Salesmanager Dennis Kromhout in de handelsruimte van Heemskerk Flowers. © Foto Hielco Kuipers

Hoe blijven bloemen duurzaam én betaalbaar? Grote handelsbedrijven investeren in robotisering en innovatie

De bloemenhandel is de laatste twintig jaar ingrijpend veranderd. Grote handelsbedrijven met honderden werknemers hebben de plek ingenomen van honderden zelfstandige lijnrijders. Bloemen worden digitaal verkocht onder meer via webshops die 24 uur per dag open zijn en vervolgens op bestelling afgeleverd. In Rijnsburg domineren vijf grote handelsbedrijven het Florapark aan de Laan van Verhof. Eén daarvan is de Van der Plas Group (VDP Group), een ander is Heemskerk Flowers. Schaalvergroting is in hun ogen de toekomst van de sierteelt.

De verandering in de sierteelthandel kun je vanuit het Rijnsburgse kantoor van Wim van der Plas, de 55-jarige directeur van de VDP Group, zien. Hij wijst naar het raam met uitzicht op alle dokken met het logo van de VDP Group.

,,Daar zaten ooit allemaal lijnrijders. Ik geloof in specialisten dus er blijven altijd een paar lijnrijders én klanten die de bloemen en planten willen zien, ruiken en voelen. Maar voor de vakhandel werken wij nu bijna volledig vraag gestuurd. Alle bloemen en planten die wij inkopen, zijn besteld. Dat betekent geen onnodige voorraden, een kortere keten en dus versere bloemen. We hebben in Europa zo’n veertig plekken, hubs noemen wij dat, waar de producten in bulk heengaan en vandaaruit verder worden gebracht. Dat doen we deels zelf en deels met gespecialiseerde transporteurs.’’

Serie

Dit verhaal maakt deel uit van een zevendelige serie over het sierteeltcomplex in Rijnsburg/Katwijk. De historie, de bedreigingen en de veranderingen maar ook de impact op de directe omgeving. Deze serie is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van de Kwaliteitsimpuls Zuid-Hollandse Journalistiek van de provincie Zuid-Holland. In het vijfde verhaal de schaalvergroting in de Rijnsburgse bloemenhandel.

Ook Heemskerk Flowers heeft een wagenpark om bloemen door heel Europa te brengen. Bloemen die voor zeven uur ’s avonds zijn besteld, worden binnen een straal van vierhonderd kilometer van Rijnsburg voor de winkeldeur ’s morgens open gaat afgeleverd.

,,Dat is onze kracht’’, vertelt salesmanager Dennis Kromhout. Een deel van de ingekochte bloemen is al via internet besteld, de rest wordt op voorraad gekocht bij de kwekers (zo’n 65 procent van de planten en 50 procent van de bloemen) of via Royal FloraHolland.

,,We hebben, naast vijftien inkopers met een eigen specialiteit, vijftig tot zestig verkopers, want onze klanten hebben allemaal een persoonlijk aanspreekpunt in de eigen taal. Wij geloven niet in alleen maar een webshop zoals bol.com. We willen een band met onze klanten. We zijn wat dat betreft nog een lijnrijdersbedrijf. We hebben nog een twaalftal echte lijnen, maar ook commissieklanten waarvoor wij inkopen. We hebben weliswaar een eigen voorraad, maar we hoeven nooit iets weg te gooien. Dat vinden wij zonde.’’

De komst van de grote handelsbedrijven heeft het werk veranderd.

Wim van der Plas: ,,Laatst was ik op een kleine veiling in het buitenland waar iedereen elkaar nog persoonlijk kent. Natuurlijk is dat gezelliger, maar de marktwerking in de sierteeltsector is niet te stoppen. Vergelijk het maar met de honderden kotters uit Katwijk waarvan er nog een paar over zijn.’’

Dennis Kromhout maakt eenzelfde vergelijking, maar dan met de buurtsupers. Die hebben ook plaatsgemaakt voor de grotere supermarkten. ,,Minder kneuterig, maar zo gaat het nu eenmaal.’’

Groei

Die marktwerking en de daarmee gepaard gaande schaalvergroting zorgde ervoor dat beide bedrijven de afgelopen decennia flink zijn gegroeid. Bij de 54 jaar bestaande VDP Group komt de groei deels door autonome groei en deels doordat andere familiebedrijven zich bij de VDP Group aansloten. Die bedrijven blijven vaak nog onder de eigen, bij klanten vertrouwde, familienaam opereren.

De VDP Group telt nu vier divisies (retail, vakhandel, import en decoratie) en heeft ruim 1.000 werknemers (waarvan 750 in Rijnsburg), kantoren in Aalsmeer en het Westland en een omzet van 4,5 miljoen. Het ruim zestig jaar bestaande Heemskerk Flowers met een omzet van 120 miljoen heeft nu 350 werknemers in Rijnsburg. Daarnaast is er Friz, een bedrijf dat zich richt op de afzet richting supermarkten en EZ Flowers in Aalsmeer voor de luchtvracht van bloemen.

Betaalbare bloemen

Schaalvergroting is nodig om de kosten van de bloemen en planten in de hand te houden. 

Van der Plas: ,,Als we willen dat de consumenten betaalbare en duurzame bloemen kunnen en willen blijven kopen, moeten we maatregelen nemen. Efficiënter en slimmer werken en dus investeren in automatisering, mechanisering en robotisering. Handjes worden steeds duurder in een dunnere arbeidsmarkt, dus moet de verwerking van de bloemen efficiënter en goedkoper. Dat vergt grote investeringen, zoals wij hebben gedaan onder meer in de verwerking van de bloemen, én innovatie. Dat gaat gemakkelijker voor een groot bedrijf.’’

Daarnaast ziet de Katwijkse directeur nog een voordeel voor een groter handelshuis als de Van der Plas Group. Voor de grote spelers op de markt is het gemakkelijker om aan bloemen te komen. Daarvan komen er steeds meer van buiten Europa. De VDP Group heeft een eigen divisie import, kan gemakkelijker regelrecht zaken doen met kwekers in het buitenland.

,,De veiling speelt een geweldige rol voor de kleinere spelers. Maar als je in de toekomst kijkt, moet je zorgen dat je aan je bloemen kunt komen. Duurzaam en tegen een niet te hoge prijs, want er zit wel een plafond aan de prijs die een consument wil betalen. En die moet wel blijven kopen.’’

Ook bij Heemskerk zien ze de voordelen van schaalvergroting. ,,De inkopers kunnen voor meer partijen werken en de kosten van aankoop van één blik bloemen zijn hetzelfde als honderd blikken. Vervolgens is het transport efficiënter en energiezuiniger, want de vrachtwagen is voller. Je kunt betere service bieden door een grotere voorraad, je bent interessanter voor een grote kweker en je pand en productielijnen worden beter gebruikt’’, aldus Kromhout.

Na de mechanisatieslag wordt nu gekeken hoe robots kunnen worden ingezet. Kromhout: ,,We werken nu al met Smartglassbrillen, maar er blijft met dit product altijd werk voor mensenhanden.’’

Jong talent

Behalve kapitaal heeft de sector, naast de vakmensen, ook jong talent, opgegroeid met internet, robotisering en kunstmatige intelligentie, nodig. Die jonge generatie wil geen zes dagen in de week werken, met een vrachtwagen zeventig tot tachtig uur van huis zijn en op zaterdag werken. Een baan bij een handelsbedrijf is voor velen aantrekkelijk.

Dat ziet ook Dennis Kromhout van Heemskerk Flowers. ,,Veel mensen waarderen het om elke avond thuis te zijn. We hebben hier ook geen groot verloop in het bedrijf. Veel mensen werken hier lange tijd, zelf ben ik hier ook al 25 jaar, maar we hebben ook veel jonge mensen. Een gezonde mix van leeftijden.’’

Kritiek

Beide mannen geloven in de toekomst van de sierteeltsector. Uit onderzoek blijkt dat bloemen nog steeds een gewaardeerd cadeau zijn waar mensen blij van worden. Tegelijkertijd zien ze dat de sector de nodige kritiek krijgt met name over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen.

Van der Plas: ,,De plofplant was recent in nieuws, en dan wordt consumenten aangeraden de tuincentra voorbij te rijden. Of ze krijgen het advies met Moederdag geen bloemen meer te kopen. We komen niet meer ongeschonden uit die wedstrijd. Die kritiek kunnen we niet wegduwen, dus moeten we daar iets mee. Uiteindelijk hebben we een fantastisch product en een innovatieve sector.’’ 

Dennis Kromhout wijst op de ’kracht van bloemen’. ,,Dat is emotie en beleving en niet weg te denken bij allerlei momenten zoals een bruiloft of een begrafenis. Ik denk dat de branche echt veel doet aan verduurzaming. Dat is ook nodig hoor, maar de kritiek is niet altijd terecht.’’

Rol veiling

Om verder te verduurzamen zien de bedrijven een belangrijke rol weggelegd voor Royal FloraHolland. De bloemenveiling investeert zelf de komende vijftien jaar honderd miljoen euro in duurzaamheidsmaatregelen als het verminderen van CO2-Uitstoot en verlaging van het energieverbruik.

Dat gebeurt door het wegdoen van gasgestookte ketels en het plaatsen van warmtepompen (de grootste van Nederland komt in Aalsmeer), het terugwinnen van warmte uit koelcellen, de plaatsing van Ledverlichting en de installatie van zonnepanelen. 

Daarnaast heeft Royal FloraHolland het zogeheten het FSI-(Floriculture Sustainability Initiative) certificaat ingevoerd en verplicht gesteld. Volgens heel veel kleine kwekers is dat vooral heel veel administratief werk dat alleen op een grotere kwekerij uitvoerbaar is. ,,Dat is voor kleine kwekers inderdaad niet gemakkelijk’’, erkent Dennis Kromhout. 

Dat (vaak kleinere) kwekers met soms bijzondere producten hierdoor afvallen, is in de ogen van de VDP Group directeur Wim van der Plas vervelend. ,,Het risico bestaat dat deze specialisten op den duur verdwijnen.’’

Bron: Leidsch Dagblad (Roza van der Veer en beeld door Hielco Kuipers)

HAS-studenten-Demoveld-Bollenstreekmei-2025-greenport

Onderzoeksrapport HAS-studenten Demoveld Bollenstreek beschikbaar

Voor de beroepsopdracht “Duurzame bollenteelt” is vanuit onder andere HAS green academy een meerjarig praktijkonderzoek opgezet op het Demoveld Bollenstreek in Hillegom. Hierin worden inzichten over natuurinclusieve en extensieve teeltmethoden getoetst in de praktijk. Dit rapport beschrijft het tweede monitoringsseizoen, hierin werden narcissen geteeld. De focus lag op biodiversiteit en bodemkwaliteit binnen beide beheersystemen. Na weken van onderzoek en schrijven zijn de flyer en het onderzoeksdocument van Daisy, Siebe en Fleur klaar. Benieuwd naar wie zij zijn? Ze stelden zich eerder al voor op onze website.

Onderzoeksrapport en flyer

Samenvatting onderzoeksrapport

Intensieve landbouwpraktijken leiden tot een afname van wilde diersoorten in het Nederlandse agrarisch landschap. Dit heeft gevolgen voor de ecosystemen en functies die zij vervullen, zoals natuurlijke plaagbestrijding. Om deze negatieve trend te keren, wordt steeds vaker gezocht naar landbouwmethoden die biodiversiteit en bodemkwaliteit verbeteren. De afname van biodiversiteit en bodemkwaliteit in landbouwgebieden vormt een bedreiging voor zowel natuur als landbouw. Binnen de landbouw bestaan verschillende teeltmethoden die biodiversiteit en bodemkwaliteit op uiteenlopende manieren beïnvloeden. Natuurinclusieve landbouw benut natuurlijke processen en vermijdt chemische middelen, extensieve landbouw heeft minimale externe inputs en er wordt enkel ingegrepen bij ernstige plaagdruk. 

Dit onderzoek richt zich op de relatie tussen biodiversiteit en bodemkwaliteit binnen natuurinclusieve en extensieve teeltmethoden, met als doel te begrijpen hoe landbouwpraktijken deze dynamiek beïnvloeden. Op een demoveld in de Bollenstreek zijn insecten gemonitord met potvallen, plakvallen, panvallen en de Berlese-trechter. Hiermee is ook het effect van een bloemenrand onderzocht. Daarnaast is de bodemkwaliteit geanalyseerd aan de hand van chemische, fysische en biologische parameters. 

De resultaten tonen aan dat de extensieve zijde, met een open zandbodem, meer insecten en een grotere soortenrijkdom herbergt dan de natuurinclusieve zijde. Dit verschil wordt veroorzaakt door de dennensnipperhoutvezellaag aan de natuurinclusieve zijde. Deze laag lijkt een fysieke barrière te vormen voor bodemgebonden insecten. Daarbij verstoort de houtvezellaag de werking van biodiversiteit bevorderende maatregelen zoals de bloemenrand. Loopkevers, als bio-indicatorgroep, bevestigen dit beeld. Loopkevers kwamen in hogere aantallen en met grotere ecologische diversiteit voor aan de extensieve zijde, inclusief zeldzame soorten zoals A. stierlini, wat wijst op een goede habitatkwaliteit. 

De bodemparameters verschilden nauwelijks tussen de beheersystemen en konden niet eenduidig worden gekoppeld aan het beheer. Alleen de gehalten aan kalium, calcium en stikstof verschilden enigszins, waarschijnlijk door variaties in mestgebruik. Er werden zwakke verbanden gevonden tussen biodiversiteit en enkele bodemparameters (pH, indringingsweerstand, vochtgehalte en organisch stof), maar deze kwamen niet overeen met bevindingen uit bestaande literatuur. 

Op basis van de resultaten wordt geadviseerd om te stoppen met gebruik van de houtvezellaag, vanwege de mogelijk negatieve impact op biodiversiteit. Voor vervolgonderzoek wordt aanbevolen om ook percelen met intensieve bollenteelt te betrekken, om een breder beeld te krijgen van de exacte effecten van de beheersystemen op de biodiversiteit en bodemkwaliteit. 

Bekijk hier beide documenten:

Jaarverslag GOM 2024 gepubliceerd

GOM spreekt in het gepubliceerde (d.d. 24 juli 2025) jaarverslag over 2024 de hoop uit dat er een einde komt aan de planologische overgangsperiode tussen de ‘oude’ Intergemeentelijke Structuurvisie (ISG) en het ‘nieuwe’ Programma Landelijk Gebied. Er is in de vijftien jaar dat GOM bestaat weliswaar veel werk verzet, maar er wacht ook nog een grote herstructureringsopgave. 

Terugblik afgelopen 15 jaar

In het jaarverslag wordt onder meer teruggekeken op het werk van de afgelopen vijftien jaar. In een apart katern worden vijf voorbeeldprojecten uitgelicht en via een link kunnen van elk project korte filmpjes worden bekeken. Daarnaast is een interactieve website beschikbaar waarop alle projectlocaties van GOM bezocht kunnen worden met projectinformatie en met beeldmateriaal van de veranderingen ter plaatse.

Jaarproductie

Zoals gebruikelijk rapporteert GOM in het jaarverslag ook de jaarproductie. In 2024 is ruim drie hectare 1e klas bollengrond onttrokken (planologisch onherroepelijk geworden) en is ruim vier hectare nieuw 1e klas bollenteeltareaal gerealiseerd (planologisch verankerd). Door contractering met GOM is vorig jaar 4 hectare aan bedrijfsopstallen en onderliggende bouwvlakken duurzaam verwijderd uit de streek. Voorts zijn zes bollengrondcompensatiecontracten gesloten voor in totaal 0,4 hectare te onttrekken bollengrond en zes productiecontracten voor in totaal 2,9 hectare nieuwe 1e klas bollengrond. De bollengrondbalans blijft positief. 

Per 1 januari 2025 bedraagt deze +19,2 hectare. Sinds 2011 (het begin van de metingen) is er dus ruim 19 hectare meer 1e klas bollengrond in de streek aanwezig. GOM heeft vorig jaar vijf bouwtitels voor Greenportwoningen verkocht (planologisch onherroepelijk geworden) en drie nieuwe contracten gesloten voor in totaal 5 Greenportwoningen waarvoor de noodzakelijke planologische procedures door de gemeenten zijn gestart. Sinds 2011 is in totaal 38 hectare aan verouderde bedrijfsbebouwing duurzaam uit de streek verwijderd. 

GOM in een notendop

GOM is opgericht in 2010. De Greenportgemeenten zijn gezamenlijk aandeelhouder. GOM heeft als taak het ruimtelijk herstructureren en moderniseren van het buitengebied van de Duin- en Bollenstreek. Het doel van de aandeelhouders is een economisch en ruimtelijk vitale Greenport in een aantrekkelijk landschap. GOM heeft geen ruimtelijk ordeningsmandaat. De overheid (gemeenten en provincie) is verantwoordelijk voor het ruimtelijk beleid en alle daaronder begrepen beslissingen zoals het al dan niet toestaan van ruimtelijke ontwikkelingen, waaronder bedrijfsuitbreiding en woningbouw. In het verlengde daarvan draagt GOM bij aan de uitvoeren van deze overheidsbesluiten door middel van bollengrondcompensatie, de verkoop van bouwtitels voor Greenportwoningbouw, het verstrekken van financiële vergoedingen voor het produceren van nieuw bollenteeltareaal, het “opruimen” van verouderde bedrijfsbebouwing en voor landschapsontwikkeling en het realiseren van opvanglocaties voor greenportbedrijven. GOM zorgt zelf voor de bekostiging van de herstructurering en werkt daartoe met een gesloten financieel systeem zonder winstoogmerk. Alle inkomsten zijn bedoeld voor de herstructureringsoperatie. Greenportwoningbouw en bollengrondcompensatie zijn de belangrijkste kostendragers voor de herstructurering.

krachten-bundelen-topsector-tu-greenports-nederland

Onderzoek WUR waardevolle kennis voor veredelaars: Combi van warmte en droogte zorgt voor langere wortels

Synergie tussen warmte en droogte

In kweekexperimenten in grond werden de wortels van de modelplant Arabidopsis thaliana, beter bekend als zandraket, blootgesteld aan een temperatuur van 28°C in plaats van 20 °C. Ook kregen de planten iets minder water, waardoor er milde droogtestress ontstond. Deze combinatie leverde een significante toename in wortellengte op, wat laat zien dat bodemtemperatuur en bodemvochtigheid elkaar versterken bij het stimuleren van wortelgroei.



Wortels van planten worden langer wanneer de bodem niet alleen iets warmer, maar ook iets droger is

Thermomorfogenese, zoals de groeireactie op warmte wordt genoemd, is al uitgebreid bestudeerd bij stengels en bladeren. Over de reactie van de wortels van de plant op bodemtemperatuur en -vochtigheid was tot nu toe veel minder bekend. Dit onderzoek laat zien dat wortels een zelfstandig netwerk van signalen gebruiken om hun groei effectief af te stemmen op de omstandigheden in de bodem.

Voordeel van langere wortels

Langere wortels helpen planten om beter water en voedingsstoffen op te nemen, vooral onder stressvolle omstandigheden zoals warmte en droogte. Door dieper de bodem in te groeien, kunnen de planten bij vochtiger grondlagen komen, waardoor ze beter kunnen overleven wanneer het aan de oppervlakte droger is.

De onderzoekers ontdekten dat drie belangrijke eiwitten die dit gecombineerde effect regelen:

2 en SnRK2.3
Deze eiwitten (kinases) zijn vereist voor de versterkte groeireactie bij warmte én droogtestress. Zonder deze eiwitten treedt het extra groeieffect niet op.

COP1
Dit eiwit onderdrukt de versterkte wortelgroei als er geen droogtestress is.

HY5 in trichoblasten
De transcriptiefactor HY5 bepaalt welke genen in de wortelharen (trichoblasten) aan- of uitgezet worden. SnRK2.2/2.3 bevorderen de stabiliteit van HY5, terwijl COP1 de HY5-stabiliteit juist verlaagt. Hoe stabieler HY5, hoe sterker de worteluitrekking.

Synergie tussen warmte (28 °C) en milde droogtestress stimuleert wortelgroei in Arabidopsis via de kinases SnRK2.2/2.3, de E3-ligase COP1 en de transcriptiefactor HY5.

Waardevolle kennis voor veredelaars
Klimaatverandering zorgt voor grotere verschillen in bodemtemperatuur en onregelmatige hoeveelheden neerslag. Daardoor worden de groeiomstandigheden voor gewassen onvoorspelbaarder. Dit onderzoek toont aan welke moleculen wortelgroei sturen bij warmte én milde droogte. Veredelaars kunnen deze kennis gebruiken om gewassen met sterkere, veerkrachtige wortels te ontwikkelen. Daarnaast kunnen landbouwers hun teeltsystemen beter afstemmen op wisselende bodemtemperaturen en -vochtigheid. Dat zal, zo verwachten de onderzoekers, bijdragen aan stabielere oogsten en efficiënter watergebruik.

Het onderzoek aan klimaat-bestendige planten wordt voortgezet bij WUR, onder meer in het groeifonds programma CropXR.

Bron: BPNieuws

Sierteelt_Rijnsburg___Wim_en_Erik_Heemskerk_lijnrijders

Lijnrijders Wim en Erik Heemskerk zien klantenkring groeien. ’Wij kijken de klant in de ogen’

De wekker gaat om maandagmorgen om drie uur bij Wim Heemskerk. Dan begint hij met de voorbereidingen voor de rit naar Berlijn, waar hij samen met zijn zoon Erik als lijnrijder werkt. Tientallen bloemenzaken rijden de Rijnsburgers langs met hun volgeladen vrachtwagens van waaruit de klanten hun keuze kunnen maken. ,,Ze kunnen de bloemen zien en ruiken. Dat vinden wij en zij belangrijk’’, vertelt Wim.

Het is vrijdagmiddag twee uur. Wim (64) is net wakker, want hij is vanmorgen vroeg thuisgekomen na een nachtelijke rit uit Berlijn. Zoon en mede-eigenaar Erik is nog even bezig met de laatste klusjes voor het weekeinde begint. De Rijnsburgers hebben vier lange werkdagen achter de rug, maar zien dat niet als een probleem. Ze genieten van het werk als lijnrijder, het ’spelletje’ van de handel, maar ook van het contact met de klanten.

Natuurlijk moeten ze winst maken op de verkoop van de in Rijnsburg gekochte bloemen, maar het tevreden houden van de klanten staat voorop. ,,Als je klanten blij zijn, komen de verdiensten vanzelf. Uiteindelijk kunnen onze klanten overal bloemen kopen, maar ze zeggen tegen ons vaak ’Schön dass es euch giept’, dat wij langs komen. Die gunfactor speelt zeker een rol’’, vertelt Wim die zichzelf inmiddels een halve Berliner voelt.

Serie

Dit verhaal maakt deel uit van een zevendelige serie over het sierteeltcomplex in Rijnsburg/Katwijk. De historie, de bedreigingen en de veranderingen maar ook de impact op de directe omgeving. Deze serie is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van de Kwaliteitsimpuls Zuid-Hollandse Journalistiek van de provincie Zuid-Holland. In het vierde verhaal de Rijnsburgse lijnrijder, de bloemenhandelaar die dagenlang met een vrachtwagen vol bloemen op pad is. Wim en Erik Heemskerk investeren in hun lijn, Daniël van Egmond deed zijn lijn over. Twee verhalen.

De Rijnsburger koos op 19-jarige leeftijd voor het leven als lijnrijder, toen al op Berlijn. ,,Dat was in de tijd dat er heel veel lijnrijders in Rijnsburg waren. Met die bekende wagens met rolluiken waar ik zelf ook nog even mee heb gereden.

Op zondag gingen ze vaak al op pad, zodat ze maandagochtend op tijd bij de Duitse klanten waren. Dat is nu heel anders. Er zijn nog lijnrijders zoals wij, maar veel minder. Heel veel handel gaat via internet. Je klikt op een plaatje en de bloemen worden gebracht.’’

Dat Erik ook heeft gekozen voor het lijnrijden, verbaast Wim niet. ,,Als achtjarig jochie verkocht hij al aardbeienplantjes. Wij, mijn vrouw Ellen en ik, hebben hem gestimuleerd om verder te leren, maar uiteindelijk wilde hij mee met de wagen. Eerst bij een ander bedrijf en nu als mede-eigenaar van het eigen bedrijf. Daarom hebben we enige tijd geleden een vrachtwagen bijgekocht. Ik ben positiever dan ooit over dit vak. Misschien juist door internet, maar wij hebben meer dan genoeg klanten. We kunnen er eigenlijk niemand meer bij hebben.’’

De werkzaamheden beginnen vaak al op zondagmiddag als de bestellingen via de telefoon en de app binnen lopen. Dat is een klein deel, want minstens 70 procent van de bloemen moeten de Rijnsburgers ter plekke in de vrachtwagen verkopen.

Wim: ,,Wij doen alles zelf, dat is ook onze kracht. Wij gaan op maandagmorgen al heel vroeg naar de veiling om de bloemen te schouwen en vervolgens zo scherp mogelijk in te kopen. We kennen onze klanten, want wij kijken ze in de ogen en weten wat ze willen. Vervolgens gaan we de wagen laden en dan dinsdag op pad. Om meestal donderdag, vandaag dan een keer op vrijdag, leeg terug te komen.’’

Dat het vak van lijnrijder minder populair wordt, snapt Wim wel. Het is hard werken terwijl je ook een rustiger leven bij een baas kunt hebben. Bovendien moet je wel een zekere omzet hebben om de kosten voor de aankoop, de vrachtwagens maar ook de huur van een bedrijfsruimte terug te verdienen. ,,Wij zijn klein, maar niet té klein. Verder werken wij samen, we hebben goed personeel en we zien nog steeds groei. Bovendien, met internet gaat het werk ook 24 uur door. Dan ben je altijd bezig.’’

Lijnrijder zijn is een manier van leven. Zo is de telefoon altijd bij de hand want er kunnen klanten, of zoals deze vrijdagmiddag een bloementeler, bellen. Dan stapt Erik binnen met nog een paar bossen rozen in de armen. Een pakket voor de journalist en een voor moeder Ellen.

Zij weet niet anders dan dat Wim een paar dagen per week niet thuis is. Ze vindt het fijn als Wim gaat en als Wim thuiskomt. ,,Alleen met de vakanties wil ik wel graag naar het buitenland. Wim geniet van het thuis zijn, maar dan blijft hij toch meehelpen op het bedrijf. Dus af en toe wil ik dan even weg, echt samen zijn.’’

Ook Celine, de vriendin van Erik, is als Rijnsburgse gewend aan een leven waarbij de partner geregeld weg is. Erik: ,,Lijnrijden is prachtig werk. Het is echt een kick als je wegrijdt bij een tevreden klant, want we verkopen niet heel vaak nee. Het gaat niet eens om die extra euro, maar om die beleving en de handel.’’

Ex-lijnrijder Daniël van Egmond komt met een ’ander verhaal’. ’Meeste klanten willen internet wel proberen’

Het is fris in de koelcel van Heemskerk Flowers aan de Rijnsburgse Laan van Verhof. Op verschillende plekken worden karren vol met bloemen geladen zodat ze straks de vrachtwagens in kunnen. De 48-jarige Daniël van Egmond uit Rijnsburg wijst op een kar waar de pakken met rozen strak tegen elkaar liggen. ,,Kijk, dat had mijn kar kunnen zijn. Dat is voor de lijnrijder die mijn wagen heeft overgenomen. Straks gaan deze bloemen naar Frankrijk.’’

De Rijnsburger is sinds 1 januari 2025 gestopt als zelfstandige lijnrijder. Niet omdat de handel niet meer goed liep’, maar omdat hij een tekort aan personeel had. En zelf twee vrachtwagens rijden én de bloemen inkopen, werd een beetje veel. Zelfs voor de Rijnsburger die toch wel gewend is aan lange werkweken.

,,Zeker in het begin maakte ik weken van tachtig tot soms honderd uur. Dat was de laatste jaren wat minder, zestig tot zeventig uur, zonder die uurtjes mee te tellen als ik op zaterdag bij de voetbal was en er een klant belde. Nog steeds best veel, maar ik vond het fantastisch om te doen. De hele dag werken met bloemen is gewoon hartstikke mooi. Een roeping noem ik het.’’

Van Egmond had als 18-jarige Rijnsburger zijn theorie-examen voor het vrachtwagenrijbewijs eerder op zak dan het rijbewijs voor een luxewagen. Vanaf dat moment dat hij daadwerkelijk de vrachtwagen op mocht, begon hij fulltime in het bedrijf van zijn vader. Met een luikenwagen reed hij langs bestaande klanten in Leiden en wijde omgeving.

,,Ik kreeg een route met 20 tot 25 klanten waar je een paar keer in de week langs ging. Vooral bloemenwinkels, een tuincentra of andere winkels waar ter plekke de bloemen werden verkocht. Dan ging de luiken open en later de deur van de gekoelde vrachtwagen, een soort SRV-wagen zeg ik altijd maar, en maakte de bloemist een keuze. Bloemen zijn emotie en een beleving. Je moet ze voelen, zien en ruiken en dan beslis je. Dat heb ik jarenlang uitgedragen.’’

Driftig

Jarenlang kocht zijn vader nog de bloemen in op de veiling, maar later zat Daniël zelf vaak in de kopersbankjes. ,,Je voelde vaak aan hoe de markt was. Zat iedereen driftig en hard te drukken dan was er veel vraag naar bloemen. Zat iedereen een beetje achterover af te wachten, dan was het minder.’’

Welke bloemen hij kocht, was voor een deel nattevingerwerk. ,,Maar je kende je klanten en wist wat ze wilden hebben. Bovendien hadden wij als voordeel dat we in de buurt reden. Een bos chrysanten die je op maandag niet verkocht, kon dinsdag nog wel mee. Een lijnrijder op het buitenland had vaak een ’losmaker’ die restpartijen opkocht. Dat was bij ons niet nodig.’’

Op het hoogtepunt had het bedrijf zes lijnen en werkte met dertien man, inclusief Daniël van Egmond, zijn broer en ouders. Eind 2024 had hij nog twee wagens rijden en was op zoek naar één en uiteindelijk twee man personeel.

,,Ik moest twee lijnen rijden en dat gaat natuurlijk niet. De inkoop deed ik uiteindelijk al via een commissionair, maar toen kreeg ik de kans om bij Heemskerk Flowers te komen werken. Mijn klanten probeer ik nu over te halen om via de webshop bloemen te kopen, waarna ze met eigen busjes worden langsgebracht. Ik kom nog steeds langs, maar wel minder. En het verhaal is natuurlijk anders, want ze bestellen nu via de computer in plaats vanuit de vrachtwagen te kopen. Maar ik kwam drie keer in de week en nu kunnen ze elke dag bloemen krijgen. 90 procent van mijn klanten wil het dus wel proberen.’’

Voordelen

Weliswaar gaf het personeelsgebrek de doorslag om te stoppen als zelfstandig lijnrijder, Daniël ziet veel voordelen van zijn huidige baan als accountmanager.

,,Heemskerk Flowers is een mooi bedrijf, waar de mentaliteit ’niet lullen maar poetsen’ is. Dat vind ik fijn. Het geeft ook rust, want ik hoef niet meer op zondagavond al bloemen te bestellen. Daarnaast heb je als zelfstandig rijder ook veel kosten. Denk aan de huur van een box of een nieuwe wagen. Als je nu een nieuwe wagen koopt, moet het een elektrische zijn en dat kost wel vier in plaats van twee ton. Verder zijn de kosten voor kleine partijen bloemen hoger want elke druk op de knop kost 1.85, of je nu twee blikken of twintig blikken bloemen koopt. Maar als mijn zoon Ruben graag als lijnrijder aan de slag had willen gaan, dan waren we er gewoon voor gegaan hoor. Ik weet namelijk zeker dat er nog altijd een markt blijft voor het live verkopen van bloemen.’’

Bron: Leidsch Dagblad (Roza van der Veer en beeld door Hielco Kuipers)

Sierteelt_Rijnsburg___Erik_van_den_Hoek_logistiekmanager_Flora

Royal FloraHolland wil spil van de hele sierteelt zijn. ’Kwekers hebben collectief nodig tegen macht kopers’

Ooit waren de bloementelers in Rijnsburg overgeleverd aan de grillen van de kopers. Telers werden tegen elkaar uitgespeeld om zo goedkoop aan handel te komen. Reden voor de telers om in 1914 een coöperatieve veiling op te richten. De opvolger van die veiling Flora bestaat nog steeds onder de naam Royal FloraHolland (FH) met vestigingen in de Rijnsburgse Kamphuizerpolder, maar ook in Aalsmeer en Naaldwijk. De veiling is eigendom van de telers die gezamenlijk optrekken tegenover de steeds vaker samenwerkende handelaren. Dit is een artikel in een reeks van artikelen van het Leidsch Dagblad.

In de volksmond is het nog steeds dé bloemenveiling. Maar bij Royal FloraHolland reppen ze liever over een digitaal platform waar de werkdag van ruim vierhonderd mensen om zes uur ’s morgens begint. Binnen een paar uur worden dagelijks 23.000 verschillende ’stelen’ verkocht aan handelaren die uiteindelijk zorgen dat ergens op de wereld een bos bloemen op de vensterbank of keukentafel prijkt. ,,Het gaat hier allemaal razendsnel’’, vertelt Erik van den Hoek, manager logistiek. Hij werkt al 28 jaar bij Royal FloraHolland en geeft een rondleiding door het Rijnsburgse complex, de enige locatie waar nog een echte mijnzaal met veilingklok aanwezig is.

Vanaf 6 uur ’s morgens openen hier handelaren hun laptop om via grote digitale klokken hun fusten met bloemen in te kopen. Gemiddeld zijn er een stuk of dertig of veertig kopers in een zaal met wel honderd plekken. Van den Hoek: ,,Voor de coronapandemie kwamen er vaak zo’n driehonderd kopers, afhankelijk van het weer, die met een druk op de knop bloemen kochten. Je merkte aan de sfeer hoe de bloemenprijs was. Was het allemaal wat jolig dan was de prijs laag, was het doodstil dan was de prijs hoog, want dan zat iedereen geconcentreerd te kopen. Die sfeer is weg, want het aantal kopers in de zaal is sinds de pandemie flink afgenomen. Er zijn er nu veel die het nut niet zien om hier te zitten. Ze kopen de bloemen vanaf een andere plek, thuis, hun box hier op de veiling of op kantoor.’’

Klok

De in totaal 2.500 kopers op FloraHolland zitten dan wel minder in de zaal, dat betekent niet dat het belang van de klok verdwijnt. In Rijnsburg wordt nog steeds 50 procent van de bloemen voor de klok verkocht, de rest gaat regelrecht van de kweker naar de koper. In de vestigingen van Aalsmeer en het Westland ligt dat percentage voor de klok lager, maar daar worden ook meer planten aangevoerd. Manager Van den Hoek: ,,De prijs voor de klok is over het algemeen hoger dan bijvoorbeeld in de voorverkoop. En de telers zijn niet afhankelijk van een grote afnemer. Stel dat die opeens jouw bloemen niet meer wil hebben, dan heb je wel een probleem.’’

Betaling

Telers die lid zijn van FloraHolland mogen gebruik mag maken van de fusten, de stapelwagens én het betalingssysteem van FloraHolland. Sterker nog, een kweker die lid is van de coöperatie is verplicht om alle bloemen, zelfs als ze regelrecht naar de koper gaan, via FloraHolland af te rekenen. Coen Meijeraan, Manager Real Estate &Facility Management (RE&FM), wijst erop dat kwekers via de coöperatie aan het einde van de week honderd procent gegarandeerd hun geld krijgen. ,,Kopers moeten per direct betalen aan FloraHolland. Daarmee hebben kwekers geen debiteurenrisico. Dat is in de bollenteelt bijvoorbeeld heel anders. Daar wachten telers soms maanden op hun geld.’’

Collectief

Royal FloraHolland, met in 2024 een omzet van 5,3 miljard euro en een winst van zes miljoen euro, is daarmee de spil van de hele sierteelt. In een wereld waarin handelsbedrijven groter worden, is een sterke telersorganisatie van groot zakelijk belang, constateert Meijeraan. ,,Als je geen lid bent van FloraHolland en je bloemen rechtstreeks aanlevert aan slechts één handelshuis, scheelt dat mogelijk een procent aan kosten, inderdaad. Dat gaat vast een tijdje goed, maar uiteindelijk zit je wel volledig in de zak van die bloemenkoper of retailer. Je moet dan meebewegen, want je hebt geen alternatief meer voor je bloemen zoals ze aanbieden voor de klok. In de groentesector zie je die dominantie van macht aan de koperszijde. Als bloemenkwekers als collectief sterk willen blijven staan, dan hebben ze een coöperatie als FloraHolland nodig.’’

Matchmaker

Om de spilfunctie van FloraHolland te versterken, is sinds enige tijd Floriday geïntroduceerd. Een digitaal afzetplatform, waarbij telers zelf beslissen hoe ze hun bloemen willen afzetten (verkopen). Doel is om uiteindelijk al het (wereldwijde) aanbod van leden en aanvoerders op dit platform te krijgen. Met de planten lukt dat goed, want daar gaat inmiddels 70 procent van de handel via Floriday, in de bloemen ligt het percentage lager. Meijeraan: ,,We willen de centrale ’matchmaker’ van de sierteelt zijn. Voor het mondiale cluster want we willen ook meer buitenlandse kwekers en kopers aan ons verbinden.’’

Om de positie van FloraHolland te versterken, wordt ook gewerkt aan de dienstverlening. Zo is enige tijd geleden een eigen transportbedrijf opgericht (Floriway) om de bloemen zelf te kunnen transporteren en is er een nieuw logistiek systeem waarmee FloraHolland 24 uur per dag uit kan leveren. Kopers kunnen aangeven op welk tijdstip ze de bloemen willen hebben die op FH staan opgeslagen. ,,Het adagium was altijd vaker, vlugger en sneller, maar we bieden nu de aanvullende mogelijkheid om op een later moment afgeleverd te krijgen. Nu is het grootste deel van de keten nog ingesteld op alles vroeg afhandelen maar inmiddels is een groeiende groep al gewend en vindt het ook handig om op andere tijdstippen bloemen geleverd te krijgen.’’

Verduurzaming

Dat betekent niet dat de toekomst van de sierteelt onbekommerd is. Met name de kritiek over de milieubelasting en het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen is een hoofdpijndossier.  ,,Het is wel vaak makkelijk scoren’’, moppert Meijeraan. ,,Er wordt vaak gebruik gemaakt van framing: op basis van eenzijdige berichtgeving wordt stemming gemaakt. Tegelijkertijd is er weinig oog voor dat bijna alle kwekers biologische middelen als sluipwespen en roofmijten gebruiken en alleen gericht ingrijpen als er iets mis gaat. Ook de veredeling is nu niet meer gericht op een nieuw kleurtje bloem, maar op sterkere planten die met minder gewasbeschermingsmiddelen toekunnen. Het is echt een integrale aanpak.’’

Zijn kanttekeningen betekenen niet dat de sector niet verder moet verduurzamen, vindt Meijeraan. De MPS of Global GAP certificaten (die voldoen aan de eisen van het Floriculture Sustainability Initiative) worden door FloraHolland opgelegd. ,,Daar is niet iedereen blij mee, maar we gaan er wel mee door. Het zou alleen mooi zijn als de consumenten expliciet gaan vragen naar deze certificaten. En er ook wat meer voor wil betalen.’’

’Ik zit voor de koper én de kweker’

Binnen Royal FloraHolland speelt de veilingmeester een cruciale rol. Onder zijn of haar leiding komt de prijs van de bloemen tot stand. We keken een ochtendje mee met veilingmeesters Linda de Ruiter en Marjan van der Plas.

Zeven uur stipt. Veilingmeester De Ruiter zit voor twee beeldschermen met haar vingers aan de knoppen van de veilingknop. In de komende paar uur zorgt zij, samen met klokmaat Van der Plas, dat karren vol bloemen worden verkocht voor een goede prijs. En dat betekent ook streng zijn voor kopers. ,,Jij mag nu niet meer drukken’’, klinkt het dus af en toe door haar speaker.

De lijst met de te veilen bloemen ligt uitgeprint op haar bureau. Maar haar ogen zijn continu gericht op de beeldschermen, waar een foto verschijnt van de aangeboden bloemen. Soms gaan hele karren in een keer weg, maar nog veel vaker worden partijen aan verschillende kopers gesleten. ,,Ik heb er nog twee. Kom op’’, moedigt Linda de kopers aan. ,,Dit is echt iets aparts en ik heb er maar vier emmers van’’, meldt ze bij een andere partij. De kopers bieden per afslag en Linda bepaalt of de prijs per cent, vijf cent, tien cent of een euro per steel omlaag gaat. Dat betekent constant meerekenen en inschatten wat de prijs doet.

Een enkele koper die per ongeluk te veel blikken (zoals de witte fusten steevast worden genoemd) heeft gekocht, krijgt de kans om zijn aankoop te annuleren. ,,Gedaan’’, meldt ze waarna er een code in het scherm verschijnt. ,,Zoiets moet ik wel in de gaten houden, hoor. Soms heeft een koper voor een hoge prijs gekocht en ziet hij de prijs kelderen. Dan zegt hij dat hij abuis was en wil later voor een lagere prijs toch de bloemen hebben. Koopmans kak noemen we dat, dus dan mag hij van mij niet meer drukken. Dat is nu eenmaal het risico van inkopen en ik zit er ook voor de kwekers’’, legt ze uit.

En zo grijpt ze als veilingmeester wel vaker in. Zo ook als een partij bloemen voor een te lage prijs of helemaal niet dreigt te worden verkocht. ,,Nee, deze laat ik niet doordraaien. Die doen we nog een keer’’, meldt ze in haar speaker tegen de onzichtbare kopers. Om vervolgens tevreden te knikken als de bloemen alsnog een koper hebben gevonden. ,,Je zit hier niet om elkaars nek om te draaien, maar je moet het met elkaar doen. Ik praat met kopers en kwekers en hoop dat ze mij veel informatie geven. Als ze melden dat het de laatste bloemen van het seizoen zijn of dat ze volgende week met de eerste bloemen komen, wil ik dat weten. Echt, als ik kweker zou zijn, zou ik zorgen dat de veilingmeester mijn beste vriend zou zijn.’’

Dan stapt Marjan van der Plas het kantoor binnen om het volgende uur veilen voor haar rekening te nemen. Linda kan even relaxen, koffie halen en haar e-mail en whatsapp bijwerken. ,,Mijn telefoon is staat altijd aan. Kwekers en kopers appen vaak. Ook in het weekeinde en zondag want ze willen iemand bereiken. We zijn echt een spin in het web hier.’’

Serie

Dit verhaal maakt deel uit van een zevendelige serie over het sierteeltcomplex in Rijnsburg/Katwijk. De historie, de bedreigingen en de veranderingen maar ook de impact op de directe omgeving. Deze serie is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van de Kwaliteitsimpuls Zuid-Hollandse Journalistiek van de provincie Zuid-Holland. In het derde verhaal de spil van het sierteeltcomplex: Royal FloraHolland.

Bron: Leidsch Dagblad (Rosa van der Veer en beeld door Hielco Kuipers)