Bollenstreek-drone-satelliet-greenport-duin-en-bollenstreek

Update over het Programma Landelijk Gebied en Duurzame Greenport

De eerste versie van het plan werd in september gepubliceerd. Elke gemeenteraad in de Duin- en Bollenstreek (Hillegom, Lisse, Katwijk, Noordwijk en Teylingen) kon daarna aangeven wat er veranderd moest worden aan het plan. Dat leidde tot flinke discussies binnen gemeenteraden. Noordwijk besloot uiteindelijk om te wachten met het goedkeuren van het plan: zij wachten op de nieuwe Omgevingswet, een wet die over veel meer onderwerpen gaat die ook in het LGDG-plan terugkomen. Naar verwachting komt Noordwijk in de eerste maanden van 2026 met de gewenste op- en aanmerkingen.

Bollenstreek-gemeenten Hillegom, Lisse en Teylingen gingen wel aan de slag met het plan en hebben nu hun bedenkingen doorgegeven. Die zijn erin verwerkt. Nu is het definitieve toekomstplan gepubliceerd.

De veranderingen

Maar wat is er dan veranderd? Hieronder de zes inhoudelijke wijzigingen vergeleken met de eerste versie:

Uitbreiding van bollenbedrijven

Er is meer mogelijk voor bedrijven die belangrijk zijn voor de regio, zoals bollenbedrijven. Het gaat vooral om uitbreidingen van deze bedrijven. In het eerdere plan was er voor veel gebieden sprake van ‘nee, tenzij’: er kan niet worden uitgebreid, behalve onder bepaalde omstandigheden. Dat is veranderd: er is nu vaker sprake van ‘ja, mits’: uitbreiding is mogelijk, maar wel onder bepaalde voorwaarden. Vooral voor uitbreidingen onder de 6000 vierkante meter is er meer mogelijk geworden.

Zoekgebieden wonen

In het plan staan locaties per gemeente waar er in de toekomst gebouwd kan worden. Vooral in Hillegom zorgden die locaties voor discussie. De gemeenteraad wilde dat de Pastoorslaan-Zuid en de Zanderij uit het plan werden gehaald als locaties, dat is nu ook gebeurd. Verder is in Lisse de ‘Mens-locatie’ toegevoegd, een gebied ten westen van de N208, achter het kantoor van makelaar Mens.

Hoewel de wijzigingen van de gemeente Noordwijk nog niet in het plan zijn verwerkt, is er wel wat veranderd aan de zoeklocaties in Noordwijk. De locatie Achterweg is losgekoppeld van de opvang van asielzoekers, nadat Noordwijk eerder besloot om geen azc te bouwen aan de Achterweg.

Emissievrije teelt

Ook de bollenteelt zelf staat natuurlijk in het toekomstplan van de Bollenstreek. In de eerste versie van het plan stond dat de bollenteelt in 2030 emissievrij moest zijn. Dat ging vooral om de gewasbeschermingsmiddelen: die mochten vanaf 2030 niet meer schadelijk zijn voor de bodem en het water. Vervolgens moest de bollengrond in 2040 residuvrij zijn: dat betekent dat er geen resten van de bestrijdingsmiddelen achterblijven in de bol.

De bollensector trok aan de bel vanwege die doelstelling: dat zou volgens hen niet haalbaar zijn. In de nieuwe versie van het plan staat daarom de tekst ‘nagenoeg emissievrij in 2030’ , wat overeenkomt met de doelstelling van het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN). Daarnaast is ‘residuvrij in 2040’ geen hard doel meer, zoals in de eerste versie van het plan.

Bedrijventerreinen

De bedrijventerrein in de Bollenstreek staan ook in het plan. Net zoals bij de woningbouwlocaties spreekt het toekomstplan ook over mogelijke plekken voor bedrijventerreinen. Daar is in de nieuwe versie van het plan de Nieuwe Poelweg in Lisse aan toegevoegd als mogelijke locatie voor een nieuw bedrijventerrein, mocht er een nieuwe weg komen tussen de N208 en A44 langs de Nieuwe Poelweg.

Stroom en aardwarmte

De eerdere versie van het plan sprak over mogelijkheden voor geothermie in de Bollenstreek. Dat is het gebruiken van aardwarmte die uit diepe putten wordt gehaald. Plekken voor die diepe putten worden in het toekomstplan aangewezen: in de eerste versie stonden zeven locaties.

In het nieuwe plan staan deze locaties er nog steeds, maar nu staat er ook bij dat een locatie in Noordwijk waarschijnlijk de eerste plek voor aardwarmte in de Bollenstreek wordt. Het gaat om een plek dichtbij de kruising tussen de N206 en de N444, tegenover voetbalclub SJC. Dat is opvallend, want op dit moment wordt daar juist een installatie van een oude gasboorplek opgeruimd.

Compensatie voor tweedeklas bollengrond

Tot slot wordt er nog extra duidelijk gemaakt dat tweedeklas bollengrond ook financieel gecompenseerd moet worden, als daar woningen op komen. In de eerste versie van het plan stonden alleen algemene regels over het compenseren van bollengrond.

Er moet een vast bedrag per vierkante meter bollengrond worden gerekend. Tweeklas bollengrond is namelijk belangrijk om op te waarderen naar eersteklas bollengrond, staat er in het toekomstplan.

Wat nu?

Het goedkeuren van het toekomstplan was een volgende stap in het proces van het programma LGDG. Nu kunnen de eerste onderzoeken starten naar mogelijke locaties, zoals voor woningbouw of voor bedrijventerreinen. Dat moet in de eerste zes maanden van 2026 gebeuren.

Uiteindelijk geeft een speciale commissie aan het einde van 2026 een eindadvies over de definitieve woningbouwlocaties. De gemeenteraden kunnen dan dus ook nog besluiten om een locatie af te keuren. Het plan gaat daarna naar de provincie, die in 2027 een besluit neemt over de plannen van de gemeentes.

Het hele goedgekeurde plan is hier te lezen.

Het belang van de LGDG

Het Programma Landelijk Gebied Duurzame Greenport (LGDG) kan gezien worden als het toekomstplan van de Bollenstreek. Het plan gaat over alles wat te maken heeft met ‘de omgeving’, dus hoe de streek eruit ziet. Denk daarbij aan nieuwe locaties om te bouwen, wegen, bollenvelden en bedrijventerreinen. De provincie speelt een belangrijke rol: die bepaalt welke ‘bestemming’ elk stuk grond heeft. Daarom kan er niet zomaar een huis worden gebouwd op grond die ‘bestemd is’ voor bollenteelt. De provincie gaat in 2027 opnieuw beoordelen welke bestemming past bij welke grond. De gemeenten geven uiteindelijk dit plan (de LGDG) aan de provincie om aan te geven welke veranderingen er het beste kunnen komen. De provincie moet de veranderingen uiteindelijk goedkeuren.

Bron: BO Omroep