Voor dit project hebben is er samengewerkt met Unmanned Valley, NL Space Campus, Gemeente Katwijk en Holland Rijnland. De eerste paar wintermaanden zijn voornamelijk achter een computerscherm geweest en werd er veel gesproken met telers en andere vakmensen. In deze periode zijn ook de concepten, software, hardware en alles wat nodig is, ontwikkeld om klaar te zijn voor de lente.
Verzamelen gegevens en labelen
De tweede sprint van het project draaide om het verzamelen van gegevens. Het droneteam heeft talloze testvluchten uitgevoerd om veel te leren over voornamelijk botrytis bij tulpen en hyacinten. De telers bekijken de verzamelde data (hoge resolutie afbeeldingen van de planten) en geven aan wat het AI-model (artificial intelligence systeem) hier ziet. Dit heet labelen en op deze manier wordt het systeem getraind, waardoor het ‘slimmer’ wordt en zelf kan gaan herkennen. De volgende stap is om dit in de praktijk uit te testen. Later kan dit gebruikt worden om er ook andere data aan te koppelen en voorspellingen te doen. Zo zijn er gedetailleerde kaarten gemaakt van de percelen met behulp van de multispectrale camera op de drone en kan er een vertaalslag gemaakt worden met satellietbeelden die meer kunnen vertellen over de algemene omstandigheden van het perceel vanwaar mogelijke risicogebieden aangewezen kunnen worden.
Na de zomer wordt deze fase van het project afgerond en komen er aanbevelingen voor een nieuwe fase. Het leerrendement is nu al ontzettend hoog en is duidelijk dat één teeltseizoen lang niet voldoende is om een doeltreffende toepassingen te ontwikkelen.
Project ‘Remote Sensing voor Sierteelt’
Meer over het project lees je hier op onze website.
De serie bezoeken startte eind maart in Zeewolde bij een grootschalige huisvestingslocatie. Op 9 juni was de firma Neessen Aarbei- en Aspergeplanten in Grashoek het gastbedrijf. De opkomst was wederom hoog. Meer dan 60 geïnteresseerden uit heel het land schreven zich in. Het toont aan dat de werkbezoeken in een informatiebehoefte voorzien.
Verantwoordelijkheid nemen
Het programma was kort, krachtig en bondig. Nees van Wolfswinkel, voorzitter van de bestuurlijke tafel huisvesting Greenports Nederland en tevens wethouder in Neder-Betuwe, opende met een warm welkom. Hij lichtte toe waarom Greenports Nederland en LTO Nederland het thema huisvesting internationale werknemers zo hoog op de agenda hebben staan. ‘We moeten als werkgevers, als overheid en als samenleving onze verantwoordelijkheid nemen om deze mensen goed te faciliteren.’
Maatwerk leveren
De wethouder van Peel en Maas, Rob Wanten, kon dat alleen maar beamen. ‘Over het economisch belang is iedereen het inmiddels wel eens. Maar we moeten maatwerk leveren en het onderwerp zien als een sociaal maatschappelijk thema. Natuurlijk moeten we de internationale werknemers goed faciliteren maar anderzijds moeten we ook oog hebben wanneer er zorgen zijn vanuit omwonenden.’
Draagvlak creëren
Volgens de wethouder wordt draagvlak creëren steeds lastiger. ‘Daarvoor dienen we aan de voorkant de burgers mee te nemen in de plannen.’ De krantenkoppen die vaak denigrerend zijn doen volgens hem geen recht aan de hardwerkende internationale medewerkers en aan de tijd en energie die de gemeente Peel en Maas stopt in het zoeken naar oplossingen en het leveren van maatwerk voor voldoende kwalitatieve huisvesting (4.300 plekken).
Warm welkom beleid
Richting de internationale medewerkers hanteert de gemeente Peel en Maas een ‘warm welkom’ beleid. Er is onder andere een contactfunctionaris aangesteld, een nachtregister ingesteld en veel aandacht voor een actieve BRP-registratie (1.700 registraties). Daarnaast wordt de doelgroep zoveel als mogelijk in hun moedertaal geïnformeerd en is er veel aandacht voor huisvesting(slocaties). Ten slotte benadrukte wethouder Wanten dat regionale samenwerking van groot belang is. In Noord-Limburg vindt steeds meer afstemming plaats.
Zelfvoorzienend
Gastvrouw Inge Neessen is trots op haar laatste nieuwe accommodatie. In drie jaar tijd is er een duurzaam gebouw gerealiseerd, waar het jaarrond tussen de 80 en 200 internationale werknemers op een meer dan adequate wijze gehuisvest worden. Ze hanteren daarbij de SNF-norm plus. Dat wil zeggen: bewust hogere kwaliteitsnormen dan gevraagd. Volgens Neessen is het onmogelijk om internationale werknemers los te zien van goede huisvesting. Vanwege het grote tekort aan goede huisvesting heeft dit bedrijf ervoor gekozen om zelfvoorzienend te worden en dus van niemand afhankelijk te zijn. Het gebouw is energieneutraal en er is veel aandacht besteed aan een beluchtingssysteem, de aankleding, inrichting en het beheer. Desgevraagd vertelde de gastvrouw dat een deel van het gebouw afgesloten kan worden, wanneer seizoenen afgelopen zijn en er minder werknemers verblijven.
Adviezen omgeving
Ook gaf zij aan de hand van een voorbeeld aan dat zij heel bewust ook adviezen van de omgeving meegenomen hebben. Zo hebben ze speciaal voor de internationale werknemers een pad op het terrein aangelegd van de woonlocatie naar het bedrijf. De omwonenden zijn hier blij mee omdat het een oplossing is voor het beperken van het aantal verkeersbewegingen op de openbare weg. ‘Het is fijn dat de relatie met de gemeente goed is, waarbij korte lijnen er bij dit soort zaken voor zorgen dat zaken snel en adequaat worden afgestemd en opgelost.
De familie Neessen kan gezien worden als een mooi voorbeeld van ondernemers in de land- en tuinbouw die de huisvesting goed op orde hebben. De aanwezigen gaven aan een goed en positief beeld te hebben gekregen van deze vorm van huisvesting. Nadere informatie over het volgende bezoek volgt later.
Foto- en videoverslag
Klik hier voor foto’s van het werkbezoek. Bekijk hieronder een videoverslag van het werkbezoek.