bollen-bloemen-innovatie7

Biostimulanten – zo vinden ze hun weg naar de bollenteler

Steeds meer biostimulanten vinden de weg naar de bloembollensector. Bij de introductie van nieuwe biostimulanten gaat Agrifirm-GMN, dat in samenwerking met de achterban deze middelen tegen het licht houdt, echter niet over een nacht ijs. Een belangrijke rol daarin is weggelegd voor Cebeco Agro, het bedrijf bundelt kennis van o.a. gewasbeschermingsmiddelen en biostimulaten.
cao-open-teelten-greenport

Cebeco Agro genereert en bundelt kennis van gewasbeschermingsmiddelen, basisstoffen, biostimulanten en specialty meststoffen en maakt een eerste selectie van producten. Jan Ties Malda maakt deel uit van dit team en richt zich op met name biostimulanten en meststoffen. Hij vertelt er in onderstaand artikel, dat mede tot stand is gekomen met medewerking van Arjo van den Berg (teeltspecialist Agrifirm-GMN), meer over.

Jan Ties Malda werkt sinds acht jaar voor Cebeco Agro, een volle dochter van Agrifirm. Hij vertelt: “Ons werk is een belangrijke schakel tussen fabrikanten van gewasbeschermingsmiddelen, meststoffen en biostimulanten en de dagelijkse praktijk in het veld. Heel eenvoudig gezegd: wij selecteren de producten met de meeste potentie en sturen waar mogelijk producenten aan om middelen te verbeteren. Dat doen we natuurlijk op basis van vragen en wensen vanuit de praktijk. Mijn expertise ligt op het terrein van meststoffen en biostimulanten.

Van meststoffen tot biostimulanten

“Toen ik begon, was onze focus vooral gericht op het effectiever inzetten van meststoffen. Met de inzet van coatings bijvoorbeeld, konden we beter sturen op de plantbehoefte. Je wilt immers dat de meststof op het juiste moment beschikbaar komt voor de plant. Daarin zijn we nu behoorlijk succesvol. Een tweede focus kwam toen mancozeb verdween. Dit multifunctionele middel presteerde als fungicide, bladvoeding (mangaan en zink) en biostimulant. We hebben nu meerdere ‘vervangers’ beschikbaar. Uiteindelijk is ons streven om voor bladvoeding één universeel product te vinden. Met gebruiksgemak voor de teler.”

Zes thema’s als kompas

Er zijn misschien wel duizend verschillende biostimulanten beschikbaar. En natuurlijk beloven de meeste producenten gouden bergen. Om gericht op zoek te kunnen gaan naar de meest geschikte middelen, wordt gewerkt vanuit zes relevante thema’s:

  • Bodemweerbaarheid
  • Beworteling/zetting
  • Temperatuur- en droogtestress
  • Plantweerbaarheid
  • Bewaarkwaliteit
  • Nutriënten-efficiëntie

Die laatste, ‘nutriënten-efficiëntie’, is overigens nieuw. Het is een actueel thema dat de komende jaren ongetwijfeld aan belang gaat winnen.

Van fabrikant naar teler: een lange weg

Cebeco Agro en Agrifirm-GMN zijn altijd op zoek naar de beste producten. Dat begint bij gesprekken met adviseurs die de praktijk het allerbeste kennen. Waar liggen hun vragen, wensen en behoeftes? Die informatie is essentieel om onderzoek op te starten naar wat de markt biedt. Op basis van theoretisch onderzoek, worden vervolgens de meest kansrijke producten geselecteerd. “Maar dan begint het pas”, vervolgt Jan Ties. “We willen natuurlijk weten wat de beschikbare producten doen in de bollenteelt. In dat traject is het Expertisecentrum Bloembollenteelt onmisbaar. Zij gaan ermee aan de slag in hun proeven. Een flink deel van de producten valt hier alsnog af. De middelen die deze fase wel doorkomen, worden vervolgens eerst kleinschalig in de praktijk getest. Pas als hier goede resultaten worden behaald, volgen er bredere adviezen. Duidelijk mag zijn dat dit lange trajecten zijn. Maar uiteindelijk betekent dit wel veel meer zekerheid voor de teler.”

De meest succesvolle biostimulanten

Het onderzoek van de afgelopen jaren heeft inmiddels geleid tot een aantal innovatieve producten. In de jongste ‘Bol&Teelt‘, het magazine voor leden van de coöperatie Agrifirm-GMN, zet Jan de meest kansrijke danwel succesvolle producten op een rij.

Bron: BP Nieuws

Biostimulanten – zo vinden ze hun weg naar de bollenteler