Bollenvogels-greenportdb

Gedeputeerden Berend Potjer en Meindert Stolk aan het woord over Regiocertificering

Vragen aan gedeputeerde Berend Potjer

afbeelding_berend_potjer_1-1

Wat is de toekomst van de bollenteelt en de land- en tuinbouw als geheel in de regio Duin- en Bollenstreek?

Berend Potjer: “Een Duin- en Bollenstreek zonder kleurrijke bollenvelden in het voorjaar is bijna niet voor te stellen, het heet niet voor niets de Duin- en Bollenstreek. De bollenteelt is belangrijk voor de regio, vanuit de hele wereld komen mensen naar Zuid-Holland om te genieten van de bloeiende velden. De licence to operate staat ter discussie en de druk op het gebied is groot. We moeten slim omgaan met de beperkte ruimte en de sector moet haar licence to operate behouden door bij te dragen aan een goede balans tussen natuur, water en bodem. Duurzame teelt zonder chemicaliën helpt om deze balans te behouden en draagt bij aan economische groei. De provincie werkt daar graag aan mee.”

Kwekers van bloemen en vaste planten in de Duin- en Bollenstreek gaan samen aan de slag om hun milieu-impact te verminderen. Zij zetten momenteel in op het verbeteren van de waterkwaliteit en daarmee het behalen van de Kaderrichtlijn Water. Dit doen zij onder de titel Regiocertificering. Hoe belangrijk is het dat zij dit initiatief hebben genomen om aan de slag gaan?

Berend Potjer: “Het getuigt van visie en daadkracht dat de markt zelf het initiatief heeft genomen voor Regiocertificering. Ondernemers werken hierbij gezamenlijk aan maatschappelijke doelen zoals het verbeteren van de waterkwaliteit en het terugdringen van emissies. Ik zie dan ook uit naar de uitkomsten van de eerste jaarrapportage. Het is begrijpelijk dat de sector een appèl heeft gedaan aan de overheid om deze ontwikkeling te ondersteunen.”

Het Rijk is gestopt met het Nationaal Programma Landelijk Gebied. GS hebben afgesproken om de provinciale aanpak (het Zuid-Hollands Programma Landelijk Gebied oftewel ZH-PLG) voort te zetten vanuit de gegroeide samenwerking in de gebieden. Wat is in uw ogen nodig om vanuit deze samenwerking te komen tot voortgang in de verduurzaming van de agrarische bedrijven?

Berend Potjer: “Met het stopzetten van het NPLG door het Rijk zijn de problemen niet verdwenen. De doelen op het gebied van natuur, landbouw, water, stikstof en klimaat veranderen niet en het kabinet onderkent dat ook. We moeten allemaal een bijdrage leveren aan het realiseren van die water-, klimaat- en natuurdoelstellingen. Samen met onze inwoners, bedrijven en overheden uit het gebied willen we ons hiervoor blijven inzetten. Dat doen we door de samenwerking in de gebieden voort te zetten, door concrete projecten uit het Maatregelenpakket uit te voeren en door kennisopbouw en leerervaringen mogelijk te maken. Juist dit soort lerende processen zijn hiervoor essentieel. Samen met Living Lab B7 onderzoeken we bijvoorbeeld hoe de Bollenstreek stappen kan zetten in biodiversiteitsherstel. Zo kunnen we bijvoorbeeld unieke bollenvogels als de gele kwikstaat en veldleeuwerik behouden voor het gebied.”

Heeft u een tip voor de kwekers die aan de slag gaan met Regiocertificering? Heeft u een tip voor de betrokken overheden die aan de slag gaan met Regiocertificering?

Berend Potjer: “Toon lef, ga aan de slag en leer van je collega’s! Door het delen van ervaringen met collega’s helpen jullie elkaar naar een hoger kwaliteitsniveau. Ook de provincie heeft veel ervaring met lerend werken. Weet ons te vinden als je ervaring uit wil wisselen of tegen dingen aanloopt. De collectieve inzet van de ondernemers, de steun van betrokken overheden en een toenemende vraag naar gecertificeerde bollen vormen samen de basis voor een duurzame toekomst van de sector.”

Vragen aan gedeputeerde Meindert Stolk

meindert_stolk_10047_1-1

Hoe kijkt u naar de sierteelt en de gehele landbouw in de regio Duin- en Bollenstreek?

Meindert Stolk: “Ik ken de bollensector als een sterke innovatieve sector, die nu ook weer vooroploopt met de inzet van bijvoorbeeld robots en weerbare teelten. Dat ze de toekomst met vertrouwen tegemoetzien, blijkt uit de geïnitieerde samenwerking in de regiocertificering, dat is een nieuwe coöperatieve aanpak van lastige vraagstukken.”

Voor welke maatschappelijke én regionale doelen is innovatie volgens u van belang voor de sierteelt en andere landbouwsectoren in de Duin- en Bollenstreek?

Meindert Stolk: “Het is vooral belangrijk om samen aan de slag te gaan met nieuwe duurzame verdienmodellen. Dus inzetten op teelten en melkveehouderij met behoud van een schoon milieu en behoud van een sterk verdienmodel. Ook de inzet van internationale medewerkers en het zorgen voor goede arbeidsomstandigheden zijn actuele vraagstukken. De uitdaging is om mooie producten te blijven leveren op een duurzame manier, met behoud van inkomen. Daar moeten we samen mee aan de slag als ondernemers, provincie en andere partijen.”

Welke vorm(en) van ondersteuning kunt u bieden aan kwekers en andere agrarische ondernemers te helpen als zij verduurzamen?

Meindert Stolk: “Hier hebben wij meerdere mogelijkheden voor. Als provincie bieden wij een regeling aan voor innovatie in de land- en tuinbouw. Daarnaast ondersteunen we het project Regiocertificering.”

Heeft u een tip voor de kwekers die aan de slag gaan met Regiocertificering? Heeft u een tip voor de betrokken overheden die aan de slag gaan met Regiocertificering?

Meindert Stolk: “Regiocertificering is een voorbeeld voor de aanpak in de hele grondgebonden land- en tuinbouw. Je kan het ook zien als een vervolg op Kringloopcertificaten in Midden-Delfland. Agrarisch ondernemers die het initiatief nemen voor een aanpak en een perspectief voor individuele bedrijven én voor het gebied. Het zou fantastisch zijn als deze vorm van samenwerking bredere navolging krijgt.  Ga op bezoek bij de ondernemers in Midden-Delfland, zij hebben al 15 jaar ervaring met KPI-doelsturing in de praktijk!”

Strodekken-winter-nieuwsbrief-greenport

Nieuwsbrief september 2024

In de nieuwsbrief van september 2024 vind je onder andere:

Lees de volledige nieuwsbrief gemakkelijk online.

Elke maand de nieuwsbrief in je mailbox? Meld je aan door op de homepage het formulier in te vullen.

demoveld-bollenstreek-greenport

Onderzoek HAS-studenten op Demoveld Bollenstreek en update Kennisplatform Duurzame Bollenstreek (Fieldlab)

Afgelopen voorjaar is het eerste teeltseizoen op het Demoveld Bollenstreek geweest. Hierbij zijn twee soorten tulpen geteeld. Buiten dat er ervaring is opgedaan met het telen op een natuurinclusieve en extensieve wijze, is ook de biodiversiteit gemeten. De komende jaren zal dit ook gebeuren, om zo uiteindelijk een beeld te krijgen welke biodiversiteit je kan aantreffen in de bollenteelt, welke (positieve) effecten dit kan hebben op de teelt en wat natuurinclusieve maatregelen doen met de opbrengst op het perceel. 

De grootste les van het eerste seizoen bollenteelt op het Demoveld is dat je het lef moet hebben om het anders te doen en dat het heel veel tijd kost alle gevangen insecten te determineren. Maar daarnaast is het een mooi resultaat dat onder andere weergeeft dat er:

  • Op de natuurinclusieve zijde een significant hoger aantal kruipende insecten is gevonden;
  • In en langs de bloemenstrook hogere aantallen kruipende en vliegende insecten tot bepaalde afstand zijn gevonden; 
  • Houtvezel en een dikkere strolaag positief zijn ervaren: de onkruiddruk bleef binnen de perken;
  • Geen schadelijke aaltjes zijn aangetroffen.

Blijf het Demoveld volgen voor meer inzichten de komende jaren! Lees meer >>>

Kennisplatform Duurzame Bollenstreek (Fieldlab)

Projecten zoals het Demoveld Bollenstreek bieden perspectief voor bollentelers en agrariërs om nieuwe praktijken met elkaar te testen. Om hier in de toekomst meer agrariërs de ruimte voor te geven zijn we de afgelopen maanden hard aan het werk om tot een ontwerpplan voor een experimenteerlocatie te komen. Dit betekent dat initiatieven zoals het Demoveld, kunnen groeien in de Duin- en Bollenstreek en dat er ook een grote focus ligt om samen het beter te doen en de kennis ook met elkaar te kunnen delen om de Bollenstreek een bloeiende regio te houden.

Momenteel proberen we al een project gefinancierd te krijgen om een begin te maken voor een kennisplatform. Hierin kan kennis uitgewisseld worden, praktijkproeven opgestart en geleerd worden vanuit doelsturing. Dit alles wordt gecoördineerd door een projectleider. 
Het ontwerpplan zal eind van dit jaar af zijn en worden ingediend als subsidie. Mocht je aan willen sluiten, op de hoogte gehouden willen worden of een initiatief hebben wat bij een experimenteerlocatie past, laat dat weten via communicatie@greenportdb.nl. We komen graag met je in contact!

Demoveld-Bollenstreek-tulpen-aafke-jan-seignette-interview

Demoveld Bollenstreek: “Het weer viel nog niet mee!”

Welke verwachtingen hadden jullie van tevoren?

Bram wilde ervaring opdoen met nieuwe teeltmaatregelen die in de praktijk niet zo snel uitgevoerd zouden worden. Ontdekken wat wel/niet werkt, doen en ervaren.
Aafke en Cassandra dragen het motto van Living Lab B7 uit: ‘doen-leren-beter doen’. Zij zijn dan ook gestart met het Demoveld met de verwachting dat ze een heleboel zaken zouden tegenkomen die van tevoren niet ingeschat konden worden. “Over het algemeen hoopten we dat het Demoveld een plek zou worden waar telers samen met ons én andere partijen ervaring op kunnen doen en van elkaar kunnen leren als het gaat om het telen van gezonde bollen, gebruikmakend van en met meer ruimte voor biodiversiteit.”

Wat viel nog niet mee?

Bram: ” De galmijtbestrijding van de gerooide bollen vraagt om een nieuwe aanpak. Die nieuwe aanpak is nog niet bij alle bedrijven in de praktijk bekend of uitvoerbaar. We hebben biologische teler Huiberts bereid gevonden om ons te helpen met een ULO-behandeling van de bollen. Dit is een toekomstbestendige manier om galmijtproblemen te voorkomen, maar of deze manier op onze bedrijven haalbaar is, is nog zeer de vraag.”

Goed onderzoek naar het effect op virusoverdracht en het effect van een bloemenrand, heg en groen spuitschema is nog best lastig. Welk effect hebben de maatregelen nu daadwerkelijk op het viruspercentage van het gerooide product? En mogen we hier wel een effect van verwachten?

Aafke en Cassandra zeggen in koor: “Het weer viel niet mee! Oktober 2023 is het begonnen met regenen en die regen heeft lang aangehouden. Daardoor liep het planten van de bollen vertraging op en kon de groenbemester niet ingezaaid worden. Het maakte meteen duidelijk dat we ons voortdurend zouden moeten aanpassen op de gegeven omstandigheden.”

Wat hebben jullie geleerd?

Bram: “Bodemresetten heeft goed gewerkt om van veel lastige wortelonkruiden af te komen en dat het afdekken met houtvezel een goede methode bleek om onkruid te beheersen. Bodemleven bij houtvezel is anders dan bij stro.

Aafke en Cassandra: “Dat starten met ‘doen’ inderdaad veel oplevert en dat je ervoor moet gaan. Daarbij is het ook belangrijk om vertrouwen te hebben in elkaar. Wij waren ook erg onder de indruk van de kennis, kunde, daadkracht en inzet van de jongens op het veld. Met name Bram Mulder (Agrifirm-GMN) heeft heel veel betekent in het meedenken en regelen van allerlei praktische zaken, ook met begeleiding van de studenten.”

Waar zijn jullie het meest trots op? 

Bram: “Samenwerking van vooruitstrevende bedrijven in de streek om te onderzoeken hoe ieders belang zo veel mogelijk gediend kan worden in de bollenteelt van de toekomst.”

Aafke en Cassandra: “Dat we een goed eerste seizoen hebben gedraaid, met als concreet resultaat ‘demoveld-tulpenbollen’ die gebruikt gaan worden in o.a. de Tuinbouw Battle!”

Wat vinden jullie van de resultaten van het onderzoeksverslag van Indy en Pim?

Bram: “We hebben veel geleerd over het effect van de verschillende teeltmaatregelen op de biodiversiteit. Pim en Indy hebben ons met een andere bril laten kijken. Aandacht voor het rendement van de teelt moet echter wel genoeg aandacht krijgen in het vervolgonderzoek.”

Aafke en Cassandra: “Het onderzoek van Indy en Pim richtte zich met name op de biodiversiteitsmonitoring op het veld. Omdat we in de beginfase zitten zijn de effecten op biodiversiteit (nog) beperkt. Alleen ‘kruipende insecten’ als loopkevers waren in grotere aantallen te vinden aan de zijde die natuurinclusief geteeld wordt dan op de extensieve zijde. De monitoring wordt de komende tijd voortgezet en deze eerste resultaten geven een mooie voorzet voor verder onderzoek naar natuurinclusieve teelt.” 

“Mooi om te zien dat er al veel biodiversiteit wordt aangetroffen.”

Is uit de onderzoeken gekomen wat jullie hadden verwacht?

Bram: “De praktische ervaring met de nieuwe teeltmethoden was leerzaam. De bedrijfseconomische haalbaarheid van de verschillende maatregelen en de langetermijneffecten in de bedrijfsvoering zijn echter nog wel onzeker.”

Aafke en Cassandra: “Ja, zoals verwacht zijn er nog geen conclusies te trekken na een eerste teeltseizoen over de effecten op biodiversiteit. Wel is het mooi om te zien dat er al veel biodiversiteit wordt aangetroffen. Met betrekking tot de teelt is het positief te noemen dat de combinatie van natuurinclusieve teeltmaatregelen en minder chemische gewasbeschermingsmiddelen het onkruid en botrytis onder controle is gehouden.”

Hoe kijken jullie naar de volgende onderzoeksronde van de HAS-studenten?

Aafke en Cassandra: “Ook voor het onderzoek geldt ‘doen-leren-beter’ en dat meten en bijsturen een belangrijk onderdeel is. We verwachten in elk geval dat de volgende onderzoeken ons steeds meer inzicht geven in natuurinclusief telen, dat zijn heel welkome inzichten.”

Hoe verliep de samenwerking onderling?

Bram, Aafke en Cassandra: “Soms is het nog wel een beetje zoeken naar wat ieders rol en verantwoordelijkheid is in het project (dat is niet vreemd als verschillende organisaties samenwerken), maar de samenwerking gaat gevoelsmatig steeds beter.”

Wat zijn jullie dromen voor de toekomst als het gaat als het gaat om de bollenteelt in de Duin- en Bollenstreek?

Bram: “Ik zou het gaaf vinden om de maatregelen die we nemen op het Demoveld te integreren in de gangbare teelt. Denk dan aan het gebruik van houtvezel of het bodemresetten wat we hebben uitgevoerd. Daar is nog wel meer onderzoek en ervaring voor nodig. Daarnaast gaan we nog meer gebruikmaken van technologie (bijv. drones, sensoren en data) die ons helpt om betere beslissingen te nemen en middelen specifiek in te kunnen zetten, precies waar/wanneer ze nodig zijn.”

Aafke en Cassandra: “Dat de bollenteelt iets toevoegt aan zowel natuur als landbouw. Een toekomstbestendige teelt met veel biodiversiteit en natuurwaarden.”

sterk-techniek-onderwijs-leiden-duin-en-bollenstreek-greenport

Sterk Techniekonderwijs: een win-win-winproject voor onderwijs, bedrijfsleven en werknemers van de toekomst

Sterk Techniekonderwijs is een programma van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Sinds 2018 ontvangen vmbo-scholen en mbo-opleidingen subsidie om te investeren in techniek- en technologieonderwijs. Het doel is om de instroom in technische profielen en techniekopleidingen te verhogen. De subsidieaanvraag voor de komende projectperiode – die loopt van 2025 tot 2028 – vereist een nieuwe samenwerkingsovereenkomst tussen onderwijsbesturen uit de regio. Het moment van ondertekening nodigde uit tot reflectie en het delen van plannen voor de toekomst. In de nieuwe subsidieronde worden een aantal nieuwkomers verwelkomd: Driestar Leiden, Leo Kannerschool voor voortgezet speciaal onderwijs (VSO) in Oegstgeest en Visser ‘t Hooft Lyceum in Leiderdorp en Rijnsburg sluiten zich aan  bij Sterk Techniekonderwijs Leiden, Duin- en Bollenstreek (STO LDB).

“Nieuwe mensen zijn hard nodig voor het voortbestaan van het prachtige techniekvak”

Met de uitnodiging aan de bestuurders gaf directeur Rob Grimbergen aan hoe belangrijk hij de samenwerking met het onderwijs vindt: “De techniek is een prachtig vak. Ook wij als ‘oud’ familiebedrijf, hebben nieuwe technische mensen hard nodig voor ons voortbestaan.” Programmamanager Fatma Afiyon van STO LDB voert momenteel gesprekken met bedrijven. Zij kunnen relevante praktijkervaring aanbieden in de vorm van stages, gastlessen en bedrijfsbezoeken. “Een samenwerking met het onderwijs zorgt voor een betere beeldvorming van de techniekwereld, betere aansluiting van opleiding op werk en voor contextrijke leeromgevingen voor de toekomstige werknemers”, aldus Afiyon. “Als leerlingen zien wat voor kansen er liggen in de techniekwereld, zullen ze eerder kiezen voor een technische opleiding. Daarmee verkleinen we de tekorten op de arbeidsmarkt.”

Begin 2025 vindt een feestelijke kick-off van de nieuwe projectperiode plaats, waarin de nieuwe plannen voor de regio worden gepresenteerd. Bedrijven die geïnteresseerd zijn in een samenwerking kunnen contact opnemen met Fatma Afiyon per e-mail: info@afiyon.nl.

Terugblik en vooruitkijken

STO LDB heeft voor de regio al een verhoogde instroom opgeleverd binnen de technische vmbo-profielen. Vijf hotspots bij middelbare scholen bedienen honderden basisschoolleerlingen met techniek- en technologieworkshops. Er zijn doorlopende leerroutes ontwikkeld naar mbo-opleidingen niveau 2 en dat gaan er meer worden. Techniek is overal, dus vanuit de harde techniek wordt de focus verbreed. Eerst naar groen en zorg en daarna zijn andere kansrijke sectoren in de regio gefaseerd aan de beurt. Er is een toename te zien in het aantal meiden in de techniek, maar dit blijft een aandachtspunt voor de projectgroep. Voor de grote groep mavo-leerlingen in de regio, die behoefte heeft aan meer variatie in het lesaanbod, worden praktijkgerichte programma’s ingezet. Ook is er een nieuwe programmalijn opgezet voor loopbaanoriëntatie (LOB). De samenwerking tussen scholen onderling en onderwijs en bedrijfsleven zal worden verdiept en verduurzaamd. Bestuurder Dyane Brummelhuis van penvoerder Stichting Fioretti Teylingen: “STO heeft echt ergens toe geleid. We kunnen nu mooi voortbouwen in de regio.”

Dataverzameling voor Regiocertificering in volle gang

Regiocertificering en de Kaderrichtlijn Water

Naast dat er data van de telers verzameld wordt, is het een bedrijfsbezoek ook een mooi moment om toe te lichten aan de telers hoe dit project een belangrijke rol kan spelen om alle telers op weg te helpen om in de toekomst aan de Kaderrichtlijn Water te voldoen. Met dit project willen we stimuleren dat telers elkaar gaan helpen.

Data voor opstellen KPI’s

Op dit moment hebben we van meer dan de helft van de telers die meedoen de data verkregen. Sanne en Stefan verwerken deze data om KPI’s (Kritische Prestatie Indicatoren) te berekenen en de verschillen tussen percelen, gewassen en telers te bepalen. Deze KPI’s geven uiteindelijk inzage in de verduurzamingsmogelijkheden voor de bollenteelt.

Vervolgstappen

De verwachting is dat over ongeveer een maand vanaf nu (dus half oktober 2024) een update volgt over de eerste bevindingen die zijn gedaan aan de hand van de data. Via deze weg maken Sanne en Stefan ook gebruik van de mogelijkheid om de telers die meedoen nu al te bedanken voor hun inzet en het delen van deze waardevolle data. Met elkaar werken we aan het verduurzamen van de bollenteelt in de Duin- en Bollenstreek. Regiocertificering is daar een middel toe.

Lees hier meer over Regiocertificering.