In de Spiegel: Piet Arie Rustenburg

Als je in de spiegel kijkt, wat voor soort ondernemer zie je dan?

Ik was vroeger, zo’n twintig jaar geleden, een tuinbouw ondernemer in Andijk. Ik had een bedrijf in bollen, bloemen en zaden. Daarna ben ik gaan werken bij Syngenta in Enkhuizen, een grote multinational in groente- en bloemenzaden. Inmiddels ben ik gepensioneerd. Ik ben nu vrijwilliger bij de Tuinbouw Battle in Noord Holland. Ik kom al vijf jaar als ‘tulpenexpert’ op veel basisscholen. In de spiegel zie ik vooral een gepassioneerde vrijwilliger.

De Tuinbouw Battle wat is dat?

Bij de Tuinbouw Battle nemen kinderen op basisscholen een kijkje in de tulpenteelt. Kinderen gaan zelf tulpen broeien. Vanuit de Greenport Noord Holland Noord worden scholen voorzien van teeltkarren. Kinderen uit groep 7 en 8 verzorgen de bollen in het eigen klaslokaal. Dit duurt ongeveer drie weken. Daarna mogen de kinderen de tulpen verkopen. Per seizoen doen 35 scholen mee. De battle vindt ieder jaar plaats van oktober tot en met april. Meestal brengt de klas tijdens het project ook een bezoek aan een tuinbouw bedrijf. Op deze manier maken kinderen al in een vroeg stadium kennis met het mooie werk van de tuinbouw.

Wat is doe jij dan precies?

Ik begeleid de scholen. Ik breng de teeltkarren naar de scholen, geef de kinderen uitleg over tulpenteelt en ik kom tussendoor een paar keer langs om te zien hoe het gaat. Dan geef ik ze tips en vertel ik hen een en ander over de tulpenteelt. Ik ben voor de kinderen meneer Rustenburg, de tulpenexpert. Op elke school gaat het anders. Het succes hangt vaak samen met het enthousiasme van de leraar. Voor kinderen is het een geweldige ervaring om iets te zien groeien en het vervolgens ook te mogen verkopen. Per school worden er 440 bollen aangeleverd. Ik zeg altijd tegen de kinderen: als je het goed doet, heb je straks 90% verkoopbare tulpen. De prijs en een verkoopplan maken de leerlingen zelf, zo leren ze ook al jong om geld te verdienen. Sommige klassen houden een tulpenveiling en andere klassen verkopen de tulpen van deur tot deur. Wat er met de opbrengst gebeurt bedenken de kinderen ook zelf. Soms gaat het naar een goed doel of wordt het bijvoorbeeld gebruikt voor het eindfeest van groep 8.

Wat kunnen wij van jou leren?

Bij de Tuinbouw Battle is het belangrijk dat er een duidelijk draaiboek ligt en een werkbare planning. Wij hebben hier vijf teeltkaren laten maken die in één seizoen achtereenvolgens bij 35 scholen worden geplaatst. Wij plannen altijd een centrale verhuisdag in waarbij we met een busje per ronde vijf nieuwe scholen bevoorraden met een kar en bollen. We vinden het ook prettig dat we de bollen elke keer bij dezelfde ondernemers kunnen halen. Bij ons is dat Horizon Flowers in Zwaagdijk of Niels Kreuk in Andijk. Als we afhankelijk zijn van gulle gevers per gemeente, kost het teveel tijd om iedereen daarvoor te benaderen.

Is het in De Noord heel anders qua bollenteelt?

Met ‘de Noord’ bedoelen de telers uit ‘de Zuid’ het Noorden van Noord Holland, zoals Breezand en de Zijpe. In deze regio worden, net als in de Bollenstreek, bollen geteeld, gepeld en geteld. Als klein jongetje ging ik vroeger weleens mee met de vrachtwagenchauffeur Bultsma om rieten manden met dikke bollen af te leveren in ‘De Zuid’, want zo noemden wij toen al de Bollenstreek. In de Zuid zaten de grote exporteurs, de HobaHo en CNB. Dan gingen we ’s morgens heel vroeg weg, want we moesten soms wel 15 adressen af. Dat waren lange, maar mooie dagjes uit. Ik woon nu zelf in Enkhuizen, dat is niet in de Noord maar in West Friesland. In deze regio worden vooral veel tulpenbloemen geteeld in tulpenbroeierijen. Dit levert veel snijtulp productie op.

Waarom moeten wij in de Bollenstreek ook een Tuinbouw Battle gaan organiseren?

Bij ons is het een groot succes. Het project laat kinderen op spelenderwijs zien hoe mooi tuinbouw is. Ik hoor moeders weleens tegen kinderen zeggen: ga maar niet in de tuinbouw werken, daar krijg je vieze handen van. Maar de kinderen en daardoor ook hun ouders, zien via de Tuinbouw Battle hoe groots en modern de tuinbouwsector is. En je krijgt er ook niet per se vieze handen van. Er komt veel meer bij kijken dan wroeten in de aarde. Kinderen nemen een kijkje in moderne en grote bedrijven met veel innovatie en technologie. En zo ontstaat een andere blik op de agrarische sector. Een investering in de toekomst dus. En dat is precies de reden waarom de Greenport Noord Holland Noord dit heeft opgezet.

In de Spiegel: Peter Lindaard

Als je in de spiegel kijkt, wat voor soort ondernemer zie je dan?

Dan zie ik een mensen-mens. In ben een paar jaar geleden voor mezelf begonnen en ik werk nu als zelfstandig bemiddelaar in bloembollen aangesloten bij FBT. Ik ben geen keiharde ondernemer. Ik kom graag met mijn klanten in contact, dus ik ben veel onderweg en ik loop graag een rondje door de schuur of over het land. Het gaat mij niet alleen om het briefje met de verkoopovereenkomst. Mijn doel is dat beide partijen tevreden zijn.

Wat is je CORE business de komende periode?

Komende periode wordt een bijzondere periode. Naast mijn werk als bemiddelaar ga ik als coördinator aan de gang voor het campagneteam ‘Enjoy the Flowers’. Je zou mij de ‘matchmaker’ kunnen noemen tussen de bollenkwekers en de vrijwillige ambassadeurs. Ik ga ervoor zorgen dat de juiste mensen worden ingezet op het goede moment op de beste locatie. Vorig jaar is de campagne geïntroduceerd. Het was een geweldige start met veel publiciteit. Veel mensen uit de bollensector zijn hier enorm trots op. Maar ook hebben we de eerste dingen geleerd. Dit jaar willen we nog beter kijken naar de meest voorkomende toeristenroutes: welke velden staan in bloei? Waar verwachten we de meeste toeristen? Hoeveel ambassadeurs zijn er waar nodig? Door mijn werk heb ik de streek al aardig in beeld. Daarnaast is het de bedoeling dat bollenkwekers mij actief gaan benaderen om wensen en verzoeken in te dienen.

Waarom is ‘Enjoy The Flowers’ een goed initiatief?

De Bollenstreek is in de lente op zijn mooist. Steeds meer mensen weten dat. De internationale toerist komt niet alleen massaal naar Keukenhof, ze willen ook allemaal nog even de velden in voor DE foto! Ze willen het allermooiste plaatje schieten. Van hun gezin, vriend, vriendin en de laatste jaren natuurlijk vooral van zichzelf. Sinds het selfietijdperk zijn mensen een stuk brutaler geworden. Ze lopen of rennen door het veld en trappen ongemerkt de bloemen en daarmee de bollen kapot. Toeristenbussen droppen hun mensen gerust bij een veld om ze een half uurtje te laten fotograferen. Veel toeristen weten echter niet dat dit bollenland van een bollenkweker is die hier zijn geld mee verdient. Ook weten ze niet dat ze zich op privé terrein bevinden.

De bollensector is al een tijdje op zoek naar de juiste oplossing. Enerzijds zijn we natuurlijk hartstikke blij met alle toenemende aandacht. De foto’s die gemaakt worden gaan de hele wereld over en dat is gratis promotie voor onze prachtige product. Maar dat ‘gratis’ is voor veel gedupeerde kwekers dus relatief. Niemand wil naar het doemscenario waarbij de streek verandert in een onvriendelijke plek waar bloemenvelden omhekt zijn met prikkeldraad of kuubkisten. Met deze campagne hebben we een ‘lieve manier’ gevonden om een groot deel van de toeristen uit de velden te houden. Gedurende zes weken plaatsen wij een grote groep vrijwillige ambassadeurs bij drukke bloeiende bollenvelden. Ze staan hier om voorlichting te geven aan toeristen en aanwijzingen te geven waar ze wel en niet mogen fotograferen. En uiteraard vertellen zij het verhaal van de kweker en de bol. Mensen krijgen hierdoor begrip. Heel vaak denken toeristen dat Keukenhof deze bloemenvelden speciaal voor toeristen heeft geplant. Of ze gaan ervanuit dat de bloemen hier natuurlijk groeien. Genoeg noodzaak dus om campagne te voeren, ik heb er zin in.

Hoe hoop je dat het toerisme versus de bollenteelt er over vijf jaar uitziet?

Ik hoop dat we over vijf jaar nog steeds heel veel toeristen mogen ontvangen in deze streek. Misschien zelfs meer. Maar wel op een manier die bij de bollenkweker en de streek past. Komende jaren zal een en ander zich verder ontwikkelen. Ook de campagne moeten verder groeien. Je ziet steeds meer initiatieven van bollenkwekers die extra activiteiten organiseren. Vaak leuke en commerciële initiatieven waar ze geld mee verdienen. En waarom niet? De toeristen smullen ervan. Het verhaal van de bol en de bloem zal steeds bekender worden en de toerist zal steeds meer begrip krijgen voor de bollenkweker. Sterker nog, de toerist zal meer willen weten. Want het is een interessanter en charmanter verhaal dan alleen het veld met bloemen.

Zoek je nog ambassadeurs?

Jazeker. We hebben nu 49 ambassadeurs en we willen er 100 of meer! Wij zijn op zoek naar enthousiaste mensen: mannen, vrouwen, jong en oud die het leuk vinden om in gesprek te gaan met de toerist. Je hoeft echt geen zes weken lang paraat te zijn, maar we vragen ze ten minste vier keer te komen maar minder mag natuurlijk ook. De dagen zijn van vrijdag t/m maandag met name in de weekenden van april. We gaan alle ambassadeurs uitleggen wat de bedoeling is en wat ze kunnen verwachten. Iedereen krijgt een minicollege ‘De bollenteelt in een notendop’ zodat de ambassadeurs goed beslagen ten ijs komen. Ook geven we tips over hoe je mensen het beste aan kunt spreken. Engels spreken is een pré, maar zeker niet verplicht. Met handen en voeten blijken veel ambassadeurs een heel eind te komen. Ik heb al veel ambassadeurs van vorig jaar gesproken. Zij vonden het een geweldige ervaring om een paar dagen tussen de bloeiende velden te staan, hun streek te mogen vertegenwoordigen en leuke gesprekken te hebben met toeristen. Geïnteresseerden kunnen zich melden bij communicatie@greenportdb.nl.

Waar kennen mensen je nog meer van?

Ik ben een echte bollenstreker. Ik woon in Lisse en ben hier in het verleden onder andere bestuurlijk actief geweest bij de basketbal- en zwemvereniging. Nu ben ik al een paar jaar actief betrokken bij het Bloemencorso. Ik begeleid samen met Ted Kortekaas het koppen van hyacinten die gebruikt worden voor de praalwagens. Wij speuren naar de beste hyacinten-velden en begeleiden de teams die de velden ingaan om te koppen. Mijn vader was ook actief in de bollen. Toen ik van school kwam wilde ik echter wat anders gaan doen, zo ben ik eerst verwarmingsmonteur geworden. Toch kruipt het bloed waar het niet gaan kan en ben ik na een paar jaar overgestapt richting de bollen. Ik heb heel wat jaren gewerkt als schuurbaas bij verschillende exporteurs in de streek. Op mijn 51e besloot ik voor mezelf te gaan werken en daar heb ik nu, acht jaar later, nog steeds geen spijt van. Ik bepaal in deze periode mijn eigen agenda en ik kan dan ook wat tijd inplannen voor andere zaken, wat weer uitermate goed is te combineren met mijn werkzaamheden als bemiddelaar. Ik ben bijvoorbeeld trotse opa van vier kleinkinderen en nummer vijf is op komst.

Gerard-Prins-in-de-spiegel-greenport-duin-en-bollenstreek

In de Spiegel: Gerard Prins

Januari was geen beste maand. Februari daarentegen is wel weer top. Ik laat mijn tulpen afbroeien op een andere plek dan mijn eigen bedrijf. Ik heb dat zelf eerder wél geprobeerd met led licht, maar ik kreeg het niet goed genoeg voor elkaar in mijn schuur. Per toeval ben ik in contact gekomen met iemand die de perfecte ruimte had in haar kas. Nu werken we samen. Het is voor haar en voor mij een prettige en vruchtbare samenwerking geworden. Vanochtend spraken wij elkaar over de opbrengst van deze maand. Beiden waren we zeer tevreden. Dat zijn mooie werkmomenten. Daar doe je het voor. 

Als je in de spiegel kijkt, wat voor soort ondernemer zie je dan?

Dan zie ik een ondernemer die van vernieuwing en innovatie houdt. Ik denk nooit ‘het gaat wel goed zo’ of ‘we hebben het altijd zo gedaan’. Ik kijk liever kritisch naar hoe het eventueel anders en beter kan. Ik ben een ondernemer die gericht is op veranderingen.

Wat is je CORE business?

Ik run de Firma C&G Prins. Ik draai hier een jaarronde business. In het voorjaar heb ik tulpen op het land. Deze gebruik ik vooral als snijtulpen. De bollen laat ik in de grond zitten en rooi ik in juni voor eigen gebruik. Vlak na het rooien van de tulpenbollen, richt ik mij in de zomer vooral op  dahlia’s. In het najaar start ik met het broeien van mijn tulpenbollen, zodat ik rond de kerst mijn eerste snijtulpen weer heb. Ondertussen zijn er in november ook weer nieuwe tulpenbollen geplant op het land, zodat we in het voorjaar nieuwe tulpenvelden hebben. Voordeel van deze manier van ondernemen is dat het beter past bij het krappe aanbod van arbeidskrachten. Veel kan ik in mijn eentje af. Daar omheen heb ik wel mijn trouwe en vaste hulpkrachten en periodes waarin ik extra hulptroepen in kan vliegen.

Van wie ben jij d’r een?

Ik ben er een van Gijs Prins van de Prinsenweg in Voorhout. In de streek kennen mensen hem wel. Ik heb begrepen dat er ooit tien huizen stonden aan de Prinsenweg waarvan er maar liefst zes bewoond werden door een Prins. Ik heb het bedrijf overgenomen van mijn vader en mijn oom. Zij teelden met name zomerbloemen. Toen ik aan boord kwam verhuisde het bedrijf naar de Akervoordenlaan.

Wat moet anders in de bloemenbollensector de komende jaren?

Ik erger mij behoorlijk aan de huisvestigingsregels rondom arbeidsmigranten. De gemeente erkent al  sinds 2011 dat er een huisvestigingsprobleem is, ze komen alleen niet met een goede oplossing. Wel komen ze met dwangsommen. Inmiddels heb ik al een aantal dwangsommen opgelegd gekregen en zou ik de gemeente duizenden euro’s moeten betalen. Ik zit daarom helaas in een rechterlijke procedure. Dit is natuurlijk een zeer onwenselijke en bizarre situatie. Er zijn geen Nederlandse arbeiders die mijn schuur- en landwerkzaamheden willen doen, dus het staat vast dat ze uit het buitenland moeten komen. Om deze hardwerkende mensen onderdak te kunnen bieden loop ik al jaren op eieren. Ik probeer daarom soms binnen en soms net buiten de grenzen van de wet naar eigen oplossingen te zoeken. Dat lukt best aardig op mijn eigen terrein, maar de gemeente handhaaft zeer streng op onduidelijke regels en vage vergunningen. Het grootste  probleem hierbij is dat de gemeente bang is voor klachten uit de omgeving. Hiermee bedoel ik niet-agrarische Nederlandse buren die in het buitengebied wonen. Zij willen eenvoudigweg niet dat er arbeidsmigranten in hun buurt wonen. Zij zijn bang voor onrust of andere zaken. Die angst is echter ongegrond, want neem van mij aan… mijn arbeidsmigranten weten zich prima te gedragen. Zij zijn vaak veel netter en rustiger dan de Nederlandse arbeiders. De angst is vaak gebaseerd op een onjuist en slecht imago.

En wat gaat er heel goed?

De hulpvaardigheid en saamhorigheid van bollenondernemers onder elkaar vind ik geweldig. Ik ken geen andere branche waar iedereen elkaar kent, van elkaar leent, van elkaar leert en waar men ook echt om elkaars hulp durft te vragen. Het is een ‘ons kent ons’ sfeertje waar ik erg van houd. Ik zie dat echt alleen in deze streek en in deze branche. Het is mij heel veel waard en het geeft mij het gevoel van ‘ik sta er niet alleen voor’.

Wat zijn je mooiste werkmomenten?

Januari was geen beste maand. Februari daarentegen is wel weer top. Ik laat mijn tulpen afbroeien op een andere plek dan mijn eigen bedrijf. Ik heb dat zelf eerder wél geprobeerd met led licht, maar ik kreeg het niet goed genoeg voor elkaar in mijn schuur. Per toeval ben ik in contact gekomen met iemand die de perfecte ruimte had in haar kas. Nu werken we samen. Het is voor haar en voor mij een prettige en vruchtbare samenwerking geworden. Vanochtend spraken wij elkaar over de opbrengst van deze maand. Beiden waren we zeer tevreden. Dat zijn mooie werkmomenten. Daar doe je het voor.

Kees-vd-Zwet-in-de-spiegel-bestuursvoorzitter-greenport-duin-en-bollenstreek

In de Spiegel: Kees van der Zwet

Er liggen veel kansen, maar er zijn ook bedreigingen. De speerpunten van de Stichting Greenport Duin- en Bollenstreek zijn op korte termijn in ieder geval bereikbaarheid, opleiding, imago en huisvesting van arbeidsmigranten. Ook voor de lange termijn liggen er genoeg uitdagingen.

Als je in de spiegel kijkt, wat voor soort bestuurder zie je dan?

Ik ben betrokken, open en kritisch. En ik ben redelijk ‘kort over de bühne’, ik maak van mijn hart geen moordkuil. Ik vind het belangrijk om duidelijk te zijn als bestuurder.

Wat is je corebusiness?

Ik ben nu twee jaar wethouder in de gemeente Lisse. Mijn corebusiness is dus ‘besturen’. Sinds eind vorig jaar ben ik benoemd als voorzitter van de Stichting Greenport Duin- en Bollenstreek. Wat wij gaan doen is zorgen dat de greenport in onze regio een positie krijgt in Greenport Nederland. We ondersteunen en stimuleren de sector om zich verder te ontwikkelen en een goede toekomst in onze regio te kunnen houden. Dit gebeurt natuurlijk niet alleen vanuit ons bestuur. De uitvoerende organisatie onder leiding van Andries Middag is al volop bezig. De rol van het bestuur is om e.e.a. nog scherper te krijgen en meer te stroomlijnen met alle andere betrokken organisaties. Veel namen van het bestuur zijn al bekend, deze club mensen gaat op korte termijn de agenda specificeren. De andere bestuurders volgen later, want welke bestuurders passen bij deze agenda? We zijn erg kritisch, ook op onszelf. Het is bijvoorbeeld erg belangrijk om met andere partijen samen te werken en geen dubbele dingen te doen.

Van wie ben jij d’r een?

Ik ben een geboren en getogen ‘Engelaar’. Mijn vader en ook ikzelf stonden bekend als ‘Kees Vis’ maar het is geen enorme bekende naam. Ik heb ook geen idee waar de bijnaam vandaan komt. Mijn vader leeft helaas niet meer, maar mijn moeder nog volop. Ik ben altijd thuis blijven wonen en ik ben op mijn 64e nog steeds vrijgezel. Mijn moeder van 90 zorgt dus nog steeds voor mij en ik zorg met deze zogenaamde ‘arbeidstherapie’ dat mijn moeder jong en in beweging blijft.

Waar ben je het meest trots op?

Ik ben er trots op dat ik 25 jaar een eigen accountantskantoor gehad heb: Van der Zwet Accountants en Adviseurs aan de Heereweg in Lisse. Toen ik 62 jaar werd vond ik het wel tijd worden voor wat nieuws. Ik ben altijd actief geweest in verschillende besturen van ondernemersverenigingen, de gemeenteraad en de Provinciale Staten. Toen ik werd benaderd om terug de politiek in te gaan, eerst als raadslid en nu als wethouder in Lisse, hoefde ik niet lang na te denken.

Van welke gebeurtenis heb je veel geleerd?

Je leert het meest van je fouten. Het is daarom belangrijk om het lef te hebben om fouten te maken en deze toe te geven. In mijn tijd als accountant heb ik teveel meegemaakt dat er allerlei discussies werden gevoerd en uitvluchten werden gezocht om een gemaakte fout te ontkennen of te verbloemen. Ik kwam er al snel achter dat het veel effectiever is om te constateren dat er iets fout is gegaan en vervolgens met elkaar te zoeken naar de oplossing om deze fout te herstellen.

Waar gaat je hart snel van kloppen?

Ik houd van goede en inhoudelijke discussies over de omgeving waarin wij wonen, werken en leven. De greenport is een belangrijke drager van de ruimtelijke kwaliteit van ons gebied. Hoe handhaven wij de hoge leef kwaliteit van de Bollenstreek? Als gebied staan wij te boek als prachtige woon- en leefomgeving. Dat wil ik graag zo houden en daar wil ik mij voor inzetten.

Ben je een duurzame of bewust ondernemer?

Duurzaamheid is een zeer belangrijk onderwerp voor de gemeente Lisse. En duurzaamheid zit juist ook in veel kleine dingen. Natuurlijk is een circulaire economie belangrijk, met hergebruik, afvalverzameling etc. Maar onze biodiversiteit is minstens zo belangrijk. Als gemeente zijn wij al jaren voorstander van minder steen en meer groen. Dit groen moet dan wel met zorg worden geplant. Dat betekent bijvoorbeeld dat we wat mij betreft geen exotische bomen moeten planten in Lisse, maar dat we moeten kiezen voor diverse beplanting die past bij de natuurlijke omgeving. Dit voorkomt plant- en boomziektes en het zorgt voor een uitstekende biodiversiteit.

Wat betreft de greenport liggen er genoeg uitdagingen op het vlak van duurzaamheid. Daar moeten we samen met andere partijen goed naar kijken en goed over nadenken. Natuurlijk willen we allemaal minder bestrijdingsmiddelen. Maar hoe verhoudt zich dat tot de schaalomvang van de bedrijven. Vraagt om dit schaalvergroting of juist om schaalverkleining? Wij zijn niet de enigen die hierover nadenken, daarom is het van belang dat we dit gezamenlijk oppakken, met respect en waardering voor ieders positie.

Wat moet anders in de bloembollensector de komende jaren?

Er liggen veel kansen, maar er zijn ook bedreigingen. De speerpunten van de Stichting Greenport Duin- en Bollenstreek zijn op korte termijn in ieder geval bereikbaarheid, opleiding, imago en huisvesting van arbeidsmigranten. Ook voor de lange termijn liggen er genoeg uitdagingen. Hierover gaan we graag in gesprek met de gehele bloembollenensector. Veel partijen zijn al bezig, er is volop beweging. We willen bijvoorbeeld graag aan de slag met jonge bollenondernemers, de volgende generatie die medebepalend is voor de toekomst van de streek. We kijken ook naar toerisme, wat zijn de kansen en wat zijn de bedreigingen hiervan voor de bloembollensector?

Waar zie jij jezelf/ je bedrijf over 5 jaar?

Ik hoop dat we als Stichting Greenport Duin- en Bollenstreek dan flinke stappen hebben gezet. Wat mijzelf betreft: ik ben dan bijna 70. Misschien wordt het dan tijd om weer iets anders te doen, maar misschien is het logisch om langer te blijven. We gaan het zien. Voor wethouders zijn er in ieder geval geen leeftijdsgrenzen. Waarbij ik mij de betrekkelijkheid van deze functie goed realiseer. Behoud van deze positie is afhankelijk van het draagvlak in de gemeenteraad en van de uitkomsten van gemeenteraadsverkiezingen.

Er lopen veel mensen rond in de bloemensector. Met welke persoon wil jij wel een dagje ruilen? In wiens schoenen wil jij wel een dagje lopen?

Ik zou graag meer willen weten van de dagelijkse werkzaamheden van Henk Westerhof van de Anthos en Jaap Bond, de nieuwe voorzitter van de KAVB. Waar lopen zij tegenaan en hoe gaan ze ermee om? Dat zal mij ongetwijfeld goede een leerzame inzichten geven.

In-de-sapielgel-Jeanet-van-der-Laan-en-Gerard-Mostert-greenport-duin-en-bollenstreek

In de Spiegel: Jeanet van der Laan en Gerard Mostert

In de Duin- en Bollenstreek is er per gemeente een wethouder die ‘Greenport’ in zijn of haar portefeuille heeft. Deze wethouders zitten geregeld om de tafel voor een greenport overleg. Dit is een overleg op bestuurlijk niveau. Ik ben voorzitter van dit overleg en dat zal zo blijven. Daarnaast komt er nu een Stichting Greenport Duin- en Bollenstreek. Deze stichting is in oprichting en krijgt een andere rol. Jeanet wordt voorzitter. Ik word medebestuurslid.

Met deze stichting willen we waarde en innovatiekracht gaan creëren voor de greenport in deze streek. Doelstelling is om de greenport goed te positioneren, zodat de sector zich beter kan ontwikkelen. Het beperkt zich dus niet tot overleg in een ivoren toren, er is een uitvoerende programma manager en er worden duidelijke projecten opgesteld. Alle stakeholders binnen de greenport zijn betrokken: ondernemers, onderzoekers, onderwijs en de overheid. Ik verwacht dat we dit jaar nog naar de notaris kunnen om de stichting officieel op te kunnen richten.

Als je in de spiegel kijkt, wat voor soort bestuurder zie je dan?

Jeanet: Ik zie een no-nonsense bestuurder die wars is van status. Ik denk graag in oplossingen en slimme verbindingen. Ik vind het in mijn werk altijd belangrijk om te werken aan een algemeen belang waarbij je vooruit kijkt en bouwt aan iets belangrijks. Dat deed ik eerst in het onderwijs, maar nu bouw ik aan Lisse en de streek.

Gerard: Ik zie een enthousiaste en resultaatgerichte bestuurder. Mijn doel is vooral gericht op het bereikbaar en bewoonbaar houden van deze regio. Voor zowel de bewoner met een dikke portemonnee als de bewoner met een kleinere portemonnee. En dat geldt ook voor bedrijven: klein of groot, ze moeten hier een goed klimaat hebben voor hun bedrijfsvoering.

Samen vertegenwoordigen jullie een nieuwe generatie wethouders. Jullie zijn relatief jong, werken jullie ook anders?

Gerard: Ik denk het wel. Ik ben 30 jaar en inderdaad vrij jong vergeleken met andere wethouders. Vroeger had de gemeente een andere rol en dat gold ook voor wethouders. Ik wil mijn beroep op een moderne manier uitvoeren, ik zoek continu de verbinding met andere organisaties. De gemeente moet vooral samenwerken. Ik leg dus veel contacten en werk graag samen aan projecten. Ook ben ik een stuk informeler.

Jeanet: Ik heb afgelopen week – tijdens het boerenprotest- weer gezien hoe de politiek reageert en eisen oplegt aan burgers en bedrijven. Ik maak me daar zorgen over. Het schuurt, het voelt niet goed en het is ronduit ouderwets. Voordat je met wetgeving en nieuwe eisen komt, is het vaak mogelijk om samen naar oplossingen te zoeken. Mijn werkwijze is daarom ook echt anders. Ik zoek ook de verbinding en samenwerking met andere partijen, dat past ook veel meer bij deze tijd. Uiteraard heb je wetten en regels nodig, maar daarbinnen is veel vrijheid om als overheid in partnerschap met verschillende groepen samen te werken.

Wat is de Stichting Greenport Duin- en Bollenstreek en wat is jullie rol?

Gerard: In de Duin- en Bollenstreek is er per gemeente een wethouder die ‘Greenport’ in zijn of haar portefeuille heeft. Deze wethouders zitten geregeld om de tafel voor een greenport overleg. Dit is een overleg op bestuurlijk niveau. Ik ben voorzitter van dit overleg en dat zal zo blijven. Daarnaast komt er nu een Stichting Greenport Duin- en Bollenstreek. Deze stichting is in oprichting en krijgt een andere rol. Jeanet wordt voorzitter. Ik word medebestuurslid.

Jeanet: Met deze stichting willen we waarde en innovatiekracht gaan creëren voor de greenport in deze streek. Doelstelling is om de greenport goed te positioneren, zodat de sector zich beter kan ontwikkelen. Het beperkt zich dus niet tot overleg in een ivoren toren, er is een uitvoerende programma manager en er worden duidelijke projecten opgesteld. Alle stakeholders binnen de greenport zijn betrokken: ondernemers, onderzoekers, onderwijs en de overheid. Ik verwacht dat we dit jaar nog naar de notaris kunnen om de stichting officieel op te kunnen richten.

Van wie ben jij d’r een?

Gerard: Ik ben de jonge Gerard Mostert. Mijn vader is ook wethouder geweest in Katwijk. Het was nooit mijn bedoeling om hem ‘op te volgen’ en ik heb altijd mijn eigen pad gekozen. Ik heb eerst geschiedenis gestudeerd en een tijd in het onderwijs gewerkt. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan, ik ben nu ook wethouder geworden in Katwijk. Nu in andere tijden en met een heel ander pakket. Mijn vader zat meer in de richting van het sociaal domein. Ik richt mij met name op ruimtelijk ordening, omgevingsvisie, greenport etc.

Jeanet: Ik kom uit een echte voetbalfamilie. Mijn vader was topvoetballer, mijn broer was topvoetballer, mijn man was topvoetballer en ik ben ook topsporter geweest. Ik voetbalde bij FC Lisse, Ter Leede en het Nederlands team. Helaas was het toen nog niet mogelijk voor vrouwen om heel veel hoger te komen. Ik heb veel van het voetballen geleerd, over doorzetten maar ook over het verenigingsleven waarin mensen met elkaar de zaken oppakken. Gelukkig is het topvoetbal voor vrouwen nu echt een feit. Ik vind het geweldig dat zich dat zo mooi heeft ontwikkeld. Ik ben blij dat ik hier ook een bijdrage aan heb kunnen leveren. Nog steeds ben ik betrokken, ik geef bijvoorbeeld nog weleens commentaar bij NOS lang de lijn.

Waar ben je het meest trots op?

Jeanet: Twee dingen. Mijn topsport verleden, dat heeft mij veel gebracht op het vlak van ambitie, veerkracht en doorzettingsvermogen. En natuurlijk op mijn gezin: mijn man en onze drie zoons. Uiteraard voetballen ze allemaal en ik ben trots op hoe wij alles met elkaar weten te managen.

Gerard: Ik vind het mooi om te zien dat we het als gezamenlijke gemeentes voor elkaar krijgen om nog steeds vast te houden aan de ruimtelijke plannen die er liggen. Een duidelijke lange termijn visie die ons veel oplevert als het gaat om behoud van de greenport in deze streek. Ook ben ik erg trots op mijn zoon, hij is nu 10 maanden oud.

Welke gebeurtenis is wat jou betreft een game changer voor de sector?

Gerard: Het thema duurzaamheid heeft een onwaarschijnlijk grote impact op de greenport. Veel mensen zien helaas niet wat er nu al gebeurt en hoeveel er al is geïnvesteerd in duurzaamheid. De ondernemers zijn wel erg bereidwillig heb ik gemerkt, maar helaas hangt er soms een onterechte negatieve klank overeen. Het is belangrijk dat we meer gaan vertellen over duurzaamheid in de greenport en het een duidelijker gezicht geven.

Jeanet: De toon van het debat de laatste jaren is een duidelijke gamechanger. Vorige week werd de toon van de boer duidelijker en pittiger. Dat vind ik niet gek, want de toon van de provinciale en landelijke overheid staat mij ook niet altijd aan. Je kunt niet ineens gaan roepen dat de veestapel moet worden gehalveerd. Zo werkt het niet. Je ontneemt daardoor iemands identiteit. Een stukje identiteit van Nederland. Ga met elkaar in gesprek en zorg dat er gewerkt wordt aan integrale oplossingen. Opgelegde wetten blijken niet altijd te werken. Als bestuurder kun je veel meer dan dat: zoek verbinding met elkaar, faciliteer, beweeg mee en werk samen ergens naar toe. De overheid kan niet meer handelen als een alwetende verteller.

Wat was je eerste baan en wat kocht je van je eerste geld?

Jeanet: Bollenpeller, bij mijn ouders op het bedrijf. Ik heb het jarenlang gedaan en vond het altijd erg gezellig, Mijn ouders vonden dat wij in de zomervakantie ten minste drie weken moesten werken. Dat vonden wij geen probleem. Van mijn eerste geld kocht ik een kleine televisie voor op mijn eigen kamer. Hij kostte 200 gulden.

Gerard: Ook mijn eerste baan was in de greenport, bij Winco, een bedrijf van mijn oom in Rijnsburg. Winco verhandelde vetplanten en cactussen en ik moest de gewassen helpen oppotten. Van mijn eerst verdiende geld kocht ik een Walkman van Sony, met een supermooi leren hoesje eromheen. Die kon ik aan mijn riem vastmaken, geweldig was dat. Hij kostte 100 gulden.

Ben je zelf duurzaam? Of je bewust van jouw impact op het milieu?

Gerard: Jazeker. Ik ga zoveel mogelijk op de fiets. En mijn vrouw probeert mij minder vlees te laten eten. Natuurlijk scheiden we afval. We doen de normale burgerplichten.

Jeanet: Thuis zijn mijn jongens erg milieubewust, ze krijgen veel mee van de klimaatdiscussie en dat is goed. Wij hebben nu een vega-dinsdag ingesteld om ons eetpatroon ietwat aan te passen. Wat ik merk is dat ik meer wil doen, maar dat de kosten mij tegenhouden. Denk aan zaken in de verbouwingssfeer, daar moet je voor sparen. Verduurzamen is ook gewoon duur.

Wat moet anders in de sierteelt komende jaren?

Jeanet: Dat is een moeilijke, maar ook een hele belangrijke vraag voor mij om te beantwoorden. De greenport is de economische motor van deze streek. Dat moeten we zo houden. Hoe we dat gaan doen, dat wil ik komende periode gaan vaststellen met de belanghebbenden.

Gerard: We moeten met elkaar veel meer investeren in de mobiliteit van deze streek. Grote bedrijven als Flora Holland hebben een goede ontsluiting nodig, maar grote en kleinere greenport bedrijven moeten ook goed bereikbaar zijn en blijven.

Wat zijn je mooie werkmomenten?

Gerard: Wat ik een mooi project vind, is het Trappenberg – Kloosterschuur project in Rijnsburg Noord. Een landelijk gelegen oud glastuinbouwgebied dat wordt gereconstrueerd voor nieuw gebruik. Aan dit project hebben wij met de Greenport Ontwikkelings Maatschappij (GOM) hard gewerkt. Er is nu beweging, bedrijven tonen interesse en dat is mooi. Daar doe je het voor.

Jeanet: Ik vind het mooi om te zien dat er zoveel jonge bollen-gerelateerde ondernemers zijn die zich nu hebben georganiseerd. Samen vormen zij een mooie club ambitieuze ondernemers met moderne inzichten. Vanuit Flower Science worden zij ondersteund in hun denken en doen en dat geeft een goed gevoel. Want deze generatie is enorm belangrijk voor de streek.

Er lopen veel mensen rond in de bloemensector. Met welke persoon wil jij wel een dagje ruilen? In wiens schoenen wil jij wel een dagje lopen.

Jeanet: Ik wil wel een dagje ruilen met Bart Siemerink van Keukenhof en wel om een heel persoonlijke reden. Ik ben geboren op het landgoed Keukenhof, op Boerderij ’t Lammetje in het groen’. Ik zou weleens een dagje willen ‘heersen’ op mijn geboortegrond.

Gerard: Ik ruil graag een dagje met Onno Zwart van de Greenport Ontwikkelings Maatschappij (GOM). Ik wil graag zien en ontdekken waar hij dagelijks tegenaan loopt en ik zou graag perspectief willen bieden aan ondernemers, zodat ze verder kunnen groeien en hun toekomst met vertrouwen tegemoet zien.

In-de-Spiegel-Andries-Middag-greenport-duin-en- bollenstreek

In de Spiegel: Andries Middag

Ik ga voor de Greenport Duin- en Bollenstreek een goed programma ontwikkelen en uitvoeren én een belangrijk netwerk onderhouden. Ik wil goede en frisse ideeën ten uitvoer brengen en ik wil de activiteiten in de Bollenstreek verbinden met die van andere partijen zoals bijvoorbeeld de provincie, het waterschap, de andere Greenports en omliggende regio’s. Daarnaast wil ik ondernemers in de Greenport Duin- en Bollenstreek helpen een goed belegde boterham te verdienen en er aan bijdragen dat ondernemers begrepen worden door de omgeving, zoals de consument, de politiek en de buren. Tot slot wil ik de groene sector in de Bollenstreek helpen nog beter te verduurzamen.

Als je in de spiegel kijkt, wat voor soort ondernemer zie je dan?

Ik ben een tikkeltje eigenwijs. Beslist geen hokjesdenker. Ik vind het leuk om over dingen na te denken en exact te weten hoe het een en ander in elkaar steekt. Dat analytische wissel ik graag af met het handen uit de mouwen steken. De praktijk maakt de ervaring compleet.

Wat is je Corebusiness?

Ik ga voor de Greenport Duin- en Bollenstreek een goed programma ontwikkelen en uitvoeren én een belangrijk netwerk onderhouden. Ik wil goede en frisse ideeën ten uitvoer brengen en ik wil de activiteiten in de Bollenstreek verbinden met die van andere partijen zoals bijvoorbeeld de provincie, het waterschap, de andere Greenports en omliggende regio’s. Daarnaast wil ik ondernemers in de Greenport Duin- en Bollenstreek helpen een goed belegde boterham te verdienen en er aan bijdragen dat ondernemers begrepen worden door de omgeving, zoals de consument, de politiek en de buren. Tot slot wil ik de groene sector in de Bollenstreek helpen nog beter te verduurzamen.

Van wie ben jij d’r een?

Mijn roots liggen in Twente, tegen Duitsland aan. Mijn vader is programmeur van machines en mijn moeder is huisvrouw en vrijwilligster. Ik heb van hen een calvinistische inslag meegekregen. “Niet klagen maar dragen”, was het motto. Op het Twentse platteland is mijn voorliefde voor de land- en tuinbouw ontstaan.

Waar ben je het meest trots op?

Ik ben er trots op dat ik bij LTO Noord heb mogen bijdragen aan een organisatorische verandering. Enige tijd geleden was LTO Noord voornamelijk bezig met traditioneel belangrijke onderwerpen zoals kavelruil, ruimtelijke ordening en waterhuishouding. In de afgelopen jaren is een omslag gemaakt naar een organisatie die ook andere maatschappelijk relevante onderwerpen behandelt. Zoals biodiversiteit, verduurzaming het beter (lokaal) afzetten en verwaarden van producten. LTO Noord is inmiddels veel meer een eigentijdse organisatie die midden in de maatschappij staat.

Van welke gebeurtenis heb je veel geleerd?

Begin dit jaar hoorden mijn vrouw en ik dat ons zoontje (dat we toen nog verwachtten) een aangeboren ernstige hartafwijking heeft. Toen stond mijn hart bijna stil. Inmiddels zijn we alweer vier maanden de trotse ouders van een hele mooie baby, wiens hart iets minder snel klopt dan dat van de meeste mensen, maar daar verder geen last van heeft. Ik leerde hier weer van hoe belangrijk de gezondheid is van de mensen van wie ik houd.

Waar gaat je hart snel van kloppen?

Ik ben een grote liefhebber van sport. Om naar te kijken, maar ook om zelf te doen. Ik houd van hardlopen, wielrennen, zwemmen, triatlons, marathons. Ik ben best fanatiek. Mensen zeggen weleens tegen mij: “Andries, niet alles is een wedstrijd”. Ik betrap mijzelf er weleens op dat ik veel dingen in het leven wel zie als een wedstrijd en dat ik graag wil winnen.

Ben je een duurzame of bewust ondernemer?

Ik ben bewust onbekwaam zou je kunnen zeggen. Ik rijd in een oude dieselauto, ik heb een houtkachel en ik houd van lekker eten en drinken. Maar toch… ik gooi nooit eten weg! Daar ben ik heel fanatiek in. Ik kan iedereen de app aanraden: “to good to go”. Een app waarmee je de voedselverspilling in jouw omgeving helpt tegen te gaan.

Ook word ik in mijn rol bij de Greenport duurzamer op ander vlak, ik woon in Haarlem en ga straks vaker op de fiets naar mijn werk. Op professioneel vlak zie ik dat de Greenport een grote opgave heeft om nog duurzamer te worden. Ik heb het dan niet alleen over de primaire sector, maar over de hele Greenport. Daar gaan we verder mee aan de slag!

Wat moet anders in de bloembollensector de komende jaren?

De Bollenstreek is uniek. Allereerst is de streek genoemd naar het product wat hier vandaan komt. Enerzijds is de streek echt Hollands kneuterig en zit alles hier heel dicht op elkaar. Anderzijds zijn we wereldberoemd en behoorlijk internationaal georiënteerd. Onlangs hoorde ik een uitspraak van André Hogendijk van de KAVB. Hij gaf aan dat de bollentelers hun zelfvertrouwen weer terug gekregen hebben. Dat ben ik met hem eens. Ik wil graag nog een stapje verder gaan. Ik zou willen dat de ondernemers in de bloementeelt weer trotser worden op hun vak en product. We zijn goed bezig en dat moeten we nog meer vertellen.

Waar zie jij jezelf/ je bedrijf over 5 jaar?

Van huis uit ben ik planoloog, maar een carrièrepad heb ik niet uitgestippeld. Ik vind het belangrijk dat ik zin heb om naar mijn werk te gaan, dat ik mijn werk goed doe en dat ik de toekomst positief en met vertrouwen tegemoet kan zien. De Greenport zie ik de komende 5 jaar groeien en bloeien in een florerende en vitale streek met veel jonge ondernemers. Daar plan ik mijn bijdrage aan te leveren.

Er lopen veel mensen rond in de bloemensector. Met welke persoon wil jij wel een dagje ruilen? In wiens schoenen wil jij wel een dagje lopen?

Ik zou eigenlijk met iedereen in de sector wel een dagje willen ruilen om zo een nog beter beeld te krijgen van de sector. Waar lopen ondernemers tegenaan en welke ideeën hebben zij? Ik ga uiteraard veel kwekers opzoeken en met hen in gesprek. Ik zou ook wel een dagje willen meelopen met de bedenker van het thema voor 2021 van Keukenhof. Hoe komt hij of zij aan het idee en waarom gaat het park hiermee aan de slag?