur of onderzoeker met die spiegel onder je arm. Je ziet ze dan denken ‘wat komt die doen dan’. Ze hadden niet verwacht dat je echt met een spiegel binnen kwam lopen. Het leverde soms ook gênante momenten op. Zoals die keer dat ik over een tulpenbed in een kas moest stappen. Ik verloor mijn evenwicht en in een split second moest ik kiezen tussen mijn camera of de spiegel. En daar lag hij, in duizend stukjes. We zijn inmiddels aan de derde spiegel toe.”

Esther: “Het idee werd geboren op een terras in Lisse. Toenmalig programmamanager Leonie Stortenbeker en ik zaten te brainstormen hoe wij het netwerk rondom Flower Science konden opbouwen. Die verbindende schakel zijn, dat is wat wij voor ogen hadden. Toevallig liep René langs, die wij kenden als fotograaf. En al snel hadden wij een format bedacht, waarmee we vijf jaar lang verhalen over de sector, met de sector en de omgeving hebben gedeeld. Het aantal volgers op scoial media groeide met het aantal spiegels, een echte succesformule, doordat het echte mensen met een passie voor bolbloemen liet zien. Ik ben er dan ook heel trots op dat ik dit met Sabine als tekstschrijver en René als fotograaf zolang heb mogen doen.”


Welke inzichten heeft ‘In de Spiegel’ je gegeven?

Sabine: “Voor mij was het een verdergaande kennismaking met de streek waarin ik woon, werk en leef. Om eerlijk te zijn wist ik nog niet veel van broeien, kweken en vruchtwissel. Daarnaast vond ik het goed om te zien dat vrouwen een steeds belangrijkere rol spelen in de sector. Vrouwelijke ondernemers benaderen en positioneren het product ‘bol’ heel anders. Volgens mij is dat precies wat de bollensector nodig heeft, de feminine touch. Kijk maar naar bedrijven als Roma Nova en Fam Flower Farm. Bedrijven met een geweldige uitstraling en marketingstrategie.”

René: “De kracht van de Spiegel was dat je van alle kanten reacties kreeg. Mensen willen nu eenmaal graag dingen over elkaar weten. En je kon er ook echt iets in kwijt; een boodschap, een passie of een oproep. Vooral de vraag ‘van wie ben jij er een’ leidde vaak tot nieuwe connecties van mensen van vroeger. Herkenbaarheid dus. En zo verbond je mensen met elkaar en maakte je de drempel lager om ook een keer zelf in de Spiegel te gaan staan. De sfeer was altijd oké en er werd echt gesproken. Het is voor mij een voorbeeld van de kracht van de verbinding.”

Esther: “Dat het bollenvak echt een familiebedrijf is, waarbij de ideeën van de vorige generatie niet eens zoveel verschillen van die van de huidige generatie. Dat innovatie in de genen zit, maar dat het vaak innovatie op het eigen erf is, waar niemand en vooral de omgeving noch de lokale bestuurders weet van hebben. De ontwikkelingen gaan hard en iedereen is erg nieuwsgierig naar nieuwe technische snufjes. Maar ook de ontwikkeling naar eigen marketing via sociale media heb ik zien gebeuren. Er waait meer een vrouwelijke wind door de sector, waarin de beleving van het product van belang wordt. Je zag dit hele palet aan je voorbij trekken In de Spiegel.”


Ten slotte, hoe zou jij de bloemensector in de Duin- en Bollenstreek typeren?

Sabine: “Het is een ons-kent-ons wereldje, in een ‘feel good’ omgeving vol kansen. Alle ondernemers en bestuurders die ik afgelopen jaren heb gesproken zijn het over één ding eens en dat is dat ze werken in de mooiste streek van het land. Omringd door de zee, bloemenvelden, bos en duin. Dat lijkt mij een mooi uitgangspunt voor alle uitdagingen en kansen die er liggen. Ik blijf de Greenport uiteraard volgen, vanuit de ogen van mijn andere opdrachtgevers en als inwoner van Noordwijkerhout.”

René: “Het is een echt ons-kent-ons leuk vakgebied; iedereen is nieuwsgierig naar elkaar. Hoe doet hij dat? De kracht van de Flower Science was om iedereen met elkaar te verbinden; je zag op de cafés groepjes met elkaar praten zoals de BKD met BQ, de Anthos met de KAVB, de Hobaho met de CNB en je zag ook steeds meer jonge gasten. Ik heb het allemaal mogen vastleggen. Het was voor mij een soort visitekaartje als fotograaf om bij de mensen te komen. Hierdoor ben ik uitgegroeid van huisfotograaf van Greenity tot huisfotograaf van het bollenvak. Ik ga het missen ‘nog een spiegeltje doen’; het was toch een routine.”

Esther: “Dat er zo veel verschrikkelijk veel mooie en authentieke mensen in het vak zitten die allemaal handelen vanuit passie. Met de Spiegel wilden wij deze mensen een podium geven en laten zien aan de omgeving. Stapje voor stapje zag ik dat idee de afgelopen jaren vorm krijgen. Ik voelde mij opgenomen en omarmd door de sector, die ik heb leren kennen als betrokken en leergierig. Het spijt mij dan ook om deze periode af te sluiten. Maar ik blijf actief en betrokken en gepassioneerd voor de streek, het vak en het unieke product.”

Georgette-Wolf-in-de-spiegel-greenport-duin-en-bollenstreek

In de Spiegel: Wolf Mooij en Georgette Leltz

In de Spiegel is de rubriek van Greenport Stories waarin iemand in de spiegel kijkt. Aan het woord Georgette Leltz, werkzaam bij Dunea als Programmadirecteur Nationaal Park Hollandse Duinen en Wolf Mooij, hoogleraar en ecologisch onderzoeker bij het Nederlands Instituut voor Ecologie. Samen werken zij aan een nieuw project in de Duin- en Bollenstreek: Living Lab B7. Een onderzoek naar de mogelijkheden om de biodiversiteit in de Duin- en Bollenstreek te herstellen én te versterken.

 

Als je in de spiegel kijkt, wat voor soort persoon zie je dan?

Georgette: Dan zie ik iemand die graag voorop loopt. Van huis uit ben ik ecoloog. Maar ik heb nu een trekkersrol in een zeer ambitieus project. We zijn bezig om van een groot en belangrijk gebied langs de kuststrook een Nationaal Park nieuwe stijl te maken. Ik zie elke dag weer hoe belangrijk het is om dit gebied te beschermen. Ik loop dan graag voorop, pak mijn trekkersrol en ga er vol voor. Ongeacht de consequenties.

Wolf: Ik ben ook ecoloog en ik werk bij het Nederlands Instituut voor Ecologie. Je zou mij kunnen omschrijven als een zoeker. Als kind was ik altijd al op zoek naar van alles en nog wat, meestal in de natuur. Soms wist ik niet eens waar ik naar op zoek was. Ik ben uiteindelijk ecologisch onderzoeker en hoogleraar geworden. Ik ben en blijf een zoeker, ik vind het bijvoorbeeld heerlijk om in mijn vrije tijd te speuren op Wikipedia.


Wat is komende periode jullie belangrijkste taak?

Georgette: Dunea werkt aan een nieuw Nationaal Park waar de Duin- en Bollenstreek onderdeel van uitmaakt. Inmiddels is de aanvraag voor het predicaat Nationaal Park aangevraagd. Bezoekers zullen na het honoreren van de aanvraag niet meteen een groot verschil merken. We zijn namelijk niet een traditioneel Nationaal Park met een hek eromheen, maar een park met steden en dorpen waarin gewerkt, gewoond en gerecreëerd wordt. In het park willen we een goede leefomgeving versterken voor mensen, dieren en planten. Vandaar dat we heel blij zijn met het project Living Lab B7.

Wolf: Vanaf 1 januari 2021 ga ik van start als projectleider en hoofdonderzoeker van Living Lab B7, een onderzoek naar de mogelijkheden om de biodiversiteit in de Duin- en Bollenstreek te herstellen én te versterken. Het project wordt gefinancierd door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek en loopt van begin 2021 t/m eind 2025. De zeven B’s staan voor Boeren, Bewoners, Bezoekers en Beleidsmakers die samenwerken aan een Betere Biodiversiteit in de Bollenstreek.

 

Hoe staat het met de biodiversiteit in onze regio de Duin- en Bollenstreek?

Georgette: Op sommige plekken, zoals in de duinen en de bossen, is er een zeer rijke biodiversiteit. Op andere plekken, bijvoorbeeld op en rond de bollenvelden, is de biodiversiteit te laag. Daar moet verandering in komen, want anders gaat het de verkeerde kant op.

Wolf: Hoe het er exact voor staat gaan we uiteraard boven tafel krijgen. We gaan de ecologische situatie nader verkennen. Daarnaast gaan we kijken hoe we nieuwe verdienmodellen kunnen introduceren die economische creativiteit vragen, maar die zich ook terug gaan verdienen. Zo kunnen we onderzoeken welke aanpassingen in de bollenteelt kunnen leiden tot het herstel van biodiversiteit. Daarbij kijken we naar bedrijfseconomische zaken, maar ook naar het landschap. Doel is een betere biodiversiteit in de Bollenstreek die uiteindelijk bijdraagt aan de doelstellingen van zowel het Nationaal Park Hollandse Duinen als de Greenport Duin- en Bollenstreek.

 

Hoe komt het dat de relatie tussen biodiversiteit en ondernemers zo vaak als een tegenstelling gezien wordt?

Wolf: Boeren hebben een hele interessante relatie met de natuur en dus met biodiversiteit. Ze maken gebruik van een goede bodem en ter gelijke tijd vernietigen ze de biodiversiteit die niet van pas komt. Niemand wil opzettelijk bestrijdingsmiddelen de natuur in brengen. Hoe kunnen biodiversiteit en landbouw dan toch goed samengaan? Die uitdaging ligt nu voor ons. Dit moeten we met elkaar gaan oplossen. Want iedereen is gebaat bij een goede biodiversiteit. Het betekent namelijk een gezonde leefomgeving.

Georgette: Binnen het Nationaal Park wordt door veel ondernemers samengewerkt aan mooie projecten. Ook zijn er al veel mooie voorbeelden, zoals Golfbaan Tespelduyn in Noordwijkerhout. Ondernemer Peter Duivenvoorde heeft van een gebied, waar sprake was van een lage biodiversiteit, een prachtige plek gemaakt waar de natuur weer volledig hersteld wordt. Het gaat in het Living Lab overigens niet alleen om de bollenvelden. We gaan kijken naar het gehele landschap in de streek, dus ook naar het erf of de schuur.


Hoe kunnen bollenkwekers meewerken aan het onderzoek?

Wolf: Door met mij in gesprek te gaan aan de keukentafel. Ik kom graag langs en zou ook graag af en toe een hele dag meelopen met de bedrijfsvoering. Dan kan ik uitleggen waar wij mee bezig zijn en wat onze beweegredenen zijn. Maar dan kan ik vooral ook horen en zien waar de kwekers mee bezig zijn. Wat drijft hen en welke keuzes moeten ze maken om rendabel te zijn. Ik ben van plan 101 bollenkwekers te spreken, dus ik kom graag snel met zoveel mogelijk kwekers in contact, e-mail mij gerust via w.mooij@nioo.knaw.nl dan maken we een afspraak in het nieuwe jaar, uiteraard binnen de randvoorwaarden die de coronacrisis daaraan stelt.

Georgette: Vanuit het Nationaal Park zullen wij dit project uiteraard met veel interesse monitoren en stimuleren. Ik ben blij met een onderzoek specifiek voor de bollenteelt. In het land ligt de focus vooral op het stikstofprobleem in de veeteelt. Het is goed dat er ook gekeken wordt naar duurzame innovatie voor deze specifieke sector. Bollenteelt is een enorm belangrijk exportproduct en bovendien iconisch voor Nederland.

 

Wat kunnen wij van jullie leren?

Wolf: Kringloopdenken. Alles wat je doet heeft uiteindelijk consequenties. Zowel in positieve als in negatieve zin. De wereld wordt steeds maakbaarder, maar zelfs in onze materiele wereld gaan dingen toch anders dan je denkt. Want als je uitgaat van de kringloopgedachte komt alles terug. Wat je in de aarde stopt komt er ook weer uit. Circulaire landbouw past goed in kringloopdenken.

Georgette: In feite moet je de wereld of de aarde zien als één ecologisch systeem. Voor ons als ecologen is het vanzelfsprekend om zo te denken. In dit gesprek zoomen we uiteraard in op het Nationaal Park, maar uiteindelijk staat ook dit park in verbinding met de hele wereld.

 

Tot slot, vertel eens iets verrassends over jezelf?

Wolf: Ik ben in mijn vrije tijd molenaar. Ik werk op vrijwillige basis een halve dag per week in Molen De Zandhaas in Santpoort Noord. Een hele fijne hobby. Ik vind het fijn onderdeel te zijn van de menselijke voedselketen en om al die blije mensen te zien die met hun zakjes meel naar huis gaan. Maar ook de eeuwenoude techniek spreekt me aan. Op de plek waar ik het gemalen meel opvang, hebben wel acht generaties mensen gestaan. Dan droom ik over wat de uitdagingen waren in hun tijd.

Georgette: Mijn roots liggen in de Duin- en Bollenstreek. Mijn Oma Warmerdam woonde op de boerderij Mariënbosch vlak naast De Oase bij de Amsterdamse Waterleidingduinen. Mijn oma was er eentje van de 15 kinderen uit dat gezin. Ik ben er dus eentje van Warmerdam en heb veel familie in de Bollenstreek!

Herbert-van-Elteren-in-de-spiegel-greenport-stories

In de Spiegel: Herbert van Elteren

In de Spiegel is de rubriek van Greenport Stories waarin iemand in de spiegel kijkt. Aan het woord Herbert van Elteren, de enthousiaste directeur van Basisschool De Horizon in Katwijk. De eerste school in de regio die mee doet aan de Tuinbouw Battle van de Greenport Duin- en Bollenstreek!

 

Als je in de spiegel kijkt, wat voor soort directeur zie je dan?

Dan zie ik een hele enthousiaste, energieke en vrolijke directeur. Eentje die er wil zijn voor de kinderen, voor mijn collega’s en natuurlijk ook voor ouders. Ik vind het belangrijk dat er op school een prettige sfeer hangt. Kinderen moeten graag naar school willen gaan. Als je je op school fijn en vrij voelt, dan kom je het beste tot je recht. Dit is op de eerste plaats belangrijk voor al onze kinderen, maar ook voor mijn collega’s.

Wat is de corebusiness van een basisschool?

Kinderen laten bloeien en ze voorbereiden op de volgende stap, het voortgezet onderwijs. Elk kind wordt geboren met talenten. We gaan op zoek naar het juiste niveau en naar ieders talenten. Waarbij we zoveel mogelijk plusjes willen zetten. Verder is een basisschool enorm betrokken bij de maatschappij, we hebben met vrijwel alles te maken. Burgerschap, corona, de economie en alles wat voorbij komt.

Jullie doen mee aan de Tuinbouw Battle, waarom?

Wij vinden het op onze school belangrijk om kinderen te leren wie ze zijn en waar ze vandaan komen. We zijn daarom veel bezig met onze omgeving. Basisschool De Horizon hoort bij de Sophia Stichting, een organisatie met 28 basisscholen in de Duin- en Bollenstreek. Bij de Tuinbouw Battle nemen de kinderen een kijkje in deze streek en dan vooral in de tulpenteelt. Vanuit de Greenport wordt de klas voorzien van een teeltkar waarmee kinderen uit groep 7 zelf tulpen broeien in het klaslokaal. Groep 7 is de perfecte match voor dit project, want vanaf deze groep laten we onze kinderen oriënteren op beroepen en het voortgezet onderwijs. Zo krijgen ze op het juiste moment, in de klas, een mooie kennismaking met de tuinbouw.

Wat zijn de favoriete beroepen van kinderen tegenwoordig?

Dat verschilt niet zo gek veel van vroeger. Het zijn nog steeds beroepen als politieman, brandweerman of ‘in het ziekenhuis werken’. Ik verwacht niet dat kinderen door de Tuinbouw Battle meteen massaal voor het beroep bollenteler gaan kiezen. Het gaat erom dat we ze in deze fase van hun leven kennis laten maken met beroepen en sectoren. Dat we ze veel dingen laten zien. We hebben bijvoorbeeld onlangs een herder bezocht die met schapen in de regio loopt. De kinderen vonden het geweldig.

Wat verwacht u van het project komende weken?

De kinderen hebben te horen gekregen dat de bollen in de kar ‘in slaap zijn gebracht’ en dat deze met het juiste licht, de juiste warmte en goede verzorging tot leven kunnen worden gebracht. Als iedereen zijn best doet, dan groeien er nog voor de Kerst tulpen in de klas. Ik merk aan de kinderen dat ze het geweldig vinden. Wij zijn ook heel blij met dit project. Want juist nu door corona is het heel moeilijk om er zelf op uit te gaan. De Tuinbouw Battle brengt de bollenteelt letterlijk de klas in. Alles is geweldig georganiseerd, compleet met tijdschakelaars. Ik wil de organisatoren hier graag een groot compliment voor geven.

Voelt Katwijk zich verbonden met de Duin- en Bollenstreek?

Ik voel mij zeer verbonden met de streek. Bovendien: het woord ‘duin’ zegt het al. We hebben duinen genoeg in Katwijk. Ikzelf heb jarenlang gewoond in Voorhout, daar voel en ruik je de Bollenstreek natuurlijk wel meer. Ik heb daar altijd erg van genoten en nog steeds maak ik elk voorjaar een rondje langs de bollenvelden. Ook kom ik graag bij De Tulperij waar vrienden van mij een prachtig bollenbedrijf hebben.

De bollenteelt leeft in Katwijk wel wat minder. Ik denk dat het goed is verbinding met elkaar te blijven zoeken. Dat doen we nu door kinderen op vroege leeftijd kennis te laten maken met bollen en tulpen. Maar afgelopen voorjaar zijn we op deze school ook al met een mooie tulpenactie bezig geweest. Tijdens de eerste lockdown kregen alle hardwerkende collega’s drie bakken tulpen, één om zelf te houden en twee om weg te geven. De bakken werden cadeau gedaan aan iemand die wel wat gezelligs kon gebruiken. Juist dat weggeven bracht veel positiviteit. De actie is zeker voor herhaling vatbaar.