Avond voor de sector
We zijn op de helft van de project PPS Fundamentele Systeemsprong en hebben nog ca. twee jaar te gaan. Tijd om de sector te laten zien waar we mee bezig zijn. Het project wordt uitgevoerd met tulp, calla (Zantedeschia), amaryllis (Hippeastrum) en narcis. Er wordt nauw samengewerkt met het Vitale Lelie-project van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en het door de provincie Zuid-Holland en EU gefinancierde project POP3 Vitale Hyacint. Op dinsdag 4 oktober gaan we per gewas de ontwikkelingen langs en is er ruimte voor discussie over de verschillende aspecten die van belang zijn voor deze systeemsprong, zoals de economische kant, teelttechnische uitdagingen, schoon uitgangsmateriaal etc.
Eerste resultaten
Uit de eerste resultaten blijkt dat er door de technologie die voor deze systeemsprong gebruikt wordt, nieuwe mogelijkheden komen om te sturen op de teelt. Hiermee kunnen we de teelt versnellen en optimaliseren. Dit is ook nodig om de duurdere teeltmethode te kunnen bekostigen (starten met weefselkweek en in de kas telen). Om de mogelijkheden van de technologie in het nieuwe teeltsysteem nog beter te kunnen benutten, is meer kennis van de bloembollenfysiologie nodig. Hoe kunnen we bijvoorbeeld de fotosynthese stimuleren om meer suikers aan te maken? Hoe kunnen we de stroom van die suikers naar de verschillende plantorganen (hoofdbol, dochterbolletjes en bloem) beïnvloeden zodat we optimaal kunnen sturen op bijvoorbeeld bolgroei, vermeerdering en bloemproductie? Hoe kunnen we het afsterven van het blad beheersen zodat een plant langer fotosynthetisch actief blijft? Kunnen we andere, betere vormen van vermeerdering vinden, waardoor we efficiënter aan schoon en vitaal uitgangsmateriaal kunnen komen?
Impact
De verwachte impact is groot: met dit project willen we een ommezwaai realiseren binnen de bollenteelt van een cyclische teelt naar een éénrichtingsysteem waarbij we schoon beginnen en de bollen schoon blijven. Ook wordt het aantal benodigde teeltcycli beperkt; de teeltduur kan naar verwachting worden gehalveerd. Hierdoor wordt ook het aantal keren oogsten, verwerken en bewaren verminderd; handelingen die het risico op aantasting door ziekten en plagen sterk vergroten. Als positief gevolg kan het middelengebruik fors dalen én de bodembelasting naar beneden. Naast de verlaging van chemische middelen is door een meer precieze teelt ook waterbesparing en minder gebruik van bemesting een winstpunt. In vergelijking met de gangbare teelt zijn de geproduceerde bollen gezonder, beter van kwaliteit, bevatten ze nauwelijks nog residuen en hebben ze een minimale water-, carbon- en middelen-footprint.
Aanmelden en programma
Aanmelden voor deze avond kan via deze link. Bekijk hier het volledige programma.
Heb je vragen over deze avond of het project? Neem dan contact op met Barry Looman: barry.looman@wur.nl.
Achtergrondinformatie
De problemen in de bloembollen zijn groot; vanuit de maatschappij wordt de druk om minder gewasbeschermingsmiddelen te gebruiken steeds groter en er is ook een roep om minder residu op de bollen. Aan de andere kant zien we steeds strengere kwaliteitseisen bij de export van de bollen en komen er ook steeds minder middelen beschikbaar. Om deze cirkel te doorbreken is een radicaal andere manier van telen nodig: een ‘systeemsprong’. In de huidige teeltsystemen worden ziekten en plagen telkens meegenomen in de vervolgteelt, omdat een deel van de oogst weer als uitgangsmateriaal voor de volgende teelt wordt gebruikt (‘cyclisch telen’). Bij de systeemsprong beginnen we met schoon uitgangsmateriaal, gaan dit versneld opkweken onder beschermde en optimale omstandigheden in kassen en tot slot telen we het buiten nog een jaar af tot een leverbare bol (éénrichtingsysteem).
[1] www.vitaleteelt.nl
[2] https://www.rijksoverheid.nl/binaries/rijksoverheid/documenten/rapporten/2019/04/16/toekomstvisie-gewasbescherming-2030-naar-weerbare-planten-en-teeltsystemen/19074533+bijlage.pdf