demoveld-bollenstreek-greenport

Onderzoek HAS-studenten op Demoveld Bollenstreek en update Kennisplatform Duurzame Bollenstreek (Fieldlab)

Afgelopen voorjaar is het eerste teeltseizoen op het Demoveld Bollenstreek geweest. Hierbij zijn twee soorten tulpen geteeld. Buiten dat er ervaring is opgedaan met het telen op een natuurinclusieve en extensieve wijze, is ook de biodiversiteit gemeten. De komende jaren zal dit ook gebeuren, om zo uiteindelijk een beeld te krijgen welke biodiversiteit je kan aantreffen in de bollenteelt, welke (positieve) effecten dit kan hebben op de teelt en wat natuurinclusieve maatregelen doen met de opbrengst op het perceel. 

De grootste les van het eerste seizoen bollenteelt op het Demoveld is dat je het lef moet hebben om het anders te doen en dat het heel veel tijd kost alle gevangen insecten te determineren. Maar daarnaast is het een mooi resultaat dat onder andere weergeeft dat er:

  • Op de natuurinclusieve zijde een significant hoger aantal kruipende insecten is gevonden;
  • In en langs de bloemenstrook hogere aantallen kruipende en vliegende insecten tot bepaalde afstand zijn gevonden; 
  • Houtvezel en een dikkere strolaag positief zijn ervaren: de onkruiddruk bleef binnen de perken;
  • Geen schadelijke aaltjes zijn aangetroffen.

Blijf het Demoveld volgen voor meer inzichten de komende jaren! Lees meer >>>

Kennisplatform Duurzame Bollenstreek (Fieldlab)

Projecten zoals het Demoveld Bollenstreek bieden perspectief voor bollentelers en agrariërs om nieuwe praktijken met elkaar te testen. Om hier in de toekomst meer agrariërs de ruimte voor te geven zijn we de afgelopen maanden hard aan het werk om tot een ontwerpplan voor een experimenteerlocatie te komen. Dit betekent dat initiatieven zoals het Demoveld, kunnen groeien in de Duin- en Bollenstreek en dat er ook een grote focus ligt om samen het beter te doen en de kennis ook met elkaar te kunnen delen om de Bollenstreek een bloeiende regio te houden.

Momenteel proberen we al een project gefinancierd te krijgen om een begin te maken voor een kennisplatform. Hierin kan kennis uitgewisseld worden, praktijkproeven opgestart en geleerd worden vanuit doelsturing. Dit alles wordt gecoördineerd door een projectleider. 
Het ontwerpplan zal eind van dit jaar af zijn en worden ingediend als subsidie. Mocht je aan willen sluiten, op de hoogte gehouden willen worden of een initiatief hebben wat bij een experimenteerlocatie past, laat dat weten via communicatie@greenportdb.nl. We komen graag met je in contact!

EU-landbouw-fieldlab
Demoveld-Bollenstreek-tulpen-aafke-jan-seignette-interview

Demoveld Bollenstreek: “Het weer viel nog niet mee!”

Welke verwachtingen hadden jullie van tevoren?

Bram wilde ervaring opdoen met nieuwe teeltmaatregelen die in de praktijk niet zo snel uitgevoerd zouden worden. Ontdekken wat wel/niet werkt, doen en ervaren.
Aafke en Cassandra dragen het motto van Living Lab B7 uit: ‘doen-leren-beter doen’. Zij zijn dan ook gestart met het Demoveld met de verwachting dat ze een heleboel zaken zouden tegenkomen die van tevoren niet ingeschat konden worden. “Over het algemeen hoopten we dat het Demoveld een plek zou worden waar telers samen met ons én andere partijen ervaring op kunnen doen en van elkaar kunnen leren als het gaat om het telen van gezonde bollen, gebruikmakend van en met meer ruimte voor biodiversiteit.”

Wat viel nog niet mee?

Bram: ” De galmijtbestrijding van de gerooide bollen vraagt om een nieuwe aanpak. Die nieuwe aanpak is nog niet bij alle bedrijven in de praktijk bekend of uitvoerbaar. We hebben biologische teler Huiberts bereid gevonden om ons te helpen met een ULO-behandeling van de bollen. Dit is een toekomstbestendige manier om galmijtproblemen te voorkomen, maar of deze manier op onze bedrijven haalbaar is, is nog zeer de vraag.”

Goed onderzoek naar het effect op virusoverdracht en het effect van een bloemenrand, heg en groen spuitschema is nog best lastig. Welk effect hebben de maatregelen nu daadwerkelijk op het viruspercentage van het gerooide product? En mogen we hier wel een effect van verwachten?

Aafke en Cassandra zeggen in koor: “Het weer viel niet mee! Oktober 2023 is het begonnen met regenen en die regen heeft lang aangehouden. Daardoor liep het planten van de bollen vertraging op en kon de groenbemester niet ingezaaid worden. Het maakte meteen duidelijk dat we ons voortdurend zouden moeten aanpassen op de gegeven omstandigheden.”

Wat hebben jullie geleerd?

Bram: “Bodemresetten heeft goed gewerkt om van veel lastige wortelonkruiden af te komen en dat het afdekken met houtvezel een goede methode bleek om onkruid te beheersen. Bodemleven bij houtvezel is anders dan bij stro.

Aafke en Cassandra: “Dat starten met ‘doen’ inderdaad veel oplevert en dat je ervoor moet gaan. Daarbij is het ook belangrijk om vertrouwen te hebben in elkaar. Wij waren ook erg onder de indruk van de kennis, kunde, daadkracht en inzet van de jongens op het veld. Met name Bram Mulder (Agrifirm-GMN) heeft heel veel betekent in het meedenken en regelen van allerlei praktische zaken, ook met begeleiding van de studenten.”

Waar zijn jullie het meest trots op? 

Bram: “Samenwerking van vooruitstrevende bedrijven in de streek om te onderzoeken hoe ieders belang zo veel mogelijk gediend kan worden in de bollenteelt van de toekomst.”

Aafke en Cassandra: “Dat we een goed eerste seizoen hebben gedraaid, met als concreet resultaat ‘demoveld-tulpenbollen’ die gebruikt gaan worden in o.a. de Tuinbouw Battle!”

Wat vinden jullie van de resultaten van het onderzoeksverslag van Indy en Pim?

Bram: “We hebben veel geleerd over het effect van de verschillende teeltmaatregelen op de biodiversiteit. Pim en Indy hebben ons met een andere bril laten kijken. Aandacht voor het rendement van de teelt moet echter wel genoeg aandacht krijgen in het vervolgonderzoek.”

Aafke en Cassandra: “Het onderzoek van Indy en Pim richtte zich met name op de biodiversiteitsmonitoring op het veld. Omdat we in de beginfase zitten zijn de effecten op biodiversiteit (nog) beperkt. Alleen ‘kruipende insecten’ als loopkevers waren in grotere aantallen te vinden aan de zijde die natuurinclusief geteeld wordt dan op de extensieve zijde. De monitoring wordt de komende tijd voortgezet en deze eerste resultaten geven een mooie voorzet voor verder onderzoek naar natuurinclusieve teelt.” 

“Mooi om te zien dat er al veel biodiversiteit wordt aangetroffen.”

Is uit de onderzoeken gekomen wat jullie hadden verwacht?

Bram: “De praktische ervaring met de nieuwe teeltmethoden was leerzaam. De bedrijfseconomische haalbaarheid van de verschillende maatregelen en de langetermijneffecten in de bedrijfsvoering zijn echter nog wel onzeker.”

Aafke en Cassandra: “Ja, zoals verwacht zijn er nog geen conclusies te trekken na een eerste teeltseizoen over de effecten op biodiversiteit. Wel is het mooi om te zien dat er al veel biodiversiteit wordt aangetroffen. Met betrekking tot de teelt is het positief te noemen dat de combinatie van natuurinclusieve teeltmaatregelen en minder chemische gewasbeschermingsmiddelen het onkruid en botrytis onder controle is gehouden.”

Hoe kijken jullie naar de volgende onderzoeksronde van de HAS-studenten?

Aafke en Cassandra: “Ook voor het onderzoek geldt ‘doen-leren-beter’ en dat meten en bijsturen een belangrijk onderdeel is. We verwachten in elk geval dat de volgende onderzoeken ons steeds meer inzicht geven in natuurinclusief telen, dat zijn heel welkome inzichten.”

Hoe verliep de samenwerking onderling?

Bram, Aafke en Cassandra: “Soms is het nog wel een beetje zoeken naar wat ieders rol en verantwoordelijkheid is in het project (dat is niet vreemd als verschillende organisaties samenwerken), maar de samenwerking gaat gevoelsmatig steeds beter.”

Wat zijn jullie dromen voor de toekomst als het gaat als het gaat om de bollenteelt in de Duin- en Bollenstreek?

Bram: “Ik zou het gaaf vinden om de maatregelen die we nemen op het Demoveld te integreren in de gangbare teelt. Denk dan aan het gebruik van houtvezel of het bodemresetten wat we hebben uitgevoerd. Daar is nog wel meer onderzoek en ervaring voor nodig. Daarnaast gaan we nog meer gebruikmaken van technologie (bijv. drones, sensoren en data) die ons helpt om betere beslissingen te nemen en middelen specifiek in te kunnen zetten, precies waar/wanneer ze nodig zijn.”

Aafke en Cassandra: “Dat de bollenteelt iets toevoegt aan zowel natuur als landbouw. Een toekomstbestendige teelt met veel biodiversiteit en natuurwaarden.”

Dataverzameling voor Regiocertificering in volle gang

Regiocertificering en de Kaderrichtlijn Water

Naast dat er data van de telers verzameld wordt, is het een bedrijfsbezoek ook een mooi moment om toe te lichten aan de telers hoe dit project een belangrijke rol kan spelen om alle telers op weg te helpen om in de toekomst aan de Kaderrichtlijn Water te voldoen. Met dit project willen we stimuleren dat telers elkaar gaan helpen.

Data voor opstellen KPI’s

Op dit moment hebben we van meer dan de helft van de telers die meedoen de data verkregen. Sanne en Stefan verwerken deze data om KPI’s (Kritische Prestatie Indicatoren) te berekenen en de verschillen tussen percelen, gewassen en telers te bepalen. Deze KPI’s geven uiteindelijk inzage in de verduurzamingsmogelijkheden voor de bollenteelt.

Vervolgstappen

De verwachting is dat over ongeveer een maand vanaf nu (dus half oktober 2024) een update volgt over de eerste bevindingen die zijn gedaan aan de hand van de data. Via deze weg maken Sanne en Stefan ook gebruik van de mogelijkheid om de telers die meedoen nu al te bedanken voor hun inzet en het delen van deze waardevolle data. Met elkaar werken we aan het verduurzamen van de bollenteelt in de Duin- en Bollenstreek. Regiocertificering is daar een middel toe.

Lees hier meer over Regiocertificering.

PosterDirecteur-voor-1-dag 2024

Directeur voor 1 Dag: doe jij mee?

Directeur voor 1 Dag wordt georganiseerd door HortiHeroes, SeedValley, Fruit Tech Campus en de Greenports Aalsmeer en Duin- en Bollenstreek en is gericht op bedrijven in de Food & Flower industrie.
Afgelopen jaar deed deze greenport voor het eerst mee, met maar liefst zeven enthousiaste directeuren. Voor die jaar zijn er ook al een aantal directeuren die meedoen. Er is nog plek om een hbo/wo-student kennis te laten maken met jouw bedrijf en de sector. Via Directeur voor 1 Dag kan je écht laten zien hoe het er aan toe gaat en kan het zomaar zijn dat de student voor jou een vraagstuk oplost.

Bedrijven enthousiast

Bedrijven zijn enthousiast over het evenement en stellen graag hun tijd beschikbaar om jong talent te enthousiasmeren. Bijzonder is dat bedrijven uit verschillende Greenport gebieden in Nederland meedoen.

Aanmelden

Derde of vierdejaars hbo/wo studenten kunnen zich binnenkort aanmelden via www.hortiheroes.com/aanmelden. Wees er snel bij, want er zijn slechts 25 plekken beschikbaar voor deze bijzondere mogelijkheid om achter de schermen te kijken en een andere wereld binnen te stappen.

Over HortiHeroes

Stichting HortiHeroes zet zich samen met haar partners in voor het aantrekken en ontwikkelen van talent in de Food & Flower industrie. Daarnaast zet ze zich in voor het opdoen van nieuwe ideeën én oplossingen van binnen en buiten de sector om (jong) talent te inspireren.

Sanne_Stefan-regiocertificering-greenport-waterkwaliteit

Sanne Bruns en Stefan Kroese over Regiocertificering in de bollenteelt

Wat is jullie rol binnen Regiocertificering?

Sanne: “Wij verzamelen bedrijfsdata van kwekers die deelnemen aan Regiocertificering, met informatie over percelen, teelten, gewasbescherming en bemesting. Vervolgens analyseren we deze gegevens door de milieubelasting op bodem en watersysteem van het afgelopen teeltseizoen te berekenen. Door KPI’s te berekenen, kunnen kwekers en teeltexperts elkaars werkwijze vergelijken en van elkaar leren. Dit helpt kwekers bij het plannen van een duurzamere teelt voor het volgende jaar, waarbij ze individueel begeleid worden door een teeltadviseur.”

Dat rekenen aan KPI’s klinkt ingewikkeld. Wat voor achtergrond hebben jullie?

Sanne: “Ik heb milieukunde en klimaatstudies gestudeerd aan de HAS in Den Bosch en Wageningen Universiteit. Daarnaast ben ik opgegroeid op een hobby boerenbedrijf, waardoor ik van jongs af aan affiniteit heb gehad met de landbouwsector. De afgelopen jaren heb ik meerdere keren KPI’s berekend voor groepen agrarische ondernemers, met focus op de carbon footprint en milieubelasting.”

Stefan: “Ik heb biologie gestudeerd aan de Radboud Universiteit Nijmegen en heb altijd een passie gehad om te werken met data en cijfers. Ik help door ruwe data in Excel te verwerken en KPI’s te berekenen. Daarnaast overleggen we regelmatig met collega’s en teeltexperts van Delphy om ervoor te zorgen dat we de indicatoren correct berekenen en de teelt optimaal verduurzamen.”

Hoe weten jullie of de aangeleverde gegevens kloppen?

Sanne: “We hebben onze werkwijze bij enkele kwekers getest. Vooraf sturen we een vragenlijst waarin we aangeven welke informatie we willen verkrijgen. Daarnaast hebben we met de teeltexperts bepaald om enkele documenten ter check op te vragen. Vervolgens bespreken we alle data met de teeltadviseurs om te controleren of alles klopt en logisch is. Indien er onduidelijkheden zijn, gaan we terug naar de kweker.”

Kunnen jullie al iets zeggen over de informatie die jullie hebben verkregen?

Stefan: “Nog niet veel, maar we zien dat sommige kwekers zeer duurzaam telen en dat er verschillen zijn tussen percelen en bedrijven. Dit kan te maken hebben met de bloemsoort of cultivar. Deze inzichten vormen aanknopingspunten voor gesprekken met de kwekers, zowel individueel als in groepsverband. We zijn ervan overtuigd dat onze aanpak met Regiocertificering werkt en zorgt voor verduurzaming.”

Kunnen de deelnemende kwekers jullie bellen voor een afspraak?

Sanne: “In deze eerste fase zijn de deelnemende bedrijven al bekend. We sturen de vragenlijsten en bellen de kwekers voor een afspraak. Dit doen we graag zelf om het proces strak te kunnen organiseren.

Het project Regiocertificering is een samenwerking tussen telers en experts met als doel diverse duurzaamheidsdoelen te bereiken in de regio Duin- en Bollenstreek. Door gebruik te maken van kritische prestatie-indicatoren (KPI’s), gezamenlijke leerprocessen en ondersteuning van teeltadviseurs, streven telers ernaar hun bedrijfsvoering te verduurzamen en de emissies naar het milieu te minimaliseren. Lees hier meer over Regiocertificering.

Onderzoeksverslag natuurinclusieve teeltmaatregelen Demoveld Bollenstreek beschikbaar

Eind 2023 zijn de eerste tulpenbollen geplant op het demoveld voor natuurinclusieve bollenteelt in Hillegom. Doel van het demoveld is om natuurinclusieve teeltmethoden die goed zijn voor zowel bollenteelt als biodiversiteit te testen en samen (telers en onderzoekers) te ervaren. Studenten van de HAS green academy worden betrokken bij de experimenten. Dit voorjaar hebben zij met verschillende meetmethoden de insecten op het demoveld gemonitord.

Natuurinclusief vs. extensief

De studenten onderzochten of er verschil in biodiversiteit is tussen de ‘natuurinclusieve’ en de ‘extensieve’ zijde van het demoveld. Op de natuurinclusieve zijde zijn geen chemische gewasbeschermingsmiddelen gebruikt, is houtvezel aangebracht om onkruid te onderdrukken en is compost toegepast. Op de extensieve zijde zijn in beperkte mate herbiciden en insecticiden (tegen bladluis) gebruikt en is stro en mest opgebracht.
Op de natuurinclusieve zijde is naast de sloot een akkerrand ingezaaid om natuurlijke plaagbestrijders aan te trekken. Het natuurinclusieve en extensieve deel worden gescheiden door een heg die voedsel en schuilplek voor dieren biedt. De studenten keken ook of de akkerrand en heg daadwerkelijk meer insecten aantrekken.

Monitoring insecten

Van maart tot en met mei zijn elke twee weken met potvallen en plakvallen de aantallen insecten op beide zijden gemeten. Uit de resultaten van de potvallen, waarmee kruipende insecten als springstaarten en loopkevers gevangen worden, bleek dat op de natuurinclusieve zijde grotere aantallen insecten voorkwamen. Springstaarten maakten een groot deel uit van de gevangen insecten, die mogelijk werden aangetrokken door de houtvezellaag. De plakvallen, waarmee vliegende insecten gevangen worden, lieten geen verschil tussen de beide delen zien. Dat kan met de geringe grootte van het veld en de mobiliteit van de insecten te maken hebben.

Bloemenrand en bufferzone: meer insecten

Vooral in de bloemenstrook werden veel insecten aangetroffen, evenals in de potvallen direct naast deze rand. Maar ook naast de rand op de extensieve zijde van het veld zaten meer insecten. In deze rand is geen bloemenrand ingezaaid, maar bestaat de rand uit een grasstrook die als bufferzone dient tussen het veld en de sloot. Dit kan erop wijzen dat de sloot(randen) zelf een belangrijke bron van insecten zijn. In het onderzoek naar het broedsucces en landgebruik van gele kwikstaarten wordt dit verder onderzocht. De heg, die nog in ontwikkeling is, trok geen grotere insectenaantallen aan.

Verdere metingen

Naast insectenmetingen zijn ook vuur, tulpenmozaïekvirus (TBV) en de aanwezigheid van schadelijke aaltjes gemeten. Beide zijden lieten goede resultaten zien: er werd nagenoeg geen vuur aangetroffen en geen aaltjes. Uit bladmonsters bleek dat besmetting met TBV beperkt is gebleven tot maximaal 1,3% aan de extensieve zijde. Aan de natuurinclusieve zijde werd geen TBV gevonden, wat waarschijnlijk een meetfout is om dat bij het planten van de tulpen een besmettingsgraad van 0,6% gemeten werd.

De resultaten bieden perspectief

Ook al lijken de effecten op biodiversiteit nog beperkt, toch is er perspectief voor een natuurinclusieve bollenteelt. Dat er geen aaltjes en vuur is aangetroffen is een goed teken! Daarbij wordt de milieu-impact met deze manier van telen aanzienlijk verminderd. Dit is te zien aan het aantal milieubelastingpunten (MBP), een maat voor de impact op de omgeving van gewasbeschermingsmiddelen. Op zowel de natuurinclusieve als de extensieve zijde van het demoveld is het aantal milieubelastingpunten gedaald met ruim 98% en 77%.

Vervolg onderzoek

Komend teeltseizoen worden de metingen herhaald om het meerjarige effect van natuurinclusieve teeltmaatregelen op zowel biodiversiteit als de kwaliteit van de bollen te bepalen.

Onderzoeksverslag en poster

Het onderzoeksverslag over het eerste teeltseizoen op het Demoveld Bollenstreek is hier te lezen. Het doel van het onderzoek is om concrete maatregelen te ontwikkelen, toe te passen en bij te sturen om de biodiversiteit in de bollenteelt te verbeteren.

Download hier de poster.

Poster-onderzoek-Indy-en-Pim-Demoveld-Bollenstreek-greenport

Het demoveld is een initiatief van Living Lab B7 (een consortium met o.a. HAS green academy), de Bollenjongens, Agrifirm-GMN en Greenport Duin- en Bollenstreek.