Start-tuinbouw-battle-greenport-duin-en-bollenstreek

Tuinbouw Battle bijna van start

De Tuinbouw Battle richt zich op de groepen 7 en 8 van de basisschool en duurt gemiddeld vier weken per ronde. Zij krijgen een online lesprogramma en hun eigen mobiele teeltkar waarop ze hun tulpenbollen verzorgen om de tulpen vervolgens te plukken en te verkopen. De leerlingen worden uitgedaagd zelf tulpen te telen, te verkopen en daarmee geld te verdienen voor een aankoop voor de klas, zoals een spel of iets om mee buiten te spelen. Weggeven mag natuurlijk ook, of de opbrengsten gebruiken voor een goed doel.

Startmomenten 2024-2025

In het najaar van 2024 en voorjaar van 2025 zijn drie startmomenten gepland: 11 november, 6 januari en 3 maart. Opgeven kan via communicatie@greenportdb.nl.

Experts uit de sector

Als onderdeel van het project begeleiden experts uit de sector de klas en delen zij hun kennis om de leerlingen te enthousiasmeren voor het sierteeltcluster. Een bedrijfsbezoek bij de telers hoort ook bij het programma. Vanuit Greenport Duin- en Bollenstreek regelen wij dit graag voor jullie. 

Als leraar/lerares krijg je een online lespakket (inclusief lerarenhandleiding) gericht op bloei van bollen en educatieve filmpjes om leerlingen gedurende de lesweek te helpen met het kweken van de bollen. Onze vrijwilligers ondersteunen door wekelijks langs te komen en aansluitend op het lesmateriaal extra informatie te geven en vragen te beantwoorden.

Gratis project

Zowel de mobiele teeltinstallatie als het lespakket en de bollen worden tijdens de battle kosteloos ter beschikking gesteld door Greenport Duin- en Bollenstreek en haar partners in het project. Ons projectteam ontzorgt: wij halen en brengen de materialen, plannen het bedrijfsbezoek bij een kweker in de buurt of het bezoek van de expert voor een gastles.

Daarnaast zijn een museumbezoek aan Museum de Zwarte Tulp in Lisse, het NK Tulpen keuren (met als prijs een wildcard en deelname aan het echte NK in Keukenhof) en ook de Onderwijsochtend (bekijk hier de aftermovie) onderdeel van de Tuinbouw Battle.

Tijdsinvestering

De Tuinbouw Battle is goed te implementeren als onderdeel van het lespakket. Met onderdelen als rekenen en taal (schrijven van een verkoopplan en verslag, het verkopen van de tulpen), creativiteit (hoe verkopen we de tulpen, wat voor verpakkingsmateriaal gaan we maken), samenwerken en overleggen (waar gebruiken we het opgehaalde geld voor) pakt deze battle verschillende elementen aan die de leerlingen verder kunnen ontwikkelen.

Meer informatie of meedoen?

Heb je vragen over de Tuinbouw Battle of wil je je aanmelden? Neem dan contact op met Eva van der Kwast via communicatie@greenportdb.nl of 06- 51 88 58 81.

De Tuinbouw Battle is een project van Greenport Aalsmeer. De Tuinbouw Battle wordt financieel mede mogelijk gemaakt dankzij bijdragen van Yuverta mbo, Bosman Van Zaal, Container Centrale, Economic Board Duin- en Bollenstreek, Rabobank, Stimuflori en Greenport Duin- en Bollenstreek.

Greenports-Tuinbouwcongres2024-IMG_9674@rolfvankoppenfotografie

Nederlandse tuinbouw voorbeeld voor de hele wereld

De minister opende het congres met een sterk betoog dat de Nederlandse land- en tuinbouw een voorbeeld is voor de hele wereld. De minister zei ook dat voedselzekerheid en innovatie centraal staan bij deze regering en stak de aanwezigen een hart onder de riem: “Jullie hebben als tuinbouwcluster de wereld veel te bieden en ik ben er trots op dat ik de tuinbouw mag vertegenwoordigen”. Daarnaast zoomde onze minister ook in op de wens naar meer bedrijfsgericht beleid. Beleid dat opgebouwd wordt vanuit ondernemersperspectieven.

Key note spreker André van Troost, CEO bij Lely, de grootste robotmaker van Nederland nam ons mee in de verschillende fases van innovatie. “De grote les van innovatie: heb geduld. Vanuit de ontwikkelingen bij Lely blijkt dat het jaren kan duren voordat de toepassing van robots écht op gang komt.” Hij benadrukte ook dat robotisering veel extra kansen biedt door de schat aan data die hierbij vrijkomt, wat kan leiden tot meer efficiëntie voor de bedrijf-en ketenprocessen.

In de paneldiscussie na de opening spraken André van Troost, Berend de Klerk (Plense Technology), Indy Bernoster (Gibbs Analytics), Lotte van Rijn (Certhon) en Adri Bom-Lemstra (Greenports Nederland) met elkaar en met de zaal aan de hand van stellingen over de noodzaak, motivatie en snelheid van verdere automatisering en de haken en ogen daarbij. In de workshops na de pauze werden de thema’s verder uitgediept. Tijdens de plenaire afsluiting en terugblik op de workshops kwam het samenwerken in de sector met de diverse partijen om te kunnen versnellen als afdronk sterk naar boven. Evenals de grote behoefte naar meer aansluiting met de jongere generatie.

Digitaal Inspiratieboek Robotisering en Automatisering

Hoe maak je het zware, repeterende werk in de tuinbouw lichter, beter en sneller? En hoe blijven we in de toekomst ook een interessante werkgever, met minder handwerk en meer inspirerende banen? De innovatiekracht in de tuinbouw op dit vlak is sterk. En dit willen we voor het voetlicht brengen. Tijdens het congres is een digitaal inspiratieboek over automatisering en robotisering in de hightech tuinbouw met een gezamenlijke druk op een rode knop gelanceerd door Adri Bom-Lemstra en de minister. www.hightech-tuinbouw.nl

Voorop blijven

Door te veel regels, voorschriften en belastingdruk worden bedrijven ontmoedigd om te blijven investeren. Hierdoor is het ondernemersklimaat de afgelopen jaren behoorlijk gedaald. Gelukkig zet het kabinet in op een programma om het ondernemersklimaat weer te versterken, zoals aangekondigd tijdens Prinsjesdag.

Ik ben blij dat dit kabinet inzet op innovaties. De technologische voorsprong vasthouden voor het Nederlandse tuinbouwcluster wordt zowel door de EU als door Nederland hierdoor mogelijk nog beter gefaciliteerd. Ik was de afgelopen dagen op een glastuinbouw-conferentie in Polen en dan gaan sommige zaken toch een beetje duizelen. De meeste bedrijven stoken nog op steenkool en er is geen plan voor een energietransitie voorhanden. Arbeid is schaars terwijl de economie het afgelopen decennium met bijna 5 % per jaar is gegroeid. Productiearbeid wordt ingevlogen vanuit de Filipijnen en blijft daardoor relatief goedkoop. De welvaart is enorm gegroeid en dat zie je terug in de resultaten van veel bedrijven.

De Poolse kwekers kijken inmiddels met veel interesse naar de Nederlandse tuinbouw en zetten graag Nederlandse toeleveringsbedrijven in. Ook dat is een route om te verduurzamen. De EU stelt met haar Greendeal nog steeds de koers vast en dat geeft veel kansen voor Nederlandse bedrijven om de Europese tuinbouw te verduurzamen en te verbeteren. Ik zie hier samen met ons netwerk een mooie rol voor Nederland als gidsland. Voorwaarde voor die positie is wel een sterke productietak en continue kennisontwikkeling. Samenwerking en innovatie vormen de basis.

Hoe werkt de tuinbouw van morgen? Deze vraag houdt ons allen bezig. Het nationaal tuinbouwcongres van afgelopen woensdag 2 oktober stond volledig in dit teken.

Bollenvogels-greenportdb

Gedeputeerden Berend Potjer en Meindert Stolk aan het woord over Regiocertificering

Vragen aan gedeputeerde Berend Potjer

afbeelding_berend_potjer_1-1

Wat is de toekomst van de bollenteelt en de land- en tuinbouw als geheel in de regio Duin- en Bollenstreek?

Berend Potjer: “Een Duin- en Bollenstreek zonder kleurrijke bollenvelden in het voorjaar is bijna niet voor te stellen, het heet niet voor niets de Duin- en Bollenstreek. De bollenteelt is belangrijk voor de regio, vanuit de hele wereld komen mensen naar Zuid-Holland om te genieten van de bloeiende velden. De licence to operate staat ter discussie en de druk op het gebied is groot. We moeten slim omgaan met de beperkte ruimte en de sector moet haar licence to operate behouden door bij te dragen aan een goede balans tussen natuur, water en bodem. Duurzame teelt zonder chemicaliën helpt om deze balans te behouden en draagt bij aan economische groei. De provincie werkt daar graag aan mee.”

Kwekers van bloemen en vaste planten in de Duin- en Bollenstreek gaan samen aan de slag om hun milieu-impact te verminderen. Zij zetten momenteel in op het verbeteren van de waterkwaliteit en daarmee het behalen van de Kaderrichtlijn Water. Dit doen zij onder de titel Regiocertificering. Hoe belangrijk is het dat zij dit initiatief hebben genomen om aan de slag gaan?

Berend Potjer: “Het getuigt van visie en daadkracht dat de markt zelf het initiatief heeft genomen voor Regiocertificering. Ondernemers werken hierbij gezamenlijk aan maatschappelijke doelen zoals het verbeteren van de waterkwaliteit en het terugdringen van emissies. Ik zie dan ook uit naar de uitkomsten van de eerste jaarrapportage. Het is begrijpelijk dat de sector een appèl heeft gedaan aan de overheid om deze ontwikkeling te ondersteunen.”

Het Rijk is gestopt met het Nationaal Programma Landelijk Gebied. GS hebben afgesproken om de provinciale aanpak (het Zuid-Hollands Programma Landelijk Gebied oftewel ZH-PLG) voort te zetten vanuit de gegroeide samenwerking in de gebieden. Wat is in uw ogen nodig om vanuit deze samenwerking te komen tot voortgang in de verduurzaming van de agrarische bedrijven?

Berend Potjer: “Met het stopzetten van het NPLG door het Rijk zijn de problemen niet verdwenen. De doelen op het gebied van natuur, landbouw, water, stikstof en klimaat veranderen niet en het kabinet onderkent dat ook. We moeten allemaal een bijdrage leveren aan het realiseren van die water-, klimaat- en natuurdoelstellingen. Samen met onze inwoners, bedrijven en overheden uit het gebied willen we ons hiervoor blijven inzetten. Dat doen we door de samenwerking in de gebieden voort te zetten, door concrete projecten uit het Maatregelenpakket uit te voeren en door kennisopbouw en leerervaringen mogelijk te maken. Juist dit soort lerende processen zijn hiervoor essentieel. Samen met Living Lab B7 onderzoeken we bijvoorbeeld hoe de Bollenstreek stappen kan zetten in biodiversiteitsherstel. Zo kunnen we bijvoorbeeld unieke bollenvogels als de gele kwikstaat en veldleeuwerik behouden voor het gebied.”

Heeft u een tip voor de kwekers die aan de slag gaan met Regiocertificering? Heeft u een tip voor de betrokken overheden die aan de slag gaan met Regiocertificering?

Berend Potjer: “Toon lef, ga aan de slag en leer van je collega’s! Door het delen van ervaringen met collega’s helpen jullie elkaar naar een hoger kwaliteitsniveau. Ook de provincie heeft veel ervaring met lerend werken. Weet ons te vinden als je ervaring uit wil wisselen of tegen dingen aanloopt. De collectieve inzet van de ondernemers, de steun van betrokken overheden en een toenemende vraag naar gecertificeerde bollen vormen samen de basis voor een duurzame toekomst van de sector.”

Vragen aan gedeputeerde Meindert Stolk

meindert_stolk_10047_1-1

Hoe kijkt u naar de sierteelt en de gehele landbouw in de regio Duin- en Bollenstreek?

Meindert Stolk: “Ik ken de bollensector als een sterke innovatieve sector, die nu ook weer vooroploopt met de inzet van bijvoorbeeld robots en weerbare teelten. Dat ze de toekomst met vertrouwen tegemoetzien, blijkt uit de geïnitieerde samenwerking in de regiocertificering, dat is een nieuwe coöperatieve aanpak van lastige vraagstukken.”

Voor welke maatschappelijke én regionale doelen is innovatie volgens u van belang voor de sierteelt en andere landbouwsectoren in de Duin- en Bollenstreek?

Meindert Stolk: “Het is vooral belangrijk om samen aan de slag te gaan met nieuwe duurzame verdienmodellen. Dus inzetten op teelten en melkveehouderij met behoud van een schoon milieu en behoud van een sterk verdienmodel. Ook de inzet van internationale medewerkers en het zorgen voor goede arbeidsomstandigheden zijn actuele vraagstukken. De uitdaging is om mooie producten te blijven leveren op een duurzame manier, met behoud van inkomen. Daar moeten we samen mee aan de slag als ondernemers, provincie en andere partijen.”

Welke vorm(en) van ondersteuning kunt u bieden aan kwekers en andere agrarische ondernemers te helpen als zij verduurzamen?

Meindert Stolk: “Hier hebben wij meerdere mogelijkheden voor. Als provincie bieden wij een regeling aan voor innovatie in de land- en tuinbouw. Daarnaast ondersteunen we het project Regiocertificering.”

Heeft u een tip voor de kwekers die aan de slag gaan met Regiocertificering? Heeft u een tip voor de betrokken overheden die aan de slag gaan met Regiocertificering?

Meindert Stolk: “Regiocertificering is een voorbeeld voor de aanpak in de hele grondgebonden land- en tuinbouw. Je kan het ook zien als een vervolg op Kringloopcertificaten in Midden-Delfland. Agrarisch ondernemers die het initiatief nemen voor een aanpak en een perspectief voor individuele bedrijven én voor het gebied. Het zou fantastisch zijn als deze vorm van samenwerking bredere navolging krijgt.  Ga op bezoek bij de ondernemers in Midden-Delfland, zij hebben al 15 jaar ervaring met KPI-doelsturing in de praktijk!”

Strodekken-winter-nieuwsbrief-greenport

Nieuwsbrief september 2024

In de nieuwsbrief van september 2024 vind je onder andere:

Lees de volledige nieuwsbrief gemakkelijk online.

Elke maand de nieuwsbrief in je mailbox? Meld je aan door op de homepage het formulier in te vullen.

demoveld-bollenstreek-greenport

Onderzoek HAS-studenten op Demoveld Bollenstreek en update Kennisplatform Duurzame Bollenstreek (Fieldlab)

Afgelopen voorjaar is het eerste teeltseizoen op het Demoveld Bollenstreek geweest. Hierbij zijn twee soorten tulpen geteeld. Buiten dat er ervaring is opgedaan met het telen op een natuurinclusieve en extensieve wijze, is ook de biodiversiteit gemeten. De komende jaren zal dit ook gebeuren, om zo uiteindelijk een beeld te krijgen welke biodiversiteit je kan aantreffen in de bollenteelt, welke (positieve) effecten dit kan hebben op de teelt en wat natuurinclusieve maatregelen doen met de opbrengst op het perceel. 

De grootste les van het eerste seizoen bollenteelt op het Demoveld is dat je het lef moet hebben om het anders te doen en dat het heel veel tijd kost alle gevangen insecten te determineren. Maar daarnaast is het een mooi resultaat dat onder andere weergeeft dat er:

  • Op de natuurinclusieve zijde een significant hoger aantal kruipende insecten is gevonden;
  • In en langs de bloemenstrook hogere aantallen kruipende en vliegende insecten tot bepaalde afstand zijn gevonden; 
  • Houtvezel en een dikkere strolaag positief zijn ervaren: de onkruiddruk bleef binnen de perken;
  • Geen schadelijke aaltjes zijn aangetroffen.

Blijf het Demoveld volgen voor meer inzichten de komende jaren! Lees meer >>>

Kennisplatform Duurzame Bollenstreek (Fieldlab)

Projecten zoals het Demoveld Bollenstreek bieden perspectief voor bollentelers en agrariërs om nieuwe praktijken met elkaar te testen. Om hier in de toekomst meer agrariërs de ruimte voor te geven zijn we de afgelopen maanden hard aan het werk om tot een ontwerpplan voor een experimenteerlocatie te komen. Dit betekent dat initiatieven zoals het Demoveld, kunnen groeien in de Duin- en Bollenstreek en dat er ook een grote focus ligt om samen het beter te doen en de kennis ook met elkaar te kunnen delen om de Bollenstreek een bloeiende regio te houden.

Momenteel proberen we al een project gefinancierd te krijgen om een begin te maken voor een kennisplatform. Hierin kan kennis uitgewisseld worden, praktijkproeven opgestart en geleerd worden vanuit doelsturing. Dit alles wordt gecoördineerd door een projectleider. 
Het ontwerpplan zal eind van dit jaar af zijn en worden ingediend als subsidie. Mocht je aan willen sluiten, op de hoogte gehouden willen worden of een initiatief hebben wat bij een experimenteerlocatie past, laat dat weten via communicatie@greenportdb.nl. We komen graag met je in contact!

EU-landbouw-fieldlab
Demoveld-Bollenstreek-tulpen-aafke-jan-seignette-interview

Demoveld Bollenstreek: “Het weer viel nog niet mee!”

Welke verwachtingen hadden jullie van tevoren?

Bram wilde ervaring opdoen met nieuwe teeltmaatregelen die in de praktijk niet zo snel uitgevoerd zouden worden. Ontdekken wat wel/niet werkt, doen en ervaren.
Aafke en Cassandra dragen het motto van Living Lab B7 uit: ‘doen-leren-beter doen’. Zij zijn dan ook gestart met het Demoveld met de verwachting dat ze een heleboel zaken zouden tegenkomen die van tevoren niet ingeschat konden worden. “Over het algemeen hoopten we dat het Demoveld een plek zou worden waar telers samen met ons én andere partijen ervaring op kunnen doen en van elkaar kunnen leren als het gaat om het telen van gezonde bollen, gebruikmakend van en met meer ruimte voor biodiversiteit.”

Wat viel nog niet mee?

Bram: ” De galmijtbestrijding van de gerooide bollen vraagt om een nieuwe aanpak. Die nieuwe aanpak is nog niet bij alle bedrijven in de praktijk bekend of uitvoerbaar. We hebben biologische teler Huiberts bereid gevonden om ons te helpen met een ULO-behandeling van de bollen. Dit is een toekomstbestendige manier om galmijtproblemen te voorkomen, maar of deze manier op onze bedrijven haalbaar is, is nog zeer de vraag.”

Goed onderzoek naar het effect op virusoverdracht en het effect van een bloemenrand, heg en groen spuitschema is nog best lastig. Welk effect hebben de maatregelen nu daadwerkelijk op het viruspercentage van het gerooide product? En mogen we hier wel een effect van verwachten?

Aafke en Cassandra zeggen in koor: “Het weer viel niet mee! Oktober 2023 is het begonnen met regenen en die regen heeft lang aangehouden. Daardoor liep het planten van de bollen vertraging op en kon de groenbemester niet ingezaaid worden. Het maakte meteen duidelijk dat we ons voortdurend zouden moeten aanpassen op de gegeven omstandigheden.”

Wat hebben jullie geleerd?

Bram: “Bodemresetten heeft goed gewerkt om van veel lastige wortelonkruiden af te komen en dat het afdekken met houtvezel een goede methode bleek om onkruid te beheersen. Bodemleven bij houtvezel is anders dan bij stro.

Aafke en Cassandra: “Dat starten met ‘doen’ inderdaad veel oplevert en dat je ervoor moet gaan. Daarbij is het ook belangrijk om vertrouwen te hebben in elkaar. Wij waren ook erg onder de indruk van de kennis, kunde, daadkracht en inzet van de jongens op het veld. Met name Bram Mulder (Agrifirm-GMN) heeft heel veel betekent in het meedenken en regelen van allerlei praktische zaken, ook met begeleiding van de studenten.”

Waar zijn jullie het meest trots op? 

Bram: “Samenwerking van vooruitstrevende bedrijven in de streek om te onderzoeken hoe ieders belang zo veel mogelijk gediend kan worden in de bollenteelt van de toekomst.”

Aafke en Cassandra: “Dat we een goed eerste seizoen hebben gedraaid, met als concreet resultaat ‘demoveld-tulpenbollen’ die gebruikt gaan worden in o.a. de Tuinbouw Battle!”

Wat vinden jullie van de resultaten van het onderzoeksverslag van Indy en Pim?

Bram: “We hebben veel geleerd over het effect van de verschillende teeltmaatregelen op de biodiversiteit. Pim en Indy hebben ons met een andere bril laten kijken. Aandacht voor het rendement van de teelt moet echter wel genoeg aandacht krijgen in het vervolgonderzoek.”

Aafke en Cassandra: “Het onderzoek van Indy en Pim richtte zich met name op de biodiversiteitsmonitoring op het veld. Omdat we in de beginfase zitten zijn de effecten op biodiversiteit (nog) beperkt. Alleen ‘kruipende insecten’ als loopkevers waren in grotere aantallen te vinden aan de zijde die natuurinclusief geteeld wordt dan op de extensieve zijde. De monitoring wordt de komende tijd voortgezet en deze eerste resultaten geven een mooie voorzet voor verder onderzoek naar natuurinclusieve teelt.” 

“Mooi om te zien dat er al veel biodiversiteit wordt aangetroffen.”

Is uit de onderzoeken gekomen wat jullie hadden verwacht?

Bram: “De praktische ervaring met de nieuwe teeltmethoden was leerzaam. De bedrijfseconomische haalbaarheid van de verschillende maatregelen en de langetermijneffecten in de bedrijfsvoering zijn echter nog wel onzeker.”

Aafke en Cassandra: “Ja, zoals verwacht zijn er nog geen conclusies te trekken na een eerste teeltseizoen over de effecten op biodiversiteit. Wel is het mooi om te zien dat er al veel biodiversiteit wordt aangetroffen. Met betrekking tot de teelt is het positief te noemen dat de combinatie van natuurinclusieve teeltmaatregelen en minder chemische gewasbeschermingsmiddelen het onkruid en botrytis onder controle is gehouden.”

Hoe kijken jullie naar de volgende onderzoeksronde van de HAS-studenten?

Aafke en Cassandra: “Ook voor het onderzoek geldt ‘doen-leren-beter’ en dat meten en bijsturen een belangrijk onderdeel is. We verwachten in elk geval dat de volgende onderzoeken ons steeds meer inzicht geven in natuurinclusief telen, dat zijn heel welkome inzichten.”

Hoe verliep de samenwerking onderling?

Bram, Aafke en Cassandra: “Soms is het nog wel een beetje zoeken naar wat ieders rol en verantwoordelijkheid is in het project (dat is niet vreemd als verschillende organisaties samenwerken), maar de samenwerking gaat gevoelsmatig steeds beter.”

Wat zijn jullie dromen voor de toekomst als het gaat als het gaat om de bollenteelt in de Duin- en Bollenstreek?

Bram: “Ik zou het gaaf vinden om de maatregelen die we nemen op het Demoveld te integreren in de gangbare teelt. Denk dan aan het gebruik van houtvezel of het bodemresetten wat we hebben uitgevoerd. Daar is nog wel meer onderzoek en ervaring voor nodig. Daarnaast gaan we nog meer gebruikmaken van technologie (bijv. drones, sensoren en data) die ons helpt om betere beslissingen te nemen en middelen specifiek in te kunnen zetten, precies waar/wanneer ze nodig zijn.”

Aafke en Cassandra: “Dat de bollenteelt iets toevoegt aan zowel natuur als landbouw. Een toekomstbestendige teelt met veel biodiversiteit en natuurwaarden.”