Hobaho-zelfstandig-verder-H.Molenaar-T.Aanhane-A.Verkley-greenport

Hobaho zelfstandig verder

Per 1 juli 2024 komen de aandelen van Hobaho Horti Groep B.V. (waaronder Hobaho B.V., Testcentrum voor Siergewassen B.V. en Boeket Handelmaatschappij B.V) in handen van het huidige management, bestaande uit Theo Aanhane (algemeen directeur), Hans Molenaar (manager financiën) en Arno Verkley (manager ketendiensten). De Ondernemingsraad van Hobaho heeft positief gereageerd op deze overname. Het bedrijf heeft momenteel 58 medewerkers in vaste dienst. Voor hen heeft de overname geen gevolgen. MGF is als minderheidsaandeelhouder en adviseur op de achtergrond betrokken.

De afgelopen jaren heeft Dümmen Orange samen met Hobaho, fors en met succes geïnvesteerd in de veredeling van bolgewassen en ondersteunende technieken, zoals biotoetsen en snelle vermeerdering. Dit heeft de ontwikkeling van nieuwe, sterkere rassen een enorme impuls gegeven. Hobaho’s Testcentrum voor Siergewassen zal deze ontwikkeling in de nieuwe situatie onverminderd voortzetten. De focus ligt hierbij op de gewassen tulp, lelie, hyacint en gladiool. Met Dümmen Orange zijn goede afspraken gemaakt over toegang tot de beschikbare kennis en capaciteiten.

Vanzelfsprekend blijft Hobaho intensief samenwerken met ondernemers in de sector en onderzoeksinstellingen met als doel de bollenteelt gezonder en duurzamer te maken.

Theo: “De keuze van Dümmen Orange om zich te richten op de verdeling en vermeerdering van snijbloemen en pot- en perkplanten sluit niet aan bij onze ambitie om de positie van Hobaho in bemiddeling én veredeling juist verder te versterken. Continuïteit en betrouwbaarheid zijn daarvoor van essentieel belang. Nu het harde werken en de investeringen in onze veredeling zijn vruchten af beginnen te werpen, zou het natuurlijk doodzonde zijn om niet op dezelfde voet verder te gaan. Ik ben dan ook zeer enthousiast over de overname en samen met Hans, Arno, onze collega’s en MGF, heb ik alle vertrouwen in de toekomst van Hobaho.”

Anthony Christiaanse, CEO van Dümmen Orange: “De verkoop van Hobaho markeert opnieuw een stap in de verdere aanscherping van onze bedrijfsstrategie. Onze focus ligt op de veredeling en vermeerdering van snijbloemen en pot- en perkplanten. Dáár willen we de investeringen doen die nodig zijn om onze posities in die segmenten te versterken en uit te bouwen. Het segment waarop Hobaho zich richt, en de producten en diensten die het bedrijf levert, staan wat verder weg van onze core business. We zijn ervan overtuigd dat Hobaho in goede handen is bij het huidige managementteam en wensen hen heel veel succes bij het voortzetten van deze succesvolle onderneming.”

Over Hobaho

Hobaho is al meer dan 100 jaar gespecialiseerd in het verbinden van vraag en aanbod in de bemiddeling van bolen knolgewassen en vaste planten. Daarnaast is het Testcentrum voor Siergewassen sinds de jaren 90 actief in de veredeling van diverse bolgewassen. Met de samenwerkingspartners Kwekersvereniging Remarkable in tulpen, Kwekersvereniging Markglory in hyacinten en Marklily in lelies. Tenslotte verleent Hobaho tal van diensten op het gebied van aanvraag, beheer en administratie van kwekersrechten voor tal van kwekers, veredelaars en kwekersverenigingen.

Over het investeringsfonds MGF

MGF investeert in kansrijke ondernemingen in het MKB die behoefte hebben aan risicodragend kapitaal voor een Management Buy-Out of voor Groei. MGF is een uniek investeringsfonds. Participatie van MGF maakt het mogelijk dat het management in twee stappen een volledige Management Buy-Out kan realiseren. Dit wordt mogelijk gemaakt doordat MGF slechts minderheidsparticipaties verwerft en de DGA een kooprecht heeft op onze aandelen voor een afgesproken waarderingsformule. MGF is opgericht in 2012 en heeft met Hobaho een vliegende start voor haar recent gestarte derde fonds. Het fonds heeft een beoogde omvang van € 32 mio en wil dat investeren in 10 tot 15 groeiende MKB bedrijven.

Bron: Hobaho

johan-verschoor-drone-teler-landschapsbeheer-greenport

Natuurbeheer met de drone: Teler Johan redt er reekalfjes mee

Een drone besturen, reekalfjes verstopt in het hoge gras vinden en bijdragen aan de natuur hier in de regio. Johan Verschoor is teler en biologische melkveehouder. Tijdens zijn jaarlijkse maaironde zet hij sinds kort een drone in. Waarom? Vanuit zijn liefde voor de natuur. 

Vanwege de regen maait hij dit jaar later. Puur omdat het land te nat was om de machine op te laten rijden. Het gras stond dan ook hoger, want normaal was er nu al gemaaid. Dit hoge gras is de perfecte schuilplek voor reekalfjes. Met de drone, voorzien van warmtesensor en camera, spoort Johan de kalfjes op. Zodra de drone hitte detecteert verschijnt er een witte stip in het scherm. Met de reguliere camera kan worden ingezoomd om te zien wat de witte stip veroorzaakt. Als er eenmaal uitsluitsel is dat het een reekalfje is gaat Johan het land in zodat hij de reekalfjes op een veilige plek kan terugzetten in hun natuurlijke omgeving. 

Meer dan reekalfjes

Ook vond Johan nesten van eenden (leeg) en zaten er de hazen goed verstopt. “Die redden zich wel, maar reekalfjes niet. Die blijven doodstil liggen. Door ze op te sporen met de drone kan ik ze in veiligheid brengen. Hun moeders kwamen allemaal binnen korte tijd de jongen ophalen.” “Gelukkig wel”, vertelt Johan. “Want als er ook maar iets van menselijke geur achterblijft op de jongen worden ze verstoten. Daarom draag ik handschoenen en gebruik ik het gras als bedekking om er voor te zorgen dat mijn geur niet op de jongen komt.”

Meer dan teler

Een teler kun je ook als landschaps- en natuurbeheerder zien. Naast de zorg voor de bollen en personeel, is een aantal telers ook actief in studieclubs om de teelt te verduurzamen. Of dragen ze bij aan een project, zoals Remote Sensing voor Sierteelt. Greenport Duin- en Bollenstreek is partner in dit project en projectleider Walter Kort is blij met de aandacht die de dronetechniek krijgt in o.a. het Leids Dagblad van donderdag 27 juni 2024.

Uitbreiding inzet drones is mooie stap

Walter: “Het is mooi om te zien dat drones steeds vaker worden toegepast in de land- en tuinbouw in deze regio. Vanuit Unmanned Valley zijn wij binnen het project Remote Sensing voor Sierteelt bezig met de inzet van drones in de sierteelt. Momenteel zoeken wij naar botrytis in tulpen en hyacinten. Door de drone over het veld te laten vliegen, foto’s van de te maken, de data te kwalificeren kunnen wij een AI trainen om in een vroeg stadium deze ziekte opsporen. Binnen het project werken diverse partijen samen, waaronder telers. De eerste fase van het project was erg succesvol, en een vervolg is dan ook een logische stap!” Lees meer over het project Remote Sensing voor Sierteelt.

Peter Maes nieuwe voorzitter Tuinbouw Ondernemersprijs

Peter Maes: “Voor onze sector is het van levensbelang om verbinding te blijven zoeken met elkaar, met ketenpartners en met de maatschappij. Luisteren naar elkaar is hiervoor essentieel. Zo kunnen we ons verhaal nog beter vertellen en zichtbaar maken. De tuinbouw heeft sterke troeven op het gebied van duurzaamheid en innovatie en is daarmee een voorbeeld voor telers en boeren wereldwijd. De tuinbouw is één van de topsectoren en verdient deze status ook, omdat ze een belangrijke economische pijler voor Nederland vormt. Met de Tuinbouw Ondernemersprijs laten we zien welke ‘waarde’ er uit de tuinbouw voortkomt en hoe deze relevant en toekomstbestendig kan worden gemaakt vanuit deze sterke economische basis. Het is een voorrecht hieraan bij te mogen dragen.

Mijn voorganger Michiel heeft al mooie veranderingen bij de Tuinbouw Ondernemersprijs doorgevoerd, zoals de invoering van een themaprijs en de samenwerking met Greenports, om zo de diverse actuele en innovatieve thema’s in onze sector te belichten. Tijdens zijn staat van dienst zijn er de afgelopen zes jaar prachtige parels uit de sector gepresenteerd. Ik zal dat met veel plezier voortzetten.”

Peter Maes (1965) is Chief Strategy Officer bij Koppert.

huisvesting-internationale-medewerkers-lto-nederland

Nieuwe normen huisvesting internationale medewerkers met AKF-huisvestingskeurmerk

Huisvesting is een belangrijke secundaire arbeidsvoorwaarde voor internationale medewerkers. Het Agrarisch Keurmerk Flexwonen (AKF) waarborgt de kwaliteit van huisvesting op land- en tuinbouwbedrijven: niet alleen voor jaarrond-, maar juist ook voor seizoenshuisvesting. De nieuwe normen die per 15 augustus 2024 ingaan, sluiten nog beter aan bij de wensen en behoeften van de mensen die gehuisvest worden, werkgevers én gemeenten.

Stappen vooruit

Eric Douma, bestuurder van LTO en tevens voorzitter College van Belanghebbenden van AKF: “Wij nemen als land- en tuinbouwsector onze verantwoordelijkheid in goed werkgeverschap. Het goed huisvesten van onze medewerkers maakt hier een belangrijk onderdeel van uit. Bovendien luisteren wij naar de kwaliteitseisen die supermarkten stellen aan ondernemers. De nieuwe normen van AKF passen bij de ontwikkelingen die gaande zijn in de maatschappij en op het erf van boeren en tuinders.”

Henry Stroek, bestuurder van CNV: “Stap voor stap komen we als sector dichter bij de gestelde ambitiedoelen van Roemer. De nieuwe normen zijn een belangrijke stap voorwaarts.”

Seizoenhuisvesting

Werken in de land- en tuinbouw kenmerkt zich door pieken tijdens de oogst. Het borgen van de kwaliteit van seizoenhuisvesting is daarom heel belangrijk voor de sector. AKF zorgt ervoor dat ondernemers die kortstondig huisvesting nodig hebben (max. 4 maanden), ook in aanmerking komen voor certificering.

Bestuurder René Simons van NFO: “Tijdens bijvoorbeeld de appel- en perenpluk heb je in een periode van zo’n 6 tot 7 weken veel internationale medewerkers op je bedrijf aan het werk. Je wilt als werkgever deze medewerkers ook goed huisvesten, bij voorkeur op je eigen erf. Investeren in jaarrond huisvesting is dan financieel gezien niet haalbaar. Het tijdelijk neerzetten van comfortabele woonunits wel. Met AKF kan de kwaliteit van veilige en hygiënische huisvesting die slechts in de piek gebruikt wordt, geborgd worden. Wij vinden het van belang dat er zowel voor ondernemers met jaarrond huisvesting als ondernemers met seizoenshuisvesting een keurmerk beschikbaar is.”

Grootste verandering: uitzendkrachten ook welkom in AKF gecertificeerde seizoenshuisvesting

Eric Douma: “Als sector geven we er de voorkeur aan dat ondernemers zelf mensen in dienst nemen. Maar we beseffen ook dat bedrijven vaak (gedeeltelijk) werken met uitzendkrachten in het seizoen. Daarom is het vanaf 15 augustus 2024 binnen AKF ook mogelijk om deze groep uitzendkrachten onder voorwaarden op het erf te huisvesten.”

“Een bijkomend voordeel is dat hiermee woon-werkverkeer beperkt wordt: je ontlast woonkernen en daar zijn gemeenten en dorpsbewoners ook blij mee. Een win-winsituatie voor iedereen”, vult René Simons aan.

Veel strengere eisen aan jaarrond huisvesting

In de nieuwe normen van AKF is ook opgenomen dat een medewerker in jaarrond huisvesting recht heeft op minimaal 13 m2 leefruimte, en vanaf 1 januari 2026 op 15 m2. De beloopbare oppervlakte in een slaapkamer dient minimaal 3 m2 per persoon te zijn. Sanitair dient onder hetzelfde dak te zijn als het slaapverblijf voor jaarrond huisvesting. Bij jaarrond huisvesting slapen er maximaal 2 personen op een kamer; indien mogelijk ‘stelletjes’ of familie.

Trots

René Simons: “Ik ben trots dat we als sector een keurmerk hebben dat maatwerk levert voor elk type bedrijf. En dat altijd voldoende veiligheid, hygiëne en comfort biedt voor onze internationale medewerkers die we huisvesten. Bovendien houden we het altijd praktisch en vragen wij aan de mensen zelf hoe zij gehuisvest willen worden. Zo staat iedereen achter de gemaakte keuzes: werkgevers- en werknemersvertegenwoordigers, gemeenten en supermarkten.”

Bron: LTO Nederland

Patrijs-demoveld-bollenstreek-Hugo-Langezaal-greenport

Nieuwsbrief juni 2024

In de nieuwsbrief van juni 2024 vind je onder andere:

Lees de volledige nieuwsbrief gemakkelijk online.

Elke maand de nieuwsbrief in je mailbox? Meld je aan door op de homepage het formulier in te vullen.

Harry-Leon-Schuttelaar-Regiocertificering-Greenport

Harry Kager over Regiocertificering: “Een initiatief van kwekers in overleg met diverse organisaties in de regio.”

Eind 2023 is een plan opgesteld om in de regio Duin- en Bollenstreek aan de slag te gaan om de regionale doelen (geformuleerd in het Zuid-Hollands Programma Landelijk Gebied) te gaan halen. Het behalen van doelen in een gebied doe je niet alleen. Het vereist een aanpak waarbij kwekers, sectoren en organisaties samen aan de slag gaan, ondersteuning krijgen van experts en met elkaar kunnen klankborden. Dit is het plan onder de titel Regiocertificering.

Vanuit Schuttelaar en Partners is Harry Kager, met zijn collega Léon Jansen, door ons ingeschakeld om het plan op te stellen. Tal van partijen als LTO Noord, organisaties binnen en buiten de sector, experts en bollentelers zijn geraadpleegd en hebben aan het plan meegewerkt. De plannenmakerij is in januari 2024 in feite afgerond door Simon Pennings. Pennings overhandigde het projectplan om aan de slag te gaan met Regiocertificering aan Jaap Smit, de commissaris van de Koning.

Waarom zijn jullie door KAVB en Greenport gevraagd om te helpen bij het opstellen van een plan?

Collega Léon en ik willen de wereld een beetje beter maken en de agrifood sector helpen verduurzamen. Daarbij heb ik van huis uit een sterke drive om ondernemers in de agrarische sector te helpen. Maar eerlijk gezegd denk ik dat het komt doordat we de sector, overheden en maatschappelijke organisaties met een aantal andere complexe vraagstukken hebben mogen helpen. Daarbij proberen we altijd een transparante rol te hebben en mogelijk te maken dat partijen samenwerken aan ambities, overheidsdoelstellingen en op een voor ondernemers realistische manier. Bijvoorbeeld als het gaat om biodiversiteit en milieuaspecten.

Ik verbind partijen. Mooie projecten van ons waar ik trots op ben zijn bijvoorbeeld ook het Deltaplan Biodiversiteitsherstel (www.samenvoorbiodiversiteit.nl) en ik ben voorzitter van een Nederlands agrifood platform om de sector in Oekraïne te helpen en te verduurzamen. Regiocertificering is ook een heel mooi initiatief. Voor mijn gevoel is het vooral een initiatief van de kwekers in overleg met allerlei organisaties in de regio zelf. Daar word ik blij van, want het komt voort uit ‘willen’.

Wat houdt volgens jou Regiocertificering in?

De sector in de regio staat voor opgaven als het gaat om plantgezondheid, waterkwaliteit, bodemkwaliteit, biodiversiteit, energie en klimaat. Regiocertificering is een systematiek om op bedrijfsniveau inzichtelijk te maken hoe de bedrijven scoren op deze thema’s en om samen te kijken hoe de prestaties te verbeteren. Het gaat dus om inzicht en samen leren. Telers in de Duin- en Bollenstreek onderkennen de urgentie om hun bedrijfsvoering verder te verduurzamen en op een gestructureerde en inzichtelijke wijze de regionale doelen te halen.

Provincie, Hoogheemraadschap van Rijnland en andere partijen in het gebied zien de opgaven ook en zijn positief dat kwekers daarmee aan de slag willen. Ik heb veel verschillende mensen en organisaties het afgelopen half jaar mogen interviewen over de voorgestelde aanpak. Wat mij opvalt is dat echt veel mensen in de regio positief zijn over de kwekers en melkveehouders. Helemaal nu ze actief aan de slag willen om gebiedsdoelen te halen. De eerste prioriteit is het voldoen aan de normen van de Kaderrichtlijn Water door het verminderen van de impact op het milieu door meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen. Dat gaat met deze aanpak lukken!

Wat zijn de volgende stappen?

We zijn opgestart. In mei 2024 hebben we een groep kwekers van voorjaarsbloeiers, o.a. tulpenbollen, gesproken. Zij willen meedoen en willen vooral dat we direct aan de slag gaan. Komende maanden zijn zij heel druk op het bedrijf en gaan wij allerlei bedrijfsdata bij de ondernemers ophalen en de indicatoren(KPI’s: kritische prestatie indicatoren) per bedrijf berekenen. Het verkrijgen van die bedrijfsdata, het doorrekenen en met een duur woord ‘benchmarken’ is veel werk komende zomer. Dit stuk is essentieel en de basis voor vervolgdiscussie en individueel advies in het najaar. Tegelijkertijd hebben enkele vaste plantenkwekers zich bij ons gemeld om een tweede pilotgroep te vormen.

Door samen te werken als kwekers, met adviseurs en met partijen daaromheen zoals het Hoogheemraadschap en de Provincie kunnen we grotere stappen zetten dan ieder afzonderlijk en houden we elkaar scherp. We beginnen met fosfaat en waterkwaliteit in een kleine groep, maar het doel is: meer thema’s en meer telers.

Hoe kijk jij naar de toekomst van Regiocertificering en de uitwerking op de Duin- en Bollenstreek?

De aanpak is gericht op verduurzamen en het behalen van de gebiedsdoelen. Daarvoor starten we nu met pilotgroepen en willen we snel uitbreiden naar meer agrarische ondernemers. We zitten nu in de pilot- en ontwikkelfase en werken toe naar een systeem dat kan blijven functioneren de komende jaren. Het draait daarbij vooral om samen leren, duurzaamheidsprestaties inzichtelijk maken en deze prestaties verbeteren. Regiocertificering is daarbij een waarborg dat de sierteelt en gehele agrarische sector in de regio voldoet aan de maatschappelijke opgaven.