Per 30 juni a.s. gaat Henk Westerhof na ruim 38 jaar voor Royal Anthos te hebben gewerkt van zijn pensioen genieten. Tijdens de druk bezochte afscheidsbijeenkomst in Keukenhof, georganiseerd door zijn dochters, kwamen diverse sprekers aan het woord. Live op het podium of via eerder opgenomen filmpjes bedankten ze Westerhof ieder op geheel eigen wijze voor de jarenlange goede samenwerking. Westerhof zelf blikte terug op zijn loopbaan en alle veranderingen in die ruim 38 jaar. Het belang van de leden was altijd leidend. Het unieke karakter van de tuinbouwsector, dynamisch, innovatief en voortdurend in beweging, maakte dat het voor hem nooit saai was.
Boegbeeld
Ook Mark-Jan Terwindt, algemeen directeur van Royal Anthos, bedankte Westerhof voor zijn inzet. Hij roemde Westerhofs betrokkenheid bij de sector en zijn inzet voor Royal Anthos. “Daardoor is een financieel gezonde vereniging ontstaan met actieve leden en onderweg met een duidelijke richting”, aldus Terwindt. Hij noemde in het bijzonder zijn inzet voor het USDA pre-clearance programma, de oprichting van iBulb, de promotieprogramma’s in de USA, Japan en Scandinavië, het onderzoeksprogramma van Anthos, de samensmelting met de boomkwekerijhandel, De Groene Stad en de fytowerkzaamheden voor marktontwikkeling en marktbehoud. “Daarnaast heeft hij zijn invloed en betrokkenheid ingezet voor het vak door de vele bestuurlijke functies die hij bekleedde. Kortom Henk Westerhof was het boegbeeld van Royal Anthos”, vervolgde hij zijn verhaal. Daarna vroeg hij Westerhof terug op het podium om hem namens het bestuur de Emanuel Sweertsprijs uit te reiken. Met zijn staat van dienst, voldoet Westerhof ruimschoots aan het criterium ‘een buitengewone stimulans te hebben gegeven aan de activiteiten van Royal Anthos en de afzet van bloembollen en boomkwekerijproducten’. Westerhof gaf aan vereerd te zijn met de prijs, vooral omdat deze maar zo weinig wordt uitgereikt.
Bronzen beeld
De prijs is vernoemd naar Emanuel Sweerts, die leefde van 1552 tot 1612. Hij wordt gezien als de eerste exporteur van bloembollen, zaden en planten. Het bronzen beeld is in 1990 ontworpen door kunstenaar Kees Verkade. De laatste keer dat deze prijs werd uitgereikt, was in 2017 aan de Plant Health Inspection Service van het United States Department of Agriculture (USDA/APHIS).
Het thema van Kom in de Kas in 2023 is Groene Liefde. Daarom wordt het publiek specifiek vandaag, Valentijnsdag, uitgenodigd om op 1 en 2 april in een van de negentien deelnemende regio’s, verspreid over Nederland, in de kassen te komen kijken. Valentijnsdag staat helemaal in het teken van de liefde en dat doet Kom in de Kas ook. Maar dan wel een hele bijzondere liefde, namelijk Groene Liefde! Voor elkaar, voor de sector, voor de kweker, voor de producten uit de kas en nog veel meer.
Onder het motto van “Jouw Groene Liefde is dichterbij dan je denkt” en “Je bent nog maar een paar kilometer van jouw Groene Liefde verwijderd”, worden mensen geïnspireerd om een bezoek te brengen aan de kas. Dat kan in het eerste weekend van april in negentien regio’s: Aalsmeer, Almere – Buitenvaart, Arnhem Nijmegen, Bommelerwaard, De Ronde Venen, Emmen, Friesland, Groningen, Heemskerk, Heerhugowaard, Koekoekspolder, Limburg, Midden-Betuwe, Nieuwveen, Noordoostpolder, Rijnsburg, Voorne-Putten, Westland en Zeeland kunnen op zaterdag en/of zondag bedrijven worden bezocht.
Groene Liefde voor altijd
Binnen de campagne is er aandacht voor de circulaire tuinbouw. Nederlandse glastuinders investeren immers al jaren in slimme oplossingen om efficiënt en verantwoord om te gaan met energie, water en restafval. Daar profiteert iedereen van. Denk aan restafval van bijvoorbeeld paprika’s, tomaten en chrysanten dat in gedroogde vorm terugkomt in bouw- en isolatiematerialen. Of het regenwater dat wordt gebruikt in de kas en opgevangen om wateroverlast in de omgeving te voorkomen. Zo werkt de glastuinbouw aan Groene Liefde voor altijd.
Werken in de kas
In samenwerking met Kasgroeit wordt er in een aantal regio’s een werkplein ingericht met informatie over werken in de glastuinbouw en beschikbare functies in de regio. Bezoekers die hun Groene Liefde in de kas hebben ontdekt kunnen zo gelijk informatie inwinnen en in gesprek gaan over de mogelijkheden om dagelijks met hun met passie in de kas aan de slag te gaan.
Over Kom in de Kas
Kom in de Kas presenteert de glastuinbouw aan het grote publiek als een toekomstgerichte en professionele sector. Een sector die op een verantwoorde wijze onderneemt, van belang is voor de maatschappij én waar toekomst is voor mensen om in te werken.
Het evenement wordt mede mogelijk gemaakt door Glastuinbouw Nederland, GroentenFruit Huis, Royal FloraHolland, Plantion en Interpolis. Volg Kom in de Kas via Facebook, Instagram en Twitter. Voor meer informatie kijk op www.komindekas.nl.
Telers van tomaten, snijbloemen en potplanten verschillen niet van een gemiddeld huishouden; hun kassen verbruiken vooral in de winter veel gas en elektriciteit, voor verwarming en belichting van de planten. Vooral sinds het uitbreken van de oorlog in Oekraïne en het afknijpen van gasleveranties uit Rusland zijn de prijzen snel gestegen. Of dat rode cijfers oplevert in de boekhouding is vooral afhankelijk van de duur van deze energiecrisis, blijkt uit een enquête van Glastuinbouw Nederland. Voor 2022 had 75 procent van de glastuinbedrijven in ieder geval een deel van energieprijzen voor langere tijd vastgelegd. Toch verwacht 38 procent van de glastuinbouwers dat er eind 2022 betalingsproblemen kunnen ontstaan. Er zijn al telers die de afgelopen winter besloten minder te stoken, het licht uit te schakelen, of een deel van de kassen niet te gebruiken.
Doorkweken of pauzeren
Komende winter kunnen dat er weleens veel meer worden. Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat werkt aan een afschakelplan voor het Nederlandse bedrijfsleven, mochten er echte tekorten ontstaan. Het plan bevat een vergoeding voor glastuinbedrijven die vrijwillig hun energieverbruik terugschroeven. Daarmee kunnen telers inschatten wat economisch het verstandigst is: doorkweken of pauzeren. ‘Dat soort vragen stellen ondernemers zich vaak onder de huidige omstandigheden’, zegt Frank Kempkes, onderzoeker Energie en Kasklimaat bij Wageningen University & Research in Bleiswijk. Hij is projectleider van een aantal demonstratiekassen die laten zien hoe de glastuinbouw energiezuiniger kan telen. ‘Bij de huidige gasprijs kan het bedrijfseconomisch eigenlijk niet meer uit. Er zijn al rozentelers geweest die afgelopen winter hun kassen koud hebben gezet. Rozen kunnen zo’n periode prima doorstaan, maar andere soorten snijbloemen zijn daar niet tegen bestand. Potplanten kunnen een paar maanden iets koeler, maar je kunt de kachel niet helemaal uitzetten. Dat zal ook voor teeltvertraging zorgen en daarmee de planning van het bedrijf in de war schoppen.’
Verliezen lijden
Telers moeten lang van tevoren beslissen of ze met een teelt het risico willen nemen, zegt Kempkes. ‘Voor een belichte tomatenteelt gaan jonge planten begin augustus de kas in en start begin oktober de oogst, en die gaat vervolgens jaarrond door. Als de planten eenmaal staan, en je hebt maanden geïnvesteerd in substraat, bemesting en verzorging, dan kun je de kachel niet zomaar uitzetten als de gasprijs gaat stijgen. Dan ga je gigantische verliezen lijden.’De demonstratiekassen in Bleiswijk hebben de voorbije jaren laten zien dat er forse energiebesparingen mogelijk zijn, bijvoorbeeld in de teelt van aardbei, gerbera, fresia en potanthurium. Er is ervaring opgedaan met betere isolatie, warmtepompen, zuinige ledverlichting en doordachte klimaatbeheersing. Een van de uitdagingen van optimale isolatie met weinig ventileren is luchtvochtigheid; als die te hoog oploopt kunnen schimmelziektes de kop opsteken. ‘Bij fresia zijn we de belichting beter gaan afstemmen op het groeistadium’, zegt Kempkes. ‘Een jonge plant krijgt weinig licht, een grote meer, tot een bepaald maximum. Daarmee hebben we het elektriciteitsgebruik van de lampen sterk verlaagd en telers zijn zich er bewuster van geworden dat meer belichten vaak geen nut heeft.’ De demonstratiekassen gebruiken geen gas: verwarming en verlichting zijn elektrisch. Dat is ook de toekomst, denkt Kempkes. ‘Het liefst op groene stroom, maar die is op dit moment niet voorradig, en voor individuele telers niet te organiseren met windmolens en zonnecellen op eigen terrein. Waterstof als brandstof is een optie, maar dat ligt nog ver achter de horizon. Bovendien wordt waterstof in veel toekomstscenario’s in de eerste plaats gezien als energiebron voor industrieën die met zeer hoge temperaturen werken zoals de chemie en de glas- en staalindustrie.’ De glastuinbouw heeft de afgelopen twintig jaar flinke stappen gemaakt met energiebesparing. Per vierkante meter wordt meer geproduceerd met minder energie. Maar er is nog meer mogelijk, zegt Kempkes. ‘Alles bij elkaar opgeteld kan door isolatie, terugwinnen van warmte en slimmer telen de warmtebehoefte van een gangbaar tuinbouwbedrijf nog worden gehalveerd. Opslag van warmte in de bodem kan ook besparingen opleveren, omdat die technologie het warmteoverschot in de zomer en het tekort in de winter met elkaar in evenwicht brengt.’ Een enkele pionier is met warmteopslag al van het gas los. Orchideeënteler Van der Hoorn in Ter Aar liet in 2006 15 duizend vierkante meter gasloze kas bouwen, waarbij de verlichting gebeurt met groene stroom. De teelt van de vlinderorchidee duurt een jaar, waarvan zes maanden onder een tropische 28 graden en zes maanden bij 19 graden, om bloemvorming te stimuleren. In de koude periode wordt de kas verwarmd via een warmtepomp, de daarbij vrijkomende koude wordt in de bodem opgeslagen, om in de zomer de kas mee te koelen. Kempkes: ‘De zon levert in Nederland het equivalent van honderd kuub aardgas per vierkante meter. Telers verstoken jaarlijks gemiddeld 30 kuub per vierkante meter, dus de zon levert veel meer dan de glastuinbouw nodig heeft. Helaas is dat allemaal geconcentreerd in de zomermaanden.’
Seizoensopslag van warmte
Bewaren van zomerse warmte klinkt als het ei van Columbus, maar Kempkes noemt het gewoon één van de opties om energie te besparen. ‘Seizoensopslag van warmte als standaard is nog redelijk ver weg, en het vraagt grote investeringen in apparatuur en aanleg. Opslag gebeurt in watervoerende lagen in de bodem, maar dat kan niet overal, omdat het grondwater soms te diep zit, niet gebruikt mag worden of het grondwater een te hoge stroomsnelheid heeft.’ Verwarming is slechts een van de zaken die telers nodig hebben om gewassen goed te laten groeien en bloeien; kunstlicht is in veel teelten minstens zo belangrijk. De standaardverlichting in de kas is een variant van de ouderwetse straatverlichting: de hogedruknatriumlamp. Die produceert fel oranjegeel licht maar ook heel veel warmte, en is dus niet erg efficiënt. Kempkes: ‘Moderne ledverlichting kan het elektriciteitsverbruik halveren. Maar ook dat vergt een grote investering.’ Tot slot kunnen glastuinbouwers overwegen de thermostaat en paar graden lager te draaien, of te schakelen tussen gewassen: bijvoorbeeld potplanten in de winter en paprika in de zomer. Kempkes: ‘Je kunt veel gewassen wel kouder telen maar dan krijg je ook groeivertraging, lagere productie en vaak ook een lager kwaliteitsniveau. Daar wordt de consument niet vrolijk van. Het wisselen van teelt doen we in onze demokas, maar in de dagelijkse praktijk is dat niet eenvoudig. Potplanten worden vaak op betonvloeren en soms zelfs op tafels geteeld. Even voor een half jaar alle tafels eruit halen is arbeidstechnisch onbegonnen werk.’
Tegenvallers opvangen
Investeren in de glastuinbouw stelt ondernemers voor lastige keuzes, zegt Pepijn Smit, onderzoeker bij Wageningen Economic Research en auteur en projectleider van de jaarlijkse Energiemonitor van de Nederlandse glastuinbouw. ‘Enerzijds wil de sector zo snel mogelijk van het aardgas af. Anderzijds moet dat ook mogelijk zijn, niet op de laatste plaats financieel. Boven het toekomstperspectief van de sector hangen donkere wolken. Telers weten niet wat er komende winter gaat gebeuren, laat staan de komende twee jaar. Een aantal bedrijven heeft nog wel reserves om tegenvallers op te vangen, maar die zijn ook niet onuitputtelijk.’ En dat terwijl de sector zich goed heeft ontwikkeld, zegt Smit. ‘De schaalvergroting en professionalisering van de afgelopen jaren maken het mogelijk om te investeren in duurzame oplossingen.’
De Energiemonitor geeft jaar op jaar inzicht in het energiehuishoudboekje van de Nederlandse glastuinbouw, en de gebruikte energiebronnen. Smit: ‘De inzet van duurzame energie is gestaag gegroeid, net als de inkoop van energie waarbij de glastuinbouw zelf geen CO2-emissies genereert, zoals restwarmte van de industrie.’ Het aandeel duurzame energie is zo sinds 2010 toegenomen van 2 naar 10 procent. ‘Als je dat aandeel nog verder wil laten groeien moeten de alternatieven beschikbaar en betaalbaar zijn. Daar hoort betaalbare duurzame elektriciteit bij.’ Volgens Smit wordt in de discussies over kassen en gasverbruik weleens de rol van elektriciteit vergeten. Voor jaarrond productie is belichting essentieel. Telers gebruiken daarvoor warmtekrachtkoppeling (wkk): een mini-centrale met een efficiënte gasturbine die stroom, warm water en kooldioxide voor de groei oplevert, allemaal zaken die de productie ten goede komen. Daarnaast wordt een belangrijk deel van de met wkk geproduceerde elektriciteit verkocht voor andere energieconsumenten in Nederland.
Elektriciteit verkopen
Wat energieverbruik en -kosten betreft – jaarlijks 1,3 miljard euro – bevindt de glastuinbouw zich in het gezelschap van de chemische industrie en olieraffinage, schrijft bank ABN AMRO in een recent rapport. De glastuinbouw is een grootverbruiker met 9 procent van het aardgas in Nederland. Driekwart wordt via warmtekrachtkoppeling verstookt, en dat dekt maar liefst 11 procent van de nationale elektriciteitsbehoefte. Smit: ‘De glastuinbouw verkoopt netto meer elektriciteit dan ze zelf gebruikt, vooral tijdens piekvraag in het netwerk, bijvoorbeeld op winterse ochtenden of als er minder wind- of zonne-elektriciteit beschikbaar is. Warmtekrachtinstallaties kunnen heel snel reageren op veranderingen in stroomverbruik, veel sneller dan een kolencentrale.’ Het is iets om goed bij stil te staan, zegt Smit: je zou de glastuinbouw van het gas kunnen halen, maar dan moeten telers elektriciteit, warmte en kooldioxide voor de groei elders vandaan halen. ‘Als elektriciteit uit een energiecentrale duur is, kan het aantrekkelijker zijn om duur aardgas te kopen en via warmtekrachtinstallaties om te zetten in warmte en elektriciteit. Warmtekrachtkoppeling in de glastuinbouw is opvallend efficiënt, met een benuttingsgraad van meer dan negentig procent.’ Op dit moment heeft warmtekrachtkoppeling allerlei bedrijfseconomische voordelen, zegt Smit. Wil je het gasverbruik en de emissies in de glastuinbouw verminderen, dan moet er meer duurzamere elektriciteit, warmte en CO2 beschikbaar komen. ‘Als er betaalbare alternatieven zijn, zullen ondernemers daar graag op overstappen, en hun gasverbruik en warmtekracht terugschroeven.’
Vorige week (17 mei) vond het eerste Keukenhof Bloembollencongres plaats. Als Greenport zijn we blij met actieve partners in de regio, zoals Keukenhof, die ondernemers in onze sector helpen aan de slag te gaan met de uitdagingen die de sector heeft.
Vijf jonge bloembollen ondernemers gingen daarover in gesprek met het ministerie van Landbouw (LNV), onder leiding van Humberto Tan. “Wij zijn echt bereid om mee te veranderen met de eisen die overheid en maatschappij aan ons stellen, maar geef ons wel de tijd om onze bedrijven aan te passen. Bloembollen zijn nou eenmaal een -traag- gewas waarin vernieuwingen jaren kosten. Veel dingen kunnen we op korte termijn aanpassen, maar voor een aantal uitdagingen moet eerst meer onderzocht worden. We hebben een nieuwe gereedschapskist nodig waarmee we kunnen werken.”
Doet u als sierteler zaken in internationale ketens of hebt u veel afnemers in de retail? Dan krijgt u op termijn te maken met striktere eisen op het vlak van internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen. Vanuit Brussel is wetgeving op komst die retailers verplicht bij u na te gaan hoe u invulling geeft aan een duurzame bedrijfsvoering.
In Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk is zulke wetgeving al van kracht. Bedrijven in Nederland krijgen er binnen enkele jaren mee te maken. Op donderdag 2 december 2021 vindt hierover een informatief webinar plaats, speciaal bedoeld voor kwekers en handelaren in de sierteeltsector. Het webinar wordt georganiseerd door Royal FloraHolland, de Vereniging Groothandelaren in Bloemisterijproducten, Tuinbranche Nederland en Glastuinbouw Nederland. Tijdens deze online informatiesessie zal het ministerie van Buitenlandse zaken toelichten wat ondernemers in de sierteelt op korte en middellange termijn te wachten staat op het gebied van nationale en internationale duurzaamheidswetgeving.
Due diligence Belangrijk onderdeel van duurzame verantwoorde bedrijfsvoering is due diligence, wat in het Nederlands ‘gepaste zorgvuldigheid’ betekent. Hierbij draait het erom dat je als sector en als bedrijf inzichtelijk maakt wat de risico’s voor mens en milieu zijn binnen jouw keten en welke acties je onderneemt om die risico’s te verkleinen of weg te nemen. Tijdens het webinar komen ook enkele kwekers en groothandelaren aan het woord die in de praktijk al bezig zijn met een duurzame verantwoorde bedrijfsvoering en due diligence. Tevens zullen enkele monitoringstools besproken worden, instrumenten waarmee ondernemers kunnen bijhouden in hoeverre zij vooruitgang boeken qua maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Wetgeving Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk kennen op het gebied van internationaal verantwoord ondernemen al wetgeving. Met name grotere bedrijven moeten daar aan de overheid verantwoording afleggen over hun ‘duurzame verantwoorde bedrijfsvoering’ en kunnen aantonen wat zij doen om negatieve impact op mens en milieu binnen hun keten te verkleinen. Zij kunnen ook sancties verwachten als ze niet aan deze wetgeving voldoen. Verwacht wordt dat zulke wetgeving over enkele jaren ook gaat gelden voor kleinere en middelgrote sierteelt(handels)bedrijven in Nederland. Weten wat de verwachte wetgeving voor u betekent? Geef u dan op voor het webinar.
Wie, wat, waar Webinar Verwachte wetgeving rond duurzame bedrijfsvoering in de sierteelt. Wat: Online event in samenwerking met IMVO Sierteelt, FSI en het ministerie van Buitenlandse Zaken; Voor wie: Telers, groothandelaren en retailers actief in de internationale sierteeltketen; Wanneer: Donderdag 2 december van 15:00-17:00 uur Aanmelden: klik op deze link. Programma: klik hier voor meer informatie.
Een half jaar lang werkten tweede- en derdejaarsstudenten van de opleidingen Green Production en International Green Business aan een door henzelf gekozen innovatieopdracht. Vanuit het practoraat Circulaire AgriBusiness werden onderwerpen uit de tuinbouwsector onderzocht. Dit practoraat heeft als functie om onderwijs en onderzoek met elkaar te verbinden en zet ook zelf onderzoek uit ter verbetering van het onderwijs. Studenten werkten aan authentieke opdrachten vanuit de beroepspraktijk: de sector heeft een bepaald probleem, studenten formuleren een vraagstelling, doen onderzoek en gaan op zoek naar een antwoord. Dat leverde een aantal interessante onderzoeken en resultaten op die in pakkende pitches aan de jury (de dragons) zijn gepresenteerd.
Dragons
De jury bestond uit Martin Hogenboom (directeur Vireõ Plant Sale), Rene Gomersbach (sectorspecialist Tuinbouw Rabobank Groep), Jan Willem Lut (directeur SERCOM Regeltechniek BV), Linda Hoogendoorn (directeur VarB) en Ilse Zaal (gedeputeerde Landbouw & Economie van de provincie Noord-Holland).
Broeien
Tweedejaarsstudenten Femke Bras en Robin Schaap onderzochten het effect van biostimulanten op de teelt. Hun inspanningen met inhoudsstoffen van planten van een kwekerij uit Zuid-Afrika bleken goed voor de tweede prijs: een bedrag van 125 euro. De eerste prijs voor de tweedejaars, een bedrag van 250 euro, was voor Frans Reeuwijk, Jimmy Rodenburg en Wessel van Gerven. Zij deden onderzoek naar een nieuwe duurzame methode voor het broeien van hyacinten op water. Zij konden verschillende voordelen aantonen van water ten opzichte van de gebruikelijke potgrond: schoner, goedkoper en beter voor het imago.
Personeel
Bij de derdejaars waren het Nick de Klerk en Thijs Nulkes die hun onderzoek naar meerjarig telen van Alchemilla in West-Italië beloond zagen met een cheque van 125 euro. De twee waren voor hun onderzoek afgereisd naar de kwekerij in de buurt van Rome om met eigen ogen vast te stellen hoe de planten geoogst en getransporteerd worden en hoe ze meerjarig geteeld kunnen worden. De meeste indruk in deze categorie maakte Frank Heemskerk, die een extra uitdaging had omdat hij zijn pitch vanwege quarantaine online moest doen. Hij gooide het over een geheel andere boeg met een onderzoek naar werving en behoud van personeel. Dit had hij zeer nauwkeurig gedaan bij een onderneming in Rijnsburg. Hij kwam met een aantal aanbevelingen waar het bedrijf voordeel uit kon halen. Hij won hiermee de eerste prijs voor de derdejaars, een cheque van 250 euro.
Baanzekerheid
Volgens Monique van Weerdenburg van Greenport Aalsmeer was deze eerste editie van Dragons Den zeer geslaagd. “De groensector verdient het om aandacht te krijgen. Er zijn de komende tijd zoveel mensen nodig in deze branche, dat de studenten van Yuverta zeker kunnen zijn van een baan! Mede daarom heeft Yuverta in samenwerking met Greenports Aalsmeer, Duin- en Bollenstreek en Boskoop deze Dragons Den georganiseerd. Maar ook om te laten zien hoe leuk groene opleidingen en de sector zijn.”
De Dragons Den is mede mogelijk gemaakt door een subsidie van de Provincie Noord-Holland.