Daisy is vierdejaars studente Milieukunde en binnen haar studie heeft ze een interesse ontwikkeld in thema’s zoals biodiversiteit en de transitie naar regeneratieve landbouw. “Deze onderwerpen spreken mij aan vanwege hun urgentie en de complexe samenhang tussen ecologische en economische aspecten. De overstap naar een duurzamer landbouwsysteem vraagt om fundamentele veranderingen. Hierbij is de samenwerking tussen verschillende partijen, waaronder telers en beleidsmakers, essentieel.” Deze complexiteit motiveert haar om bij te dragen aan oplossingen die zowel de biodiversiteit herstellen als de landbouw toekomstbestendig maken.
Ook Fleur is vierdejaars student Milieukunde. Deze Bollenstreekse heeft een sterkte interesse in bodemgezondheid en biodiversiteit in haar eigen leefomgeving. “Deze combinatie maakt dat ik me met enthousiasme inzet voor duurzamere ontwikkelingen binnen de bollenteelt.”
Siebe doet de opleiding Toegepaste Biologie en zit in zijn vierde jaar. Sinds het begin van zijn studie heeft hij een grote fascinatie voor soortenherkenning en determinatie, en hoe deze informatie inzicht kan geven in de ecologische staat van een gebied. Binnen deze beroepsopdracht werd hij specifiek betrokken vanwege zijn expertise op dit vlak. “Mijn rol in het project richt zich op het determineren van de gevonden organismen met name insecten tot op familie- of soortniveau, en deze data vervolgens ecologisch te interpreteren. Op die manier kunnen we niet alleen registreren wát er leeft op het demoveld, maar ook begrijpen waarom die soorten daar voorkomen, en hoe dit samenhangt met de toegepaste teeltmethodes. Het is voor mij een mooie kans om mijn passie voor soortenkennis te verbinden aan praktijkgericht onderzoek naar biodiversiteit.”
Wat is de relatie tussen de bollen- en bloementeelt kijkende naar de biodiversiteit en natuurinclusief telen?
“In Nederland is de bollen- en bloemensector overwegend intensief waarbij veelal sprake is van monoculturen en het toepassen van gewasbeschermingsmiddelen. Deze praktijken kunnen een negatieve impact hebben op de biodiversiteit, aangezien chemische middelen vaak ook schadelijk zijn voor niet-doelsoorten. Bij natuurinclusieve bollenteelt wordt gestreefd naar een teeltsysteem dat ruimte laat voor natuur. Op het Demoveld Bollenstreek zijn bijvoorbeeld een bloemenrand en een haag aangelegd om de ecologische diversiteit te bevorderen. Daarnaast worden minder tot geen gewasbeschermingsmiddelen ingezet en wordt de bodem minder intensief bewerkt. Dit stimuleert het bodemleven en vermindert verstoring van het ecosysteem. Door deze aanpak kan de biodiversiteit zich herstellen en kan het systeem terugkeren naar een meer natuurlijke balans. Dit vergroot de weerbaarheid van het teeltsysteem en vermindert de kans op plagen, doordat natuurlijke plaagonderdrukkers worden ondersteund. Natuurinclusief telen vormt daarmee een belangrijke stap richting het herstel van biodiversiteit. Tegelijkertijd is het van belang om de effecten op opbrengst en economische haalbaarheid te onderzoeken, zodat deze aanpak ook op grotere schaal rendabel en toepasbaar wordt.”
Wat vinden jullie van het Demoveld Bollenstreek en wat gaan jullie precies onderzoeken?
Daisy: “Wij waarderen het initiatief, en dat dit veld beschikbaar is gesteld voor onderzoek naar natuurinclusieve en extensieve teelt. In een tijd waarin de vraag naar duurzame landbouwpraktijken groeit en de bollenteelt regelmatig onder druk staat vanwege haar milieubelasting, biedt dit demoveld een kans om het tij te keren. Door samen met telers te zoeken naar duurzamere en milieuvriendelijkere teeltmethoden, kunnen we laten zien dat de bollenteelt een positieve bijdrage kan leveren aan een toekomstbestendig landbouwsysteem. Dit veld fungeert daarmee niet alleen als proeflocatie, maar ook als belangrijk voorbeeld voor een nieuw perspectief binnen de sector.”
Fleur vult aan: “Ons onderzoek richt zich op het vergelijken van biodiversiteit en bodemgezondheid aan beide zijdes van het demoveld: de natuurinclusieve en de natuurextensieve zijde. We onderzoeken in hoeverre verschillende teelttechnieken invloed uitoefenen op de narcissenteelt, biodiversiteit en bodemkwaliteit.”
Siebe: “Voor het in kaart brengen van de biodiversiteit maken we gebruik van diverse vangmethoden, waarmee we inzicht krijgen in de soortenrijkdom en ecologische variatie op het veld. Daarnaast voeren we bodemanalyses uit om de kwaliteit van de bodem op beide zijdes te beoordelen. Ook evalueren we het effect van ecologische maatregelen, zoals de aanleg van een bloemenrand en een heg, op de biodiversiteit. In een vervolgstap onderzoeken we de relatie tussen biodiversiteit en bodemgezondheid, om de onderlinge samenhang tussen deze factoren beter te begrijpen.”
Wat valt je op aan de bevindingen van de voorgaande groep studenten?
Bij het terugkijken naar het werk van de studenten die hen voorgingen, valt op dat zij vooral in grote lijnen hebben gekeken naar de insecten en andere organismen op het demoveld. De waarnemingen werden alleen gegroepeerd op verschillende organismen, zonder precies te bepalen om welke soortgroepen het ging. Daisy, Fleur en Siebe gaan verder.
Siebe: “In onze opdracht hebben wij ervoor gekozen om een aantal stappen verder te gaan. We hebben geprobeerd alle gevangen dieren zoveel mogelijk tot op familiegroep te determineren — dat betekent dat we niet alleen ‘een vlieg’ benoemen, maar bijvoorbeeld weten of het een bloemvlieg, dansmug of rouwmug gaat. Deze verfijning geeft veel meer informatie over de ecologie van het veld. Zo kunnen we beter begrijpen welke groepen insecten op welke plekken voorkomen, en wat dat zegt over de invloed van verschillende vormen van landbouw, zoals extensieve of natuurinclusieve teelt.”
Daisy: “Kortom: door dieper te kijken, halen we veel meer uit dezelfde vangsten en dat maakt onze analyse sterker én relevanter voor de praktijk.”
Waarom zijn jullie veel op het veld en wat hopen jullie aan te treffen/mee te maken?
Fleur: “Tijdens ons onderzoek hebben we vier meetrondes uitgevoerd om de biodiversiteit in kaart te brengen. Gedurende vier opeenvolgende weken zijn we telkens twee dagen per week op locatie geweest om de vallen uit te zetten en later weer te verzamelen. Tijdens de eerste meetronde zijn tevens bodemmonsters verzameld. Deze monsters zijn samengevoegd tot mengmonsters en vervolgens geanalyseerd in het laboratorium.”
Binnenkort presenteren de studenten hun bevindingen aan de Bollenjongens.
Op de foto v.l.n.r. Fleur, Daisy en Siebe.