Annika Versloot bij afscheid van bollentelersorganisatie KAVB: ’Laat maar zien dat er al veel gebeurt’

Onderbroeken die in de grond afbreken. Een bingokaart om bollenvogels te spotten. Een bollenacademie waarbij kennis wordt ontwikkeld en overgedragen. Meer bewustwording van de schade die toeristen in de bloeiende gewassen kunnen veroorzaken. Talloze onderzoeken en proeven naar een duurzamere teelt. Annika Versloot van de bollentelersorganisatie KAVB kijkt tevreden terug op de afgelopen vijf jaar waarin zij verantwoordelijk was voor onder meer duurzaamheid, communicatie en onderwijs.

Zelf zegt ze haar hart verloren te hebben aan de bollensector. Toch verruilt de Hillegomse haar baan bij de bollentelersorganisatie KAVB binnenkort voor een baan bij Friesland Campina waar ze als manager public affairs gaat werken. „Op het snijvlak van politiek en belangenbehartiging in een sector waar heel veel speelt. Ik draag graag bij aan de ambities van deze coöperatie op het gebied van duurzaamheid. Dus ja, ik verlaat de bollensector maar wel met een traan.”

In de bollensector had duurzaamheid haar bijzondere aandacht. Weliswaar is de milieulast van de bollensector de afgelopen tien jaar met 90 procent gedaald, de politieke ambitie is om in 2030 helemaal zonder middelen te werken. „Of dat gaat lukken? Ik hoop het echt en ik heb er ook vertrouwen in. Er gebeurt op dit moment zoveel in de praktijk. Denk aan de bollencoaster waarbij de bollen in sleuven worden geteeld. De ontwikkeling van slimme camerasystemen die afwijkingen bij bollen constateren. De inzet van drones en het gebruik van satellietbeelden. Proeven met biologische bollen op klei en zandgronden en met weefselkweek. De ambitie is groot en er wordt veel samengewerkt. Dat vind ik gaaf om te zien.”

Bollenteeltcongres

Dat niet alle ondernemers haar vertrouwen delen zoals een jaar geleden bleek tijdens een bollenteeltcongres, snapt Versloot. Ze constateert dat er veel op de bollentelers afkomt en het niet altijd duidelijk is hoe de toekomst eruit ziet. „Denk aan hogere eisen van de export, de inzet van arbeid en bedrijfsopvolging. Daarnaast houden telers behoefte aan een medicijnkast in geval van nood. Er verdwijnen nu in hoog tempo gewasbeschermingsmiddelen, terwijl er niet snel genoeg alternatieven beschikbaar komen. Daar zou de overheid een grotere rol in kunnen spelen.”

Dat bij een deel van de bevolking en bestuurders de bollenteelt nog steeds geen erg duurzame klank heeft, is in haar ogen niet terecht. Acties als het laten zien hoe snel een katoenen onderbroek vergaat in een gezonde bodem en het door schoolklassen laten spotten van het groeiend aantal bollenvogels zijn leuke manieren om te bewijzen dat het best goed gaat met de sector. Zo is de populatie gele kwikstaart weer op peil en nemen andere bollenvogels in aantallen toe. Versloot: „We moeten blijven uitleggen en vertellen wat we allemaal goed doen. Aan inwoners, maar ook aan de overheden die echt graag willen horen hoe we het samen nog beter kunnen doen. We moeten dan ook aan de voorkant met elkaar praten en aan tafel blijven met elkaar. Laat maar zien dat er al veel gebeurt.”

Onderzoek

Dat sinds dit jaar dankzij een algemeen verbindend verklaring álle bollentelers meebetalen aan het onderzoek naar nieuwe duurzame teeltmethoden zorgt voor extra mogelijkheden. Samen met telers is gesloten om onderzoek te doen naar weerbare bollen, bodemaaltjes en duurzame bestrijding van de galmijt. Dat onder meer een ministerie van landbouw inmiddels aanhaakt en meebetaalt aan onderzoeken in een topsector als de bollenteelt, ziet Versloot eveneens als een goed teken. „Vergeet niet dat het niet makkelijk is voor de bollentelers. Want zij moeten het doen, terwijl ze in de klei staan en op de trekker zitten. Bovendien als je groen wilt doen, moet je niet rood staan. Alles moet uiteindelijk wel worden betaald, maar geloof mij, er is geen teler die tegen de natuur in wil werken. Dat is uiteindelijk toch gewoon zijn brood.”

Bron: Leids Dagblad
Foto: © Hielco Kuipers