gasprijzen-kas-verwarmen-koeling-greenportt

Demonstratie WUR: warmtebehoefte teler kan door de helft

Telers van tomaten, snijbloemen en potplanten verschillen niet van een gemiddeld huishouden; hun kassen verbruiken vooral in de winter veel gas en elektriciteit, voor verwarming en belichting van de planten. Vooral sinds het uitbreken van de oorlog in Oekraïne en het afknijpen van gasleveranties uit Rusland zijn de prijzen snel gestegen. Of dat rode cijfers oplevert in de boekhouding is vooral afhankelijk van de duur van deze energiecrisis, blijkt uit een enquête van Glastuinbouw Nederland. Voor 2022 had 75 procent van de glastuinbedrijven in ieder geval een deel van energieprijzen voor langere tijd vastgelegd. Toch verwacht 38 procent van de glastuinbouwers dat er eind 2022 betalingsproblemen kunnen ontstaan. Er zijn al telers die de afgelopen winter besloten minder te stoken, het licht uit te schakelen, of een deel van de kassen niet te gebruiken.

Doorkweken of pauzeren

Komende winter kunnen dat er weleens veel meer worden. Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat werkt aan een afschakelplan voor het Nederlandse bedrijfsleven, mochten er echte tekorten ontstaan. Het plan bevat een vergoeding voor glastuinbedrijven die vrijwillig hun energieverbruik terugschroeven. Daarmee kunnen telers inschatten wat economisch het verstandigst is: doorkweken of pauzeren. ‘Dat soort vragen stellen ondernemers zich vaak onder de huidige omstandigheden’, zegt Frank Kempkes, onderzoeker Energie en Kasklimaat bij Wageningen University & Research in Bleiswijk. Hij is projectleider van een aantal demonstratiekassen die laten zien hoe de glastuinbouw energiezuiniger kan telen. ‘Bij de huidige gasprijs kan het bedrijfseconomisch eigenlijk niet meer uit. Er zijn al rozentelers geweest die afgelopen winter hun kassen koud hebben gezet. Rozen kunnen zo’n periode prima doorstaan, maar andere soorten snijbloemen zijn daar niet tegen bestand. Potplanten kunnen een paar maanden iets koeler, maar je kunt de kachel niet helemaal uitzetten. Dat zal ook voor teeltvertraging zorgen en daarmee de planning van het bedrijf in de war schoppen.’

Verliezen lijden

Telers moeten lang van tevoren beslissen of ze met een teelt het risico willen nemen, zegt Kempkes. ‘Voor een belichte tomatenteelt gaan jonge planten begin augustus de kas in en start begin oktober de oogst, en die gaat vervolgens jaarrond door. Als de planten eenmaal staan, en je hebt maanden geïnvesteerd in substraat, bemesting en verzorging, dan kun je de kachel niet zomaar uitzetten als de gasprijs gaat stijgen. Dan ga je gigantische verliezen lijden.’De demonstratiekassen in Bleiswijk hebben de voorbije jaren laten zien dat er forse energiebesparingen mogelijk zijn, bijvoorbeeld in de teelt van aardbei, gerbera, fresia en potanthurium. Er is ervaring opgedaan met betere isolatie, warmtepompen, zuinige ledverlichting en doordachte klimaatbeheersing. Een van de uitdagingen van optimale isolatie met weinig ventileren is luchtvochtigheid; als die te hoog oploopt kunnen schimmelziektes de kop opsteken. ‘Bij fresia zijn we de belichting beter gaan afstemmen op het groeistadium’, zegt Kempkes. ‘Een jonge plant krijgt weinig licht, een grote meer, tot een bepaald maximum. Daarmee hebben we het elektriciteitsgebruik van de lampen sterk verlaagd en telers zijn zich er bewuster van geworden dat meer belichten vaak geen nut heeft.’ De demonstratiekassen gebruiken geen gas: verwarming en verlichting zijn elektrisch. Dat is ook de toekomst, denkt Kempkes. ‘Het liefst op groene stroom, maar die is op dit moment niet voorradig, en voor individuele telers niet te organiseren met windmolens en zonnecellen op eigen terrein. Waterstof als brandstof is een optie, maar dat ligt nog ver achter de horizon. Bovendien wordt waterstof in veel toekomstscenario’s in de eerste plaats gezien als energiebron voor industrieën die met zeer hoge temperaturen werken zoals de chemie en de glas- en staalindustrie.’ De glastuinbouw heeft de afgelopen twintig jaar flinke stappen gemaakt met energiebesparing. Per vierkante meter wordt meer geproduceerd met minder energie. Maar er is nog meer mogelijk, zegt Kempkes. ‘Alles bij elkaar opgeteld kan door isolatie, terugwinnen van warmte en slimmer telen de warmtebehoefte van een gangbaar tuinbouwbedrijf nog worden gehalveerd. Opslag van warmte in de bodem kan ook besparingen opleveren, omdat die technologie het warmteoverschot in de zomer en het tekort in de winter met elkaar in evenwicht brengt.’ Een enkele pionier is met warmteopslag al van het gas los. Orchideeënteler Van der Hoorn in Ter Aar liet in 2006 15 duizend vierkante meter gasloze kas bouwen, waarbij de verlichting gebeurt met groene stroom. De teelt van de vlinderorchidee duurt een jaar, waarvan zes maanden onder een tropische 28 graden en zes maanden bij 19 graden, om bloemvorming te stimuleren. In de koude periode wordt de kas verwarmd via een warmtepomp, de daarbij vrijkomende koude wordt in de bodem opgeslagen, om in de zomer de kas mee te koelen. Kempkes: ‘De zon levert in Nederland het equivalent van honderd kuub aardgas per vierkante meter. Telers verstoken jaarlijks gemiddeld 30 kuub per vierkante meter, dus de zon levert veel meer dan de glastuinbouw nodig heeft. Helaas is dat allemaal geconcentreerd in de zomermaanden.’

Seizoensopslag van warmte

Bewaren van zomerse warmte klinkt als het ei van Columbus, maar Kempkes noemt het gewoon één van de opties om energie te besparen. ‘Seizoensopslag van warmte als standaard is nog redelijk ver weg, en het vraagt grote investeringen in apparatuur en aanleg. Opslag gebeurt in watervoerende lagen in de bodem, maar dat kan niet overal, omdat het grondwater soms te diep zit, niet gebruikt mag worden of het grondwater een te hoge stroomsnelheid heeft.’ Verwarming is slechts een van de zaken die telers nodig hebben om gewassen goed te laten groeien en bloeien; kunstlicht is in veel teelten minstens zo belangrijk. De standaardverlichting in de kas is een variant van de ouderwetse straatverlichting: de hogedruknatriumlamp. Die produceert fel oranjegeel licht maar ook heel veel warmte, en is dus niet erg efficiënt. Kempkes: ‘Moderne ledverlichting kan het elektriciteitsverbruik halveren. Maar ook dat vergt een grote investering.’ Tot slot kunnen glastuinbouwers overwegen de thermostaat en paar graden lager te draaien, of te schakelen tussen gewassen: bijvoorbeeld potplanten in de winter en paprika in de zomer. Kempkes: ‘Je kunt veel gewassen wel kouder telen maar dan krijg je ook groeivertraging, lagere productie en vaak ook een lager kwaliteitsniveau. Daar wordt de consument niet vrolijk van. Het wisselen van teelt doen we in onze demokas, maar in de dagelijkse praktijk is dat niet eenvoudig. Potplanten worden vaak op betonvloeren en soms zelfs op tafels geteeld. Even voor een half jaar alle tafels eruit halen is arbeidstechnisch onbegonnen werk.’

Tegenvallers opvangen

Investeren in de glastuinbouw stelt ondernemers voor lastige keuzes, zegt Pepijn Smit, onderzoeker bij Wageningen Economic Research en auteur en projectleider van de jaarlijkse Energiemonitor van de Nederlandse glastuinbouw. ‘Enerzijds wil de sector zo snel mogelijk van het aardgas af. Anderzijds moet dat ook mogelijk zijn, niet op de laatste plaats financieel. Boven het toekomstperspectief van de sector hangen donkere wolken. Telers weten niet wat er komende winter gaat gebeuren, laat staan de komende twee jaar. Een aantal bedrijven heeft nog wel reserves om tegenvallers op te vangen, maar die zijn ook niet onuitputtelijk.’ En dat terwijl de sector zich goed heeft ontwikkeld, zegt Smit. ‘De schaalvergroting en professionalisering van de afgelopen jaren maken het mogelijk om te investeren in duurzame oplossingen.’

De Energiemonitor geeft jaar op jaar inzicht in het energiehuishoudboekje van de Nederlandse glastuinbouw, en de gebruikte energiebronnen. Smit: ‘De inzet van duurzame energie is gestaag gegroeid, net als de inkoop van energie waarbij de glastuinbouw zelf geen CO2-emissies genereert, zoals restwarmte van de industrie.’ Het aandeel duurzame energie is zo sinds 2010 toegenomen van 2 naar 10 procent. ‘Als je dat aandeel nog verder wil laten groeien moeten de alternatieven beschikbaar en betaalbaar zijn. Daar hoort betaalbare duurzame elektriciteit bij.’ Volgens Smit wordt in de discussies over kassen en gasverbruik weleens de rol van elektriciteit vergeten. Voor jaarrond productie is belichting essentieel. Telers gebruiken daarvoor warmtekrachtkoppeling (wkk): een mini-centrale met een efficiënte gasturbine die stroom, warm water en kooldioxide voor de groei oplevert, allemaal zaken die de productie ten goede komen. Daarnaast wordt een belangrijk deel van de met wkk geproduceerde elektriciteit verkocht voor andere energieconsumenten in Nederland.

Elektriciteit verkopen

Wat energieverbruik en -kosten betreft – jaarlijks 1,3 miljard euro – bevindt de glastuinbouw zich in het gezelschap van de chemische industrie en olieraffinage, schrijft bank ABN AMRO in een recent rapport. De glastuinbouw is een grootverbruiker met 9 procent van het aardgas in Nederland. Driekwart wordt via warmtekrachtkoppeling verstookt, en dat dekt maar liefst 11 procent van de nationale elektriciteitsbehoefte. Smit: ‘De glastuinbouw verkoopt netto meer elektriciteit dan ze zelf gebruikt, vooral tijdens piekvraag in het netwerk, bijvoorbeeld op winterse ochtenden of als er minder wind- of zonne-elektriciteit beschikbaar is. Warmtekrachtinstallaties kunnen heel snel reageren op veranderingen in stroomverbruik, veel sneller dan een kolencentrale.’ Het is iets om goed bij stil te staan, zegt Smit: je zou de glastuinbouw van het gas kunnen halen, maar dan moeten telers elektriciteit, warmte en kooldioxide voor de groei elders vandaan halen. ‘Als elektriciteit uit een energiecentrale duur is, kan het aantrekkelijker zijn om duur aardgas te kopen en via warmtekrachtinstallaties om te zetten in warmte en elektriciteit. Warmtekrachtkoppeling in de glastuinbouw is opvallend efficiënt, met een benuttingsgraad van meer dan negentig procent.’ Op dit moment heeft warmtekrachtkoppeling allerlei bedrijfseconomische voordelen, zegt Smit. Wil je het gasverbruik en de emissies in de glastuinbouw verminderen, dan moet er meer duurzamere elektriciteit, warmte en CO2 beschikbaar komen. ‘Als er betaalbare alternatieven zijn, zullen ondernemers daar graag op overstappen, en hun gasverbruik en warmtekracht terugschroeven.’

Bron: Wageningen University & Research

snijhyacint-hyacinten-greenport-diun-en-bollenstreek

Hyacintenbedrijf Van Abswoude stopt

Het hyacintenbedrijf J.C.N. van Abswoude uit Rijnsburg stopt. Deze week worden de laatste hyacinten gesneden en geveild en daarna gaat de deur op slot. Gebrek aan opvolging en de hoge energieprijzen hebben geleid tot de beslissing om het bedrijf te verkopen.

Het Rijnsburgse bedrijf aan de Trappenberglaan is eigendom van de drie broers Ronald, Richard en Bernhard van Abswoude. De kwekerij staat bekend om het feit dat het jaarrond snijhyacinten teelt. Hoe dat precies moet worden gedaan, is door de drie eigenaren zelf bedacht en uitgewerkt. “Misschien dat sommige telers het ook kunnen, maar past het niet in hun bedrijf. Afgelopen juli en augustus waren wij in ieder geval nog steeds de enige kwekerij die snijhyacinten aanleverden”, vertelt Richard van Abswoude. Met de bedrijfssluiting verdwijnt de kennis die de drie broers in de loop van de jaren hebben opgedaan. “Als een bedrijf interesse heeft dan is dit zeker te koop. Maar tot nog toe heeft nog niemand zich gemeld.”

Geen opvolging

De beslissing om het bedrijf te stoppen is in het voorjaar al genomen. Het gebrek aan opvolging was de belangrijkste reden. Daar kwamen de hoge energieprijzen nog eens bovenop. Richard: “Het werd zo ongewis allemaal dat we besloten te stoppen voor het echt fout zou gaan. Dus oogsten we deze week de laatste hyacinten.”

Ander werk

Het bedrijf wordt verkocht en de drie broers hebben inmiddels werk gevonden. “Gelukkig is de arbeidsmarkt goed genoeg dat ik op mijn 56ste nog snel werk kon vinden. Dat betekent een 40-urige werkweek in plaats van 75 uur. Daar is mijn vrouw ook blij mee”, vertelt Richard van Abswoude.

Bron: Greenity

Tulpen-virus-herkenning

Bloembollensector zoekt innovatieve en praktische oplossing voorkomen aantasting tulpen door galmijt

Nederland is hét tulpenland. Elk jaar wordt er voor 400 miljoen euro aan tulpenbollen gekweekt en geëxporteerd. Maar de tulp wordt bedreigd door de tulpengalmijt: een klein, spinachtig diertje (0.2 mm) dat met het blote oog niet waarneembaar is. De tulpengalmijt kan enorme schade kan opleveren aan het gewas. Besmette bollen hebben een sterk vertraagde ontwikkeling van de wortelkrans en de spruit, waardoor de opbrengst sterk terugloopt en de kwaliteit van de bloemen wordt aangetast (verkleuring). Omdat de galmijt een belangrijke overbrenger is van virussen, mogen besmette partijen niet worden geëxporteerd. 

Op dit moment wordt de tulpengalmijt bestreden door het gewas in het veld te bespuiten met een luizenbestrijdingsmiddel dat ook effectief is tegen de tulpengalmijt. Door de systemische werking (het wordt opgenomen in de plant en de bol) is het middel ook effectief na de oogst. Dit middel zal vanaf 2025 niet meer worden verkocht in Europa. Vooralsnog is er geen vergelijkbaar alternatief beschikbaar om de galmijt te bestrijden.

Daarom zijn we op zoek naar nieuwe, innovatieve oplossingen die de tulpengalmijt kunnen bestrijden én goed in het logistieke proces van de tulpenkweek passen. Bestrijding kan zowel ‘klassiek’ via bestrijdingsmiddel, maar vooral tijdens het logistieke/verwerkingsproces in bolvorm zien we goede kansen om de tulpengalmijt te verdelgen.

Denken jullie dé oplossing te hebben om de aantasting van de tulpen door de galmijt te voorkomen? Dan ontvangen wij graag jullie pitch!

Waar zijn we naar op zoek?

We zijn op zoek naar een alternatieve methode om de tulpengalmijt te bestrijden en/of besmetting te voorkomen. De behandeling moet praktisch inpasbaar zijn in de bedrijfsvoering van de telers, waarbij extra logistieke handelingen zo beperkt mogelijk worden gehouden, om kosten én kruisbesmetting te voorkomen. De oplossing moet vanaf 2025 grootschalig ingezet kunnen worden. 

Informatiebijeenkomst

We organiseren voor deze challenge een online informatiebijeenkomst op maandag 14 november 16:00 – 17:00. Aanmelden kan via deze link.

Lees meer

Ben je benieuwd naar de beoordelingscriteria, de tijdslijn, wat de pitch moet inhouden en wat er te winnen valt?Gebruik deze link om meer informatie te vergaren. In dit rapport vind je (wetenschappelijke) detailinformatie over de tulpengalmijt (vanaf pagina 59).

Flyer-D1D-2019-student-gezocht

Directeur voor 1 dag

Als directeur voor 1 dag mag jij meelopen met de directeur van één van Nederlands meest vooraanstaande producenten/leveranciers in de Food en Flower Industry. Want in verse producten ligt de toekomst! Grijp deze unieke kans en geef je op! Word jij geselecteerd? Dan levert jou dat een mooie ervaring en referentie op!

Wat ga je doen?

Je gaat letterlijk één dag meelopen met een van de grootste directeuren uit de Food & Flower Industry. Je krijgt tevens een bedrijfsvraagstuk voorgelegd, waar jij jouw onbevangen advies over mag geven! Je speelt daarmee een belangrijke rol en draagt bij aan het toekomstig beleid van de desbetreffende onderneming.

Datum

De dagen dat er meegelopen kan worden zijn verspreid in de week van 14 tot en met 18 november 2022.

Selectieprocedure

Er zijn slechts 15 plaatsen beschikbaar voor studenten bij 15 verschillende Nederlandse topbedrijven in de sector. Dit betekent dat we een paar vragen zullen stellen om erachter te komen wat je motivatie is om mee te doen, zodat we mede op basis daarvan een selectie kunnen maken. Je studierichting vragen we wel, maar in principe kijken we daar niet naar.

Opgeven en meer informatie

Geef je voor 1 november op via deze link.

Deelnemende bedrijven

De deelnemende bedrijven/organisaties vertegenwoordigen de gehele keten en zijn koplopers in de Nederlandse Food & Flower Industrie: veredelaars, toeleveranciers, kwekers, handelaren en de belangenvertegenwoordigers.

meld-je-aan-voor-tuinbouw-ondernemersprijs-greenport

Schrijf je in voor de Tuinbouw Ondernemersprijs 2023

De Tuinbouw Ondernemersprijs zoekt ondernemers die durf, daadkracht en duurzaamheid tonen. Bedrijven die met creatieve oplossingen, doorzettingsvermogen en bereidheid tot open overleg het kennisniveau sectorbreed laten groeien. De ideale kandidaten voor de Tuinbouw Ondernemersprijs investeren in nieuwe technieken die de sector naar een hoger plan tillen, met veel aandacht voor een stevig fundament voor een duurzame toekomst. In 2023 wordt de prijs voor de 36e keer uitgereikt.

Themaprijs ‘Nieuwe teelten, nieuwe toepassingen’

Dit jaar reik de organisatie ook een Themaprijs uit: ‘Nieuwe teelten, nieuwe toepassingen’. In Nederland zien we nieuwe teelten en teeltwijzen ontstaan die specifieke oplossingen kunnen bieden voor de uitdagingen van onze maatschappij van vandaag. Te denken valt aan toepassingen in papier, plastic en bouwmaterialen waardoor de CO2-voetafdruk wordt verminderd, siergewassen voor toepassing in cosmetica, de geneeskunde en zo nog veel meer. Grote kansen voor verduurzaming van de toekomst!

Voor de Themaprijs wordt gezocht naar Nederlandse ondernemers en frontrunners die op een geheel eigen wijze nieuwe teelten starten en/of nieuwe toepassingen en businessmodellen ontwikkelen voor bestaande teelten.

De themaprijs wordt dit jaar georganiseerd in samenwerking met Greenport West Holland, dat zelf een programma heeft op dit gebied – Biobased Greenport West-Holland.

Meer over de Themaprijs lees je hier

Aanmelden tot 25 november

Kandidaten kunnen zichzelf vanaf vandaag tot uiterlijk vrijdag 25 november aanmelden, of door een ander bedrijf of organisatie worden voorgedragen. Dit geldt voor zowel de Ondernemersprijs als voor de Themaprijs. Begin december wordt bekend gemaakt welke bedrijven een nominatie ontvangen. Tijdens een inspirerende bijeenkomst op 29 maart 2023 worden de winnaars bekend gemaakt.

Meer informatie vind je op tuinbouwondernemersprijs.nl.

nationale-tulpendag-verhuist-naar-museumplein-amsterdam-greenport

200.000 tulpen verhuizen naar Museumplein op Nationale Tulpendag

Museumplein

TPN-voorzitter Arjan Smit: “Door een gewijzigd beleid van de gemeente Amsterdam kan ons evenement niet meer op de Dam plaatsvinden. Samen met de gemeente zijn wij op zoek gegaan naar een nieuwe locatie voor de tiende pluktuin. We zijn ongelofelijk blij dat we die hebben gevonden op het Museumplein. Een schitterende locatie. De afgelopen maanden hebben we diverse gesprekken gehad met gemeente, musea en omliggende bedrijven. Men verleent volop medewerking en haakt ook zelf in op Tulpendag. Het enthousiasme spat ervan af en het kan niet anders dan dat het een geweldig lentefeest wordt!”

Oer-Hollands

Het thema van het nieuwe tulpenseizoen is ‘Typical Dutch’. Arjan Smit: “We gaan er een oer-Hollands feest van maken en hopen van harte dat de blije beelden van tulpen en tienduizenden Nederlanders en toeristen straks de hele wereld overgaan. Iedereen kan wel een beetje positiviteit gebruiken in deze roerige tijden.” Ook de Facebookpagina TulipTime en het Instagramaccount TulipTime.info worden ingezet om het thema uit te dragen.

De vlag kan uit

Bloemisten, supermarkten en retailers kunnen eenvoudig inhaken op het thema. TPN heeft onder meer een opvallende, oranje tulpenvlag ontwikkeld die te bestellen is via www.tulpenpromotie.nl/promotie. Om consumenten te stimuleren om tulpen in huis te halen, wordt er net als voorgaande jaren weer een uitgebreide pr-campagne gevoerd die loopt van januari tot en met april.

Tulpendag

Nationale Tulpendag is een initiatief van TPN, een collectief van ruim 400 Nederlandse tulpenbroeiers en veredelaars. De dag wordt sinds 2012 op de derde zaterdag van januari georganiseerd om de start van een nieuwe tulpenseizoen te vieren. Na negen jaar een pluktuin op de Dam, wordt de tiende pluktuin op het Museumplein aangelegd. In 2021 en 2022 vonden door de COVID-pandemie alternatieve vieringen plaats.

Fotocredit: TPN/VidiPhoto