Ontmoet Indy en Pim die onderzoek doen op Demoveld Bollenstreek

Indy en Pim zijn vol goede moed aan de slag gegaan met hun onderzoek, en onderzoeksplan, op het demoveld. Zij doen hier als tweede groep studenten onderzoek tot 1 juli 2024..
Hoe het zo komt dat zij voor een studie aan de HAS green academy hebben gekozen en voor dit onderzoek leggen ze graag zelf uit.

Vertel eens iets over jezelf en hoe je terecht bent gekomen bij deze opdracht?

“Ik ben Pim van Duuren, 21 jaar en student Toegepaste Biologie aan de HAS green academy in Den Bosch. Biologie vond ik het interessantste vak op de middelbare school, vandaar dat ik het ook ben gaan studeren. Nu aan het einde van mijn studie heb ik deze opdracht toegewezen gekregen als afstudeerproject.

Indy is de onderzoekspartner van Pim: “Ik ben Indy Lexmond, 22 jaar en ook vierdejaars toegepaste biologie student aan de HAS. Mijn interesse naar flora en fauna begon al op jonge leeftijd. Ik was altijd al heel onderzoekend en nieuwsgierig, en super geïnteresseerd naar hoe alles in de biologie samenwerkte. Door verschillende soorten stages te hebben gelopen ben ik erachter gekomen dat planten mij het meest interesseren, dit omdat er zoveel factoren meespelen en er nog zoveel te ontdekken valt. Ik hoop met deze opdracht dan ook een steentje bij te kunnen dragen aan een nieuwe vorm van telen. Omdat wij biologen in opleiding zijn kijken wij met een andere visie op de bollenteelt en kunnen onze ideeën van toegevoegde waarde zijn.  

Wat is relatie tot bollen/bloemen en biodiversiteit e/o natuurinclusief telen?

Pim: “Het zou mooi zijn als je bollen kan telen en tegelijkertijd de biodiversiteit op peil kan houden en daar gebruik van maken. Als je dat doet dan ben je natuurinclusief aan het telen. In de gangbare bollenteelt is er vaak geen tot weinig aandacht voor de biodiversiteit, dat is erg zonde. Op het moment dat de omgeving divers is in soorten dan is er vaak een natuurlijk antwoord op ziektes, plagen of extreme weersomstandigheden. Het gewas hoeft dus minder te vrezen voor deze bedreigingen.”

Indy: “Bollen vereisen veel aandacht omdat we streven naar een zo mooi mogelijk verkoopbare plant. Dit brengt velen zorgen met zich mee omdat er een hoge druk ligt op het fenotypen. De meeste schimmels, bacteriën en insecten zijn niet schadelijk voor de bollen, maar door het gebruik van chemische middelen gaan ook goede organismes dood. Dit is slecht voor het gewas omdat de meeste dingen zich vanzelf oplossen in de natuur. Door een gezonde bodem te creëren en dus ook bollen kan je veel van deze bedreigingen al elimineren. Met natuur inclusieve toevoeging zou je dit kunnen stimuleren om het optimale effect van de oplossingen uit de natuur te verkrijgen.” 

Wat vind je van het demoveld en wat gaan jullie precies onderzoeken?

Pim: “Ik vind het tof dat er een demoveld beschikbaar is en dat we dus buiten aan de slag kunnen gaan. Het feit dat het buiten is zorgt ervoor dat de bollen in eenzelfde soort omgeving staan als de bollen in het veld. Dat betekent dat de data/resultaten die uit dit onderzoek naar voren komen beter te vertalen zijn naar het “echte” veld. Want ze staan nu niet in een gecontroleerde omgeving vrij van alle invloeden die bollenvelden ervaren als ze geteeld worden.”

Indy: “Ik vind het goed dat ze een stuk land beschikbaar hebben gesteld om onderzoek op uit te voeren. Het is heel interessant om op het veld te zien wat de maatregelen voor effect hebben, omdat een lab proef niet altijd even goed werkt in de praktijk. We krijgen hier de mogelijkheid om dingen uit te proberen die de meeste telers niet op hun gewas durven toe te passen, natuurlijk begrijpelijk omdat dat hun inkomsten zou kunnen beïnvloeden. Het is ook erg interessant omdat dit een juiste weergave is van hoe het in het werkveld eraan toe gaat, heel representatief dus. 

Wij gaan op dit demoveld onderzoeken hoe je tulpenbollen kan telen zonder (al te veel) chemische bestrijdingsmiddelen te gebruiken. Zijn er andere manieren om de problemen op te lossen die chemische bestrijdingsmiddelen nu oplossen zonder een grote negatieve impact te hebben op de biodiversiteit. Denk hierbij aan het inzetten natuurlijke vijanden voor kleine organismen als luizen, het stimuleren het afweersysteem van de plant om ziektes te weren of het afdekken van de bodem met houtsnippers zodat onkruid minder de ruimte krijgt om te groeien. Hebben deze methodes dan ook een positieve impact op de biodiversiteit? Daarvoor gaan we a.d.h.v. verschillende soorten vallen bodem- en bovengronds leven vangen. Zo kunnen we zien of de biodiversiteit toeneemt.”

Wat valt je op aan de bevindingen van de voorgaande groep studenten?

Pim: “Al kijk je naar de 0-metingen die zijn gedaan dan zie je dat er een tekort in de bodem is voor veel elementen. Vaak verwacht je dat dat op peil is bij landbouwgronden.”

Indy: “Bij de 0-metingen die zijn uitgevoerd werden er muggenlarven gevonden nadat de bodem was geinundeerd. Dit had ik niet verwacht. Achteraf is het op zich logisch als er voor een langere periode water stil stond. Gelukkig kan het geen kwaad.”

Waarom zijn jullie veel op het veld en wat hopen jullie aan te treffen/mee te maken?

Pim: “Ik hoop een inkijk te krijgen in het werkveld, dat is natuurlijk nog grotendeels een onbekende wereld voor mij. Daarnaast hoop ik dat uit ons onderzoek zal blijken dat er potentie zit in het groener telen, dat alleen al met een vermindering van chemische middelen de biodiversiteit bevorderd wordt en tegelijkertijd de kwaliteit van de tulpen gewaarborgd blijft. Dat het onderzoek een positief signaal is naar de wereld dat het groener telen kan, want als toekomstig bioloog zie ik steeds meer het belang en de noodzaak dat er een omslag moet komen in de landbouw en dus ook in de bollenteelt.”

Indy: “Ik hoop veel nieuwe dingen te leren op gebied van telen, monitoren en communicatie. Ik heb hier nog weinig ervaring mee dus denk ik dat ik grote stappen kan maken. Voor het laatste geldt dat er veel partijen bij dit project betrokken zijn, dus juiste communicatie een must is. Ook zijn de monitoring methodes vrij nieuw voor ons en gaan we ons best doen om dit zo exact mogelijk te verwerken zodat het resultaat een juiste weergave is van de realiteit.”