Gebiedsprogramma- 2B(l)oeiende-Bollenstreek-greenport

Boeren, burgers en bedrijven in de regio mogen zelf Europese miljoenen verdelen om het platteland op te krikken

De miljoenen komen uit de subsidiepot Leader van de Europese Unie, aangevuld met geld van de provincie Zuid-Holland. Maar waar bij de meeste subsidies ’van bovenaf’ wordt bepaald wie het geld krijgt, mogen bij deze subsidie de inwoners, ondernemers en instellingen uit het gebied dat zelf beslissen. Deze regio – aangevuld met onder meer de gemeenten Bodegraven-Reeuwijk en Waddinxveen – is een van de twintig gebieden in Nederland die meedoen aan het programma. In totaal zijn er in Europa drieduizend van deze regio’s uitgekozen.

Koers

Bart Soldaat, secretaris en coördinator van onder meer het programma in deze regio, omschrijft het als een economisch programma ’van, voor en door het gebied’. ,,Er zijn uiteraard regels. En de subsidies moeten voldoen aan de grote Europese doelen als verbetering van de biodiversiteit, leefbaarheid en duurzaamheid, bewaken van de voedselvoorziening en de waterkwaliteit en het tegengaan van klimaatverandering – om er een paar te noemen. Ze moeten passen binnen enkele van die thema’s. Maar daarna mogen de deelnemers zelf bepalen welke koers ze willen varen en welke plannen ze ondersteunen.’’

De deelnemers kunnen zichzelf aanmelden tijdens enkele startbijeenkomsten die Leader in de regio houdt. Ze vormen vervolgens een lokale actiegroep die het programma uitvoert. Het subsidieprogramma moet in de tweede helft van volgend jaar van start gaan en loopt tot 2027. In totaal is er voor de plannen in deze regio 2,2 miljoen euro beschikbaar. Overigens wordt van de boeren en ondernemers verwacht dat zijn zelf ook geld in hun initiatief stoppen. ,,Wij subsidiëren tot veertig procent. Dat betekent dat een initiatiefnemer zelf er minstens zestig procent in moet stoppen’’, zegt Soldaat.

De Leader-subsidie kan volgens hem echter net het goede zetje in de rug zijn voor een ondernemer om het plan van de grond te krijgen. ,,Banken vinden de onzekerheid soms te groot om een lening te geven voor een innovatief idee. Onze subsidie kan ze dan net over de brug trekken. Dan vinden ze het risico beter te dragen.’’

Orchideeën

Welke ideeën de komende jaren steun krijgen, kan Soldaat uiteraard nog niet zeggen. Maar hij kan wel wat voorbeelden geven uit het soortgelijk Leader-programma dat de afgelopen paar jaar in deze regio draaide. ,,Een drukkerij was op zoek naar een alternatief voor het gewone papier, dat van ver moet komen en flink wat grondstoffen gebruikt. Hij vroeg zich af of het gemaaide bermgras daarvoor gebruikt kan worden. Dan heb je papier uit eigen regio gemaakt van een maaisel waar normaal eigenlijk niet zo veel mee gebeurt. Hij heeft een deal gesloten met een melkveehouder in de buurt om het gemaaide bermgras op te slaan zodat het later in een papierfabriek kan worden verwerkt.’’

Een ander voorbeeld: ,,Een orchideeënkweker in deze regio vond het jammer dat de meeste van zijn planten bij mensen thuis maar één keer bloeien en daarna de gft-bak in verdwijnen. Terwijl een orchidee met een goede verzorging makkelijk zes, zeven, acht keer kan bloeien. Het is zonde van de plant, maar het is ook zonde van alle tijd en energie die een kweker in die planten steekt. Het kost hem zeventig weken, bijna anderhalf jaar, om een orchidee van zaadje tot plant op te kweken in zijn kassen. Per plant is hij daarvoor anderhalve kuub gas kwijt.’’

,,Hij bedacht daarom een abonnementensysteem. Voor een vast bedrag per maand heb je altijd een bloeiende orchidee in huis. Is de plant uitgebloeid, dan gaat die weer terug naar de kweker en krijg je een nieuwe bloeiende orchidee. Hij zei: ’Ik weet hoe je zo’n plant weer in bloei krijgt en ik hoef niet weer steeds van voor af aan een plant op te kweken’. Een heel innovatief idee, dat je natuurlijk niet alleen hoeft te beperken tot orchideeën.’’

Uitwisseling

Het zijn kleine initiatieven, erkent Soldaat. ,,Maar met vele kleine stappen maak je ook meters. En het voordeel van het programma is dat het in drieduizend Europese regio’s draait. Op die manier ontstaat er een enorme uitwisseling van ideeën. Want wat in het ene gebied goed werkt, kan, met wat aanpassingen misschien, ook uitstekend op een andere plek draaien.’’

Bron: Leidsch Dagblad

Annika Versloot bij afscheid van bollentelersorganisatie KAVB: ’Laat maar zien dat er al veel gebeurt’

Onderbroeken die in de grond afbreken. Een bingokaart om bollenvogels te spotten. Een bollenacademie waarbij kennis wordt ontwikkeld en overgedragen. Meer bewustwording van de schade die toeristen in de bloeiende gewassen kunnen veroorzaken. Talloze onderzoeken en proeven naar een duurzamere teelt. Annika Versloot van de bollentelersorganisatie KAVB kijkt tevreden terug op de afgelopen vijf jaar waarin zij verantwoordelijk was voor onder meer duurzaamheid, communicatie en onderwijs.

Zelf zegt ze haar hart verloren te hebben aan de bollensector. Toch verruilt de Hillegomse haar baan bij de bollentelersorganisatie KAVB binnenkort voor een baan bij Friesland Campina waar ze als manager public affairs gaat werken. „Op het snijvlak van politiek en belangenbehartiging in een sector waar heel veel speelt. Ik draag graag bij aan de ambities van deze coöperatie op het gebied van duurzaamheid. Dus ja, ik verlaat de bollensector maar wel met een traan.”

In de bollensector had duurzaamheid haar bijzondere aandacht. Weliswaar is de milieulast van de bollensector de afgelopen tien jaar met 90 procent gedaald, de politieke ambitie is om in 2030 helemaal zonder middelen te werken. „Of dat gaat lukken? Ik hoop het echt en ik heb er ook vertrouwen in. Er gebeurt op dit moment zoveel in de praktijk. Denk aan de bollencoaster waarbij de bollen in sleuven worden geteeld. De ontwikkeling van slimme camerasystemen die afwijkingen bij bollen constateren. De inzet van drones en het gebruik van satellietbeelden. Proeven met biologische bollen op klei en zandgronden en met weefselkweek. De ambitie is groot en er wordt veel samengewerkt. Dat vind ik gaaf om te zien.”

Bollenteeltcongres

Dat niet alle ondernemers haar vertrouwen delen zoals een jaar geleden bleek tijdens een bollenteeltcongres, snapt Versloot. Ze constateert dat er veel op de bollentelers afkomt en het niet altijd duidelijk is hoe de toekomst eruit ziet. „Denk aan hogere eisen van de export, de inzet van arbeid en bedrijfsopvolging. Daarnaast houden telers behoefte aan een medicijnkast in geval van nood. Er verdwijnen nu in hoog tempo gewasbeschermingsmiddelen, terwijl er niet snel genoeg alternatieven beschikbaar komen. Daar zou de overheid een grotere rol in kunnen spelen.”

Dat bij een deel van de bevolking en bestuurders de bollenteelt nog steeds geen erg duurzame klank heeft, is in haar ogen niet terecht. Acties als het laten zien hoe snel een katoenen onderbroek vergaat in een gezonde bodem en het door schoolklassen laten spotten van het groeiend aantal bollenvogels zijn leuke manieren om te bewijzen dat het best goed gaat met de sector. Zo is de populatie gele kwikstaart weer op peil en nemen andere bollenvogels in aantallen toe. Versloot: „We moeten blijven uitleggen en vertellen wat we allemaal goed doen. Aan inwoners, maar ook aan de overheden die echt graag willen horen hoe we het samen nog beter kunnen doen. We moeten dan ook aan de voorkant met elkaar praten en aan tafel blijven met elkaar. Laat maar zien dat er al veel gebeurt.”

Onderzoek

Dat sinds dit jaar dankzij een algemeen verbindend verklaring álle bollentelers meebetalen aan het onderzoek naar nieuwe duurzame teeltmethoden zorgt voor extra mogelijkheden. Samen met telers is gesloten om onderzoek te doen naar weerbare bollen, bodemaaltjes en duurzame bestrijding van de galmijt. Dat onder meer een ministerie van landbouw inmiddels aanhaakt en meebetaalt aan onderzoeken in een topsector als de bollenteelt, ziet Versloot eveneens als een goed teken. „Vergeet niet dat het niet makkelijk is voor de bollentelers. Want zij moeten het doen, terwijl ze in de klei staan en op de trekker zitten. Bovendien als je groen wilt doen, moet je niet rood staan. Alles moet uiteindelijk wel worden betaald, maar geloof mij, er is geen teler die tegen de natuur in wil werken. Dat is uiteindelijk toch gewoon zijn brood.”

Bron: Leids Dagblad
Foto: © Hielco Kuipers

mechanisatiebeurs-landbouwmachine-greenport-duin-en-bollenstreek

Statement LTO inzake Landbouwakkoord

Landbouwakkoord kan kans bieden voor focus op de agrarische praktijk

Minister Adema heeft vandaag een brede uitnodigingsbrief gestuurd aan vertegenwoordigers van boeren en tuinders om te werken aan een Landbouwakkoord. Vanuit deze brede groep van vertegenwoordigers heeft de minister enkele partijen waaronder LTO gevraagd om aan de zogenaamde hoofdtafel van het Landbouwakkoord deel te nemen. Volgende week is het eerste verkennende overleg van deze hoofdtafel. Dat zal vooral gaan over proces en planning.

Sjaak van der Tak, voorzitter van LTO Nederland: ‘Het Landbouwakkoord kan kans bieden voor focus op de agrarische praktijk. Na de nieuwe beperkingen in de Kamerbrieven van afgelopen vrijdag is het wat LTO betreft de hoogste tijd voor een Landbouwakkoord dat écht perspectief biedt voor boeren en tuinders. Of het daadwerkelijk tot een akkoord tussen de sector en de overheid komt zal afhangen van de ruimte en het perspectief dat aan blijvende boeren en tuinders wordt geboden in het licht van alle beperkingen. Met onze vakgroepen en regio’s zullen we hiervoor het onderste uit de kan halen.’

Bron: LTO Nederland

30-november-2022-ondertekening-energieconvenant-overheid-en-glastuinbouwsector

Convenant Energietransitie Glastuinbouw 2022-2030 ondertekend

De glastuinbouw heeft de ambitie om in 2040 een klimaatneutrale en economisch rendabele sector te zijn. Daartoe zijn al stappen gezet, zoals het programma Kas als Energiebron. De sector heeft ook aardwarmtewinning grootgebracht waarmee, naast de warmtebehoefte van de glastuinbouw zelf, vele huishoudens worden verwarmd.

De energietransitie wordt middels dit convenant voortgezet en geïntensiveerd. De aanzet voor dit convenant is gegeven in het Klimaatakkoord van 2019 en het huidige kabinet heeft daar een aanvulling op gedaan. Het convenant bevat het restemissiedoel voor 2030, voorlopig vastgesteld op 4,3 tot 4,8 Mton CO2-equivalenten. Dit doel is een grotere reductie van 1,0 tot 0,5 Mton en daarmee ambitieuzer dan voorgaande afspraken, zoals het coalitieakkoord. Het definitieve restemissiedoel wordt in het voorjaar van 2023 bepaald, wanneer een aantal nog ontbrekende maatregelen is uitgewerkt. 

Het convenant bevat de maatregelen en de inzet van de partijen om het beoogde doel te halen. Dat gebeurt door stimulerende maatregelen, zoals subsidies, infrastructuur, de gebiedsgerichte aanpak via de Greenports, het programma Kas als Energiebron voor R&D en demo- en kennisuitwisseling. En door prikkelende maatregelen zoals verdere beprijzing van CO2-emissie door aanpassing van de energiebelasting, het verbeteren van het CO2-sectorsysteem na 2024 met een individuele prikkel en het verplichten van ener-giebesparende maatregelen, die binnen vijf jaar kunnen worden terugverdiend.

Dit convenant is een vervolg op eerdere Meerjarenafspraken waarin het programma Kas als Energiebron de kern vormde. Piet Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit: “Ik ben enorm trots op de glastuinbouwsector in Nederland. Ze is wereldwijd toonaangevend in duurzame productie. Maar ik ben me ook bewust van de grote zorgen die bij ondernemers leven over de hoge gasprijzen. Tegelijk staan we gezamenlijk voor een forse klimaatopgave in de glastuinbouw. Daarom is dit convenant zo belangrijk. We gaan energiebesparing en -verduurzaming de komende jaren versnellen, zodat de sector in 2040 klimaatneutraal kan worden én wereldwijd toonaangevend blijft.”

Minister Rob Jetten van Economische Zaken en Klimaat: “Om Nederland klimaatneutraal te maken zijn grote veranderingen nodig in alle economische sectoren. Met dit convenant spreken we concreet af wat de sector gaat doen om klimaatneutraal te worden en hun energiemix te verduurzamen. De huidige energiecrisis toont aan dat we nóg sneller moeten verduurzamen. De Nederlandse glastuinbouwsector staat wereldwijd bekend om zijn innovatieve karakter. Door deze stappen te zetten richting klimaatneutraliteit, blijft de sector internationaal toonaangevend.”

Staatssecretaris Marnix van Rij (Fiscale zaken): “Met dit convenant zetten we een stap in het vergroenen van het belastingstelsel. We helpen zo de glastuinbouw aan een duurzamere toekomst. Het gaat om het duurzamer maken van deze voor Nederland belang-rijke sector.”

Over het waarom van een convenant, zegt Adri Bom-Lemstra, voorzitter Glastuinbouw Nederland: “Overheid en sector geven met het convenant aan dat samenwerking een voorwaarde is voor de ingewikkelde opgave die de energietransitie is. Door samen te werken kunnen kennis, inzet en het innovatief vermogen van de sector worden benut en ondersteund en kan de juiste balans worden bereikt tussen het stimuleren en prikkelen van ondernemers om de CO2-emissie van de sector omlaag te brengen. Daarbij rekenen we op een stabiel beleid van de overheden, alleen dan kan de sector goede plannen maken en in beweging komen.”

Namens Greenports Nederland reageert Stefanie Miltenburg: “Een stabiel beleid en goede stimulerende maatregelen zijn nodig om ondernemers en regio’s in de transitie te helpen. Hier heeft de overheid wat te bewijzen.”

De ondertekening vond plaats op een van de bedrijven van Beekenkamp Group in Maasdijk. Voorafgaand aan de ondertekening bezochten de ondertekenaars de aardwarmteboring in Maasdijk en deden zij samen met An Beekenkamp, Algemeen Directeur Beekenkamp Group, een ronde over het bedrijf. Het bedrijf benutte de gelegenheid om het belang van de energietransitie te ondersteunen, te laten zien wat het bedrijf daar al aan doet, maar ook om de noodzaak van snelle concrete maatregelen voor de huidige energiesituatie te benadrukken.
Na ondertekening van het convenant vond er een gesprek plaats tussen minister Adema van LNV en ruim veertig ondernemers uit de glastuinbouw.

 

Bollenacademie presenteert 15 nieuwe informatieve filmpjes over bodem

KAVB slaat de handen in één met Agriholland om een 15-tal thema’s filmpjes te maken waarbij telers, adviseurs, experts en onderzoekers aan het woord komen om complexe onderwerpen duidelijk uit te leggen, ondersteunt met beelden uit de praktijk. Denk daarbij aan thema’s als:

  • verzilting
  • verdichting
  • inundatie
  • bodemprofielen
  • etc.

Delen van de filmpjes zijn ook gebruikt in de digitale lesmodule Bodem, maar de volledige beelden zijn terug te vinden op de website van de Bollenacademie onder het kopje Films.

Het maken van deze filmpjes is mogelijk gemaakt met financiering van Colland in het project BollenBodem. Bekijk deze nieuwe gratis lesmodule die bereikbaar is via de website: www.bollenacademie.nl of de cursussite: https://cursussen.bollenacademie.nl/.
Voor vragen neem je contact op met de projectleider van BollenBodem, mw. Barry Looman (barry.looman@wur.nl) of de voorzitter van de Bollenacademie mw. Annika Versloot van de KAVB (versloot@kavb.nl).

geothermie-aardwarmte-greenport-duin-en-bollenstreek

Statenfracties provincie Zuid-Holland roepen op tot correctieregeling voor SDE

Bij geothermie wordt warmte uit de diepe ondergrond gehaald. Inmiddels telt Zuid-Holland zestien van zulke projecten, waarbij momenteel vier nieuwe projecten worden aangelegd. Met de geoogste warmte worden kassen verwarmd, en steeds vaker worden ook bijvoorbeeld woningen aangesloten op een regionaal warmtenet met een geothermiebron. Daarmee is deze duurzame vorm van energie een belangrijke stap in de energietransitie in Zuid-Holland.

Subsidies als de SDE++ zullen naar inschatting nog een aantal jaar nodig zijn om geothermie door te ontwikkelen en te kunnen concurreren met fossiele restwarmte (bijvoorbeeld van Warmte-Krachtinstallaties, WKK’s). De SDE++ subsidie is echter niet meer beschikbaar voor geothermieprojecten, als WKK’s ondanks de hoge energieprijzen toch goede rendementen geven.

Een aantal leden van Provinciale Staten van Zuid-Holland was onlangs op werkbezoek bij potplantenkweker Ammerlaan TGI in Pijnacker-Nootdorp. Dat bedrijf is een van de koplopers op het gebied van geothermie: zo verwarmt het bedrijf niet alleen de eigen kassen, maar ook kassen van andere ondernemers en onder meer een zwembad en honderden woningen.

De Statenleden werden door een aantal glastuinbouwondernemers (Ammerlaan TGI, OK Plant en Kwekerij de Poel) bijgepraat over de ontwikkelingen op het gebied van duurzame warmte, en over de consequenties als de SDE++ subsidie wegvalt, en de gevolgen daarvan op de warmtetransitie. Daarom besloten zes Statenfracties van de provincie Zuid-Holland (VVD, Christen-Unie-SGP, D66, JA21, CDA, PvdA) in een brief aan het ministerie van EZK een oproep te doen voor de voor de provincie zo belangrijke sector, nog voor het eind van het jaar zekerheid te geven over de SDE++ subsidie.

Brief aan minister Jetten

Download hier de brief.

Bron: Greenport West-Holland