huisvesting-internationale-medewerkers-lto-nederland

Nieuwe normen huisvesting internationale medewerkers met AKF-huisvestingskeurmerk

Huisvesting is een belangrijke secundaire arbeidsvoorwaarde voor internationale medewerkers. Het Agrarisch Keurmerk Flexwonen (AKF) waarborgt de kwaliteit van huisvesting op land- en tuinbouwbedrijven: niet alleen voor jaarrond-, maar juist ook voor seizoenshuisvesting. De nieuwe normen die per 15 augustus 2024 ingaan, sluiten nog beter aan bij de wensen en behoeften van de mensen die gehuisvest worden, werkgevers én gemeenten.

Stappen vooruit

Eric Douma, bestuurder van LTO en tevens voorzitter College van Belanghebbenden van AKF: “Wij nemen als land- en tuinbouwsector onze verantwoordelijkheid in goed werkgeverschap. Het goed huisvesten van onze medewerkers maakt hier een belangrijk onderdeel van uit. Bovendien luisteren wij naar de kwaliteitseisen die supermarkten stellen aan ondernemers. De nieuwe normen van AKF passen bij de ontwikkelingen die gaande zijn in de maatschappij en op het erf van boeren en tuinders.”

Henry Stroek, bestuurder van CNV: “Stap voor stap komen we als sector dichter bij de gestelde ambitiedoelen van Roemer. De nieuwe normen zijn een belangrijke stap voorwaarts.”

Seizoenhuisvesting

Werken in de land- en tuinbouw kenmerkt zich door pieken tijdens de oogst. Het borgen van de kwaliteit van seizoenhuisvesting is daarom heel belangrijk voor de sector. AKF zorgt ervoor dat ondernemers die kortstondig huisvesting nodig hebben (max. 4 maanden), ook in aanmerking komen voor certificering.

Bestuurder René Simons van NFO: “Tijdens bijvoorbeeld de appel- en perenpluk heb je in een periode van zo’n 6 tot 7 weken veel internationale medewerkers op je bedrijf aan het werk. Je wilt als werkgever deze medewerkers ook goed huisvesten, bij voorkeur op je eigen erf. Investeren in jaarrond huisvesting is dan financieel gezien niet haalbaar. Het tijdelijk neerzetten van comfortabele woonunits wel. Met AKF kan de kwaliteit van veilige en hygiënische huisvesting die slechts in de piek gebruikt wordt, geborgd worden. Wij vinden het van belang dat er zowel voor ondernemers met jaarrond huisvesting als ondernemers met seizoenshuisvesting een keurmerk beschikbaar is.”

Grootste verandering: uitzendkrachten ook welkom in AKF gecertificeerde seizoenshuisvesting

Eric Douma: “Als sector geven we er de voorkeur aan dat ondernemers zelf mensen in dienst nemen. Maar we beseffen ook dat bedrijven vaak (gedeeltelijk) werken met uitzendkrachten in het seizoen. Daarom is het vanaf 15 augustus 2024 binnen AKF ook mogelijk om deze groep uitzendkrachten onder voorwaarden op het erf te huisvesten.”

“Een bijkomend voordeel is dat hiermee woon-werkverkeer beperkt wordt: je ontlast woonkernen en daar zijn gemeenten en dorpsbewoners ook blij mee. Een win-winsituatie voor iedereen”, vult René Simons aan.

Veel strengere eisen aan jaarrond huisvesting

In de nieuwe normen van AKF is ook opgenomen dat een medewerker in jaarrond huisvesting recht heeft op minimaal 13 m2 leefruimte, en vanaf 1 januari 2026 op 15 m2. De beloopbare oppervlakte in een slaapkamer dient minimaal 3 m2 per persoon te zijn. Sanitair dient onder hetzelfde dak te zijn als het slaapverblijf voor jaarrond huisvesting. Bij jaarrond huisvesting slapen er maximaal 2 personen op een kamer; indien mogelijk ‘stelletjes’ of familie.

Trots

René Simons: “Ik ben trots dat we als sector een keurmerk hebben dat maatwerk levert voor elk type bedrijf. En dat altijd voldoende veiligheid, hygiëne en comfort biedt voor onze internationale medewerkers die we huisvesten. Bovendien houden we het altijd praktisch en vragen wij aan de mensen zelf hoe zij gehuisvest willen worden. Zo staat iedereen achter de gemaakte keuzes: werkgevers- en werknemersvertegenwoordigers, gemeenten en supermarkten.”

Bron: LTO Nederland

Patrijs-demoveld-bollenstreek-Hugo-Langezaal-greenport

Nieuwsbrief juni 2024

In de nieuwsbrief van juni 2024 vind je onder andere:

Lees de volledige nieuwsbrief gemakkelijk online.

Elke maand de nieuwsbrief in je mailbox? Meld je aan door op de homepage het formulier in te vullen.

Harry-Leon-Schuttelaar-Regiocertificering-Greenport

Harry Kager over Regiocertificering: “Een initiatief van kwekers in overleg met diverse organisaties in de regio.”

Eind 2023 is een plan opgesteld om in de regio Duin- en Bollenstreek aan de slag te gaan om de regionale doelen (geformuleerd in het Zuid-Hollands Programma Landelijk Gebied) te gaan halen. Het behalen van doelen in een gebied doe je niet alleen. Het vereist een aanpak waarbij kwekers, sectoren en organisaties samen aan de slag gaan, ondersteuning krijgen van experts en met elkaar kunnen klankborden. Dit is het plan onder de titel Regiocertificering.

Vanuit Schuttelaar en Partners is Harry Kager, met zijn collega Léon Jansen, door ons ingeschakeld om het plan op te stellen. Tal van partijen als LTO Noord, organisaties binnen en buiten de sector, experts en bollentelers zijn geraadpleegd en hebben aan het plan meegewerkt. De plannenmakerij is in januari 2024 in feite afgerond door Simon Pennings. Pennings overhandigde het projectplan om aan de slag te gaan met Regiocertificering aan Jaap Smit, de commissaris van de Koning.

Waarom zijn jullie door KAVB en Greenport gevraagd om te helpen bij het opstellen van een plan?

Collega Léon en ik willen de wereld een beetje beter maken en de agrifood sector helpen verduurzamen. Daarbij heb ik van huis uit een sterke drive om ondernemers in de agrarische sector te helpen. Maar eerlijk gezegd denk ik dat het komt doordat we de sector, overheden en maatschappelijke organisaties met een aantal andere complexe vraagstukken hebben mogen helpen. Daarbij proberen we altijd een transparante rol te hebben en mogelijk te maken dat partijen samenwerken aan ambities, overheidsdoelstellingen en op een voor ondernemers realistische manier. Bijvoorbeeld als het gaat om biodiversiteit en milieuaspecten.

Ik verbind partijen. Mooie projecten van ons waar ik trots op ben zijn bijvoorbeeld ook het Deltaplan Biodiversiteitsherstel (www.samenvoorbiodiversiteit.nl) en ik ben voorzitter van een Nederlands agrifood platform om de sector in Oekraïne te helpen en te verduurzamen. Regiocertificering is ook een heel mooi initiatief. Voor mijn gevoel is het vooral een initiatief van de kwekers in overleg met allerlei organisaties in de regio zelf. Daar word ik blij van, want het komt voort uit ‘willen’.

Wat houdt volgens jou Regiocertificering in?

De sector in de regio staat voor opgaven als het gaat om plantgezondheid, waterkwaliteit, bodemkwaliteit, biodiversiteit, energie en klimaat. Regiocertificering is een systematiek om op bedrijfsniveau inzichtelijk te maken hoe de bedrijven scoren op deze thema’s en om samen te kijken hoe de prestaties te verbeteren. Het gaat dus om inzicht en samen leren. Telers in de Duin- en Bollenstreek onderkennen de urgentie om hun bedrijfsvoering verder te verduurzamen en op een gestructureerde en inzichtelijke wijze de regionale doelen te halen.

Provincie, Hoogheemraadschap van Rijnland en andere partijen in het gebied zien de opgaven ook en zijn positief dat kwekers daarmee aan de slag willen. Ik heb veel verschillende mensen en organisaties het afgelopen half jaar mogen interviewen over de voorgestelde aanpak. Wat mij opvalt is dat echt veel mensen in de regio positief zijn over de kwekers en melkveehouders. Helemaal nu ze actief aan de slag willen om gebiedsdoelen te halen. De eerste prioriteit is het voldoen aan de normen van de Kaderrichtlijn Water door het verminderen van de impact op het milieu door meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen. Dat gaat met deze aanpak lukken!

Wat zijn de volgende stappen?

We zijn opgestart. In mei 2024 hebben we een groep kwekers van voorjaarsbloeiers, o.a. tulpenbollen, gesproken. Zij willen meedoen en willen vooral dat we direct aan de slag gaan. Komende maanden zijn zij heel druk op het bedrijf en gaan wij allerlei bedrijfsdata bij de ondernemers ophalen en de indicatoren(KPI’s: kritische prestatie indicatoren) per bedrijf berekenen. Het verkrijgen van die bedrijfsdata, het doorrekenen en met een duur woord ‘benchmarken’ is veel werk komende zomer. Dit stuk is essentieel en de basis voor vervolgdiscussie en individueel advies in het najaar. Tegelijkertijd hebben enkele vaste plantenkwekers zich bij ons gemeld om een tweede pilotgroep te vormen.

Door samen te werken als kwekers, met adviseurs en met partijen daaromheen zoals het Hoogheemraadschap en de Provincie kunnen we grotere stappen zetten dan ieder afzonderlijk en houden we elkaar scherp. We beginnen met fosfaat en waterkwaliteit in een kleine groep, maar het doel is: meer thema’s en meer telers.

Hoe kijk jij naar de toekomst van Regiocertificering en de uitwerking op de Duin- en Bollenstreek?

De aanpak is gericht op verduurzamen en het behalen van de gebiedsdoelen. Daarvoor starten we nu met pilotgroepen en willen we snel uitbreiden naar meer agrarische ondernemers. We zitten nu in de pilot- en ontwikkelfase en werken toe naar een systeem dat kan blijven functioneren de komende jaren. Het draait daarbij vooral om samen leren, duurzaamheidsprestaties inzichtelijk maken en deze prestaties verbeteren. Regiocertificering is daarbij een waarborg dat de sierteelt en gehele agrarische sector in de regio voldoet aan de maatschappelijke opgaven.

foto-water-regiocertificering-rijnland-greenport

Zuid-Holland geeft subsidie voor biodiversiteit en waterkwaliteit

Provincie Zuid-Holland geeft subsidie voor landschapselementen die een positieve bijdrage leveren aan de biodiversiteit en de waterkwaliteit op land- en tuinbouwgronden. Daaronder vallen bomen, voederhagen, sloten en poelen. Dat hebben Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland dinsdag besloten. Het provinciebestuur wil zo een meer duurzame en natuurinclusieve tuin- en landbouw stimuleren.

Vanaf 4 september kunnen boeren en tuinders in het kader van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid investeren in ‘positieve’ landschapselementen met de subsidieregeling ‘Investeringen in biodiversiteit en waterkwaliteit op landbouwbedrijven’. Per aanvraag is minimaal 25.000 euro en maximaal 225.000 euro beschikbaar.

De subsidie is bedoeld voor het stimuleren van biodiversiteit en het verbeteren van waterkwaliteit. Zo zorgt de aanleg van een sloot in combinatie met een natuurvriendelijke oever en een kruidenrijke rand voor een goede habitat voor planten en insecten. Die zijn vervolgens onmisbaar als schuilplek en voedsel voor boerenlandvogels als de grutto en de kievit, stelt Gedeputeerde Staten.

Goed voor bedrijf

Er is ook een kant die goed is voor agrarische bedrijven, benadrukt het provinciebestuur. Landschapselementen als bomen en struiken zijn fijne schaduwplekken voor het vee. Voederhagen zorgen voor een gevarieerd en gezond dieet voor de dieren. Bij het aanleggen van poelen en sloten verbetert de waterkwaliteit van het perceel. Daar liggen volgens Gedeputeerde Staten kansen om de natuur een handje te helpen en om de bedrijfsvoering door te ontwikkelen en te verduurzamen.

De subsidieregeling is open van 4 september tot en met 4 december 2024. Subsidie aanvragen gaat via het RVO-loket voor boeren en tuinders die onderdeel zijn van een samenwerkingsverband. Agrarische collectieven kunnen de aanvraag alleen doen als ze door iemand zijn gemachtigd.

Bron: Nieuwe Oogst

Participatieavond Programma Landelijk Gebied

De gesprekken werden gevoerd aan zes thematafels, zoals een duurzame Greenport, energietransitie, recreatie en toerisme en natuur en milieu. Met hulp van associatiekaarten spitste de discussies zich toe op de huidige en toekomstige waarden van de zes thema’s.

De avond werd geleid door Kuiper Compagnons die samen met Necker van Naem, Urban Reality en de vijf greenportgemeenten werken aan de inhoud van het Programma Landelijk Gebied & Duurzame Greenport. Dit programma wordt de vervanger van de Intergemeentelijke Structuurvisie Greenport (ISG) uit 2016. Omdat de ISG op onderdelen verouderd is, is een nieuwe, toekomstbestendige visie nodig. Het uiteindelijke Programma zal verankerd worden onder de Omgevingswet.

Het goede behouden en nieuwe oplossingen toevoegen

Het overall doel is een toekomstig en vitaal landelijk gebied, dat gedragen wordt door de lokale politiek en een gebiedspartijen. Het uitgangspunt dat in het programma water en bodem sturend zijn en dat er integraal ingespeeld wordt op actuele opgave, zoals klimaatadaptie, biodiversiteit, economie, landschap, energie en woningbouw.
De uitdaging is om de sterke delen uit de ISG te behouden en deze met oplossingen voor deze opgaves te verrijken.

Dialoog over de huidige en toekomstige waarden

Tijdens de participatieavond, waar Greenport Duin- en Bollenstreek aan deelnam, kwamen de hierboven genoemde uitdagingen voorbij. Aan de thematafel duurzame Greenport werd vervolgens gesproken over de toegevoegde waarde van de bloembollensector en de oplossingen die ze levert/kan leveren om de genoemde uitdagingen het hoofd te bieden. Er kwam onder andere naar voren dat de bollenteelt en
-handel onlosmakelijk verbonden zijn met de streek en – naast prachtige producten – bijdraagt en/of kan gaan bijdragen aan het behoud van het open landschap, waterberging, biodiversiteit, toerisme en recreatie, werkgelegenheid (voor jongeren) en de internationale positionering van de streek. De kennis, innovatieve kracht en de producten van de sector zijn ook in de toekomst van grote waarde voor de sector.

Vervolgtraject

Naast deze avond zijn er ook dialoogavonden georganiseerd voor gemeenteraadsleden en colleges van B&W. Ook wordt er informatie opgehaald in individuele gesprekken en deskresearch. De verzamelde input wordt gebruikt om te komen tot een aantal mogelijke toekomstscenario’s, die later in het jaar tijdens een tweede participatieavond getoetst worden.

subsidieverhoging-glastuinbouw-greenport

Vanaf juni openstelling subsidieregeling voor geïntegreerde gewasbescherming

Het doel van deze subsidieregeling is om de omslag naar geïntegreerde gewasbescherming te stimuleren en de normen voor het gebruik van middelen af te stemmen op de Kaderrichtlijn Water.  

Het subsidiepercentage is vijftig procent voor het onderdeel innovatie en vijfendertig procent voor het onderdeel investeringen. De toekenning is niet meer op volgorde van binnenkomst, maar op basis van loting. Wanneer bedrijven in 2023 al subsidie hebben ontvangen, is opnieuw aanvragen in 2024 niet mogelijk, behalve voor onderzoeksorganisaties. 

Dit is een subsidie van minimaal 5.000 euro en maximaal 75.000 euro. Tijdens deze openstelling kan voor maximaal één bedrijfsmiddel subsidie aangevraagd worden. Het gaat om een bedrijfsmiddel voor maaien, vernietigen, verhakselen, frezen of inwerken van groenbemesters (zoals messenwals, messenrol, schijveneg, rotorkopeg en ecoploeg). Denk ook aan niet-chemische bestrijding van onkruiden, zoals een wiedrobot of cameragestuurde schoffelmachine. Het totale budget voor dit onderdeel is 2.250.000 euro.

Subsidie voor innovatieprojecten

Dit is een subsidie van minimaal 25.000 euro en maximaal 125.000 euro. Het gaat hier om onderzoeksprojecten die meehelpen gewasbeschermingsmiddelen te verminderen. Het totale budget voor dit onderdeel is 750.000 euro. Aanvragers zijn één of meerdere landbouwondernemingen samen met één of meerdere onderzoeksorganisaties. Loonbedrijven of landbouwmechanisatiebedrijven mogen ook deelnemen in een samenwerkingsverband. Neem voor meer informatie over dit onderdeel contact op met de subsidieadviseurs van Flynth.  

Bron: Flynth.