Inmiddels heeft demissionair minister Carola Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid naar aanleiding van het onderzoek in een brief aan de Tweede Kamer aangegeven dat wel gesleuteld mag worden aan het programma, maar dat de doelen vaststaan. Tegelijkertijd vindt ze dat de maatregelen ook ‘uitvoerbaar’ moeten zijn. Volgens het onderzoek zijn de economische gevolgen voor met name de akkerbouw en de varkenshouderij groot.
‘Open voor aanpassingen’
Schouten ziet in dat die gevolgen groot zijn, zo schrijft ze in de Kamerbrief. ‘Het realiseren van deze doelen vereist aanpassingen in de huidige landbouwpraktijk en dat zal onmiskenbaar ook economische gevolgen hebben. Tegelijkertijd is mij er uiteraard veel aan gelegen om de economische impact niet groter te laten zijn dan noodzakelijk om de doelen te bereiken. Ik sta dan ook open voor aanpassingen.’
Rustgewas
Met name de rotatieverplichtingen hebben grote gevolgen. Liet de KAVB eerder al becijferen dat een gemiddeld bollenbedrijf aanvankelijk vijf en uiteindelijk vijftien procent van de omzet inlevert, uit de analyse van Wageningen blijkt dat intensieve bouwplannen in de akkerbouw ook lastig worden met de verplichting om in 1:4 een rustgewas te zetten. Zowel voor de bollenteelt als in de akkerbouw geldt dat de financiële opbrengsten van een rustgewas veel lager liggen. Het onderzoek gaat uit van beperkte gevolgen voor de vollegrondsgroenteteelt, maar volgens LTO worden veel teelten onmogelijk door de eis om voor 1 oktober het gewas te oogsten.
Mest
De invoering van bredere teeltvrije zones zoals voorgesteld in het actieplan zet de mestmarkt onder druk omdat het areaal landbouwgrond afneemt, stelt Wageningen. Ook dat heeft economische gevolgen voor zowel de sectoren die de mest leveren, als de gebruikers.