bollen-bloemen-innovatie7

Rijnsburgse tuinders steeds onzekerder over toekomst in Trappenberg/Kloosterschuur. ’Ik denk dat het hier straks klaar is’

Ooit liepen er koeien te grazen. Maar sinds 1979 is het gebied Trappenberg/Kloosterschuur dé plek waar bloementelers uit Rijnsburg en omgeving hun bedrijf kunnen vestigen én uitbreiden. Alleen zien de huidige telers de toekomst van het gebied niet al te rooskleurig in. De ruimte voor teeltbedrijven wordt steeds beperkter en het overheidsbeleid zorgt voor onzekerheid over de toekomst van de tuindersbedrijven. Het Leidsch Dagblad duikt in dit tweede artikel van de serie 'Sierteelt' de kassen van Rijnsburg in.

Peter van Tilburg (64) groeide op in het huidige tuindersgebied Trappenberg/Kloosterschuur. Zijn overgrootvader kwam rond 1850 vanuit Sliedrecht naar Rijnsburg, waar hij negentig hectare grond in de toenmalige Kloosterschuur pachtte. Van Tilburg herinnert zich nog dat zijn vader Floris koeien, maar ook schapen en een paar varkens had.

Van Tilburg ging zelf ook de bloementeelt in. Hij begon met, net als veel Rijnsburgse telers, met zomerbloemen en droogbloemen. ,,Ik bouwde zelf een kasje met éénruiters tot ik in 1985 een sierteeltbedrijf met orchideeën kon overnemen in Kleipetten. Op een gegeven moment had ik vier bedrijfslocaties: in de Kloosterschuur, in Kleipetten, zonnebloemen in Frankrijk om het seizoen te verlengen en glas aan de Noordwijkerweg.’’

Klaar

In 2002 werd op de plek waar ooit de koeien van zijn vader graasden het nieuwe orchideeënbedrijf Van Tilburg Orchids gebouwd, dat inmiddels wordt gerund door zoon Han. Peter ziet nu in Trappenberg/Kloosterschuur hetzelfde gebeuren als in Kleipetten, waar alle tuinbouwbedrijven zijn verdwenen voor woningbouw. ,,Daar waren veel kleinere bedrijven zonder opvolgers. Investeringen blijven uit en dan wordt op een gegeven moment de stap te groot om aan alle eisen te voldoen. Wij zijn het enige bedrijf dat uiteindelijk is doorgegaan. Dezelfde trend zie je nu rond de Voorhouterweg, maar ook al een beetje in Trappenberg/Kloosterschuur. Als je praat over bedrijven met toekomstperspectief, heb je er niet meer dan een handvol. Dus ik denk dat het hier in de regio straks gewoon klaar is.’’

Droom

Eén van die bedrijven met toekomstperspectief is de 25 jaar geleden opgerichte gerberakwekerij Esmeralda van Marcel van Vliet (52) en Gerben Wessels (53). Een bedrijf waar met veertig man personeel jaarlijks dertig miljoen gerbera’s worden geoogst. Als het aan deze kwekers had gelegen, was het bedrijf inmiddels niet alleen groter, maar ook gehuisvest in een compleet nieuw kassencomplex. Maar die droom lijkt verder dan ooit nu het Katwijkse college Rijnsburg-Noord heeft aangewezen voor de vestiging van bedrijven en om financiële redenen geen exclusieve gronden meer reserveert voor de sierteelt. Een hectare bedrijventerrein levert simpelweg meer op dan een hectare kassen.

,,Er wordt gezegd dat de sierteelt belangrijk is, maar in de praktijk valt dat tegen’’, constateren de kwekers inmiddels. Zij zien namelijk dat, naast een aanpassing van de bestemming, al langere tijd tuinbouwgronden worden gebruikt voor niet-sierteeltdoeleinden. ,,Een zorgkwekerij, de opslag van strandhuisjes en een caravanstalling. Verder worden al jaren bedrijfswoningen omgezet in plattelandswoningen. De gemeente heeft na bijna drie jaar nog steeds geen goede regelgeving om dit tegen te gaan. Daar wonen straks mensen die denken landelijk te wonen, maar het blijkt een agrarisch industrieterrein te zijn. ’s Morgens om zes uur begint het werk in de kassen, de radio gaat aan en vrachtwagens halen bloemen. Ook op zaterdag, want bloemen houden geen weekeinde. Die mensen gaan zeuren en klagen en dat is niet handig voor beide partijen’’, licht eigenaar Van Vliet toe.  

Andere agenda

Zelf wilden de gerberakwekers graag een nieuw bedrijf neerzetten op de voormalige gronden van de Greenport Ontwikkelingsmaatschappij, rond de Kloosterschuurweg en afgebakend door de Vinkenweg en Mezenlaan. Deze negentien hectare is inmiddels eigendom van de gemeente Katwijk. Maar de verhuizing bleek niet zo simpel te zijn, want de kwekers werden geconfronteerd met aanvullende eisen en beperkingen. Zo moest er binnen een jaar na aankoop van de grond worden begonnen met de bouw, mochten er geen twee bedrijfswoningen komen, was er geen ontsluiting van het perceel naar de weg en waren er geen elektriciteit-, gas- en wateraansluitingen.

Reden voor de gerberakwekers om af te haken. Peter van Tilburg, die tot dit voorjaar in LTO Nederland zat en nu nog voor de lokale telers op de bres staat, heeft er een hard hoofd in dat die voormalige GOM-gronden ooit nog bij de glastuinders terecht komen. ,,Met het aanbod dat ze toen aan telers deden, ging het nooit lukken. De prijs was niet conform en de kavels van twee hectare waren te klein. Ik denk dat ze niet aan kwekers wilden verkopen en dat er echt een andere agenda was. Dat blijkt nu wel, nu het college kiest voor een bedrijvenbestemming in plaats van exclusief een tuindersgebied.’’

Uitsterfbeleid

De Rijnsburgse kwekers hebben al langere tijd het gevoel dat er lokaal een uitsterfbeleid wordt gevoerd. Een vermoeden dat werd bevestigd door het in 2023 door de gemeente Katwijk uitgevoerde onderzoek met de titel Scenario’s GOM gronden en Trappenberg/Kloosterschuur. Daarin wordt vastgesteld dat Trappenberg/Kloosterschuur het enige resterende sierteeltgebied van de hele Duin- en Bollenstreek is. Het herbestemmen van de voormalige GOM-gronden leidt niet direct tot het verdwijnen van de teelt, maar betekent wel het einde aan investeringen en de teelt op lange termijn, aldus het rapport. En dat terwijl er van de in totaal twaalf bloemenkwekers drie Rijnsburgse bedrijven (waarvan Esmeralda er een is) staan te trappelen om in het tuinbouwgebied uit te breiden.

Naast Esmeralda wil Van Egmond Lisianthus graag uitbreiden. Het bedrijf heeft nu nog een tweede locatie in het Westland, maar wil het bedrijf in Rijnsburg concentreren. Na eerdere pogingen om op de GOM-gronden te bouwen, wordt nu geprobeerd om naast én achter (op Voorhouts grondgebied) het huidige bedrijf te bouwen. ,,We zijn daar al jaren mee bezig, maar het schiet niet op. Het voelt niet alsof de tuinders, toch de trots van Rijnsburg, serieus worden genomen’’, aldus directeur José van Egmond. Ook het lelieveredelingsbedrijf Vletter en Den Haan, dat nu onder meer in de Kamphuizerpolder zit, wil graag naar één plek in Rijnsburg. Om dat mogelijk te maken, zouden de voormalige GOM-gronden geschikt zijn. Tussen het bedrijf en de gemeente Katwijk wordt nog steeds overleg gevoerd, melden ze beiden. Met andere telers zoals Marcel van Vliet en teeltmanager Gerben Wessels is al tijden niet meer gesproken.

Achteruitgang

De hele discussie over de toekomst van Rijnsburg-Noord en dus het sierteeltgebied is precies het scenario waarvoor de gerberatelers al tijden bang zijn. Want ja, als het niet overduidelijk is dat een gebied is bestemd voor de sierteelt, zoals ooit vastgelegd door de gemeente Rijnsburg, betekent dat een langzame achteruitgang. Teeltbedrijven zonder opvolging wachten op een aantrekkelijk bod van de langskomende projectontwikkelaar of de gemeente. Logisch, want de gronden en het bedrijf zijn simpelweg hun pensioen.

Minder telers betekent dat voorzieningen, huisvesting voor arbeidskrachten, maar ook bloementransport, voor de resterende kwekers moeilijker worden. ,,Maar denk ook eens aan het verbeteren van de waterkwaliteit in het gebied in het kader van KWR in 2027. Gezamenlijk zijn er nu watercoaches bij de bedrijven aan het werk’’, licht Wessels toe. Een ander voorbeeld is het project om aardwarmte in Trappenberg/Kloosterschuur te gaan opwekken. Dat is een uitgesproken kans om met veel minder energiekosten kassen, huizen en bedrijfsgebouwen te verwarmen.

Gerberakweker Van Vliet: ,,Het is een prachtige techniek, maar je hebt wel een zekere schaal nodig. Als alle telers meedoen, is het interessant en heb je die schaal. Als er een paar afhaken wordt het al snel te klein en dus te duur. Zo mis je een mooie kans om te verduurzamen.’’

’Behoud het ecosysteem’ en ’rook tuinders niet uit’

Hoe de toekomst van het tuindersgebied Trappenberg/Kloosterschuur eruitziet, is vastgelegd in de herziene Intergemeentelijke Structuurvisie (ISG). In het uit 2016 daterende ISG werd het sierteeltcomplex nog als belangrijk voor de Greenport Bollenstreek omschreven. Maarten Prins, programmamanager Greenport Duin- en Bollenstreek, hoopt dat zo blijft. Net zoals hij nog hoopt dat negentien hectare tuinbouwgrond, ooit bedoeld als plek voor nieuwe teeltbedrijven maar inmiddels door eigenaar Katwijk vrijgegeven voor andere bedrijven, toch voor de tuinbouw blijft behouden.

,,De discussie is begrijpelijk vanuit de portemonnee van de gemeente Katwijk. Maar ik denk dat het belangrijk is dat de tuinbouw in dit laatste gebied een plek houdt. Er zitten een aantal levensvatbare bedrijven die graag willen, maar nu niet de kans krijgen. Laat er nu eens iemand van buiten naar kijken en dan zorgen dat er realistische plannen worden gemaakt. Nu lijkt het of Katwijk meewerkt, maar in de praktijk zie ik het ook als mee stribbelen.’’

Hij wijst op het belang van het in standhouden van het ’ecosysteem’ van tuinders, handel en toeleveranciers. ,,Bovendien kan het complex van grote waarde zijn voor de hele samenleving op gebied van biodiversiteit, waterhuishouding, maar ook warmtewinning. Daarnaast moet je kiezen wat voor economie je in je dorp wilt hebben. Alleen maar forenzen die de hele dag achter de computer zitten? Wat is Rijnsburg dan voor bloemendorp zonder bloemen? Die sierteeltsector hoort bij de eigen cultuur.’’

Ook voor FloraHollandmanager Coen Meijeraan is het behoud van een kwekersgebied van groot belang. Niet alleen omdat een (klein) deel van de aanvoer van FloraHolland uit Rijnsburg komt, maar ook voor de primaire werkgelegenheid en de interactie tussen kopers en kwekers. ,,Je hebt hier een compleet sierteeltcluster met alle elementen zoals handel en teelt. Dat cluster verzwak je door de laatste kwekers ’uit te roken’, zoals nu in Katwijk gebeurt. En als dat cluster er niet meer is, heeft ook de accountant, het uitzendbureau en de carrosseriebouwer geen werk meer.’’

Serie

Dit verhaal maakt deel uit van een zevendelige serie over het sierteeltcomplex in Rijnsburg/Katwijk. De historie, de bedreigingen en de veranderingen maar ook de impact op de directe omgeving. Deze serie is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van de Kwaliteitsimpuls Zuid-Hollandse Journalistiek van de provincie Zuid-Holland. In het tweede verhaal Kloosterschuur/Trappenberg en de zorgen over het voortbestaan van het teeltgebied. Volgende week Royal FloraHolland als spil van de sierteelt.

Bron: Leids Dagblad (Rosa van der Veer en beeld door Hielco Kuipers)

Rijnsburgse tuinders steeds onzekerder over toekomst in Trappenberg/Kloosterschuur. ’Ik denk dat het hier straks klaar is’