bollen-bloemen-innovatie7

In de Spiegel: Gerard Prins

In de Spiegel is de rubriek van Flower Science waarin iemand uit de bloemensector in de spiegel kijkt. Aan het woord Gerard Prins, tulpenkweker uit Voorhout, een ondernemer die van vernieuwing en innovatie houdt.
Gerard-Prins-in-de-spiegel-greenport-duin-en-bollenstreek

Januari was geen beste maand. Februari daarentegen is wel weer top. Ik laat mijn tulpen afbroeien op een andere plek dan mijn eigen bedrijf. Ik heb dat zelf eerder wél geprobeerd met led licht, maar ik kreeg het niet goed genoeg voor elkaar in mijn schuur. Per toeval ben ik in contact gekomen met iemand die de perfecte ruimte had in haar kas. Nu werken we samen. Het is voor haar en voor mij een prettige en vruchtbare samenwerking geworden. Vanochtend spraken wij elkaar over de opbrengst van deze maand. Beiden waren we zeer tevreden. Dat zijn mooie werkmomenten. Daar doe je het voor. 

Als je in de spiegel kijkt, wat voor soort ondernemer zie je dan?

Dan zie ik een ondernemer die van vernieuwing en innovatie houdt. Ik denk nooit ‘het gaat wel goed zo’ of ‘we hebben het altijd zo gedaan’. Ik kijk liever kritisch naar hoe het eventueel anders en beter kan. Ik ben een ondernemer die gericht is op veranderingen.

Wat is je CORE business?

Ik run de Firma C&G Prins. Ik draai hier een jaarronde business. In het voorjaar heb ik tulpen op het land. Deze gebruik ik vooral als snijtulpen. De bollen laat ik in de grond zitten en rooi ik in juni voor eigen gebruik. Vlak na het rooien van de tulpenbollen, richt ik mij in de zomer vooral op  dahlia’s. In het najaar start ik met het broeien van mijn tulpenbollen, zodat ik rond de kerst mijn eerste snijtulpen weer heb. Ondertussen zijn er in november ook weer nieuwe tulpenbollen geplant op het land, zodat we in het voorjaar nieuwe tulpenvelden hebben. Voordeel van deze manier van ondernemen is dat het beter past bij het krappe aanbod van arbeidskrachten. Veel kan ik in mijn eentje af. Daar omheen heb ik wel mijn trouwe en vaste hulpkrachten en periodes waarin ik extra hulptroepen in kan vliegen.

Van wie ben jij d’r een?

Ik ben er een van Gijs Prins van de Prinsenweg in Voorhout. In de streek kennen mensen hem wel. Ik heb begrepen dat er ooit tien huizen stonden aan de Prinsenweg waarvan er maar liefst zes bewoond werden door een Prins. Ik heb het bedrijf overgenomen van mijn vader en mijn oom. Zij teelden met name zomerbloemen. Toen ik aan boord kwam verhuisde het bedrijf naar de Akervoordenlaan.

Wat moet anders in de bloemenbollensector de komende jaren?

Ik erger mij behoorlijk aan de huisvestigingsregels rondom arbeidsmigranten. De gemeente erkent al  sinds 2011 dat er een huisvestigingsprobleem is, ze komen alleen niet met een goede oplossing. Wel komen ze met dwangsommen. Inmiddels heb ik al een aantal dwangsommen opgelegd gekregen en zou ik de gemeente duizenden euro’s moeten betalen. Ik zit daarom helaas in een rechterlijke procedure. Dit is natuurlijk een zeer onwenselijke en bizarre situatie. Er zijn geen Nederlandse arbeiders die mijn schuur- en landwerkzaamheden willen doen, dus het staat vast dat ze uit het buitenland moeten komen. Om deze hardwerkende mensen onderdak te kunnen bieden loop ik al jaren op eieren. Ik probeer daarom soms binnen en soms net buiten de grenzen van de wet naar eigen oplossingen te zoeken. Dat lukt best aardig op mijn eigen terrein, maar de gemeente handhaaft zeer streng op onduidelijke regels en vage vergunningen. Het grootste  probleem hierbij is dat de gemeente bang is voor klachten uit de omgeving. Hiermee bedoel ik niet-agrarische Nederlandse buren die in het buitengebied wonen. Zij willen eenvoudigweg niet dat er arbeidsmigranten in hun buurt wonen. Zij zijn bang voor onrust of andere zaken. Die angst is echter ongegrond, want neem van mij aan… mijn arbeidsmigranten weten zich prima te gedragen. Zij zijn vaak veel netter en rustiger dan de Nederlandse arbeiders. De angst is vaak gebaseerd op een onjuist en slecht imago.

En wat gaat er heel goed?

De hulpvaardigheid en saamhorigheid van bollenondernemers onder elkaar vind ik geweldig. Ik ken geen andere branche waar iedereen elkaar kent, van elkaar leent, van elkaar leert en waar men ook echt om elkaars hulp durft te vragen. Het is een ‘ons kent ons’ sfeertje waar ik erg van houd. Ik zie dat echt alleen in deze streek en in deze branche. Het is mij heel veel waard en het geeft mij het gevoel van ‘ik sta er niet alleen voor’.

Wat zijn je mooiste werkmomenten?

Januari was geen beste maand. Februari daarentegen is wel weer top. Ik laat mijn tulpen afbroeien op een andere plek dan mijn eigen bedrijf. Ik heb dat zelf eerder wél geprobeerd met led licht, maar ik kreeg het niet goed genoeg voor elkaar in mijn schuur. Per toeval ben ik in contact gekomen met iemand die de perfecte ruimte had in haar kas. Nu werken we samen. Het is voor haar en voor mij een prettige en vruchtbare samenwerking geworden. Vanochtend spraken wij elkaar over de opbrengst van deze maand. Beiden waren we zeer tevreden. Dat zijn mooie werkmomenten. Daar doe je het voor.

In de Spiegel: Gerard Prins