Mooi begin
‘Het werkt; althans technisch. Hij spuit niet specifiek de distels. Het is wat onduidelijk wat het algoritme eruit pikt. Desondanks een mooi begin.’ Het is het begeleidend tekstje bij twee zelf opgenomen filmpjes. Henk Verdegaal stuurt ze op woensdag 20 maart. Het ene filmpje geeft een beeld achterop de veldspuit die op vaste rijpaden over de bedden hyacinten rijdt. Te horen en te zien is hoe per bedbreedte steeds shotjes herbicide boven de bedden worden afgegeven. Op het tweede filmpje is in de cabine op het Topcon-scherm de spuitboom te zien. De grillige witte vlekken geven aan waar onkruid staat. De groene, meer afgepaste vlakjes laten zien waar op basis van de taakkaart is gespoten.
Vermindering of beter effect
Verdegaal is het pad ingeslagen naar plaatsspecifieke gewasbescherming. Doel is efficiëntere inzet van chemisch/synthetische gewasbeschermingsmiddelen. Dat kan een vermindering zijn, maar ook een betere effect van de gangbare hoeveelheid. Voor wat betreft onkruidmiddelen is het op Verdegaals bedrijf een kwestie van een betere verdeling over de breedte van de spuitboom. ‘In die zin dat ik op de paden, waar geen gewas staat en dus geen concurrentie, wat zwaarder doseer. Op het talud van pad naar het bed wil ik voldoende geven. In de bedden waar hyacinten concurreren met onkruid, dan wil ik de dosering iets lager. Per saldo levert dat meer rendement bij een gelijke dosering per hectare.’
Doppen op 25,7 cm
Verdegaal heeft de luchtondersteuning van zijn spuitmachine gehaald. Middelen die dat nodig hebben, zijn verdwenen, de noodzaak is minder geworden. De machine is nu uitgerust met spuitdoppen op onderling 25,7 cm afstand. Zeven doppen overbruggen 180 cm, met één dop boven het pad tussen de rijen, de andere zes boven het bed. Met net geen 24 meter breed, pakt de spuit per werkgang 13 bedden hyacinten. De boomhoogte is verkleind. ‘Bij spuiten tegen botrytis (vuur) zet ik de doppen tussen de bedden dicht. Dat scheelt bij de vroegste bespuitingen als het blad nog recht omhoog staat, meteen één zevende aan middel, 14 procent minder.’
Grote besparing mogelijk
De doppen kunnen per sectie van zeven stuks worden aangestuurd. Het is niet helemaal spotspraying, de doppen worden immers per bedbreedte van 180 cm aan en uitgezet. Evenzogoed is door deze aanpak een besparing op middel van meer dan 95 procent mogelijk bij de bestrijding van probleemonkruiden. Afhankelijk natuurlijk van hoeveel er staat. Deze plaatsspecifieke aanpak van distels en andere probleemonkruiden was er in feite de reden van dat Verdegaal zich eind 2020 aansloot bij de NPPL. Geautomatiseerde plaatsspecifieke aanpak, wel te verstaan. ‘Met de rugspuit erdoor kan ook, maar dat kost veel tijd. Met twee man doe je in twee uur een kwart hectare. Bovendien is ook voor een geoefend oog de herkenning best lastig.’
Taakkaart via Croptic
Henk Verdegaal spreekt nu, voorjaar 2024, van een mooi begin van een geautomatiseerde plaatsspecifieke aanpak van probleemonkruiden. Tegelijk is de route die hij aflegt een demonstratie van hoe lastig de introductie van precisietechnieken in de boerenpraktijk kan zijn. Na vier jaar tobben met onder meer eigen drone met camera heeft Verdegaal dit jaar het Belgische dronedata-bedrijf Croptic in de arm genomen. Op 13 maart heeft Croptic met een camera foto’s gemaakt van distelplekken in een opkomen gewas hyacinten. Op 20 maart is gespoten met Laudis. ‘Ook hier weer de klassieke opstartproblemen’, vertelt Verdegaal. ‘Eerst een probleem met de SD-kaart. Dat hebben we hier gelukkig meteen in het dorp kunnen oplossen. Dan regen en wind, waardoor we maar één perceel in plaats van vijf hectare konden doen.’ Maar goed, drie dagen later arriveerde uit België voor dat ene perceel de taakkaart die zo in de Topcon-computer kon worden ingeladen. Een spuitimpuls voor één afzonderlijke sectie resulteert in een bespoten vlak van naar schatting 180 x 180 cm (sectiebreedte x ongeveer de afstand die tijdens een shot wordt afgelegd).
Hyacint vroeger dan distel
Zoals gezegd is op 20 maart gespoten. Dat het resultaat nog te wensen overlaat, dat het algoritme moeite had distels van gewas te onderscheiden, wijt Verdegaal aan het feit dat ze in een groeiend hyacintengewas moeten worden waargenomen. ‘Bij ons is het gewas vroeger dan het onkruid. Het lijkt er op dat we met de opnames te vroeg waren voor een goede detectie. Misschien moeten we er meer onder een hoek naar kijken.’ Wat wel goed ging was het aantal bloemen per vierkante meter tellen. ‘Alleen is de toegevoegde waarde daarvan gering. We weten immers wat we geplant hebben.’
Vliegen op twaalf meter
Vraag is nu hoe verder. Verdegaal: ‘In principe willen we door op de ingezette weg. Een tweede perceel in Slootdorp is inmiddels ingevlogen, daarbij is bij wijze van proef een klein deel op een hoogte van vijf meter gevlogen. Daaruit zal moeten blijken of het algoritme beter werk levert dan bij een vlucht op twaalf meter. Daarnaast speelt op dit perceel een probleem met waterschade. De bollen zijn niet weg, maar hebben een groeiachterstand. We spelen met de gedachte om deze plekken met een bladmeststof wat bij te laten trekken. Daarvoor geldt wel dat we geen plaatsspecifieke variabele dosering (VRA) kunnen toepassen met onze veldspuit, het is plaatsspecifiek aan of uit.’ Mocht de detectie ín het groeiend cultuurgewas toch moeilijk blijken, dan wordt een dronevlucht in de zomer overwogen. Na de oogst op leeg land of ook in de groenbemester, zo is de hoop, zou het in theorie iets makkelijker moeten zijn om distels en bijvoorbeeld gele akkerkers op te sporen. Verdegaal: ‘Eerst dit maar eens van de grond krijgen. Maar ik voel ook bij de toeleveranciers wel een voorzichtige positieve vibe. Het spreekt veel mensen aan dat met een relatief kleine investering op een oude veldspuit toch een tot de verbeelding sprekend en praktisch bruikbaar resultaat valt te behalen.’
Meer tijd voor precisietechnieken
‘De boog stond hier altijd gespannen’, motiveert Henk Verdegaal de forse ingreep in de omvang van zijn bedrijf. ‘Daar wilden we voor ons gezin vanaf. Zaterdag werkten ’s middags tot vier uur door, soms tot half zes. Iedere zondagmiddag vijf uur reed ik met bloemen naar de veiling; voor enkele dat anderhalf uur vraag je op zondag een medewerker niet.’ Op zich, vertelt Verdegaal, hadden we met die 50 hectare plus broeierij geen verkeerde arbeidsfilm. Jaarrond altijd werk voor hem en de zeven vaste medewerkers. Nu wordt het werk gedaan met twee vaste medewerkers. In de maanden december tot en met maart is het nu rustiger. ‘Sinds drie jaar heb ik meer tijd voor privé, fysiek is het minder zwaar en ik heb meer tijd om stappen te zetten op het vlak van meer precisietechniek. Daartegenover hebben we qua inkomen een stapje teruggezet.’
Project Remote Sensing voor Sierteelt
Henk is ook één van de telers die actief is in het project ‘Remote Sensing voor Sierteelt’. Op o.a. een veld van Henk zijn door drones van Unmanned Valley beelden gemaakt. Deze beelden (foto’s) zijn door meerdere telers bekeken en geannoteerd (een soort ranking). Met deze annotatie wordt een AI-model ontwikkeld wat ziekte (botrytis) vroegtijdig kan herkennen in hyacint. Hier mee kan heel gericht behandeld worden.
Lees hier meer over het project: https://greenportdb.nl/drones-en-ai-helpen-boeren-bij-het-voldoen-aan-europese-milieuregels/.
Het project kwam ook aan bod bij Goedemorgen Nederland. De opnames bekijk je hier: https://greenportdb.nl/voorzitter-greenport-bij-goedemorgen-nederland/