De drie organisaties streven naar meer biodiversiteit en willen de overheden daarin meenemen. Zij kunnen zorgen voor eenduidige regelgeving en afgestemd beleid. Het publiek bestond dan ook voornamelijk uit afgevaardigden van bollengemeenten, provincie en waterschappen.
Ondanks dat het aantal soorten planten en dieren in Nederland al tientallen jaren achteruitgaat, zijn er ook lichtpuntjes. Dit stelde Liesbeth Bakker, hoogleraar Rewilding bij Wageningen University & Research. “Op de landelijke kaart springt de Bollenstreek eruit als het gaat om de dichtheid van veldleeuweriken en patrijzen”. Ook ‘bollenvogel’ gele kwikstaart doet het hier opvallend goed.
Hugo Langezaal van het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO), consortiumpartner in Living Lab B7, vertelde over zijn onderzoek naar het nestsucces, dieet en landgebruik van deze vogel. Met de opgedane kennis wil Living Lab B7 adviezen geven over biodiversiteitsmaatregelen. Zo zou ecologisch slootbeheer niet alleen de biodiversiteit in de sloot, maar ook in de omliggende bollenvelden een boost kunnen geven. Living Lab B7 presenteerde ook een inspiratieposter met maatregelen die bollentelers kunnen nemen voor meer biodiversiteit.
Bestuursleden Anja van Servelen en Paul Venderbosch van ANLV Geestgrond keken letterlijk door een groene bril naar het mozaiëklandschap van de Bollenstreek en herkenden zo tien verschillende leefgebieden. Bij elk van die leefgebieden stipten ze maatregelen aan om biodiversiteit te stimuleren, zoals meer heggen en hagen aanplanten en vergroening meenemen in vergunningverlening. Voor bollentelers zijn voor biodiversiteitsmaatregelen vanuit het agrarisch natuurbeheer ook subsidiemogelijkheden.
Afsluitend pleitte Georgette Leltz, directeur Nationaal Park Hollandse Duinen, voor goede verbindingen tussen land en water, maar zeker ook tussen mensen en organisaties. Het nationaal park kan daarin een faciliterende rol spelen als netwerkorganisatie.
Bron: Nationaal Park Hollandse Duinen