Wat is de bedoeling van het demoveld?
Aafke: „Je kunt als bollenkweker wel graag aan de slag willen met biodiversiteit en natuurinclusief telen, maar dat is een zoektocht waarbij je, door te experimenteren, tot inzichten en ontwikkeling komt. Voor een bedrijf brengt dat behoorlijke risico’s met zich mee, daardoor kan er immers ook een (deel van de) oogst verloren gaan. Zo is het idee van een demoveld ontstaan waarop je op kleine schaal natuurinclusieve teeltmethodes kunt testen, en kunt ervaren waar je dan tegenaan loopt. Wat werkt en wat werkt niet? Het doel is uiteindelijk een natuurinclusieve manier van werken te vinden die, hopelijk, wordt omarmd door de bollensector. Het programma loopt door tot 2026.”
Wat is nu de status?
Nathalie: „Wij werken hierin samen met de Bollenjongens. Zij zijn op zoek gegaan naar een geschikte locatie, en uiteindelijk hebben ze die afgelopen september gevonden aan de Beeklaan in Hillegom. Vlak daarna hebben zij de bollen voor het onderzoek opgeplant. We hebben samen met de Bollenjongens een onderzoeksopzet uitgewerkt. Het veld is in twee onderzoekhelften verdeeld die worden gescheiden door middel van een haag. De ene helft van het veld wordt ingezet voor natuurinclusieve teelt, daarop wordt alleen met natuurlijke middelen gewerkt. De haag kan hierbij ook een rol spelen, die trekt bijvoorbeeld luizen aan. Op de andere helft van het veld wordt extensief geteeld. Er wordt zo duurzaam mogelijk gewerkt, maar als het nodig is, wordt er wel chemie ingezet. Vervolgens willen we kijken wat die verschillende aanpakken opleveren.”
Is er voorafgaand een 0-meting gedaan?
Aafke: „Dat hebben we gedaan, maar dat is best lastig. Een experiment vraagt normaal gesproken om een gecontroleerde omgeving. Bij buitenteelt, in deze omvang, is dat niet haalbaar, omdat daarbij zoveel factoren een rol spelen, zoals het weer en de omstandigheden waaronder wordt gewerkt. Daarom noemen we het ook een demoveld. Het gaat erom dat we ervaring opdoen met de verschillende aanpakken en leren wat er wel en niet werkt. We verwachten dan ook niet dat er één oplossing uit komt. Veel eerder zal het zo zijn dat we een toolbox gaan ontwikkelen met verschillende mogelijkheden om natuurinclusief te werken onder diverse omstandigheden. Een andere aanpak vraagt ook dat je anders gaat denken.”
Hoe zijn de studenten hierbij betrokken?
Nathalie: „De onderzoeken op het veld worden gedaan door drie vierdejaarsstudenten van de opleiding Toegepaste Biologie en van de opleiding Tuin- en Akkerbouw. Zij werken in trajecten van steeds vijf maanden en doen dit onderzoek in het kader van hun afstudeerdopdracht, die om een echte praktijkcasus moet draaien. Zij vormen een projectteam met de projectleider en een inhoudelijk specialist, zodat de kwaliteit van het onderzoek geborgd is. Zij gaan specifiek kijken hoe de biodiversiteit op het demoveld zich ontwikkelt als gevolg van de verschillende aanpakken op de beide helften van het veld.”
In dit project en binnen Living Lab B7 werken jullie samen met veel verschillende partijen en stakeholders. Dat kan soms ingewikkeld zijn omdat er diverse belangen spelen. Hoe verloopt dit?
Nathalie: „Wij zijn aangenaam verrast door de manier waarop de samenwerking verloopt. Greenport Duin- en Bollenstreek ziet de kansen van dit initiatief, is een belangrijke drijvende kracht en zeer verbindend. Zij denken actief mee. Ook het enthousiasme van de Bollenjongens is groot. Zij hebben het allemaal heel druk, maar maken altijd tijd voor dit project. Op het moment dat de bollen moesten worden geplant op het demoveld, had iedereen het op zijn eigen bedrijf hartstikke druk, maar ze stonden er toch maar mooi allemaal, op een zaterdag in december. Zij willen heel graag dat dit project iets gaat opleveren.”
Wat valt jullie verder op in de samenwerking met de Bollenjongens?
Aafke: „We zijn erg onder de indruk van de kennis en kunde die bij deze jongens aanwezig is. Je kunt echt merken dat het vak ze met de paplepel is ingegoten. Ze laten ondernemerschap zien en het zijn echte aanpakkers. Moet er iets gebeuren? Dan regelen ze het gewoon. We hebben ook interessante gesprekken met elkaar. Mooi om met elkaar vanuit de verschillende perspectieven naar deze ontwikkelingen te kijken.”
Het demoveld ligt aan de Beeklaan in Hillegom. Daar heb je ook te maken met omwonenden. Hoe gaan jullie daarmee om?
Aafke: „Wij beschouwen het als een mooie kans dat we met omwonenden te maken hebben. Dan kunnen we ook met hen het gesprek aan. Burgers maken immers deel uit van de B7 van Living Lab, waar dit project onderdeel van uitmaakt. Als ’boer’ ben je onderdeel van de maatschappij, en leefbaarheid is een belangrijk thema, dus we gaan ook de omgeving hierin meenemen en omwonenden vertellen wat we aan het doen zijn. In het voorjaar gaan we ze misschien uitnodigen op het veld om ze te vertellen wat we aan het doen zijn. Dan kunnen we laten zien wat de verschillen in aanpak zijn en hoe we te werk gaan. De uitdaging is om als bollenkweker je werk zo te doen dat ook bewoners blij zijn om onderdeel uit te maken van deze streek.”
Hebben jullie een target gesteld voor de komende periode? Wat moet er wanneer bereikt zijn?
Aafke: „Het is niet zo dat ons voor ogen staat dat over een x-aantal jaren een x-aantal bollen op een natuurvriendelijke manier moet worden geteeld. Centraal staat dat we vooruit moeten, en dat de biodiversiteit een impuls moet krijgen. Overigens doet het NIOO onderzoek naar de biodiversiteit in de streek, dus dat wordt ook in kaart gebracht. Hoe de weg vooruit eruitziet, weten we niet precies, daarbij spelen allerlei invloeden en factoren een rol. Waar het vooral om gaat, is dat we keuzemogelijkheden creëren voor bollentelers die hen helpen een natuurvriendelijke teelt te realiseren. Dat we met verschillende partijen binnen deze samenwerking in gesprek zijn, die allemaal een ander stuk kennis en kunde vertegenwoordigen, is een groot voordeel. We leren van elkaar en vullen elkaar aan. Natuurlijk willen we wel resultaten bereiken, maar die zijn niet zomaar in een target te vangen.”
Wat is het belang van de HAS om aan dit project mee te doen?
Nathalie: „Dit project snijdt een super maatschappelijk relevant vraagstuk aan, namelijk dat van de biodiversiteit. Voor studenten is het ongelooflijk interessant om hierbij betrokken te zijn. Daarbij is het vrij uniek dat het hbo wordt betrokken bij een dergelijk onderzoek. Vanuit de HAS willen wij bijdragen aan verduurzaming en leren van de samenwerking met andere partijen, zoals een wetenschappelijk instituut als het NIOO, en de kwekers uit de praktijk. In dit geval is ons uitgangspunt dat wij bollenkwekers willen helpen om alternatieven te vinden, die bijdragen aan de biodiversiteit. Voordat de sector besluit dat ’het niet anders kan’, willen we allerlei mogelijkheden hebben onderzocht. Samen met het bollenvak. Het mooie is dat het bollenvak daarvoor openstaat. Ook de Bollenjongens sluiten hun ogen er niet voor dat de wereld verandert en dat er grote uitdagingen liggen. Als we die samen aangaan en onze kennis en kunde bundelen, kunnen we meer bereiken.”
Lectoraat Verdienvermogen voor Natuurinclusieve Landbouw
Het lectoraat Verdienvermogen voor Natuurinclusieve Landbouw houdt zich bezig met de vraag hoe er in de driehoek: boeren, overheid en maatschappij, nieuwe kansen kunnen ontstaan voor natuurinclusieve ondernemers in de landbouw. Het lectoraat onderzoekt bovendien hoe er voor boeren die met natuurinclusieve landbouw aan de slag willen een verdienmodel kan ontstaan dat voldoende verdienvermogen oplevert.
Bron: Greenity
Tekst: Monique Ooms en beeld: Jeanett Hooftman