onderzoek-delphy-compost-veilig-gebruik-greenport.

Reststromen bollenteelt circulair van waarde én veilig

Onderzoek Delphy toont aan dat risico’s beheersbaar zijn

Compost gemaakt van reststromen uit de bollenteelt kan veilig worden toegepast in de teelt, mits de compostering correct is uitgevoerd. Dat blijkt uit een demonstratieonderzoek waarvan Delphy team Bloembollen en Bolbloemen onlangs de resultaten publiceerde. Dit onderzoek vond plaats in het kader van het al langer lopende traject waarin een aantal samenwerkende partijen in de Greenport Duin- en Bollenstreek onderzoek doet naar mogelijkheden voor meer lokaal gebruik van groene reststromen uit het sierteeltcluster, inclusief bijbehorende locatie. Het locatieonderzoek is op dit moment nog niet afgerond.

Terughoudendheid telers

Bloembollenbedrijven produceren veel restmateriaal wat bestaat uit onder andere pelafval, gewasresten, stro en zieke bollen en knollen. In principe is dit mooi organisch materiaal wat na een bewerking, bijvoorbeeld compostering, weer goed teruggebracht kan worden op het land en kan bijdragen aan een gezonde bodem. Sommige ondernemers zijn nog steeds wat huiverig om compost – gemaakt van restmateriaal uit de bollenteelt – toe te passen op hun bollenpercelen. Ze zijn dan bang dat niet alle bacteriën, schimmels en wortelonkruiden gedood zijn. Als dit het geval is, zou de toepassing van compost van bollenporrie (wat voor de helft is gemengd met gangbare compost) voor besmettingen kunnen zorgen.

Om aan deze zorgen tegemoet te komen heeft Delphy team Bloembollen en Bolbloemen in 2020 en 2021 een demonstratieonderzoek uitgevoerd, waarin onderzocht is of en hoe compost gemaakt van reststromen uit de bollenteelt veilig toegepast kan worden. In dit onderzoek zijn “zieke reststromen” uit het sierteeltcluster door Meerlanden gecomposteerd. Deze compost is gebruikt op proefvelden waar tulpen en hyacinten zijn geteeld. De planten en gerooide bollen zijn vervolgens onderzocht op hun gezondheid. Op basis van dit eenjarige demonstratieonderzoek concludeert Delphy nogmaals dat compost gemaakt van restmateriaal uit de bollenteelt veilig kan worden toegepast. Belangrijke voorwaarde hiervoor is dat compostering op een goede manier uitgevoerd wordt. Een goede procesvoering betekent het voldoen aan de eisen die de BRL keurcompost stelt en geconditioneerde processen waar ideale omstandigheden voor compostering worden gecreëerd.

Bijdrage gebruik groene reststromen aan circulaire economie

Lokaal gebruik van groene reststromen uit het sierteeltcluster is belangrijk voor de ambities van het sierteeltcluster met betrekking tot de energietransitie (klimaatneutraal uiterlijk in 2040). Ook is het zoveel mogelijk opwaarderen van stromen van producten van belang voor een meer circulaire economie, zeker voor die stromen die nu nog als restproduct gezien en behandel worden. Naast bestaande reststromen uit het sierteeltcluster, is ook een duidelijke stijging van het aanbod van GFT-afval (van particulieren) in de regio zichtbaar. Dit aanbod zal de komende jaren naar verwachting nog verder toenemen. Transport van GFT zorgt voor verlies aan kwaliteit en traceerbaarheid van producten, terwijl juist regionale verwerking en afzet van producten in de omgeving gewenst is, wat bijdraagt aan een meer duurzame en meer klimaatneutrale werkwijze.

Het volledige onderzoeksrapport is op te vragen via eva@greenportdb.nl.

GPLIVE 16-12-21 - bollenteelt circulariteit en diversiteit.

Terugblik GreenportLIVE: mogelijkheden biodiversiteit en circulariteit in bollenteelt

Als aftrap licht onze programmamanager Andries Middag toe waarom het van belang is om biodiversiteit en circulariteit te herstellen. Verlies van biodiversiteit is een crisis die groter is dan klimaatverandering, economische recessie en corona, omdat het ons ecosysteem beïnvloedt.
In Vitale Teelt 2030 is herstel van biodiversiteit één van de negen thema’s, maar in de uitwerking verdient het meer aandacht. Hier liggen kansen om te benutten in de bollensector in zijn algemeenheid.

Daarnaast heeft het bollencomplex in de Duin- en Bollenstreek een bijzondere plek; historisch, kleinschaligheid en tussen de natuur van strand en het Groene Hart. Er zijn veel verschillende zones met eigen natuur in de Duin- en Bollenstreek. Als we deze met elkaar verbinden, versterken we de biodiversiteit overal. Dat die potentie er is, blijkt bijvoorbeeld uit groei van de populatie bollenvogels, in tegenstelling tot de vogelpopulatie landelijk.

Het bollencomplex is meer dan teelt; er zitten ook graslanden tussen, er is veel water, heeft het knollen, zomerbloemen, bomen en vaste planten en dus afwisseling in het landschap.

Tot slot laten wij de wereld kennismaken met de groene sector en onze producten. Aan ons om als regio te laten zien dat wij ook bezig zijn met onze eigen omgeving en bij te dragen aan deze groene omgeving, met aandacht.

Lopende onderzoeken

Momenteel lopen diverse onderzoeken waarbij Koos Biesmeijer, wetenschappelijk directeur van Naturalis, ons meenam langs de projecten ‘Samen naar een circulaire Bollenstreek’ gefinancierd door Accelerating Circular Economy Zuid-Holland (ACCEZ) en ‘Deltaplan Biodiversiteitsherstel’.

Er gebeurt veel, waarbij er veel uitdagingen zijn en nog zullen gaan komen, ook in de manier waarop we deze projecten, samen met elkaar, uitvoeren.

Waarom zijn deze projecten er? De beantwoording daarvan is in drie woorden samen te vatten: Biodiversiteit = klimaat = toekomst. Zonder de biodiversiteit is er geen gezond (leef)klimaat en geen toekomst. Inzetten op biodiversiteit, het kapitaal van de toekomst, is essentieel.

Lineair omzetten naar circulair

Als we aan circulair denken dan gaat het om het landschap, biodiversiteit en de hulpbronnen. Momenteel bouwen we vooral met – en aan – een lineaire economie, wat inhoudt dat we vooral nemen en in niet zo’n positieve zin teruggeven aan de aarde. Lineair omzetten naar een circulaire economie is essentieel en een uitdaging die durf, energie en doorzettingsvermogen vraagt.

Hoe kunnen wij het landschapskapitaal in de Bollenstreek – waarvan elke m2 benut wordt, soms dubbel of zelfs driedubbel – omzetten om economisch te groeien en circulair terug te geven?

Een voorbeeld hiervan is het groeiende aantal bollenvogels, waarbij niet alleen het aantal bollenvogels telt (niet het enige meetbare) maar ook de effort die erin wordt gestoken om de juiste omstandigheden voor deze vogels en alle andere biodiversiteit te creëren. Deze juiste omstandigheden zijn meetbaar met KPI’s (Key Performance Indicators). Ze helpen keuzes te maken waar en hoe we bijdragen aan herstel van biodiversiteit. Het sluit aan bij ​​de 1e voorzet KPI’s bloembollensector.

Samenwerking

Samen kom je verder, weet je meer en kan je meer. Ben je slimmer en werken we stap voor stap aan een circulaire en biodiverse streek, en bollenteelt. Laten we met elkaar de kennis die er is beschikbaar maken en gebruiken. Erasmus Universiteit Rotterdam gaat hiervoor een kenniskaart maken.

Living Lab B7

Wolf Mooij gaf een korte presentatie over ‘Living Lab B7’. Dit project loopt naast de andere projecten en heeft dezelfde stip op de horizon. Living Lab B7 staat voor: Boeren, Bewoners, Beleidsmakers en Bezoekers werken aan een Betere Biodiversiteit in de Bollenstreek.

De Bollenstreek is op te delen in drie categorieën gebieden, die belangrijkste functies voor een gebied bepalen: Profit, People of Planet, soms met overlap in gebruik/functionaliteit. Om duurzaamheid niet uit het oog te verliezen – en te verbeteren – wordt er in twee projecten binnen Living Lab B7 onderzoek gedaan waarbij ondernemers, onderzoekers en studenten van alles uitproberen in het veld. De resultaten hiervan vloeien terug naar de stakeholders. Een voorbeeld van een gebied waar functies samenkomen is het Nationaal Park Hollandse Duinen.

Workshops

Na dit plenaire gedeelte gingen de circa 50 deelnemers (ondernemers, onderzoekers, adviseurs, beleidsmakers, bestuurders, docenten en studenten) uiteen in workshops waarbij het gesprek ging over uitdagingen, oplossingen en kennisvragen.

Tijdens de workshop werden drie onderwerpen behandeld:

  1. Hoge(re) bodemkwaliteit
  2. Nagenoeg residuevrije teelt
  3. Circulaire Bollenstreek

En daarbij werden drie vragen gesteld:

  1. Uitdagingen: tegen welke uitdagingen loop je aan?
  2. Oplossingen: welke oplossingen zijn er al bekend voor die uitdagingen?
  3. Kennisvragen: welke kennis is nodig om de oplossingen toe te kunnen passen?          

De belangrijkste vragen vanuit de deelnemers zijn vervolgens eerst per workshop en daarna ook nog plenair op een rijtje gezet. Met de vragen die op deze manier verzameld en gekozen zijn, gaan de onderzoekers samen met vrijwillige deelnemers aan de slag. Dit wordt gedaan met behulp van KICK vouchers: Kennis en Innovatie voor Circulaire Economie en Kringlopen. Begin volgend jaar geven we een update. We gaan nu goed kijken naar de aansluiting op eerdere of nog lopende trajecten en ook de haalbaarheid van de vragen beoordelen.

Conclusie

Diversiteit en circulariteit zijn essentieel voor de toekomst, in de breedste zin van het woord. Aan ons om er voor te zorgen dat we biodiversiteit behouden en verbeteren, en daarbij circulair omgaan met wat we halen en zorgvuldig teruggeven. Door vanuit de lopende trajecten met elkaar te werken aan oplossingen dragen wij bij aan de toekomst van het bollencomplex in de regio, waarbij de omgeving en haar bewoners als belangrijke spelers participeren in de te creëren circulaire economie.

Vragen en meedoen?

We zijn benieuwd naar jouw vragen en tips, en komen ook graag in contact met mensen die willen meedenken over circulariteit en biodiversiteit in de Bollenstreek. Meld je bij onze programmamanager Andries via andries@greenportdb.nl of bij Naturalis via Zina Broeksma, zina.broeksma@naturalis.nl.

Bekijk hier de volledige opname van deze GreenportLIVE bijeenkomst.